Conclusie ‘groenbeheer’: onderzoeksvraag

Hoe ervaart u de oplopende invloed van klimaatverandering op het groenbeheer van de o.r.

Meting

In de grafiek hieronder, zijn de metingen van de vier verschillende categorieën/grootte Gemeenten (meer dan 250.000, 250.000 tot 150.000, 150.000 tot 100.000 en minder dan 100.000)

samengevoegd, waarna er per classificering en onderdelen een totaalgemiddelde is berekend en weergegeven. Op de twee volgende pagina’s staan vervolgens deze meetgegevens per gemeente categorie weergegeven. In figuur 25 hieronder staat de totaal meting, van de vier gemeenten categorieën, grafisch weergegeven.

Uitkomst meting: “Totaal gemeten gemiddelde score” van 17 respondenten

Figuur 25: grafiek meetgegevens totaal gemeten gemiddelde score van de vier gemeenten categorieën.

Resultaat: Gemiddelde totaalscore

In het onderzoek is respondenten ook gevraagd naar de persoonlijke beleving/ervaring van de invloed van klimaatverandering op het groenbeheer van de o.r. De meting laat zien, dat 35,3% van de

respondenten dit zowel als ‘zorgelijk’ als ‘Hinderlijk’ classificeert. 29,4% van de respondenten classificeert de mate van invloed als ‘Geen Issue’ (figuur 25).

Bevinding:

Het onderzoek laat zien, dat persoonlijke beleving van de respondenten enigszins gelijkmatig verdeeld is over de classificering: zorgelijk (35,3%), hinderlijk(35,3%) en geen issue(29,450. Waarbij de

classificering ‘geen issue’ slechts 5,9 procent lager scoort dan de classificering zorgelijk of hinderlijk. Geen van de respondenten geeft aan de oplopende invloed van klimaatverandering als ‘zeer

problematisch’ te ervaren. Respondenten die aangeven de oplopende mate van invloed van klimaatverandering zorgelijk te vinden, zien vooral de: extreme neerslag, het verschuiven van de seizoenen en de toename van exotische ziekten/plagen als probleemgebieden. Daarentegen geven respondenten die het geen issue vinden aan, dat de veranderingen zo geleidelijk gebeuren, dat deze ten aanzien van aanpassing in de bedrijf/beleidsvoering goed zijn bij te houden.

Significant detail is, dat ieder categorie gemeente (meer dan 250.000, 150.000 tot 250.000, en minder dan 100.000 inwoners) op één van de drie classificering als hoogste scoort. Voor gemeenten met meer dan 250.000 inwoners is dit de classificering ‘hinderlijk’. Voor gemeenten met 150.000 tot 250.000 is dit de classificering ‘zorgelijk’ en voor de categorie gemeenten met minder dan 100.000 inwoners is dit de classificering ‘geen issue’. Dit laatste zou kunnen komen doordat gemeenten met minder dan 100.000 inwoners vaak landelijk gelegen gemeenten zijn, met een open en groen karakter. Zaken die in stedelijke gebieden spelen als hittestress, fijn-stof problematiek en extreme neerslag spelen hier minder en staan niet bovenaan de politieke agenda van bestuurders.

Aanvulling respondenten

Als aanvullende feedback op de onderzoeksvraag geven de respondenten mee:

Het is iets om goed rekening mee te houden, maar anderzijds iets waar je ook de tijd voor krijgt om je op aan te passen. Deze veranderingen gaan geleidelijk, en zijn beleidsmatig ‘bij te benen’.

- Veel overlast bij extreme regenval zoals wateroverlast, stormschade, sneeuw/vorst en zoutschade.

- Het groenbeheer biedt ook kansen om in te spelen op klimaatverandering. - De meeste last van ‘Stortbuien’ in de zomer.

- Wordt meer gezien als een uitdaging!

- Ziet het niet als een negatieve factor en geeft aan er gewoon rekening mee te houden in assortiment/beplantingskeuze op termijn.

- De toename van het aantal (vreemde) boomziekten is zorgwekkend.

Meting: Vier gemeenten met meer dan 250.000 inwoners.

Figuur 26: grafiek meetgegevens gemeenten met meer dan 250.000 inwoners.

Resultaat:

Figuur 26 laat zien, dat de classificering mate van invloed ‘Hinderlijk’ de hoogste score meet met een percentage van 75%. De classificering ‘Zorgelijk’ scoort een percentage van 25% in de meting. bevinding: Het onderzoek laat zien, dat de persoonlijke beleving van de respondenten in de categorie gemeenten met meer dan 250.000 inwoners voor 75 procent de oplopende klimaatverandering als ‘hinderlijk’ wordt ervaren en slechts 25% dit als zorgelijk ervaart. Ten aanzien van de ‘totaal gemeten gemiddelde score’ met de classificering ‘hinderlijk’ betekend dit, dat de categorie gemeente met meer dan 250.000 inwoners de hoogste bijdrage levert aan deze score.

Meting: Vier gemeenten met 150.000 tot 250.000 inwoners.

Figuur 27: grafiek meetgegevens gemeenten met 150.000 tot 250.000 inwoners.

Resultaat:

Figuur 27 hierboven laat zien, dat de classificering mate van invloed ‘Zorgelijk’ de hoogste score meet met een percentage van 75%.De classificering ‘Hinderlijk’ scoort een percentage van 25% in de meting.

Bevinding: Het onderzoek laat zien, dat de persoonlijke beleving van de respondenten in de categorie gemeenten met 150.000 tot 250.000 inwoners voor 75 procent de oplopende klimaatverandering als ‘zorgelijk’ wordt ervaren en slechts 25 procent dit als ‘hinderlijk’ ervaart. Deze meting laat zien, dat dit in gemeten percentages precies het tegenover gestelde is, aan meetgeven van de categorie

gemeenten met meer dan 250.000 inwoners. Ten aanzien van de ‘totaal gemeten gemiddelde score’ met de classificering ‘zorgelijk’ betekent dit , dat de categorie gemeente met 150.000 tot 250.000 inwoners de hoogste bijdrage levert aan deze score.

Meting: Acht gemeenten met minder dan 100.000 inwoners.

Resultaat:

Zoals uit figuur 28 op de vorige pagina is op te maken, scoort de mate van invloed classificatie ‘Geen Issue’ de hoogste score met een percentage van 63%. De classificatie mate van invloed ‘Zorgelijk’ scoort een percentage van 25% en ‘Hinderlijk’ een percentage van 12%.

Bevinding: Het onderzoek laat zien, dat de persoonlijke beleving van de respondenten in de categorie gemeenten met minder dan 100.000 inwoners voor 63 procent de oplopende klimaatverandering als ‘geen ‘issue’ wordt ervaren en 25 procent dit als ‘zorgelijk’ ervaart. Slechts 12 procent ervaart dit als ‘hinderlijk’. Ten aanzien van de ‘totaal gemeten gemiddelde score’ met de classificering ‘geen issue’ betekent dit, dat de categorie gemeente met minder dan 100.000 inwoners de hoogste bijdrage levert aan deze score.