• No results found

Conclusie hoofdstuk 7

In document Geweld binnen en buiten (pagina 110-114)

Uit de hier behandelde literatuur blijkt dat er verschillen in achtergrond-kenmerken zijn tussen drie groepen plegers: zij die alleen gewelddadig zijn in huiselijke kring, de groep van plegers die alleen gewelddadig is in het publieke domein en de groep plegers die zowel geweld pleegt in de huiselijke sfeer als daarbuiten. Plegers van alleen huiselijk geweld onder-scheiden zich doordat zij minder vaak een antisociale levensstijl hanteren, minder vaak verslaafd zijn aan alcohol of drugs en meer geremd zijn in het gebruik van geweld.

Tevens blijkt uit de literatuur dat vrij uitgebreide dadertypologieën zijn ontwikkeld voor plegers van huiselijk geweld. Dit is in mindere mate het

geval voor plegers van publiek geweld. Binnen de groep huiselijk geweld zijn drie typologieën te onderkennen op persoonlijkheidskenmerken, waarvan de groep ‘overgeremden’ en de groep ‘narcistisch-krenkba-ren’ onder het gewone spectrum vallen en de ‘cyclische mishandelaar’ onder het pathologische spectrum. Onder de groep plegers van geweld in beide sferen komen het onbeheerste en beheerste type voor, van wie een deel hoog scoort op de schaal van psychopathie. Uit de literatuur komt eveneens een groep plegers van publiek geweld naar voren die, evenals de groep huiselijk geweld, zich onderscheidt van zowel de groep plegers die een antisociale levenswijze hebben als van de groep die pathologische afwijkingen heeft.

Tegenwoordig staat de veiligheid van slachtoffers en daarmee het voor komen van herhaling weer volop in de belangstelling. Ingezien wordt dat het inschatten van risico’s op herhaling van geweld niet alleen moet zijn gebaseerd op individuele daderfactoren, maar ook op context-factoren, waarbij niet alleen aandacht moet zijn voor risicocontext-factoren, maar juist ook voor beschermende factoren. Om de geweldsproblematiek op verschillende niveaus te ontrafelen is samenwerking tussen verschil-lende disciplines gewenst. Vooral in jeugdstudies wordt onderzoek gedaan vanuit verschillende disciplines. Daarbij worden zowel biologische, psychologische, als sociale elementen onderzocht en zoekt men naar patronen in antisociaal gedrag (Koppen e.a. 2001, Schuyt, 2003).

In het volgende hoofdstuk ligt de nadruk op het ontrafelen van verschillen tussen de drie groepen geweldplegers, waarbij de nadruk ligt op dader en daadfactoren die strafrechtelijk van belang zijn.

In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van het verkennende onderzoek naar daderprofielen van de drie groepen zoals benoemd in het vorige hoofdstuk: de groep plegers die alleen gewelddadig zijn in huiselijke kring, de groep plegers van alleen publiek geweld en de groep plegers die zowel geweld plegen in de huiselijke sfeer als daarbuiten. Komen de daderprofielen van deze groepen met elkaar overeen, of zijn er sterke verschillen aanwijsbaar? Deze vraag beantwoorden we door gebruik te maken van de onderzoeks-resultaten uit het politieregistratieonderzoek, aangevuld met de onderzoeks-resultaten van analyse van strafbladen, het strafdossieronderzoek en interviews met sleutelfiguren (zie voor de methodologische verantwoording hoofdstuk 2). De groep verdachten die zowel in huiselijke kring als in het publieke domein geweld plegen, is samengesteld op basis van het politieregistratiesysteem. Door het geweldsverleden van de drie jaar voorafgaand aan het jaar waarin een geregistreerd geweldsincident plaatsvond in kaart te brengen, kon de groep plegers die zowel in huiselijke kring als in het publieke domein gewelddadig is, worden samengesteld (zie hoofdstuk 2). Gezien het arbeidsintensieve aspect is de groep verdachten van zowel huiselijk als publiek geweld alleen voor de regio Midden en West Brabant onderzocht. De onderzoeksgroep is boven-dien beperkt tot geweld tussen individuen die bekend zijn bij de politie. De onderzoeksgroep betreft 429 verdachten. Deze verdachten zijn als volgt verdeeld over de drie groepen:

– Huiselijk geweld. Er zijn 113 verdachten van geweld gepleegd in huise-lijke kring. Hiervan hebben 13 personen antecedenten op huiselijk geweld, dat wil zeggen dat zij een of meer keer eerder geregistreerd staan bij de politie voor geweld tegen intimi.

– Publiek geweld. Er zijn 284 verdachten van geweld gepleegd buiten de huiselijke kring, waarvan 50 personen een of meer keer eerder in het politieregistratiesysteem voorkomen voor publiek geweld.

– Algemeen geweld. Er zijn 32 verdachten die zowel gewelddadig zijn in huiselijke kring als daarbuiten. Zij komen allen meer keren voor in het politieregistratiesysteem.

De groep verdachten die zowel binnenshuis als daarbuiten gewelddadig is, is afgaande op de politieregistratie, klein: slechts 8% van de onder-zoeksgroep. Wordt alleen gekeken naar het aantal personen dat geweld in huiselijke kring pleegt, dan is 22% daarvan ook buiten de huiselijke kring gewelddadig.

De drie groepen zijn op een aantal daad- en daderfactoren bekeken. Dit zijn dezelfde factoren als in deel I en dit wordt aangevuld met een aantal andere factoren. Allereerst met het strafrechtelijk verleden, dat is onderzocht aan de hand van strafbladen. Daarnaast wordt op grond van interviews

ingegaan op achtergrondkenmerken als opleiding en werk en psychische gesteldheid.

In de beschrijving van de daad- en daderfactoren wordt uitgegaan van de groep plegers die zowel binnenshuis als daarbuiten gewelddadig zijn, omdat dit een nieuwe groep is met nieuwe informatie. In deel I is reeds een globaal profiel gegeven van verdachten van huiselijk geweld en publiek geweld. In de weergave van de resultaten uit het politieregistratie-onderzoek zal daarom worden teruggegrepen op de resultaten van het onderzoek naar huiselijk en publiek geweld zoals beschreven in deel I, zo mogelijk aangevuld met nieuwe inzichten.

Naast het kwantitatieve onderzoek hebben interviews plaatsgevon-den met deskundigen van politie, openbaar ministerie, reclassering en hulpverlening37 over verschillen en overeenkomsten tussen de drie hiervoor genoemde groepen. Bovendien is een klein aantal strafdossiers onderzocht van de hierboven genoemde drie groepen, beperkt tot volwas-sen mannen, om meer zicht te krijgen op achtergronden van plegers van geweld. Er zijn 10 dossiers nader onderzocht van mannen die hun partner mishandelen, 7 dossiers van mannen die in de publieke sfeer gewelddadig zijn en 8 dossiers van mannen die zowel in huiselijke kring als daarbuiten gewelddadig zijn.

De opbouw van het hoofdstuk is als volgt: Eerst wordt in paragraaf 8.1 aan de hand van de verkregen informatie uit het politieregistratie-onderzoek en het strafbladenpolitieregistratie-onderzoek ingegaan op eventuele verschillen in ernst van het geweld, demografische factoren als leeftijd, geslacht en geboorte land en risicofactoren als crimineel verleden, alcohol en drugs. De resultaten van het kwantitatieve onderzoek worden gerelativeerd of onderbouwd door kwalitatieve informatie verkregen door interviews met deskundigen. In een aantal gevallen wordt verwezen naar relevant ander onderzoek. De interviews geven tevens informatie over de achter-grondkenmerken opleiding en werk en psychische gesteldheid voor de drie groepen. Vervolgens worden de profielen nader bekeken vanuit een totaalbeeld: om wat voor soort daders gaat het? Als aanvulling worden de resultaten van het strafdossieronderzoek beschreven (paragraaf 8.2). In de conclusie worden de gevonden daderprofielen in het licht van de litera-tuur geplaatst (paragraaf 8.3).

In document Geweld binnen en buiten (pagina 110-114)