• No results found

1.1 Discours CDA: Politieke partijprogramma’s 2012 & 2017 en Tweede Kamer verslagen 2016.

De gemeenschap:

2012:

- ‘Het gaat om iedereen’ (Iedereen, 2012, p. 7).

-

‘In tijden van crisis val je terug op je diepste wortels. De christelijke traditie reikt ons universele begrippen aan als naastenliefde en persoonlijke verantwoordelijkheid. We komen pas tot ons recht in relatie tot anderen. Een rode draad in onze benadering is daarom het versterken van de gemeenschappen. Wij willen de kracht benutten van mensen, bedrijven, scholen en andere organisaties. Wij zijn ten diepste een ‘wij-land’ (Iedereen, 2012, p. 7).

-

‘Wij kiezen voor een land waarin we samenleven en samenwerken, een land waarin respect en fatsoen de toon zetten. Wij maken ruimte voor de samenleving, dat mozaïek van maatschappelijke initiatieven, particuliere organisaties, gemeenschapszin en burgerschap. Wij zijn een familie- en gezinspartij. Het gezin is voor ons de plaats waar mensen “thuis” zijn, de plaats waar mensen opgroeien, gevormd worden, groeien tot wie ze later zijn, de plaats waar mensen tot hun recht kunnen komen. Wij respecteren de eigen identiteit van mensen binnen het geheel dat ons land vormt.Wij willen dat iedereen meedoet, oude en nieuwe Nederlanders’ (Iedereen, 2012, p. 17).

-

‘Het CDA gelooft in de kracht van Nederland, zoals gevormd door het brede spectrum van maatschappelijke organisaties, verenigingen en andere vormen van particulier initiatief’ (Iedereen, 2012, p. 18).

-

‘Nationale feestdagen als Koninginnedag en de viering van 4 en 5 mei zijn, als symbolen van nationale saamhorigheid, van bijzondere betekenis. Andere nationale symbolen, zoals vlag en volkslied, verdienen aandacht en respect; met name op school’ (Iedereen, 2012, p. 18).

-

‘Wij omarmen het idee van de krachtige, actieve samenleving die zich noch door de overheid laat betuttelen, noch door de markt laat wegdrukken’ (Iedereen, 2012, p. 71).

-

‘Om vitale coalities tussen burgers, bedrijven en organisaties van de grond te tillen, komen er experimenten, waarbij burgers en bedrijven als ‘aandeelhouder’ in maatschappelijke vraagstukken met ideeën en geld kunnen investeren in ‘de

samenleving’ (Iedereen, 2012, p. 72). 2016:

27/01:

-

‘Ik denk dat het kabinet de mening van de CDA-fractie deelt dat deze mensen [Syriegangers] niet gewoon in onze samenleving rond moeten kunnen gaan lopen en dat ze een heel groot gevaar vormen’ (Toorenburg, p. 47-9-3).

13/09:

-

‘Dit is Nederland. Dit is het land waar je voor gaat, met je paspoort’ (van Haersma-Buma, p. 110-21-17).

-

‘Ik wil dat we tegen Turkije zeggen: als jullie een normale relatie met ons willen, doen jullie hetzelfde als wij met jullie en dan kun je van je nationaliteit af. Volgens mij is het zo simpel als wat’ (van Haersma-Buma, p. 110-21-17).

Appendix 1.1

De gemeenschap:

21/09:

-

‘Ons land is het verband kwijtgeraakt en dat moet weer hersteld worden. 200 jaren geleden zag Alexis de Tocqueville dit doorschietend individualisme al aankomen. Het antwoord van toen is het antwoord van nu. Het gaat om het herontdekken van de waarden die onze samenleving dragen. Die waarden zijn duizenden jaren oud en komen voort uit de joods-christelijke traditie. Niet het "ik" moet centraal staan, maar een leidend beginsel in de samenleving moet zijn dat je oog hebt voor een ander. Er moet sprake zijn van een intrinsieke gelijkwaardigheid van mensen. Dat betekent respect voor elkaar als uitgangspunt, ook als het gaat om onderlinge verschillen. Het betekent geen rechten zonder plichten en geen vrijheden zonder verantwoordelijk- heden’ (van Haersma-Buma, p. 2-6-29b).

12/10:

-

‘Wij willen in plaats daarvan een stevig debat over onze gedeelde waarden, de betekenis van burgerschap of rechtvaardigheid in onze samenleving’ (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 2).

-

‘Ons land is al eeuwenlang een plek waar mensen met verschillende religieuze en culturele achtergronden en botsende politieke overtuigingen vreedzaam met elkaar samenleven. Waar democratie en recht altijd het laatste woord hebben’ (2016, p. 3).

-

‘In de ik-samenleving van vandaag hebben we onvoldoende besef van het belang van gedeelde waarden en de onderlinge spelregels die nodig zijn om met elkaar samen te leven. We zijn te veel gaan geloven in een vrijheid zonder

verantwoordelijkheid, in een wereld van rechten zonder plichten’ (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 3).

-

‘Alleen een sterke samenleving kan onze vrijheid beschermen’ (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 14).

-

‘Ons plan voor een beter Nederland begint bij een sterke samenleving van vitale gemeenschappen in dorpen en steden, waar mensen meedoen en naar elkaar omzien. In die sterke samenleving stellen we grenzen zodat mensen zich veilig en thuis voelen, en meer baas zijn over hun eigen leven en hun eigen omgeving’ (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 4).

-

‘Die belofte van zorg voor elkaar doen we ook als samenleving. Als iedereen weer verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen

leven en dat van anderen, vormen we met elkaar die samenleving waarin niemand aan zijn lot wordt overgelaten en waar de zorg voor onze ouderen, zieken en gehandicapten verzekerd is’ (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 4).

-

‘Het betere Nederland dat wij voor ogen hebben begint bij een sterke samenleving; een samenleving waar alle mensen zich veilig en thuis voelen, omdat ze weten dat er altijd iemand is die naar hen omkijkt. Niemand staat er alleen voor. […] een sterke samenleving waarin de vrijheid voor het individu altijd is gekoppeld aan de verantwoordelijkheid voor de ander’ (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 5).

-

‘Voor een sterke samenleving zijn juiste verhoudingen tussen samenleving, markt en overheid nodig. In die samenleving staan mensen centraal – betrokken burgers die met elkaar samenleven, werken en bouwen aan een beter Nederland. Burgerschap vraagt om een gedeeld besef van waarden en normen, van rechten en plichten. Daarbinnen ontstaat de ruimte voor solidariteit en voor verschil in opvattingen, ambities en vaardigheden’ (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 5).

-

‘In de sterke samenleving richten mensen met elkaar, met hun familie of gezin, hun wijk, hun vereniging, hun

geloofsgemeenschap of ander verband, hun leven in. We zorgen en werken voor elkaar en met elkaar. De overheid en de markt zijn dienstbaar aan de samenleving’ (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 5).

-

‘Dit burgerschap ontstaat in de samenleving: allereerst in het gezin en binnen de familie, waar mensen vanzelfsprekend voor elkaar zorgen en verantwoordelijkheid nemen. Daarnaast spelen onderwijs, verenigingen en maatschappelijke organisaties, kerken, enzovoorts een belangrijke rol’ (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 6).

-

‘Een sterke samenleving kan niet zonder een goed functionerende democratie en een stabiele rechtsstaat' (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 8).

Appendix 1.1

De gemeenschap:

-

‘Nederland is altijd een pluriform land geweest en dat moet zo blijven. Dat zijn we verschuldigd aan de generaties voor ons die op verschillende momenten in de geschiedenis de strijd hebben geleverd voor de waarden van onze vrije samenleving. Die vrijheid staat voor het respect voor onderlinge verschillen, ruimte voor andersdenkenden en de waardigheid van ieder mens' (Keuzes voor een beter Nederland, 2016, p. 8).