• No results found

2 Doel en onderzoeksvragen

7.4 Conclusie

In deze paragraaf worden de belangrijkste conclusies van de waardering van de site gepresenteerd. Inhoud

De inhoudelijke waarde van de vindplaats in Spiere is hoog. De site scoort namelijk hoog op zeld-zaamheid, representativiteit en wetenschappelijk potentieel. De site is zeldzaam in de regio en past zeer goed in de ruimere ontwikkelingen die in de tweede helft van het vijfde millennium voor Chr. plaatsvinden in Noordwest Europa (representativiteit). De site dateert relatief vroeg in de Michelsbergcultuur, maar ligt dan ook op geringe afstand tot het kerngebied bij Parijs. Aardwer-ken zijn bijzonder typerend voor de Michelsbergcultuur en zijn beAardwer-kend uit vrijwel het hele versprei-dingsgebied. Door verschillende licenciaatsverhandelingen over het materiaal van de opgravings-campagnes 1993-1995 (lithische gebruikssporenanalyse, aardewerkanalyse) is de site het best onderzochte aardwerk uit de Michelsbergcultuur in het Scheldebekken en heel Vlaanderen. Daar-mee is het grote wetenschappelijk potentieel van het Michelsberg-aardwerk in Spiere met overtui-ging aangetoond. De wetenschappelijke potentie beperkt zich niet tot het buitengebied van Spiere op de rug. Ook de huidige dorpskern en de alluviale vlakte van de Schelde en de dalen van de Grote Spierebeek en de Zwarte Spierebeek ten westen en zuiden daarvan hebben wetenschap-pelijke potentie. Ook het wetenschappelijk potentieel van de alluviale vlakte van de Schelde in het kader van het maken van vegetatiereconstructies is aangetoond. De wetenschappelijke potentie is niet beperkt tot het middenneolithicum, maar is ook van toepassing op oudere en jongere tijdvak-ken. Dit geldt hoogst waarschijnlijk niet alleen voor de alluviale vlakte van de Schelde, maar ook voor de dalen van de Grote en Zwarte Spierebeken.

Vorm

De vormelijke waarde van de site is middelhoog. De omgeving van de site is zeer wisselend wat stabiliteit betreft. De dorpskern is grotendeels in een vrij stabiele omgeving, waar geen diepe bodemingrepen zijn gepland. Bovendien is de bodem hier relatief gaaf. Ondanks alle grondwerk-zaamheden is de bodem in ruim 70 % van de dorpskern nog relatief intact. In het centrale deel van de noordelijke zone van het studiegebied (akkers) is de erosie laag gezien de relatief vlakke ligging. De precieze mate van erosie in deze delen van het studiegebied is onbekend, maar ligt hooguit in de orde van enkele decimeters, vermoedelijk minder. De bodemopbouw is hier dan ook relatief intact. Ook de geleidelijke afname in vondstdichtheid in de noordelijke periferie van de site wijst op enige mate van verploeging van de site, maar niet op grootschalige aantasting. Alleen op de akkers gelegen op de hellingen vindt erosie plaats. De precieze mate van erosie in deze delen van het studiegebied is onbekend, maar door het ontbreken van permanente begroeiing met bomen, gras en/of struiken treedt continu bewerkingserosie op in cultuur gebrachte percelen en is de totale erosie vooral hier aanzienlijk. Daarnaast duiden de boorvondsten in het colluvium en de geulen die de rug in het oosten en westen aansnijden, op erosie van de site. Naast deze vormen

van verstoring is er ook nog verstoring van de site in het verleden, vooral in de Romeinse tijd, mid-deleeuwen en nieuwe tijd. Het gebruik van de rug in Spiere in het verleden heeft het Michelsberg-aardwerk aangetast, maar tegelijkertijd echter nieuwe vindplaatsen toegevoegd.

De conservering van de site is door graafactiviteiten nauwelijks aangetast. Vermoedelijk hebben alleen de graafactiviteiten in het kader van de kanalisatie van de beken en de Schelde geleid tot een lokale daling van de grondwaterspiegel en achteruitgang van de conserveringsomstandighe-den. Het gaat hoofdzakelijk in de lage delen van het dal van de Zwarte Spierebeek en de Schelde. Het is evenwel onduidelijk of zich juist in deze gebieden ook bewoningssporen bevinden. De invloed van de grondwerkzaamheden op de conservering in deze gebiedsdelen is onbekend. De hoeveelheid aan palynologische gegevens uit het noodonderzoek in 1991 doet vermoeden dat de gevolgen daarvan beperkt zijn. De vindplaats wordt momenteel niet concreet bedreigd door econo-mische (bouw)ontwikkelingen, maar wel door aantasting door grondwerkzaamheden en sluipende erosie. Dit laatste speelt vooral op de flank van de rug, naar de alluviale vlakte van de Schelde. Beleving

De belevingswaarde van de vindplaats is laag, maar de beleving van de locatie op zichzelf scoort hoog. Resten van de vindplaats/het aardwerk zijn niet zichtbaar en de site roept geen herinnerin-gen uit het verleden op, maar het uitzicht vanaf de rug in Spiere op het omrinherinnerin-gende landschap is zeer fraai, vooral in de noordelijke zone. Hoge plateaus waarop mogelijk vergelijkbare vindplaat-sen aanwezig zijn, zoals Kooigembos en Mont-Saint-Aubert (Wallonië), zijn vanaf deze plek goed zichtbaar.

Conclusie

De waardering leidt tot de conclusie dat de vindplaats in Spiere in aanmerking komt voor bescher-ming (tabel 7.1). Gezien de aanzienlijke omvang en landschappelijke ligging is het evident dat de rug in Spiere een prominente plek in het dorp, en de gemeente Spiere-Helkijn inneemt. Dit is niet alleen tegenwoordig het geval, maar ook eerder in de nieuwe tijd, de middeleeuwen, de Romeinse tijd en de prehistorie. Naast een gebruik als aardwerk zijn in het studiegebied ook vondsten gedaan die wijzen op menselijke bewoning en/of gebruik in het mesolithicum, de ijzer-tijd, Romeinse ijzer-tijd, de (vroege, volle en late) middeleeuwen en de nieuwe tijd. Echter, dit gebruik heeft niet altijd veel resten achtergelaten. Het gebruik van de rug in Spiere in het verleden heeft

beschermingswaarde criterium waardering

inhoud zeldzaamheid hoog

representativiteit hoog

wetenschappelijk potentieel hoog

context middelhoog

vorm (vermoedelijke) bewaringstoestand middelhoog

beleving waarneembaarheid laag, maar de locatie scoort hoog

herinnering n.v.t.

het Michelsberg-aardwerk aangetast, maar tegelijkertijd nieuwe vindplaatsen toegevoegd. Het bodemprofiel is overwegend relatief intact, waardoor grondsporen op de meeste plekken (ook in de dorpskern) niet sterk zijn aangetast. Alleen de oostelijke flank van de rug is aanzienlijk geërodeerd waardoor de site vooral hier is aangetast. De vindplaats scoort niet op het criterium herinnering, maar in het studiegebied bevinden zich vindplaatsen die hier wel op scoren, zoals de Spierelinie. Bovendien zijn hier nog sporen van waarneembaar in het landschap.