In de focusgroepen is gezocht naar de beantwoording van de deelvragen. In figuur 5.13 is een schematische weergave te zien van deze uitkomsten.
“Er staat al veel op papier door het nieuwe functieprofiel, nu de
uitwerking in de praktijk nog….”
| Get the Picture? | Masterthesis van Marieke Smit | 23 juli 2015
Onderwerp Verwijzers (BMW laat je horen, pak die stem)
BMW (Samen bepalen wat wij doen) MT (Wat is nu wel of niet des BMW’s?) Welke factoren aanwezig (deelvraag 1, thema a, b, c)
Interne factoren persoonlijke kleuring van het werk en in
positioneren/profileren, vergroeiing met klantorganisatie
Externe factoren
Tegenstelde eisen meerzijdige partijdigheid, geen borging van wat BMW nu doet, legitimeren van handelen beroepscode en DVA Maatschappelijke ontwikkelingen er zijn veel veranderingen gaande, daarin meebewegen is noodzaak
Complexiteit van de samenleving veeleisende klant, persoonlijk gezag niet meer vanzelfsprekend
Concurrentie werkveld zoals coaches, externe hulpverleners
Interne factoren basis-BMW vervaagt, daarom ook lastiger te benoemen wat je doet, diversiteit in werkwijze van onderlinge BMW-ers, een aantal BMW-ers
Externe factoren
Tegenstelde eisen generalist versus specialist, in DVA formele
beroepsidentiteit onvoldoende geborgd, functieprofiel versus beroepsprofiel, declarabiliteitseis, onveilig voelen om uit te spreken bij klantorganisaties
Maatschappelijke ontwikkelingen verharding en verzakelijking maatschappij en klantorganisaties, budgetfinanciering, minder, krimp overheid waardoor continuïteit BMW onder druk staat
Complexiteit van de samenleving veeleisendheid van klanten en cliënten, rol BMW niet langer vanzelfsprekend Concurrentie werkveld intern en extern en klantorganisatie afhankelijk
Interne factoren onduidelijkheid of BMW zich wel veilig voelt om uit te spreken, vraag of ’matchen’ met klant meer aandacht moet krijgen
Externe factoren
Tegenstelde eisen meerzijdige partijdigheid, zonder klant geen cliënt maar zonder cliënt geen klant, BMW is afhankelijk van verkregen ruimte bij klantorganisatie
Maatschappelijke ontwikkelingen soms ontbreekt tijd/ruimte om te matchen tussen BMW en
klantorganisatie, veel veranderingen binnen de overheid dus nu
meebewegen
Complexiteit van de samenleving leidinggevende meer in control vraagt andere aanpak BMW, hoge
verwachtingen van klantorganisaties waardoor BMW voortdurende moet profileren en positioneren
Concurrentie werkveld meerdere spelers op de markt waardoor eigen kaders kennen van belang is Welke identiteit meest onder druk (deelvraag 2, thema c)
Formeel; doordat toolkit c.q. basis- BMW ontbreekt. Dat gaat doorwerken op de sociale en persoonlijke identiteit.
Formeel; doordat er geen begrenzing is op werkwijze. Wanneer dat meer helder is, kunnen verwachtingen gemanaged worden (sociaal) en is het voor iedereen ook helder wat BMW is (daarmee ook persoonlijk).
Formeel; redelijk geborgd maar kan beter door basis-BMW. Wanneer basis-BMW helder is, dan werkt dat ook door op de persoonlijke
beroepsidentiteit en heeft dat invloed op de sociale identiteit. Waaraan BMW behoefte om te kunnen construeren? (deelvraag 3, thema d)
- Eenheid en eenduidigheid in eigen
beroepsgroep en helder maken wat basis-BMW is.
Veiligheid om uit te durven spreken. Professionalisering op basis van basis- BMW.
Veiligheid om uit te durven spreken bij klantorganisaties.
Spanning zal er wel altijd zijn, daar moet rekening mee gehouden worden.
- Waaraan behoefte om te duiden? (deelvraag 4 en 5, thema d)
Toolkit, basis-BMW. Eenduidigheid in werken van alle BMW-ers. Maatwerk moet blijven, professionele autonomie is van belang (geeft overigens ook de spanning in de identiteit)
- Toolkit/basis-BMW voor eenduidigheid
maar wel professionele autonomie. Formeel is al veel geregeld door functieprofiel en profiel NVMW. Vragen zich af of het BMW zich veilig genoeg voelt. Wie moet wat doen? (deelvraag 3, 4, 5 thema d, e, f)
BMW moet eigen basis gaan benoemen, MT moet dit proces ondersteunen, faciliteren maar er ook op gaan sturen. Er moet eenheid en eenduidigheid komen, als
beroepsgroep.
BMW wil zelf eigen basis benoemen. Heeft daarbij de steun nodig van het MT om dit te doen. Veiligheid is een thema wat geborgd maar ook besproken moet worden met MT. Hoge verwachtingen van nieuw op te richten disciplineoverleg. Zij moeten zeggenschap krijgen. Er is eenheid nodig in de beroepsgroep.
BMW moet zelf aan de slag. MT moet dit proces ondersteunen, beslissing nemen in/over basis-BMW, sturen op de uitkomsten van het proces. Disciplineoverleg kan hier een rol op zich nemen.
BMW is: Waardevolle samenwerkingspartner, unieke positie binnen klantorganisatie en arbeidsfactor in psychosociale hulpverlening.
Psychosociale expert en adviseur in arbeidscontext. ‘B ’van BMW is essentieel. Meerzijdig partijdig, laagdrempelig en vertrouwelijk.
Onafhankelijke positie en meerzijdig partijdig, ‘B’ van BMW is van belang en onderscheidend van andere adviseurs.
| Get the Picture? | Masterthesis van Marieke Smit | 23 juli 2015
Pagina 69 van 133 Alle identiteitsverarmende factoren zijn in meer of mindere mate
aanwezig. Het BMW is en blijft voorlopig nog wel een vast
onderdeel binnen de Rijksoverheid. De meerwaarde van het BMW wordt gezien door de stakeholders en zit dan vooral in de ‘B’ van BMW. In de arbeidsfactor in de psychosociale context. Deze meerwaarde was overigens ook terug te zien in de klant- en cliëntanalyses doordat men de expertise van de betreffende BMW- er als goed beoordeeld. Hierdoor zijn de kaarten nog niet geschud en zijn er mogelijkheden om de identiteitsverarming bij te sturen. Per focusgroep is aangegeven wat men nodig heeft om zichzelf te kunnen legitimeren in handelen, verwijzen of het kunnen duiden van de dienstverlening. Eenduidigheid, een ‘toolkit’ en
verbondenheid van de beroepsgroep BMW zijn zaken die men mist bij het huidige BMW. Dit wordt veelal betiteld als ‘de formele identiteit moet duidelijk worden’. Ook wordt veiligheid benoemd als punt van aandacht voor de constructie van een sterke beroepsidentiteit.
Wanneer de formele identiteit helder is voor zowel het BMW, MT, verwijzers maar ook bekend is binnen de diversiteit van de klantorganisaties, zal dit de sociale en persoonlijke identiteit versterken. Het helder krijgen van ‘wat het BMW nu doet’ is een taak voor in eerste plaats het BMW zelf en het disciplineoverleg BMW. Hierin is ondersteuning van het MT gewenst maar is het ook van belang dat de stakeholders rondom het vraagstuk voortdurend betrokken blijven. Immers, identiteit ontstaat door emergentie in het netwerk zoals in paragraaf 2.2 benoemd. Het ontstaat
daarmee in en dóór het netwerk. Door co-creatie vanuit het meervoudig perspectief in het netwerk kan betekenis gegeven worden aan de constructie van een sterke beroepsidentiteit van het BMW en wordt de verarming daarmee bijgestuurd. Onderdeel C zal hier verder op ingaan.
| Get the Picture? | Masterthesis van Marieke Smit | 23 juli 2015
Pagina 71 van 133
| Get the Picture? | Masterthesis van Marieke Smit | 23 juli 2015
6
Inleiding deel C
Het belang dat de formele identiteit van het BMW meer vorm krijgt is gebleken uit deel B. Want hoewel er al een en ander beschreven is in de beroepsstandaard (zie bijlage 1), blijkt uit het onderzoek dat er behoefte aan meer is. Enerzijds is dit op te lossen met een ‘toolkit’ waarin beschreven wordt wat het BMW nu precies doet en waarvoor men het BMW kan inzetten. Anderzijds is er meer nodig dan alleen een bureaucratische invulling want maatwerk en professionele autonomie worden ook erg belangrijk gevonden. Het is goed om te beseffen dat er altijd spanning zal zijn tussen beroep en functie (6.1). Wanneer het BMW zich wil verhouden tot de veranderende context én de spanning die er altijd zal zijn, is een nieuwe foto nodig, een reframe (6.2). Echter, alleen een nieuwe foto is daarbij niet voldoende. Het frame moet ook geïntegreerd worden. Dit wordt bereikt door het opdoen van kennis, kunde en vaardigheden middels informatief leren, maar ook door het zich daadwerkelijk eigen maken van dat frame, door transformatief leren (6.3).
Na de beantwoording op de deelvragen in deel B, volgt in dit deel een uiteenzetting over de centrale vraagstelling van dit onderzoek: “op welke wijze kan de veronderstelde identiteitsverarming door de stakeholders worden bijgestuurd?” Ook zal worden gekeken naar hoe vormgegeven kan worden aan de doelstelling om “in en dóór het netwerk de beroepsidentiteit door verschillende ogen te zien en in co-creatie betekenis geven aan de constructie van een sterke beroepsidentiteit van het BMW”.