• No results found

Commissie Dierproeven, Transgenese en Biotechnologie

In document Jaarverslag 2002 (pagina 31-35)

De in 1996 ingestelde Commissie Dierproeven, Trans- genese en Biotechnologie (cdtb) adviseert over ontwik- kelingen, resultaten, toepassingen, de aanvaardbaarheid en de ethische en maatschappelijke implicaties van onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren, genetisch gemodificeerde planten en micro-organismen. Daarnaast heeft de cdtb tot taak het verstrekken van informatie aan de politie en het brede publiek over aspecten van het hiervoor genoemde onderzoek.

Evenals in 2001 heeft een aanmerkelijk deel van de activiteiten van de cdtb zich in 2002 geconcentreerd op het overleg met het ministerie van Landbouw, Natuur- beheer en Visserij, de niaba, de Nederlandse Verening van Dierexperimentencommissies en de Commissie Biotechnologie bij Dieren (cbd) over de wijze waarop uitvoering gegeven kon worden aan de zogenaamde Tweede Kamermotie-Swildens. In die motie, eind 2000 aangenomen naar aanleiding van de bespreking door de Tweede Kamer van de evaluatie van het Besluit Biotechno- logie bij Dieren, wordt de regering verzocht ‘de toetsing, zoals plaatsvindt op basis van het Besluit Biotechnologie bij Dieren, ook ten aanzien van geïmporteerde transgene

motie overgenomen en zich daarbij op het standpunt gesteld dat gestreefd moet worden naar een ‘vrijwillige’ importtoets in plaats van naar een wette-lijke regeling met een vergunningstelsel. In het verslagjaar heeft de cdtb het definitieve concept van het ministerie van lnv voor een dergelijke importtoets voor commentaar voorgelegd aan de Colleges en Raden van Bestuur van de universiteiten en academische ziekenhuizen, de directies van het nki en tno alsmede de directeuren van enkele onderzoeks- instituten die in hun onderzoek gebruik maken van transgene dieren. De ontvangen commentaren zijn voor het bestuur van de knaw aanleiding geweest om in te stemmen met de hoofdlijnen van de voorgestelde rege- ling en de bereidheid is uitgesproken een zogenaamde bestuursafspraak daarover met de minister en de andere genoemde organisaties te ondertekenen. Op het moment van het schrijven van dit verslag is deze bestuursafspraak nog steeds niet getekend, omdat de niaba op een aantal onderdelen bezwaren blijft houden tegen de voorgestelde regeling en de politieke situatie tot stagnatie leidt.

De politiek heeft zich evenals de cdtb/knaw in 2002 in aanzienlijke mate bezig gehouden met de toekomst van het primatenonderzoek in Nederland, in het bijzonder met het voortbestaan van en de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek in het Biomedical Primate Research Centre (bprc) te Rijswijk. Op initiatief van de cdtb heeft het bestuur van de knaw zich eind 2002 tot de minister van ocenw gewend met het dringende verzoek om een in het kader van een eu-project bij het bprc gepland Hepatitis C-onderzoek met zes volwassen chimpansees, geen verdere vertraging te laten oplopen. Dit onderzoek is het laatste medisch-wetenschappelijke onderzoek met chimpansees dat in Nederland mag plaatsvinden. De voorbereidingen voor dit onderzoek zijn inmiddels in december 2002 gestart.

In mei heeft de cdtb, in samenwerking met de hoog- leraar Tj. de Cock Buning, (Universiteit Utrecht) een expert-bijeenkomst georganiseerd waarop enkele Nederlandse onderzoekers en één Franse onderzoekster op diverse terreinen van het biomedische onderzoek het belang en de resultaten van, en de mogelijke alternatieven voor het onderzoek met niet-humane primaten hebben gepresenteerd. Van deze wetenschappelijke conferentie wordt in het voorjaar van 2003 een publicatie uitgebracht.

De voorzitter van de cdtb A.J. van der Eb vertegen- woordigde de knaw op een in januari 2002 gehouden symposium ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Wet op de Dierproeven. In zijn voordracht stelde hij de invloed van die wet op de ontwikkeling van dierexperi- menteel onderzoek en het welzijn van proefdieren aan de orde.

Op verzoek van de ministeries van Economische Zaken en ocenw hebben voorzitter en secretaris van de cdtb deelgenomen aan de werkzaamheden van een commissie die een evaluatie begeleidt naar de bestaande Nederlandse wet- en regelgeving op het terrein van de biotechnologie. Dit onderzoek is aangekondigd in de Integrale Beleidsnota Biotechnologie. Het evaluatierap- port waarin de door de Nederlandse onderzoekswereld ervaren knelpunten ten aanzien van een viertal regelingen op het terrein van de bio(medische)technologie worden besproken is in het voorjaar van het verslagjaar afgerond

tage waarin de situatie met betrekking tot de regelgeving in het buitenland tegen die in Nederland wordt afgezet. Dit laatste onderzoek is begin 2003 afgesloten en de resultaten daarvan zijn nu onderwerp van overleg tussen de meest betrokken departementen.

Commissie voor de Geschiedenis en de Cultuur van de Joden in Nederland

De Commissie voor de Geschiedenis en de Cultuur van de Joden in Nederland organiseerde in december een studiemiddag in het Trippenhuis te Amsterdam met als thema ‘Onderzoek naar de geschiedenis en de cultuur

van de joden in Nederland: stand van zaken en nieuwe initiatieven’, onder voorzitterschap van S. Leydesdorff.

De Hartog Beem Prijs werd in december voor de tiende keer door de Commissie uitgereikt. De prijs is bestemd voor een recente Nederlandse doctoraal scriptie over joodse geschiedenis en cultuur door een auteur onder de 35 jaar. De scriptie van Oscar Zoetman over Het radicale kwaad als dogma. Hannah Arendts

opvatting van joodse identiteit als factor in de Eichmann- controverse: 1933-1963 werd bekroond.

De publicatie van de proceedings van het symposium ‘Dutch Jewry in a Cultural Maelstrom, 1880-1940’, onder redactie van H. Berg en J. Frishman, is in voorbereiding en zal naar verwachting eind 2003 worden gepubliceerd.

Dierenexperimentencommissie

De Dierexperimentencommissie houdt toezicht op experimenten op dieren in de Akademie-instituten en adviseert het bestuur van de knaw en de instituutsdirec- teuren terzake.

In zes vergaderingen werden over 111 protocollen van knaw-instituten positieve adviezen uitgebracht. (waar- van 50 na bijstelling); de advisering over 3 protocollen werd aangehouden. Over de 11 protocollen van overige instituten werd eveneens positief geadviseerd (waarvan 5 na bijstelling).

Wetenschappelijke Raad voor de Kankerbestrijding

De Wetenschappelijke Raad voor de Kankerbestrijding heeft in 2002 het Bestuur van de Nederlandse Kanker- bestrijding/kwf geadviseerd over 184 nieuwe project-sub- sidieaanvragen voor onderzoek op het gebied van kanker. Dit betreft fundamenteel kankeronderzoek, preventie- onderzoek, onderzoek naar de verbetering van diagnos- tiek en therapie van kanker. Voor de vaststelling van de kwaliteit van de aanvragen deed de Raad een beroep op onafhankelijke, voornamelijk buitenlandse deskundigen. Bij gelijke kwaliteit van de projectaanvragen hanteerde de Raad een prioritering voor klinisch kankeronderzoek, onderzoek naar de relatie tussen exogene factoren en het ontstaan van kanker en onderzoek dat zich richt op primaire preventie van kanker, zoals ook aangegeven in de beleidsnota 2001-2005. Op advies van de Raad werd door het Bestuur van het kwf aan 57 nieuwe projecten subsidie verstrekt.

De Raad beoordeelde tevens de voortgang van lopende kwf-projecten, eindverslagen van kwf-projecten, alsmede subsidieaanvragen voor persoonsgebonden financiering voor gepromoveerde artsen werkzaam in de patiënten- zorg ten behoeve van het opzetten van een eigen klinische onderzoekslijn en voor programmafinanciering voor oncologisch top onderzoek in de kliniek.

Daarnaast adviseerde de Raad over een groot aantal subsidieaanvragen voor een verdere verdieping in kankeronderzoek en de behandeling van kanker in binnen- en buitenland, in het kader van het onderwijs- en opleidingsprogramma van het kwf.

De KNAW beoordeelt de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek

In document Jaarverslag 2002 (pagina 31-35)