• No results found

Casusselectie

In document Divers met digitaal? (pagina 40-43)

3. Methodologisch kader

3.2 Casusselectie

In paragraaf 3.1.4 is uitgelegd waarom voor een meervoudige casestudy is gekozen. In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op de cases die in dit onderzoek zijn onderzocht. Eerst wordt ingegaan op het proces en criteria bij de casusselectie en daarna op de geselecteerde cases en redenen daarvoor.

3.2.1 Proces van casusselectie

Om de cases te selecteren, is in dit onderzoek gebruik gemaakt van een selecte steekproef. Dit houdt in dat, gebaseerd op theoretisch relevante criteria, gericht bepaalde eenheden geselecteerd zijn (Van Thiel, 2015). Er is een selecte steekproef gedaan omdat burgerparticipatietrajecten uiteenlopende vormen kunnen aannemen. Door gericht cases te selecteren die op elkaar lijken, kan beter zicht worden gekregen op factoren die het verband tussen het gebruik van digitale tools en de diversiteit beïnvloeden (Ibid.). Bij een aselecte selectie van cases zou er te veel verschil zijn geweest om overeenkomstige factoren te kunnen benoemen.

Over het algemeen geldt bij het selecteren van onderzoekseenheden de vuistregel: hoe groter de steekproef is, hoe beter (Van Thiel, 2015). Echter is kwalitatief onderzoek dusdanig arbeidsintensief en levert het per onderzoekseenheid een rijkheid aan informatie op, dat het aantal onderzoekseenheden (Bleijenbergh, 2013) en daarmee aantal cases beperkt kan blijven. In dit onderzoek zijn daarom zes cases met digitale burgerparticipatie onderzocht. Dit aantal is groot genoeg om een vergelijking te maken en klein genoeg om uitvoerbaar te zijn binnen de beschikbare tijd.

Om te inventariseren welke onderzoeksmogelijkheden er mogelijk zijn, in hoeverre

gemeenten willen meewerken aan het onderzoek en om alvast contact met mogelijke respondenten te leggen, is op informele wijze een vooronderzoek gedaan. Per e-mail, telefoon en face-to-face zijn gesprekken gevoerd met ontwikkelaars van tools en met personen die namens de gemeente bij een digitaal participatietraject betrokken zijn. Daarbij is gesproken over de motieven om de tool te gebruiken, de aandacht voor diversiteit, acties en randvoorwaarden, inzicht op de omvang van deelnemers, op welke achtergrondkenmerken van deelnemers inzicht is, de indruk van de diversiteit, de verklaring voor de diversiteit, de mogelijkheid tot data inzien, de mogelijkheid tot een interview en of de respondent aan nieuwe contacten kan helpen. De benaderde cases komen uit de

keuzewijzer E-tools van Movisie (De Bruijn & Cadat-Lampe, 2018) en zijn op basis van voortschrijdend inzicht aangevuld. De resultaten van het vooronderzoek zijn vervolgens vergeleken met de

theoretische verwachtingen die zijn opgesteld in het theoretisch kader, om op basis daarvan cases te selecteren en de focus van het onderzoek aan te passen.

Bij het selecteren van de cases zijn hoofdzakelijk twee criteria gehanteerd. Ten eerste moeten de geselecteerde cases toegankelijk zijn. Dit is van belang om zoveel mogelijk informatie te kunnen verzamelen, zodat processen, percepties en motivaties van actoren duidelijk beschreven kunnen worden (Blatter & Haverland, 2012). Het vooronderzoek heeft uitgewezen bij welke cases betrokken willen meewerken en waar over welke informatie over te verkrijgen is. Hierbij is het belangrijk geweest om een goede relatie met betrokkenen op te bouwen, maar is er wel voor gewaakt dat dit het onderzoek niet beïnvloedt (Blatter & Haverland, 2012, Van Thiel, 2015).

Ten tweede is geprobeerd cases te selecteren die zich op verschillende niveaus van de participatieladder bevinden. Op deze manier zijn verschillende soorten digitale burgerparticipatie meegenomen en daarmee verschillende factoren die van invloed zijn. Om de betrouwbaarheid te waarborgen, is binnen elke categorie ervoor gekozen om meerdere cases te selecteren zodat een vergelijking gemaakt kan worden maken. De categorieën zijn “burgerpeiling” en “digitale dialoog” op het niveau raadplegen en “stemmen op zelf ingediende plannen” op het niveau van meebeslissen. Hierbij is gekeken naar het niveau van participatie die het meest duidelijk aanwezig is in de cases.

Het is relevant om te melden dat zich bij casusselectie een aantal belemmeringen hebben opgetreden waardoor deze niet perfect is. Ten eerste is het aantal cases dat geselecteerd kon worden

gering, omdat digitale burgerparticipatie nog een relatief jong fenomeen is waardoor een groot deel van de cases dusdanig recent is dat er nog weinig informatie over te verzamelen is. Ten tweede zijn de cases die bestaan erg verschillend qua opzet en qua context. Dit maakte het niet mogelijk om een analyse van cases te doen die allemaal gelijksoortig zijn. Dit is ook een reden geweest om voor de indeling aan de hand van de participatieladder te kiezen, waarbij per trede de cases alsnog erg verschillen. Niettemin is gezien het exploratieve karakter van het onderzoek elke vorm van

geproduceerde kennis waardevol. Bovendien is er wel een parallel tussen de cases te trekken dat ze allen over digitale tools bij burgerparticipatie gaan.

3.2.2 Geselecteerde cases

Er zijn in dit onderzoek in totaal zes cases geselecteerd, verspreid over drie soorten platforms en de twee niveaus raadplegen en meebeslissen. Op het niveau van raadplegen zijn ten eerste

Gemeentepeiler in Rotterdam en Ik Praat Mee in Dronten onderzocht. Dit zijn beide methoden waarbij de gemeente via de digitale weg vragen stelt aan haar burgers om te achterhalen welke ideeën men heeft in de gemeente over een beleidsonderwerp. Daarnaast zijn, ook op het niveau van raadplegen, twee cases onderzocht waarin een digitale dialoog is gevoerd: de overheid gaat samen met de inwoners in gesprek over het gemeentelijk beleid. Hierbij is het platform Uithoorn Denkt Mee in de gemeente Uithoorn onderzocht en de digitale wijkchats in de Den Haag. Tot slot zijn op het niveau van meebeslissen De Stem van West in het stadsdeel Amsterdam-West en MijnWijkplan in Nijmegen onderzocht. Dit zijn beide platforms waarbij burgers ideeën kunnen uploaden en daarover kunnen stemmen. Dat betekent dat burgers ook daadwerkelijke beslissingen nemen. Tabel 8 toont een overzicht van de onderzochte cases.

# Niveau van participatie (soort platform)

Digitale tool Soort platform Gemeente Aantal inwoners in gemeente in 2019 (Overheid in Nederland, z.j.). Volgens vooronderzoek bewuste aandacht aan diversiteit 1 Raadplegen (burgerpeiling)

Gemeentepeiler App Rotterdam 644.527 Nee

2 Ikpraatmee.nl Website Dronten 40.797 Ja

3 Raadplegen (digitale dialoog) Uithoorn Denkt Mee Website Uithoorn (Uitvoerings- organisatie Duoplus) 72.570 Onbekend 4 Digitale wijkchats

Website Den Haag 537.988 Ja 5 Meebeslissen

(stemmen over plannen)

Stem van West Website Amsterdam- West

863.202 Ja

6 MijnWijkplan Website Nijmegen 176.707 Ja

In document Divers met digitaal? (pagina 40-43)