• No results found

Voorbeelden van normoverschrijdende

8.6 Conclusie goede ecologische toestand

Er worden nog relatief weinig bestrijdingsmiddelen gemeten op de voorlopige KRW- rapportagepunten. Op die rapportagepunten waar wel is gemeten wordt op meer dan de helft van de locaties één of meer middelen boven het MTR aangetroffen. Uit monitoringsresultaten op de regionale KRW-rapportagepunten blijkt dat er mogelijk veel meer bestrijdingsmiddelen relevant zijn dan die middelen die nu al op de lijsten van de stroomgebiedcommissies staan. Indien bestrijdingsmiddelen op de relevante stoffen lijsten van de stroomgebiedscommissies komen te staan kan dit aanleiding zijn voor het treffen van aanvullende maatregelen.

Het is op dit moment niet mogelijk aan te geven wat de precieze invloed van de chemische parameters onder de GET op de operationele doelstellingen van het duurzame gewasbeschermingsbeleid zal zijn. Dit heeft te maken met:

• de hoogte van (nog af te leiden) KRW-normen in relatie tot nu gehanteerde normen;

• de manier waarop in Europa zal worden omgegaan met rapportagegegevens uit de regio van

9 Aanbevelingen

Een groot deel van de in dit rapport gepresenteerde resultaten is tot stand gekomen op basis van ad hoc MTR-waarden. Nagegaan is of gegevens in het toelatingsdossier tot hogere toetswaarden zouden leiden omdat dan meer gegevens of meer betrouwbare gegevens zouden kunnen worden meegenomen in de afleiding. Gebleken is dat gebruikmaken van de gegevens uit de CTBase (Dorgelo, 2006) voor een aantal stoffen tot een hogere toetswaarde zou leiden; de berekende milieubelasting van het oppervlaktewater was dan hoger. Dit was vooral een gevolg van hogere veiligheidsfactoren. Bij de gehanteerde toetswaarden is ook vaak een grote veiligheidsfactor toegepast. Voor een betere beoordeling van de milieubelasting zijn meer representatieve MTR- waarden noodzakelijk. Het is dan ook aan te bevelen om de toetswaarden de komende tijd nog een kritisch te bekijken. De lopende discussie over het al dan niet meenemen van gegevens uit veldtoetsen en de voorwaarden die daaraan gesteld moeten worden kan hieraan een bijdrage leveren.

De Nationale MilieuIndicator voor gewasbeschermingsmiddelen ontbeert nog een module voor de berekening van de belasting van het oppervlaktewater door laterale uitspoeling. Ook een aantal routes voor emissies en milieubelasting uit kassen is nog niet of onvoldoende uitgewerkt. De NMI zou moeten worden uitgebreid met deze modules, opdat deze in de eindevaluatie van de nota Duurzame Gewasbescherming kunnen worden meegenomen. Om een betere vergelijking tussen de NMI en de bestrijdingsmiddelenatlas en de milieukwaliteitsindicator voor bestrijdingsmiddelen mogelijk te maken is het te overwegen om modules aan de NMI toe te voegen, opdat normoverschrijdingen naast bestaande uitvoer gegenereerd kunnen worden. Een meer gerichte monitoring naar het voorkomen van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater en grondwater heeft grote voordelen als het gaat om interpretatie van de cijfers. Waterkwaliteitsbeheerders hebben de laatste jaren steeds meer gekozen voor een gerichte benadering; intelligent meten kan een behoorlijke kostenbesparing met zich meebrengen. De huidige aggregatietechnieken van de bestrijdingsmiddelenatlas en de milieukwaliteitsindicator gaan nog niet uit van intelligent meten. Het is de vraag of 90-percentielwaarden nog wel een optimale keuze zijn bij meer gerichte bemonsteringen. Het verdient aanbeveling om deze aggregatietechnieken nader te beschouwen en eventueel aan te passen aan de veranderingen in de meetstrategieën. Steeds verbeterende analysetechnieken kunnen leiden tot een trendbreuk in de resultaten. Dit kan een grote rol spelen bij insecticiden, die in het algemeen een lage (ad hoc) MTR-waarde hebben. Vaak ligt de detectiegrens nu boven deze waarde; bij verlaging van de analysegrens gaan deze stoffen meetellen in het totale beeld. Ook hieraan zal aandacht besteed moeten worden bij het opstellen van indicatoren op basis van metingen.

Op dit moment worden lang niet alle bestrijdingsmiddelen routinematig gemeten in het oppervlaktewater. Als er meer bestrijdingsmiddelen gemeten gaan worden dan kan daar een stijging in de som van de normoverschrijdingen en / of de gemiddelde milieukwaliteitsindicator uit voortkomen. De som van de normoverschrijdingen, maar meer nog een gemiddelde waarde, is nu eenmaal gevoelig voor uitschieters naar boven. Het (beleidsmatig) aanpakken van deze uitschieters kan dan weer milieuwinst opleveren. Zo’n aanpak kan bestaan uit een evaluatie van de gehanteerde toetswaarde en / of een kritische beschouwing van de toelating. De gehanteerde

toetswaarde kan eventueel worden bijgesteld als meer gegevens of meer relevante gegevens beschikbaar zijn gekomen; in veel gevallen zal dit gepaard gaan met een verlaging van de veiligheidsfactoren. Een kritische beschouwing van de toelating kan resulteren in een wijziging van de toelating en / of aanvullende voorschriften voor de toepassing.

De KaderRichtlijn Water zal vermoedelijk een structurerende rol gaan spelen bij de monitoring van het oppervlaktewater. Ook KRW-normen zullen van belang zijn bij de rapportage van de milieukwaliteit. In dat licht bezien is het van belang om bij de toelatingsbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen rekening te houden met de eisen die de KRW stelt. Het is voor de plantaardige sector, in het kader van een breed stoffenpakket, dan ook van groot belang ervoor te zorgen dat stoffen niet als relevant worden aangemerkt in een stroomgebied.

Het aantal drinkwaterknelpunten is, volgens de definitie, gebaseerd op overschrijding van de norm van 0,1 g/l op een locatie in een jaar. Omdat deze indicator geen rekening houdt met de concentraties en de duur van de overschrijdingen, levert de indicator geen goed beeld van de onwikkelingen op de langere termijn en de hinder die waterbedrijven ondervinden. Een indicator die daar wel rekening mee houdt zou ontwikkeld moeten worden. Daarnaast zou ook gedacht kunnen worden aan het ontwikkelen van een indicator voor drinkwaterknelpunten bij grondwaterwinningen.

Voor de eindevaluatie van het huidige beleid zijn opnieuw gegevens over het gebruik van stoffen in de landbouw en daarbuiten nodig. Het verdient aanbeveling om de verzameling van gegevens hierover tijdig op te starten en alle sectoren (inclusief niet-landbouw sectoren) in deze actie mee te nemen. Tegelijkertijd zouden dan ook gegevens over emissiebeperkende maatregelen moeten worden meegenomen.

Referenties

Anoniem. 1999. Besluit van 12 november 1999, houdende aanwijzing van andere taken van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (Besluit andere taken College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen), Staatsblad 503, pp. 1-6.

Beltman WHJ, Wieggers HJJ, Rooy ML de, Matser AM. 2001. Afspoeling van amitrol, atrazion en

glyfosaat vanaf een betonklinkerverharding; veldproeven en modelsimulaties. Wageningen, Alterra,

rapport 319.

Berg R van den, Linden AMA van der, Leistra M, Boesten JJTI, Beek CGEM van, Puijker LM. 1992. Discussienotitie ten aanzien van de omzetting van bestrijdingsmiddelen in de waterverzadigde ondergrond – Richtlijnen voor het onderzoek. Bilthoven, RIVM, rapport 725801007.

Brouwer WWM, Vos JHTJ, Linden AMA van der, Luttik R, Merkelbach RCM. 2000. Milieuindicator 2000. Een indicator voor effecten van gewasbeschermingsmiddelenop grond- en oppervlaktewater. Wageningen, PD, verslagen en mededelingen 205.

Buurma JS, Smit AB, Linden AMA van der, Luttik R. 2000. Zicht op gezonde teelt; een scenariostudie voor het gewasbeschermingsbeleid na 2000. Den Haag, LEI, rapport 6.00.03. ISBN 90-5242-610-4 CBS. http://statline.CBS.nl (laatst bezocht: 16-12-2006)

CBS. 2005. Eerste uitkomsten gebruik bestrijdingsmiddelen in de landbouw, 2004. CBS Maatwerk. http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/milieu-natuur-ruimte/milieuverontreiniging/cijfers/incidenteel/ Maatwerk

Commissie van Deskundigen, 1996. Horeman GH (eindredactie). MJP-G emissie-evaluatie 1995,

Achtergrondocument. Ede, IKC-L 7.

Dorgelo FO (ed). 2006. Eindrapportage CTBase. Wageningen, College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen.

EC 2003 Technical Guidance Document on Risk Assessment (TGD) in support of Commission Directive 93/67/EEC, Commission Regulation No 1488/94 and Directive 98/8/EC). European Chemicals Bureau, Ispra, Italy.

FOCUS. 2000. FOCUS groundwater scenarios in the EU review of active substances. Report of the FOCUS Groundwater Scenarios Workgroup. EC Document Reference SANCO/321/2000 rev.2.

Download: http://viso.ei.jrc.it/focus/gw (laatst bezocht: 16-12-2006)

FOCUS. 2006. Guidance Document on Estimating Persistence and Degradation Kinetics from

Environmental Fate Studies on Pesticides in EU Registration. Report of the FOCUS Work Group on Degradation Kinetics. EC Document Reference Sanco/10058/2005, version 2.0. Download:

http://viso.ei.jrc.it/focus/dk (laatst bezocht: 16-12-2006)

Gaag DJ van der, Jellema P. 2006. Afzetgegevens van gewasbeschermingsmiddelen middels de RAG. Kwaliteitsbeschrijving en een vergelijking met de CBS-gegevens van 2004. Wageningen, LNV,

TRCPD/2006/5581.

Hansler RJ, Traas TP, Mennes WC. 2006. Handreiking voor de afleiding van indicatieve milieukwaliteitsnormen. Bilthoven, RIVM, rapport 601503024.

Huijsmans JFM, Porskamp HAJ. 2000. Drift bij vliegtuigspuiten met gebruik van de splitboommethode, deelonderzoek 2. Wageningen, IMAG, rapport P 2000-74.

Kroon T, Finke P, Peereboom I, Beusen. 2001. Redesign STONE. A new spatial schematisation for the Dutch nutrient emission model STONE. Lelystad, RIZA, report 2001.017.

Kruijne R, Tiktak A, Kraalingen D van, Boesten JJTI, Linden AMA van der. 2004. Pesticide leaching to the groundwater in drinking water abstraction areas. Analysis with the GeoPEARL model. Wageningen, Alterra, report 1041.

KRW. 2000. Richtlijn 2000/60/EG van het Euopees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid. Publicatieblad van de Europese gemeenschappen, L 327/1.

Lauwere CC de, Bremmer J. 2006. Enquête naar het gewasbeschermingsgedrag van telers en hun houding tegenover het gewasbeschermingsbeleid. - Tussenevaluatie Nota Duurzame Gewasbescherming – deelrapport economie 2. Den Haag, WUR-LEI, rapport 2.06.11.

LEI. http://www.lei.wur/NL/statistieken/Binternet (laatst bezocht: 16-12-2006)

LEI, CBS. 2006. Land- en tuinbouwcijfers 2006. Rapport J-29/2006. ISBN 90-5242-585-x

Leistra M, Linden AMA van der, Boesten JJTI, Tiktak A, Berg F van den. 2001. PEARL model for pesticide behaviour and emissions in soil-plant systems. Description of processes. Wageningen, Alterra, report 13, Bilthoven, RIVM, report 711401009.

Lieffijn H, Deneer J, Leistra M. 2000. Schatting van de emissie van bestrijdingsmiddelen uit de glastuinbouw. Een nulmeting (1997) ten behoeve van het Milieuconvenant Glastuinbouw en Milieu. Ede, Expertisecentrum LNV rapport 249.

Linden AMA van der, Boesten JJTI, Cornelese AA, Kruijne R, Leistra M. Linders JBHJ, Pol JW, Tiktak A, Verschoor AJ. 2004. The new decision tree for the evaluation of pesticide leaching from soils. Bilthoven, RIVM, report 601450019.

Linders JBHJ, Rikken MGJ, Bakker J, Poel P van der. 2002. Uniform System for the Evaluation of Substances (USES), version 4.0. Bilthoven, RIVM, report 601450012.

LNV. 2004. Duurzame gewasbescherming. Beleid voor gewasbescherming tot 2010. Den Haag, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Luttik R, Kalf DF. 1998. Acute Aquatic Risk Indicator for Pesticides. Bilthoven, RIVM, rapport 607504006

Luttik R, Linden AMA van der. Parameter uncertainty in de Dutch Environmental Indicator. Bilthoven, RIVM, in voorbereiding.

Montforts MHMM, Jong FMW de, Linden AMA van der. Betekenis van veldgegevens voor de evaluatie Duurzame gewasbescherming. Bilthoven, RIVM, in voorbereiding.

Nie DS de (ed). 2002 Emissie-evaluatie MJP-G 2000; Achtergronden en berekeningen van emissies van gewasbeschermingsmiddelen. Bilthoven, RIVM, rapport 716601004.

Peijnenburg WJGM, Hollander HA den, Luttik R, Meent D van de, Zwart D de. 2000. Ontwikkeling en

toepassing van een Milieukwaliteitsindicator Bestrijdingsmiddelen. RIVM, Bilthoven, rapport 60788002.

Porskamp HAJ, Zande JC van de, Huijsmans JFM. 2001. Kwantificeren driftdepositie referentiesituatie 1998 en situaties Lozingenbesluit 2001 en 2003. Wageningen, IMAG, nota 2001-117.

Puijker L, Beek K van, Beerendonk E, Gijsbertsen A. 2004. Door drinkwaterbedrijven gemaakte kosten als gevolg van bestrijdingsmiddelengebruik. Inventarisatie over de periode 2001 – 2003. Nieuwegein, KIWA, rapport 04.094.

Saft RJ. 2005. Update milieuanalyse ‘Onkruidbestrijding op verharding’. Amsterdam, IVAM research and consultancy on sustainability.

Snoo GR de, Tamis WLM, Zelfde M van ’t. 2005. Dutch pesticides atlas for surface water. Pesticides News 68.

Snoo GR de, Tamis WLM, Vijver MG, Musters C, Zelfde M van’t. 2006. Risk mapping of pesticides: The Dutch Atlas of pesticide concentrations in surface water: www.pesticidesatlas.nl. Proceedings Pesticidesatlas, Proceedings of the symposium on crop protection. (in press)

Syncera. 2005. Omvang gebruik bestrijdingsmiddelen op verhardingen. Eindrapport. Delft, Syncera Water.

Tiktak A, Berg F van den, Boesten JJTI, Leistra M, Linden AMA van der, Kraalingen D van. 2000. Pesticide Emission Assessment at Regional and Local Scales: User Manual of FOCUS Pearl version 1.1.1. Bilthoven, RIVM, report 711401008, Wageningen, Alterra, report 28.

Tiktak A, Linden AMA van der, Boesten JJTI. 2003. The GeoPEARL model. Model description, applications and manual. Bilthoven, RIVM, report 716601007.

Tomlin C. 1994. The pesticide manual, 10th edition. British Crop Protection Council, UK. ISBN 0 948404 79 5.

Velde O van de, Duynhoven N van, Beek M, Wagemaker F, Ven K van de. 2004. KRW-project fact sheets stoffen, rapportage en evaluatie, RIZA werkdocument 2004-204X/RIKZ werkdocument 2004.614W

Wingelaar GJ, Huijsmans JFM, Rotteveel AJW. 2001. Implementatiegraad emissiereducerende maatregelen in de open teelten - Stand van zaken voor het jaar 2000. Wageningen, Plantenziektenkundige Dienst / Instituut voor Milieu- en Agritechniek, Verslagen en Mededelingen nr 212 – 2001.

Wingelaar GJ, Jellema P, Boesveld H. 2005. Monitoring ziekten, plagen en onkruiden. Rapportage van de

ontwikkelingen 1998 – 2004. Wageningen, Plantenziektenkundige Dienst. (www.minlnv.nl/publicaties

(laatst bezocht: 16-12-2006)).

Zande JC van de, Huijsmans JFM. 2006. Drift en de evaluatie duurzame gewasbescherming 2006, state of the art driftcijfers. Wageningen, WUR-PRI, nota 421.

Zelfde M van ’t, Snoo GR de. 2003. Atlas of pesticide concentrations in Dutch surface waters: a pilot study. In: Proceedings of the 55th International Symposium on Crop Protections. Vol. 68. Communications in Agricultural and Applied Biological Sciences. Ghent University, 855-864

Zwolsman JJG, L Bernhardi, GF IJpelaar, GA van den Berg. 2004. Bescherming drinkwaterfunctie: bescherming van oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening onder de Europese Kaderrichtlijn