• No results found

Hoofdstuk VI - Conclusie & aanbevelingen

In dit hoofdstuk zullen de conclusie en aanbevelingen worden behandeld. Ook zal de centrale vraag in dit hoofdstuk worden beantwoord.

VI.1 Conclusie

In deze paragraaf zal de centrale vraag: “Welke informatie dient Het Juridisch Spreekuur op te nemen

in haar interne en externe informatievoorziening, met betrekking tot de arbeidsrechtelijke positie van werknemers in geval van insolventie van de werkgever?" beantwoord worden.

Resultaten theorie- en praktijkonderzoek

Voordat er wordt aangegeven welke specifieke informatie HJS dient op te nemen in haar interne en externe informatievoorziening, worden de insolventieprocedures en de rechten en plichten van de werknemer in geval van insolventie van de werkgever kort besproken. Daarna wordt in het kort toegelicht wat er uit de afgenomen interviews en het dossieronderzoek is gebleken.

In dit onderzoek zijn er twee van de drie insolventieregelingen behandeld, namelijk de surseance van betaling en het faillissement. Surseance van betaling houdt ‘uitstel van betaling’ in. Het doel van een surseance van betaling is om de schuldenaar (werkgever), die verkeert in financiële moeilijkheden, de tijd te gunnen om zijn zaken op orde te krijgen. Een faillissement is een algemeen beslag op het gehele vermogen van de schuldenaar ten behoeve van alle schuldeisers, met als doel het te gelde maken en het verdelen van het vermogen van de schuldenaar onder zijn schuldeisers. Boedelschulden betreffen schulden die ten tijde van de faillietverklaring nog niet bestonden. Faillissementsschulden betreffen de schulden die al bestonden voor de faillietverklaring. Verder vallen de loon en premieschulden die samenhangen met de arbeidsovereenkomst, vanaf de dag van faillietverklaring of surseanceverlening, onder boedelschulden. Boedelschuldeisers hoeven hun vorderingen niet ter verificatie in te dienen bij de curator. Daarnaast worden werknemers die faillissementsvorderingen hebben, aangemerkt als preferente schuldeisers indien zij een vordering hebben over het lopende en voorafgaande

kalenderjaar. Werknemers die oudere vorderingen hebben, behoren tot de concurrente schuldeisers en hebben geen voorrangspositie. In tegenstelling tot boedelvorderingen, dienen preferente vorderingen als concurrente vorderingen wel ter verificatie te worden ingediend bij de curator. Echter, in de praktijk komt het vaak voor dat zelfs boedelschuldeisers en preferente schuldeisers niet worden betaald door de curator. De kans is dus groot dat de vorderingen van werknemers niet worden voldaan door de curator. De loongarantieregeling biedt hier een oplossing voor. Als de werkgever de

werknemer niet meer kan betalen, kan de werknemer in aanmerking komen voor de uitkering wegens betalingsonmacht (loongarantieregeling). Het UWV zal dan o.a. het achterstallige loon over dertien weken, namens de werkgever, betalen aan de werknemer.

In geval van faillissement zal er een curator worden toegewezen door de rechter-commissaris, die de arbeidsovereenkomsten opzegt. Hiervoor is geen ontslagtoestemming van het UWV nodig. Daarnaast kan de werknemer zelf ook de arbeidsovereenkomst opzeggen. De opzegtermijn die de curator en werknemer in acht dienen te nemen bedraagt niet langer dan zes weken. Verder zijn opzegverboden niet van toepassing in geval van faillissement. Bij een opzegging na surseanceverlening mag de werkgever, met medewerking van een toegewezen bewindvoerder, en de werknemer de

arbeidsovereenkomst opzeggen met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn, tenzij de wet anders bepaalt. Ten tijde van een faillissement of surseance is de transitievergoeding niet verschuldigd aan werknemers.

De deskundigen uit de praktijk die ik heb geïnterviewd hebben informatie gegeven die een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteitsverbetering van de organisatie, waardoor diensten kunnen worden geoptimaliseerd. Verder hebben de medewerkers van HJS aangegeven welke informatie zij willen terugzien in het kennisdossier en op de website van het domein ‘Arbeid en Inkomen’ van HJS. Ook hebben zij kenbaar gemaakt op welke wijze deze informatie dient te worden opgenomen in de informatievoorziening. Uit het dossieronderzoek is gebleken dat er nog geen specifieke vragen binnen zijn gekomen omtrent het onderzoeksonderwerp, maar wel vragen die aanduiden dat de economische crisis in Nederland heerst.

Welke informatie dient Het Juridisch Spreekuur op te nemen?

Uit het theorieonderzoek is duidelijk naar voren gekomen welke relevante juridische bronnen dienen te worden opgenomen in het interne kennisdossier. Ook heeft het theorieonderzoek duidelijk gemaakt welke informatie dient te worden geplaatst op de website van HJS omtrent de rechten en plichten van werknemers in geval van insolventie van de werkgever.

De interviews met de drie deskundigen uit de praktijk hebben vooral helder gemaakt tegen welke knelpunten werknemers aanlopen in geval van insolventie, en waar HJS in de praktijk op bedacht dient te zijn om haar cliënten zo goed mogelijk te kunnen voorzien van advies. Ook hebben deze interviews een goede aanvulling gegeven op de beschreven theorie. Het UWV heeft bijvoorbeeld specifieke informatie gegeven over de plichten die de werknemer heeft in geval van insolventie van de werkgever. Verder kan er aan de hand van het interview met het CNV worden bepaald welke wijze van informatieverstrekking het beste werkt voor cliënten.

De interviews met de medewerkers van HJS hebben helder gemaakt waar hun wensen, behoeften en kennis liggen, zodat er aan de hand van deze gegevens informatie kon worden opgenomen in het interne kennisdossier. Daarnaast is aan de hand van de wensen van de HJS-medewerkers bepaald welke informatie dient te worden opgenomen op de website van HJS. Het dossieronderzoek bepaalt wat voor toegevoegde waarde dit onderzoek heeft voor de organisatie.

Op basis van zowel het theorieonderzoek als het praktijkonderzoek is vastgesteld welke specifieke informatie HJS dient op te nemen in haar informatievoorziening omtrent het onderzoeksonderwerp. Het betreft informatie die van belang is voor de werknemer in geval van insolventie van de werkgever. De volgende onderwerpen dienen opgenomen te worden in zowel de interne als externe

informatievoorziening van het domein ‘Arbeid en Inkomen’ van HJS: de loon- en nevenvorderingen, de loongarantieregeling, belangrijke termijnen, de opzegging en de transitievergoeding.

Ik heb diverse teksten opgesteld met relevante informatie, zodat HJS deze informatie op kan nemen in zowel het interne kennisdossier als op de website van het domein ‘Arbeid en Inkomen’ van HJS. Hiervoor verwijs ik naar bijlage II en III waarin de aanbevolen teksten te vinden zijn. Bij het opstellen van de teksten is onder andere rekening gehouden met de wensen, behoeften en kennis van de

VI.2 Aanbevelingen

Intern kennisdossier en website

Ik heb diverse teksten opgesteld met relevante informatie, zodat HJS deze informatie op kan nemen in zowel het interne kennisdossier als op de website van het domein ‘Arbeid en Inkomen’ van HJS. Hierbij wil ik HJS aanbevelen om deze teksten over te nemen. De aanbevolen teksten zijn te vinden in bijlage II en III. Daarbij heb ik de te verwachten vragen van cliënten aangedragen en daar antwoorden op gegeven.

Regels van het UWV

Op basis van dit onderzoek kan er aan Het Juridisch Spreekuur worden aanbevolen om cliënten goed te attenderen op belangrijke termijnen die het UWV stelt om in aanmerking te komen voor de loongarantieregeling. Namelijk binnen een week, nadat een loonbetaling is uitgebleven, aangifte te doen bij het UWV. Ook is de termijn van 26 weken waarbinnen de aanvraag voor de

loongarantieregeling moet zijn ingediend erg belangrijk. Voor de cliënt is het ook belangrijk om te weten dat zij naast een faillissementsuitkering, ook een WW-uitkering moeten aanvragen als zij hier aanspraak op willen maken.

Informatieverstrekking aan cliënten

Het CNV verstrekt, middels brieven en folders, informatie aan haar leden vanaf het moment dat aan de werkgever een surseance van betaling is verleend. Ik wil HJS aanbevelen om aan haar cliënten

soortgelijke informatie te verstrekken, als hier behoefte aan is. Dit hoeft niet per sé door middel van brieven en folders, maar kan ook door middel van een normale uitdraai met relevante informatie. De tekst die ik heb geschreven voor op de website van HJS zou uitgedraaid kunnen worden en op de BOOT-locaties worden achtergelaten, voor de cliënten die hier behoefte aan hebben.

Daarnaast wil ik HJS aanbevelen om via Twitter kenbaar te maken dat cliënten terecht kunnen bij HJS voor advies, als zij in dienst zijn/waren van een insolvente werkgever. CNV Vakmensen en andere vakbonden maken namelijk ook gebruik van Twitter om hun leden te voorzien van informatie.66 Aangezien sociale media in dit tijdperk niet meer weggedacht kan worden, is Twitter een effectieve manier om de doelgroep te bereiken. Via Twitter zou er ook kunnen worden verwezen naar de HJS- website, aangezien daar de benodigde informatie op staat vermeld omtrent de arbeidsrechtelijke positie van werknemers in geval van insolventie van de werkgever.

Juridisch advies en ondersteuning

Verder adviseer ik HJS om voor cliënten die zijn ontslagen te onderzoeken of de opzegging rechtsgeldig plaats heeft gevonden. Ook als de cliënt, naast boedelvorderingen,

faillissementsvorderingen heeft op de werkgever, kan HJS de cliënt helpen bij het indienen van deze vorderingen bij de curator. Wel wil ik HJS adviseren om deze cliënten erop te wijzen dat de kans vrij klein is dat de curator deze vorderingen zal voldoen. Daarnaast adviseer ik HJS om cliënten te ondersteunen bij het invullen van diverse formulieren die moeten worden ingediend bij het UWV.

Vervolgonderzoek

Tot slot is mijn aanbeveling aan de volgende afstudeerder om onderzoek te verrichten naar de situatie na een faillissement, namelijk de doorstartsituatie en de rechtspositie die de werknemer heeft bij een doorstart. Daarnaast zal het relevant zijn om voor de werknemer te onderzoeken hoe hij aan inkomen komt, als hij niet in dienst zal treden bij de doorstartende partij.