• No results found

Hoofdstuk 5 – Balanceren tussen prestige, eerherstel en overleven

6. Conclusie

Deze scriptie begon met de observatie dat binnen de huidige literatuur operaties in stedelijk gebied bezien vanuit krijgsmachten weinig interactie hebben met andere onderzoeksvelden met betrekking tot stedelijke gebieden, zoals de micro en macro onderzoekers. Daardoor ontbreekt er bij veel Westerse krijgsmachten een multidimensionale benadering van operaties in stedelijk gebied, waardoor de complexiteit van dit soort operaties vaak niet gevangen wordt in de voorbereiding en training. Auteurs als Hills, Sampaio en Evans constateerden dat binnen veel Westerse krijgsmachten er bij operaties in stedelijk gebied vooral aandacht is voor

gevechtshandelingen en technologische ontwikkelingen om het stedelijk terrein, de vaak dichte bebouwing, te overwinnen. De invloed van het Amerikaanse MOUT principe uit de Koude Oorlog is volgens deze auteurs nog steeds dominant aanwezig binnen veel Westerse krijgsmachten. Dit terwijl de meeste post-Koude Oorlog operaties zich vaak te midden van mensen afspeelden en een irregulier karakter hadden. Het is dus opmerkelijk dat er bijna niet wordt ingezet op een meer multidimensionale benadering van operaties in stedelijk gebied, met aandacht voor meer maatschappelijke elementen. Om te onderzoeken of de Koninklijke Landmacht afweek van deze tendens, stond de volgende hoofdvraag in dit onderzoek centraal: ‘In hoeverre wijkt in de periode 1990-2014 het denken over en voorbereiden op optreden in verstedelijkt gebied binnen de Koninklijke Landmacht af van het geschetste beeld in de literatuur?’

Door de verschillende hoofdstukken heen heeft deze scriptie laten zien hoe optreden in verstedelijkt gebied van een zeer marginale vorm van optreden tijdens de Koude Oorlog de afgelopen paar decennia in relevantie is toegenomen, ook voor de Landmacht. In de

grootschalige transitie die de Nederlandse krijgsmacht doormaakte gedurende de jaren

negentig werd het optreden in verstedelijkt gebied erkend als een relevante vorm van optreden die meer aandacht verdiende binnen het opleiden en trainen van hoofdzakelijk het

Landmachtpersoneel. Dit resulteerde niet alleen in het uitbreiden van de opleiding, maar eveneens in het realiseren van (destijds) moderne trainingsfaciliteiten in de vorm kleinere oefenlocaties op de verschillende legerplaatsen en de oplevering van locaties als Oostdorp en Marnehuizen.

Daarnaast namen Nederlandse eenheden meerdere keren deel aan missies die zich hoofdzakelijk in en rondom verstedelijkt gebied afspeelden, zoals IFOR, SFOR, KFOR in voormalig Joegoslavië en SFIR in Irak. Hierin deed de Landmacht ervaringen op met

De ervaringen vormden ook een belangrijke basis voor het verder onderzoeken en

ontwikkelen van “combined arms” optreden, eveneens als het evalueren en aanpassen van acties binnen stedelijk gebied zoals de effectiviteit van checkpoints, en mildere vromen van “cordon and search” operaties zoals het “knock, talk, search” concept. Deze ervaringen waren waardevolle lessen voor de vredes- en stabilisatieoperaties waaraan de Landmacht de

afgelopen decennia deelnam en haar belangrijke elementen deed ontdekken rondom optreden te midden van mensen, in het bijzonder hoe deze elementen ingezet konden worden ter behoefte van een “people-centric” benadering.

Dit laatstgenoemde aspect hangt sterk samen met de veranderende aard van het

landoptreden en verbreding van de taken die de krijgsmacht vervult in de periode na de Koude Oorlog; niet langer ligt de focus enkel op het uitschakelen van een (conventionele)

tegenstander. Er werd erkend dan binnen veel conflicten en stabilisatie operaties enkel

militaire middelen niet volstaan om een gewenste eind status kunnen bereiken en dat militaire middelen nauw samen dienen te hangen met civiele elementen als goed bestuur, een

functionerend politieapparaat en wederopbouw van sociale en economische activiteiten. Deze elementen zijn nodig om vat te krijgen op de bevolking om te voorkomen dat de irregulier optredende tegenstander de bevolking in haar voordeel kan gebruiken. Deze elementen

vonden voorzichtig een plek in de doctrine voor het landoptreden gepubliceerd in 2009 en een meer gevestigde plek in de doctrine publicatie 3.2 gepubliceerd in 2014.

Deze scriptie liet zien hoe de operationele ervaringen het denken over optreden in stedelijk gebied door de Landmacht gevormd hebben en er op verschillende accenten verschillen zijn met bijvoorbeeld de Amerikaanse krijgsmacht. Tegelijkertijd moet er geconcludeerd worden dat het institutionaliseren van de verschillende lessen met betrekking tot wat eerder beschreven is als een meer geïntegreerde benadering van operaties in

verstedelijkt gebied, binnen het OVG opleidings- en training-traject marginaal bleven. De focus bleef sterk liggen op gevechtshandelingen, op operaties in het hoogste niveau van het geweldspectrum. De ratio daarachter bleef dat het eenvoudiger was om vanaf dat niveau af te schalen naar lagere niveaus, dan andersom. Verschillende elementen die zich richten op de sociaaleconomische aspecten van optreden in verstedelijkt gebied worden nog vooral gezien als ondersteunend bij vredes- en stabilisatie operaties, maar kregen geen standaard plek binnen het opleidings- en trainingsschema. Hoewel het onder de zware bezuinigingen van de afgelopen decennia begrijpelijk is dat de krijgsmacht soms keuzes moest maken die andere opties uit sloten, moeten er tegelijkertijd kritische noten geplaatst worden bij de keuze voor een focus voor OVG op het hoogste niveau van het geweldsspectrum.

Allereerst hoeven het uitgebreider opleiden en trainen van verschillende taken in verstedelijkt gebied het opleiden en trainen van operaties in het hoogste geweldsspectrum niet uit te sluiten; voorbeelden als het “three-block-war” concept benadrukken dat men voorbereid moet zijn op taken over de breedte van het geweldsspectrum, inclusief het hoogste niveau. Het een hoeft het ander dus niet te marginaliseren.

Ten tweede leerden de operationele ervaringen dat de gedachte dat afschalen tijdens een uitzending weliswaar mogelijk was, maar dat dit vaak initiatief vereiste van de

commandant ter plekke en het vaak enige tijd kostte om al improviserend dat niveau te bereiken. Ook kon het gebeuren dat er weliswaar aanvankelijk gekozen werd voor een houding die voorbereid was op het uitvoeren van verschillende niveaus, maar dat na gewelddadige incidenten tijdens beoefening van de lagere niveaus, zoals tijdens de latere rotaties van SIFR, de nadruk weer op de hogere niveaus van het geweldsspectrum kwam te liggen.

Het niet verder institutionaliseren van verschillende elementen gericht op het

sociaaleconomische aspect van optreden in verstedelijkt gebied, zoals de keuze politie-achtige taken gericht op het opereren te midden van mensen niet standaard te integreren in het OVG opleiden en trainen, maar het uitgangspunt nemen om dit meer per specifieke uitzending in te vullen, is een begrijpelijke keuze, maar ook een gemiste kans. In hoofdstuk 5 zagen we dat de trainingsfaciliteiten vaak overvol geboekt waren, de landmacht over steeds minder budget kon beschikken en tegelijkertijd deelnam aan zeer kostbare en intensieve uitzendingen. Deze combinatie van factoren resulteerden in lichtingen van eenheden die in het kader van optreden van stedelijk gebied hoofdzakelijk getraind waren voor het hoogste geweldspectrum; een niveau van optreden waarvan het zeer de vraag is hoe vaak ze er daadwerkelijk binnen zou opereren. Belangrijke redenen hiervoor zagen we ook voorbijkomen in deze scriptie:

allereerst het trauma van Srebrenica, wat grote impact had op de focus van de landmacht. De focus kwam op voorbereiding voor het hoogste geweldsspectrum te liggen.

Ten tweede de erfenis van de Koude Oorlog; de overtuiging binnen de krijgsmacht dat het opereren in de hogere niveaus ook de primaire taak en doel van de krijgsmacht is. Hoewel er vraagtekens gezet kunnen worden bij gekozen aanpak, vormen de redenen hierboven een belangrijke verklaring voor het feit dat ook binnen de Koninklijke Landmacht, evenals in veel andere Westerse krijgsmachten, de focus rondom het benaderen van operaties in stedelijk gebied voornamelijk rondom gevechtshandelingen en bijhorende tactische en of

technologische ontwikkelingen lag.

belangrijke stappen zette om op het gebied van operaties in stedelijk gebied aan te sluiten bij de veranderende aard van het landoptreden. De zeer uitgebreide deelstudies uit 2001 had een duidelijk beeld van veel trends met betrekking tot de veranderende aard van het landoptreden en operaties in stedelijk gebied en deed belangrijke suggesties voor verbetering. Met de oplevering van Marenehuizen in 2003 beschikte defensie zelfs over de modernste en grootste oefenlocatie voor OVG in Europa. De serie aan onderzoeken uitgevoerd door TNO droegen eveneens bij aan het verder versterken van de kennis en inzichten binnen het OVG-veld. Tegelijkertijd bleef ook binnen het opleiden en trainen binnen de Landmacht de focus voornamelijk liggen op gevechtshandelingen voor het hoogste niveau van het

geweldsspectrum. De redenen daarvoor zijn hierboven nog eens gepasseerd. Concluderend moet er dus gesteld worden dat ondanks kleine en waardevolle innovaties op vooral het tactische niveau, de Koninklijke Landmacht op het gebied van operaties in stedelijk gebied voornamelijk een volger was van internationale trends. Het argument van Bjerga en Haaland, dat de bijdrages van kleine staten multilaterale operaties hoofdzakelijk om politieke of symbolische redenen hebben en operationele ervaringen vaak onvoldoende geëvalueerd of verwerkt wordt om een significante verandering in het optreden te bewerkstelligen, is ook van toepassing op de Landmacht. Om tot grote innovaties te komen is verder onderzoek binnen dit domein nodig. Dat is een van de belangrijkste stappen om het doel te behalen wat de

7. Bibliografie

Primaire bronnen

van Bemmel, I.E., D.J.C. van Amelsfoort, W.A.A. Klopping-Ketelaars en M.M. de Beer, Zuinig Zijn

Op Jezelf! Kennis En Competenties van Militairen Voor de Bescherming Tegen Niet Militaire Bedreigingen (NMB) Tijdens Operaties in Verstedelijkt Gebied (OVG) (Soesterberg: TNO,

2005).

Deelstudie Operaties in Verstedelijkt Gebied (Amersfoort: OTCmanoeuvre, 15 maart 2001).

Doctrinecommissie Koninklijke Landmacht,

Landmacht Doctrine Publicatie I: Militaire Doctrine (Amersfoort, 1996).

Landmacht Doctrine Publicatie Deel II, Deel B ‘Gevechtsoperaties tegen een regulier tegenstander (Amersfoort 1998)

Landmacht Doctrine Publicatie Deel III: Vredesoperaties (Amersfoort 1999).

Landmacht Doctrine Publicatie, Militaire Doctrine Voor Het Landoptreden (Amersfoort:

Koninklijke Landmacht Opleidings- en Trainingscentrum Operatiën, 2009).

Doctrinepublicatie 3.2 Landoperaties (Amersfoort: Land Warfare Centre, 2014)

Eindevaluatie van de Nederlandse Deelname Aan de Stabilisation Force in Iraq 2003-2005 (Den

Haag: Ministerie van Buitenlandse Zaken & Ministerie van Defensie, 4 juli 2013). Fiamningo, C., and H. Otter, Tactisch Optreden Kleine Eenheden (TNO, 2007).

de Jong, K.Y., H. Otter, and E.A. Wiersma, Bescherming van de Comined Arms Eenheid Bij Het

Optreden in Verstedelijkt Gebied (Den Haag: TNO, 2005).

Office of Technology Assessment, New Technology for NATO: Implementing Follow-On Forces

Attack (Congress of the United States, juni 1987).

Werkgroep OVG, Herziene Opleiding En Training Voor Optreden in Verstedelijkt Gebied - Versie

Secundaire literatuur

Asma, H.M., ‘Optreden in Bebouwd Gebied: Een Onderzoek Naar de Geschiktheid van Het Pantserinfanteriepeleton Om Op Te Treden in Bebouwd Gebied Tijdens Operaties Met Instemming’ (KMA, 1995).

BAR Special Report: Urban Operations Vol. 2 (British Army Review, 2019).

Bjerga, Kjell Inge, and Torunn Laugen Haaland, ‘Development of Military Doctrine: The Particular Case of Small States’, Journal of Strategic Studies, 33.4 (2010) 505–33.

Bluth, C., ‘Reconciling the Irreconcilable: Alliance Politics and the Paradox of Extended Deterrence in the 1960s’, Cold War History, 1.2 (2001) 73–102.

Brocades Zaalberg, Thijs, and Arthur ten Cate, ‘A Gentle Occupation: Unravelling the Dutch Approach in Iraq, 2003–2005’, Small Wars & Insurgencies, 23.1 (2012) 117–43.

Buzan, Barry, Research Professor of International Studies Centre for the Study of Democracy Barry Buzan, and Lene Hansen, The Evolution of International Security Studies (Cambridge University Press, 2009).

Cordesman, Anthony H., and William D. Sullivan, Lessons of the 2006 Israeli-Hezbollah War, Significant Issues Series, 0736-7136, v. 29, no. 4 (Washington, D.C: CSIS Press, 2007). Cowen, Deborah, and Emily Gilbert, War, Citizenship, Territory (Routledge, 2008).

Davidson, Janine, Lifting the Fog of Peace: How Americans Learned to Fight Modern War (University of Michigan Press, 2011).

Derksen, S.P.C., ‘De Nederlandse missie in Uruzgan’ (Universiteit Leiden, 2013).

DiMarco, Louis A., Concrete Hell: Urban Warfare From Stalingrad to Iraq (Bloomsbury Publishing, 2012).

Dimitriu, George, and Beatrice de Graaf, ‘The Dutch COIN Approach: Three Years in Uruzgan, 2006–2009’, Small Wars & Insurgencies, 21:3 (2010) 429–58.

Donker, Sander, ‘Rattenkrieg, Het Verkrijgen van Inzicht in de (Unieke) Kenmerken van Operaties in Verstedelijkt Gebied, Die de Menselijke Factor Beïnvloeden En Zo Dus Het Functioneren van Een Groep of Eenheid’ (2003).

Dorn, Walter, and Michael Varey, ‘Fatally Flawed: The Rise and Demise of the “Three-Block War” Concept in Canada’, International Journal, 63.4 (2008) 967–78.

Dzirkals, L., K. Kellen, and H. Menderhausen, Military Operations in Built-Up Areas. Essays on Some

Past, Present, and Future Aspects (Santa Monica: RAND Corporation, 1976).

Eijsvoogel, J, ‘Nederland in de wereld na 9/11’, Militaire Spectator, Jaargang 180.9 (2011) 374–86.

Evans, Michael, City Without Joy: Urban Military Operations Into the 21st Century (Australian Defence College, 2007).

———, ‘Future War in Cities: Urbanization’s Challenge to Strategic Studies in the 21st Century’,

International Review of the Red Cross, 1.98 (2016) 37–51.

Farrell, Theo, Frans Osinga, and James A. Russell, ‘Soft Power, the Hard Way: Adaptation by the Netherlands’ Task Force Uruzgan’, in Military Adaptation in Afghanistan (Stanford University Press, 2013).

Gentile, Gian, David E. Johnson, Lisa Saum-Manning, and Shara Williams, Reimagining the

Character of Urban Operations for the U.S. Army: How the Past Can Inform the Present and Future (RAND Corporation, 2017).

Grissom, Adam, ‘The Future of Military Innovation Studies’, Journal of Strategic Studies, 29.5 (2006) 905–34.

van Haaften, Y.D.B., ‘Oorlogvoering in vredestijd’, Militaire Spectator, 1.Jaargang 189 (2020) 14–27.

Hammes, Thomas X., The Sling and the Stone: On War in the 21st Century (Voyageur Press, 2006). Hills, Alice, Future War in Cities: Rethinking a Liberal Dilemma (Psychology Press, 2004).

Hoffenaar, J., and B. Schoenmaker, Met de blik naar het Oosten: de Koninklijke Landmacht 1945-

1990 (SDU Uitgeverij Koninginnegracht, 1994).

Homan, Kees, ‘De Nederlandse krijgsmacht in transformatie’, in: Hellema, Duco, Segers, Mathieu en Rood, Jan (red.), Bezinning op het buitenland: Het Nederlands buitenlands beleid in een

onzekere wereld (Den Haag, 2011).

Hughes, Chris, and William Leben, ‘Enhancing the Army’s Urban Warfare Capability’, Australian

Kahn, Umer, ‘“New Generation of Urban Battlespace”: The Development of Russian Military Thinking and Capabilities in Urban Warfare since the Cold War, 1991-2019’ (University of Buckingham, 2019).

Kilcullen, David, Out of the Mountains: The Coming Age of the Urban Guerrilla (Oxford University Press, 2013).

Kitzen, Martijn, ‘The Course of Co-Option: Co-Option of Local Power-Holders as a Tool for

Obtaining Control over the Population in Counterinsurgency Campaigns in Weblike Societies. With Case Studies on Dutch Experiences during the Aceh War (1873-c. 1912) and the

Uruzgan Campaign (2006- 2010)’ (Universiteit van Amsterdam, 2016).

Kitzen, Martijn, and Floor Thönissen, ‘Strategische Vaagheid. Hoe Het Gebrek Aan Strategische Visie Het Lerend Vermogen van de Koninklijke Landmacht Beperkt’, Militaire Spectator, 4.187 (2018) 207–23.

Klep, Christ, and Richard van Gils, Van Korea Tot Kabul, De Nederlandse Militaire Deelnames Aan

Vredesoperaties Sinds 1945 (Den Haag, 2005).

Korteweg, Arie, ‘The Superpower, the Bridge-Builder and the Hesitant Ally: How Defense Transformation Divided NATO (1991-2008) (Leiden, 2011).

van der Kouwe, J.F., ‘Zienswijze van de Sovjets Op Gevechten in Steden’, Militaire Spectator, 143 (1974).

Lauchbaum, Lt-Col R. Kent, Synchronizing Airpower And Firepower In The Deep Battle (Pickle Partners Publishing, 2015).

Neuteboom, Peter, Beyond Borders: The Role of the Netherlands Army in Public Security during

Crisis Management Operations (Oisterwijk: Wolf Legal Publishers, 2014).

Neuteboom, Peter, and Joseph Soeters, ‘The Military Role in Filling the Security Gap After Armed Conflict: Three Cases’, Armed Forces & Society, Vol. 43.4 (2017) 711–33.

Niksch, Christian Aditya, ‘The Strategic Challenges of Urban Warfare’ (University of Denver, 2017).

Palmer, Diego A. Ruiz, ‘The NATO-Warsaw Pact Competition in the 1970s and 1980s: A Revolution in Military Affairs in the Making or the End of a Strategic Age?’, Cold War History, 14.4 (2014).

Ruiter, Roy de, ‘Breuklijn 1989: continuïteit en verandering in het Nederlandse defensiebeleid 1989- 1993’ (Amsterdam, 2018).

Rynning, Sten, ‘Realism and the Common Security and Defence Policy’, JCMS: Journal of Common

Market Studies, 49.1 (2011) 23–42.

Sampaio, Antônio, ‘Before and after Urban Warfare: Conflict Prevention and Transitions in Cities’,

International Review of the Red Cross, 98.901 (2016) 71–95.

Schoenmaker, Ben, ‘Vredesoperaties en de terugkeer van de oorlog’, Militaire Spectator, Jaargang 181.12 (2012) 537–50.

Soeters, Joseph, ‘Organizational Cultures in the Military’, in Handbook of the Sociology of the

Military, ed. by Giuseppe Caforio and Marina Nuciari (Springer, 2018) 251–72.

Soldaat, e.a., P.B., ‘Observaties Rond Operaties in Afghanistan (II)’, Militaire Spectator, 6.178 (2009) 340–49.

Srebrenica: Een ‘Veilig’ Gebied: Reconstructie, Achtergronden, Gevolgen En Analyses van de Val van Een Safe Area (Amsterdam: Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie, 2002).

Teunissen, P.J., and H. Emmens, ‘De Krijgsmacht in Internationaal Verband’, in E. Muller (red.),

Krijgsmacht, Studies over de Organisatie En Het Optreden (2004).

Tuck, Christopher, Understanding Land Warfare (Routledge, 2014).

Wijk, Rob de, and Frans Osinga, ‘Innovating on a Shrinking Playing Field: Military Change in The Netherlands Armed Forces’, in A Transformation Gap?: American Innovations and European

Military Change, ed. by Theo Farrell and Terry Tarrif (Stanford University Press, 2013).

Internet bronnen

Annis, Franklin, ‘Krulak Revisited: The Three-Block War, Strategic Corporals, and the Future Battlefield’, Modern War Institute, 2020 <https://mwi.usma.edu/krulak-revisited-three-block- war-strategic-corporals-future-battlefield/> [bezocht 9 mei 2020].

Defensie, Ministerie van, ‘Nederlands aandeel in International Security Assistance Force (ISAF) - Historische missies - Defensie.nl’ (Ministerie van Defensie, 2016)

overzicht/2002/international-security-assistance-force-isaf/nederlands-aandeel> [Bezocht 6 november 2020].

———, ‘Operatie Enduring Freedom in Afghanistan - Historische missies - Defensie.nl’ (Ministerie van Defensie, 2016) <https://www.defensie.nl/onderwerpen/historische-missies/missie- overzicht/2001/enduring-freedom> [Bezocht 4 november 2020].

Oerlemans, Henk, ‘Optreden in Vertedelijkt Gebied’, 11 November 2020. ———, ‘OVG’, 8 December 2020.

Oosbree, Gerard van, ‘Optreden in verstedelijkt gebied, trainen voor waar het nu in de praktijk om gaat’, Dutch Defence Press, 2007 <https://www.dutchdefencepress.com/optreden-in-

verstedelijkt-gebied-trainen-voor-waar-het-nu-in-de-praktijk-om-gaat/> [bezocht 28 oktober 2020].

Spencer, John, ‘Four Transformational Steps the US Army Should Take to Get Serious about Urban Operations’, Modern War Institute, 2020 </four-transformational-steps-the-us-army-should- take-to-get-serious-about-urban-operations/> [bezocht 11 november 2020].

———, ‘The City Is Not Neutral: Why Urban Warfare Is So Hard’, Modern War Institute, 2020 </city-not-neutral-urban-warfare-hard/> [bezocht 29 oktober 2020].

‘United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL)’ (Nederlands Instituut voor Militaire Historie). ‘Veiligheid Is Vooruitzien: De Toekomstvisie van de Koninklijke Landmacht’ (Koninklijke

Landmacht, 2018).

Westerhoven, Leo van, ‘Optreden binnen de bebouwde kom’, Dutch Defence Press, 2003 <https://www.dutchdefencepress.com/optreden-binnen-de-bebouwde-kom/> [bezocht 4 november 2020].