• No results found

De rol van de U.S. Navy tijdens de Burgeroorlog was belangrijk voor het verloop van het conflict. Met name het optreden van het Mississippi Squadron kan gezien worden als een hoogtepunt in joint optreden, waarmee een keerpunt in de Burgeroorlog werd bereikt. President Lincoln bedankte alle opvarenden van het Mississippi Squadron voor hun bijdrage aan dit succes. Wat door velen vergeten is, is dat veel voormalig slaven ofwel contrabands bevonden aanwezig waren aan boord van schepen onder het Mississippi Squadron. De grote aantallen contrabands werden geïntegreerd in een overwegend witte marine, waar zij werkten en vochten naast witte opvarenden. Dit bracht veel spanningen met zich mee. Er moest een manier gevonden worden waarop witte bemanningsleden samen met contrabands aan boord van kleine gunboats konden opereren.

Deze scriptie heeft de aanwezigheid onderzocht van contrabands binnen het Mississippi

Squadron tussen 1862-1864. Gedurende deze periode was rear admiral David D. Porter

commandant van dit squadron en was de Burgeroorlog op zijn hoogtepunt. Op het moment dat Porter het commando overgedragen kreeg, was het aanstellen van contrabands geautoriseerd en bestond hier duidelijke regelgeving over. Het Mississippi Squadron kende het hoogste percentage contrabands van alle squadrons. Naar verwachting was de frictie tussen de raciale bemanningsgroepen hier dan ook het meest aanwezig. De hoofdvraag van deze scriptie luidt dan ook: Hoe was de verstandhouding tussen contrabands en witte opvarenden van het Mississippi Squadron onder het commando van David D. Porter tussen 1862 en 1864?

Om te analyseren hoe de onderlinge verstandhoudingen waren aan boord van het squadron, moest er eerst gekeken worden naar het Mississippi Squadron zelf. Er moest duidelijk worden wat dit voor squadron was en waarom juist hier zoveel contrabands aanwezig waren. Het blijkt dat dit squadron vernieuwend was voor de U.S. Navy. Waar het zich voor de Burgeroorlog vooral kenmerkte als een blue water navy, veranderde dit tijdens het conflict. De rivieren die liepen door het hart van de Confederatie hadden grote militaire waarde.

Riverine operations werden een belangrijk onderdeel voor de federale oorlogsinspanning. De

U.S. Navy ontwikkelde een brown water navy dat moest opereren op deze rivieren. Dit squadron opereerde onconventioneel en in nauwe samenwerking met de U.S. Army. Veel marinepersoneel verafschuwde deze vorm van optreden. Het was zeer lastig genoeg

opvarenden te vinden voor het bemannen van deze riviervloot. Hierdoor werd er een beroep gedaan op bevrijde slaven uit de zuidelijke staten. Veel van deze bevrijde slaven hadden geen bezittingen of onderdak. Een contract bij de U.S. Navy gaf hen een inkomen en verblijf. Het

Mississippi Squadron was het meest gevaarlijke squadron voor haar opvarenden. Door de

grote psychologische impact dat het squadron had op de Zuidelijke bevolking ontwikkelde zich een guerrillastrijd. Guerrillagroepen werden opgericht en vormden een constante dreiging voor de gunboats. Met name scherpschutters eisten veel slachtoffers onder de bemanningsleden. De Confederatie had weinig middelen om de rivieren te beveiligen. Hierdoor utiliseerden zij een passief middel: de torpedoes. Deze zeemijnen waren erg effectief op de rivieren en hierdoor verloor Porter een significant aantal van zijn schepen.

Vervolgens werd er onderzocht hoe de omstandigheden voor de contrabands waren. Dit werd onderverdeeld in twee aspecten. Ten eerste werd het binnentreden van de voormalige slaven verdiept. Hieruit bleek dat veel van de contrabands werden opgevangen en aangesteld aan boord van de gunboats zelf. De meeste van hen werden aangesteld in de laagste rangen en verdienden 12 dollar per maand. Dit was vergelijkbaar met witte opvarenden, soldij voor beide rassen was gelijkwaardig. Er waren mogelijkheden tot ontwikkeling, maar de meeste opvarenden werden niet meer als één rang bevorderd. De taken die door contrabands werden uitgevoerd waren in overeenstemming met hun rang. Waar zij aan het begin van de oorlog voornamelijk fysiek zwaar werk uitvoerden, veranderde dit tussen 1862 en 1864.

Contrabands speelden een belangrijkere rol aan boord, door het constante tekort aan

mankracht. Zij waren onder het commando van Porter opgenomen in gun crews en liepen ’s nachts de wacht. Hierbij kwam grote verantwoordelijkheid te liggen bij de zwarte opvarenden. Door het constante verloop van bemanningen behoorden zij tijdens het hoogtepunt van de oorlog tot de meest ervaren bemanningsleden. Hierdoor hadden officieren de keuze tussen de veiligheid van het schip of rassensegregatie. Hierbij werd er gekozen voor de algehele veiligheid.

Het tweede onderdeel dat onderzocht werd waren de dagelijkse omstandigheden voor de

contrabands aan boord van de gunboats. Het blijkt dat commandanten de mogelijkheid

hadden om naar eigen inzien rassensegregatie door te voeren. Het Mississippi Squadron was één van de squadrons waar segregatie het sterkst in stand werd gehouden. De wachtsindeling werd gemaakt op basis van ras, hierdoor ontstonden zogenaamde checkerboard crews. Dit systeem loste gelijktijdig andere problemen op. De kleine gunboats kenden weinig ruimte.

Door het checkerboard systeem kon er apart gegeten en geslapen worden, zonder dat hier aparte ruimtes voor benodigd waren. Er was weinig tijd voor ontspanning, veel contrabands zochten muziek en dans als ontspanningsmethode. Een andere populaire manier was

skylarking. Hierbij konden opvarende drinken en zonder repercussies van officieren stoom

afblazen. In normale omstandigheden waren de strafmaatregelen voor witte en zwarte opvarenden gelijk. Binnen de U.S. Navy hadden zwarte opvarenden zelfs meer rechten dan in de civiele maatschappij. Contrabands konden getuigen bij hoorzittingen, terwijl dit in veel noordelijke staten nog niet was toegestaan. Daarnaast bleek dat het Mississippi Squadron de hoogste straffen uitdeelde. Opvallend hierbij was dat witte opvarenden gemiddeld hogere straffen ontvingen dan contrabands. De oorzaak waarvoor beide rassen gestraft werden verschilde ook. Waar het voor witte opvarenden vooral ging om gewelddadige uitspattingen, werden zwarte opvarenden vooral bestraft voor disciplinaire misstappen.

Medische zorg bleek voor opvarenden van de U.S. Navy veel beter dan voor soldaten bij de U.S. Army. Marine faciliteiten waren omvangrijker en kende een hogere kwaliteit. Zwarte opvarenden ontvingen gelijkwaardige zorg in vergelijking met hun witte collega’s. In marine hospitaals lagen zij op gelijke afdelingen, waar alleen onderscheid op rang werd gemaakt. Het

Mississippi Squadron had niet op elk schip medische staf. Dit werd opgevangen door de

toevoeging van de USS Red Rover. Op dit hospitaalschip waren zeer waarschijnlijk de eerste zwarte vrouwen in Amerikaanse militaire dienst ondergebracht. Hier voerden zij ondersteunende taken uit.

Nu er meer duidelijkheid is omtrent de indiensttreding en dagelijkse omstandigheden van de

contrabands kunnen er enkele conclusies getrokken worden. Het beleid van de U.S. Navy

tijdens de Burgeroorlog kan gekenmerkt worden als progressief. Naarmate de oorlog vorderde kregen zwarte opvarenden steeds meer mogelijkheden en verantwoordelijkheden aan boord van schepen. Dit proces ontstond zeer waarschijnlijk niet door ethische overwegingen. De noodzaak voor mankracht was hierin leidend. Het concurrerende rekruteringsbeleid van de U.S. Army versnelde dit proces verder. Contrabands boden de U.S. Navy een manier om hun bemanningstekorten op te vullen.

Wanneer er gekeken wordt naar de spanningen die optraden binnen de bemanningen zijn er een aantal opvallende, maar logische processen. Ten eerste is er een onderscheid te maken binnen het officierskorps. Tijdelijke marine officieren afkomstig uit de koopvaardij hielpen de

integratie te versoepelen. Zwarte bemanningen waren een normaal fenomeen in de koopvaardij. Hierdoor was het werken met contrabands aan boord van de gunboats niet vernieuwend. Dit gold echter niet voor de reguliere officieren. Zij waren voor de Burgeroorlog niet gewend aan grote groepen zwarte opvarenden in hun bemanningen. Aan het begin van het conflict heersten vooroordelen over de capaciteiten van de contrabands. Dit veranderde gedurende het conflict. Veel van de reguliere officieren zagen in dat contrabands net zo goed presteerden als witte opvarenden, of zelfs beter. Hierdoor werd de perceptie van het officierskorps over de zwarte opvarenden gedurende het conflict positiever.

Een tegenovergesteld proces vond plaats onder de bemanningsleden van de gunboats. Geteisterd door een identiteitscrisis nam hun afkeer tegenover contrabands gedurende de Burgeroorlog alleen maar verder toe. Witte bemanningsleden in de scheepvaart werden vaak vergeleken met slaven. Door toetreding van zwarte opvarenden binnen de gemeenschap werd de sociale status van de witte bemanningsleden verder verlaagd en gelijkgesteld aan het niveau van slaven. Door het progressieve beleid en tekorten aan bemanningsleden in 1862 en 1864 werden contrabands belangrijker aan boord van het Mississippi Squadron. Deze emancipatie van zwarte opvarenden bracht verder ongenoegen onder de witte bemanningsleden. Witte opvarenden werden afhankelijk van contrabands door het bemannen van kanons en het lopen van nachtelijke wachten. Hierdoor kwamen zij naar eigen idee zelfs onder contrabands te staan. Veel bemanningsleden dachten dat de rechten van de zwarte opvarenden hen in de schoot was geworpen. Zij hadden dit nog niet verdiend, hierdoor waren de traditionele grenzen tussen wit en zwart vertroebeld. Gedurende het commando van Porter begonnen witte bemanningsleden met het corrigeren van zwarte opvarenden. Dit liep uiteen van pesterijen tot geweld. De hoge strafmaatregelen en het soort misstappen waarvoor veel witte bemanningsleden werden veroordeeld, kunnen door deze correcties verklaard worden.

In dit onderzoek stonden de verhoudingen binnen het Mississippi Squadron tussen 1862 en 1864 centraal. Zoals eerder aangegeven konden commandanten op eigen inzicht segregatie hanteren op hun schepen. Hierdoor is het niet duidelijk of deze trend waarneembaar was binnen andere squadrons. Het lijkt echter zeer logisch dat het progressieve beleid van de U.S. Navy ook tot veel ongenoegen onder witte bemanningsleden van andere squadrons leidde. Toch blijven er nog veel onduidelijkheden omtrent de contrabands aan boord van marineschepen. Nader onderzoek is benodigd om meer duidelijkheid te krijgen over met name de verschillen tussen de squadrons van de U.S. Navy tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog.