• No results found

3 Richtlijnen op het gebied van MVO

6.2 Conclusies

Dit onderzoek is uitgevoerd met als doel het vergroten van het inzicht in de rol van accountants bij de controle van duurzaamheidsverslagen. Dit is gedaan door de visie van de accountant op MVO en duurzaamheidsverslaggeving te vergelijken met de visie van het GRI rapport (2006) en de huidige literatuur op het gebied van MVO en duurzaamheidsverslaggeving. Het onderzoek is uitgevoerd door eerst een literatuurstudie uit te voeren op het gebied van MVO en duurzaamheidsverslaggeving, waarna de visie van de accountant op het gebied van MVO en duurzaamheidsverslaggeving is bepaald door een ‘casestudy’. De ‘casestudy’ omvatte het afnemen van semigestructureerde diepte-interviews bij één ‘Big Four’ accountantskantoor. De centrale vraag van het onderzoek luidt:

Komt de visie van accountants met betrekking tot de kwaliteit van duurzaamheidsverslagen, de ‘key performance indicators’ die worden beschreven in duurzaamheidsverslagen en de controle van duurzaamheidsverslagen overeen met de visie uit de wetenschappelijke literatuur en het ‘Global Reporting Initiative’?

Uit de analyse van de interviews met de accountants blijkt dat de visie van accountants op MVO en duurzaamheidsverslaggeving grotendeels overeenkomt met de visie van het GRI Rapport (2006) en de wetenschappelijke literatuur. Accountants gebruiken bij de controle van duurzaamheidsverslagen de richtlijnen van het GRI als sturende richtlijnen. Zij gebruiken dit rapport zowel voor kwaliteitskenmerken als voor ‘key performance indicators’. Echter gebruiken zij deze richtlijnen niet als checklist, de richtlijnen van het GRI dienen volgens accountants voordat zij goed kunnen worden toegepast eerst organisatie specifiek gemaakt te worden. De kwaliteitskenmerken en ‘key performance indicators’ dienen organisatie specifiek gemaakt te

worden, omdat een duurzaamheidsverslag een afspiegeling is van de interesses van de te controleren organisatie (Kamp-Roelands, 2001). Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de assurance verklaring wordt gewaarborgd dienen accountants bij elke opdracht naar organisatie specifieke aspecten te kijken. Het ontbreken van het organisatie specifieke aspect is ook één van de weinige punten van kritiek die accountants op het GRI rapport (2006) hebben. Tevens gebruiken de accountants NVCOS 3410N als leidende richtlijn bij de controle van duurzaamheidsverslagen. Er kan dus geconcludeerd worden dat de visie van accountants grotendeels overeenkomt met de visie van het GRI rapport en de huidige wetenschappelijke literatuur op het gebied van MVO en duurzaamheidsverslaggeving. Echter zijn er wel een aantal ontwikkelingen gaande die belangrijk zijn om in ogenschouw te nemen, wanneer men beter inzicht wil krijgen in de rol van de accountant bij de controle van duurzaamheidsverslagen. Deze nieuwe ontwikkelingen zullen hieronder worden besproken.

In onderzoek van O’Dwyer & Owen (2005) komt naar voren dat de accountant bij de controle van duurzaamheidsverslagen niet voldoende of nauwelijks aandacht schenkt aan de volledigheid van deze verslagen. Om hun eigen verantwoordelijkheid te beperken kijken ze voornamelijk naar de juistheid en betrouwbaarheid (O’Dwyer & Owen, 2005). In tegenstelling tot het onderzoek van O’Dwyer & Owen (2005) komt in dit onderzoek naar voren dat bij dit ‘Big Four’ accountantskantoor juist wel naar de volledigheid van de verslagen wordt gekeken door middel van de controle aanpak. Een oorzaak voor dit verschil in bevindingen is dat dit onderzoek 5 jaar na het onderzoek van O’Dwyer & Owen (2005) heeft plaatsgevonden waardoor de controle methoden zich verder en verder hebben kunnen ontwikkelen. Tevens is de sustainability afdeling het ‘Big Four’ accountantskantoor waar dit onderzoek heeft plaatsgevonden zeer goed ontwikkeld, waardoor de kritieken van O’Dwyer & Owen (2005) wellicht in mindere mate van toepassing zijn op dit accountantskantoor. Tevens sluiten de bevinding van dit onderzoek aan bij die van O’Dwyer (2010) waarin hij concludeert dat er onder accountants steeds meer aandacht komt voor de volledigheid van duurzaamheidsverslagen.

Uit het onderzoek van O’Dwyer (2010) blijkt dat accountantskantoren moeite hebben met standaardiseren van de controleaanpak bij de controle van duurzaamheidsverslagen. Deze bevinding wordt door het ‘Big Four’ accountantskantoor waar het onderzoek heeft

plaatsgevonden niet ondersteund. Een verklaring voor dit verschil in inzicht is mogelijk het feit dat, zoals eerder genoemd, de sustainability afdeling op het accountantskantoor zeer goed ontwikkeld is en dus over veel kennis en ervaring beschikt, waardoor het voor dit accountantskantoor wel mogelijk is om de controleaanpak gestandaardiseerd te operationaliseren. Tevens geven de accountants aan dat er de laatste vijf jaar een enorme ontwikkelingen heeft plaatsgevonden op het gebied van richtlijnen omtrent MVO en duurzaamheidsverslaggeving, derhalve is er wel een gestandaardiseerde controleaanpak mogelijk door bijvoorbeeld het GRI rapport (2006) als toetsingskader te gebruiken. Daarnaast zijn de controleteams multidisciplinair van samenstelling, waardoor er zowel voldoende controle- als materiekennis binnen de teams aanwezig is. Het algemene oordeel van de accountants over de controle van duurzaamheidsverslagen is, dat zij vinden dat accountants in staat zijn een assurance verklaring te geven bij duurzaamheidsverslagen die van toegevoegde waarde voor stakeholders is. Echter dienen de stakeholders hier wel goed in ogenschouw te nemen wat de accountants nu daadwerkelijk voor een werkzaamheden hebben verricht en welke zekerheid de accountant bij het verslag heeft afgegeven.

De verwachting onder accountants voor de toekomst is dat de rol van de accountant bij de controle van duurzaamheidsverslagen belangrijker gaat worden. Een theoretische verklaring hiervoor is te vinden bij het begrip legitimiteit, vanuit de legitimiteitstheorie (bv. Deegan et al., 2002), de reputatie-risicomanagement theorie (Bebbington et al., 2007) en de stakeholdertheorie (Ruf et al., 2001). Een praktische verklaring voor deze verwachting is dat het thema MVO en duurzaamheidsverslaggeving steeds meer aandacht gaat krijgen. Daarnaast denken veel accountants dat er een geïntegreerde controle zal plaatsvinden, waarbij zowel de financiële gegevens als de gegevens met betrekking tot MVO worden gecontroleerd. Bij deze geïntegreerde controle zal er één assurance verklaring worden afgegeven. Belangrijk hierbij is dat deze verklaringen wel door multidisciplinaire teams worden afgegeven en niet door teams waarin alleen maar accountants plaatsnemen. Kortom de accountants denken dat het vakgebied van MVO en duurzaamheidsverslaggeving een dynamische vakgebied blijft dat de komende tijd zal blijven veranderen, maar waarbinnen accountants vooral op het gebied van juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van informatie een prominente rol zullen blijven spelen.