• No results found

HOOFDSTUK 3. A SERBIAN FILM

3.5 Conclusie

De vraag is nu hoe we de werkwijze van Spasojevic en Radivojevic moeten begrijpen en welke rol het groteske hierbij speelt. Gesteld kan worden dat ASERBIAN FILM de waarneming ontregelt door de principes van de omkering, vermenging en vervorming en de kijker meevoert in het duistere en angstaanjagende. Het gebruik van hallucinatoire, absurde „droomsequenties‟ en het gebruik van de close-up speelt hier een grote rol bij. Zoals bekend willen de makers met hun film de onderdrukkende macht van autoriteiten en overheden aan het licht brengen. De vele verwijzingen naar het Servische oorlogsverleden en de nasleep ervan in de huidige samenleving duiden op een kritische kunstzinnige aanval op de Servische regering. De brave burgerman Milos symboliseert het „goede‟ en de groep van „onschuldige burgers‟, die uiteindelijk door middel van het principe van de rabaissement verlaagd wordt tot een naargeestige slachtofferpositie waarin hij gedwongen wordt tot de meest verschrikkelijke handelingen. De kunstzinnige filosoof Vukmir symboliseert het „hogere‟ en de groep van „machtige leiders‟ en wordt op een soortgelijke manier verlaagd tot een sadistische psychopaat die het vastleggen van extreme seksuele vernedering als hogere kunstvorm beschouwt. Het gebruik van groteske metaforen, de nadruk op het onvoltooide, ambigue karakter van het lichaam en de disproportionele, vervormde en samengesmolten manier waarop de lichamen worden weergegeven voeren de kijker weg van de klassieke weergave van het voltooide, „gewone‟ lichaam en laten haar achter in een verwarrende toestand van complexe mengemoties. Zo kunnen angst en afschuw plotseling plaatsmaken voor een korte, onbedoelde lach. We hebben kunnen zien dat Spasojevic en Radivojevic hun film uitleggen als een politieke allegorie. De allegorische kracht van de extreme beelden wordt door een aantal critici echter niet erkend. Zo stelde Mark Kermode dat “if it is somehow an allegory of Serbian family and Serbian politics then the allegory gets lost amidst the increasingly stupid splatter.”169 Het artikel van David Cox sluit hierop aan. Hij is van mening dat het onwaarschijnlijk is dat een publiek dat niet van te voren is ingelicht over de allegorische doeleinden van ASERBIAN FILM hier zelf achter komt: “If you‟ve been briefed in advance, what strikes you is how utterly the action being

168 Ibid., 73-74.

depicted fails to illuminate its supposedly parallel political equivalent.”170 Zo stelt hij dat de babyscène, door Spasojevic uitgelegd als representatie voor “us and everyone else whose innocense and youth have been stolen by those governing our lives for purposes unknown,” ons enkel en alleen de misbuik van een baby toont en niet „een mens.‟ Naar aanleiding van dit voorbeeld concludeert Cox dat [t]he film‟s metaphors cannot communicate themselves to the audience, and when explained after the event, they seem more comical than instructive.”171

Hoewel Spasojevics uitleg inderdaad lastig te achterhalen is, wordt er in ASERBIAN FILM toch vaak letterlijk verwezen naar het gruwelijke oorlogsverleden van Servië en de onderdrukkende macht van haar regering. De uitgesproken maatschappijkritische houding van de film is niet te missen en daarom is het niet moeilijk in te zien dat de makers de babyscène niet voor hun plezier aan de film hebben toegevoegd. Gesteld kan worden dat ze de dramatische Servische geschiedenis en haar doorwerking in het heden hebben verzwaard met een gewelddadige pornografische inhoud, met als doel het publiek een klap in het gezicht te geven: “You have to feel the violence to know what it‟s about”172 stelde schrijver Radivojevic in een interview. De gruwelijke, groteske menggestalten die zij hierbij gebruiken en de verwarrende mengemoties die deze veroorzaken zorgen in de meeste gevallen voor een onpasselijk gevoel. Het publiek keurt deze beelden af en velen verwijten de makers zelfs ziekelijke perverselingen te zijn. De vraag is echter of dit terecht is. Feit is dat er zich tijdens de Joegoslavische oorlogen talloze onvoorstelbare wreedheden hebben voorgedaan. Men leest erover in de krant, ziet beelden tijdens het nieuws en hoewel wij meeleven met de slachtoffers, kunnen wij nooit de essentie en omvang een dergelijke terreur begrijpen, evenals de complexe doorwerking ervan in de huidige samenleving. ASERBIAN FILM geeft het verschrikkelijke geweld waartoe de mens in staat is de aandacht die zij verdient door haar publiek te shockeren op een manier die zij niet gewend is. Op die manier dwingen zij ons een moment stil te staan bij de verschrikkingen die niet alleen in hun eigen land, maar overal ter wereld plaatsvinden en de rol die overheden hierbij spelen. Het zou daarom een grote fout zijn om de makers uit te maken voor perverselingen. Een blogger van Ain’t

It Cool News benadrukte dit naar aanleiding van de rechtzaak tegen de Spaanse festivaldirecteur

en de internationale verontwaardiging over ASERBIAN FILM: “You don‟t jugde the audience, or the artist: even; you judge the art, and the art alone […] We are capable of great beauty and wonder, and great evil and horror. It‟s only fair that we look at both, because if art can‟t do that,

170 David Cox, “A Serbian Film: when allegory gets nasty.” The Guardian (13 december 2010), guardian.co.uk.

171 Ibid.

172 Eric Kohn, “‟A Serbian Film‟ Shocks Midnight Audiences At SXSW.” Speakeasy (15 maart 2010), blogs.wsj.com.

then it simply becomes an echo chamber of our better natures, and the victims continue to scream, unheard, unloved, and unavenged.”173

A SERBIAN FILM toont inderdaad perverse en moreel verwerpelijke beelden, maar alleen omdat de makers hun land een spiegel willen voorhouden en haar inwoners wakker willen schudden. De uitspraak dat de allegorische functie van ASERBIAN

FILM hierdoor verloren gaat is naar mijn mening onterecht. De groteske personificatie van „de burger‟ en „de machthebber‟ en de gewelddadig-pornografische symbolisering van de manier waarop de machthebber de burger schendt en onderdrukt worden op een dusdanige manier aan de man gebracht dat de politieke boodschap niet te missen is. De complexe, verwarrende mengemoties die de aaneenschakeling aan groteske, symbolische beelden oproepen versterken deze politieke lading en zorgen dus voor een aantoonbare subversieve werking in de receptie. Al met al kan gesteld worden dat de groteske elementen en symbolen in ASERBIAN FILM in dienst worden gesteld van de allegorische manier waarop de makers reflecteren op het tragische politieke verleden van Servië en de manier waarop deze doorwerkt in de huidige samenleving.

173 Nordling, “About the Sitges/A SERBIAN FILM Controversy.” Ain’t It Cool News (7 maart 2011), aintitcool.com.