• No results found

Bronnenonderzoek

In document Loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog (pagina 31-35)

3 Een overzicht van archeologische onderzoeken WO 1

3.1 Bronnenonderzoek

Het is niet zo eenvoudig een allesomvattende lijst op te stellen van onderzoeken die in Vlaanderen gebeurd zijn rond WO 1-archeologie. Het bronnenonderzoek bestond uit het samenbrengen van verschillende zoekacties:

• Als referentie hadden we een inventaris van WO 1-opgravingen ter beschikking tot circa 2014 (Van Hollebeeke 2014);

• Deze werd systematisch aangevuld aan de hand van de beschikbare bronnen van het Agentschap en studie van de ‘grijze literatuur’ (tot eind 2019): zie hieronder voor meer informatie;

• Waar nodig deden we navraag bij archeologische bedrijven om extra gegevens te bekomen, na te vragen of er nog ‘ongekende’ onderzoeken waren met aangetroffen loopgraven, of eventuele ontbrekende brondata (zoals GIS-files of plannen) op te vragen;

• De bibliotheek van het Agentschap OE (met dank aan Alexis Wielemans) was een grote hulp bij het opvragen van brondata.

Vooral de tweede stap was niet rechtlijnig, omdat de bestaande bronnen- zoals de Centrale Archeologische Inventaris (CAI), het Open Archief van OE-publicaties (OAR) of het Loket Onroerend Erfgoed -allemaal op verschillende manieren bevraagd moeten worden (waarbij zoekacties in variërend detail mogelijk zijn) en slechts in beperkte mate aan elkaar gekoppeld zijn.

3.1.1 CAI - CENTRALE ARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

De eerste en belangrijkste bron is de CAI. Via deze database zou het mogelijk moeten zijn om snel en efficiënt alle archeologische kennis in Vlaanderen te bevragen. De CAI is enkel raadpleegbaar mits toestemming (erkende archeologen, onderzoekers etc.).

Het online loket (https://cai.onroerenderfgoed.be/) heeft echter geen zoekfunctie die gedetailleerd genoeg werkt om specifieke informatie zoals “loopgraven” op te zoeken. Wat wel kan is zoeken volgens de aangeboden thema’s.

Een voorbeeld:

• Archeologisch onderzoek > nieuwste tijd > 20ste eeuw > versterking

• Resultaat: 805 records met versterkingen uit de 20ste eeuw

• Probleem: niet enkel loopgraven, niet enkel WO 1, niet verfijnd genoeg en te veel om stuk per stuk in detail te

controleren

Werken met de beschikbaar gestelde CAI documenten2 bood meer mogelijkheden (tabel met locaties, GIS-file met polygonen, GIS-file met gebeurtenissen). Hiermee kan in de tabel grondig gefilterd worden, ook in de beschrijvingsvelden via zoekwoorden (bvb ‘loopgra%’), en aan de hand van de resultaten de koppeling gemaakt worden met de GIS-bestanden via de ID-nummers.

Er zijn nog problemen met de thesaurustermen: WO 1 zit niet als specifieke noemer bij de datering, met als gevolg dat de verwijzing naar WO 1 zowat overal kan zitten, en onder verschillende schrijfwijzen. WO 1 en WO 2 wordt in de CAI ook soms samen beschouwd, er is de categorie “wereldoorlogen”. De tabel Datering vermeldt enkel 20ste eeuw (geen verdere onderverdelingen). Meestal zit de informatie in het opmerkingenveld van de tabel Datering, of van de tabel Interpretatie, in vrije tekstvelden, dus op allerlei verschillende manieren geschreven en benoemd.

3.1.2 LOKET ONROEREND ERFGOED (ARCHEOLOGIELOKET)

Een tweede bron is het Archeologieloket, waar de goedgekeurde (archeologie)nota’s en eindverslagen geraadpleegd kunnen worden. Hierbij kan niet gezocht worden op dezelfde thesaurustermen als in de CAI, omdat er in deze databank geen gestructureerde metadata opgeslagen wordt. Een groot voordeel is dat hier wel gezocht kan worden via zelfgekozen zoekwoorden, waarbij de volledige tekst doorzocht wordt. Geef je bijvoorbeeld de zoekterm “loopgra” in, dan gaat het systeem op zoek naar alle documenten waar “loopgra*” in voorkomt (het voegt zelf een * of wildcard toe), dus loopgraaf/loopgraven/enz…

Het is via deze full text search wel niet mogelijk om chronologisch te filteren; in veel rapporten bleek de term ‘eerste wereldoorlog’ voor te komen als chronologische bepaling die verder niets met de aangetroffen archeologie te maken had (bvb: “...reeds voor de eerste wereldoorlog was het perceel in gebruik als…”).

Een tweede nadeel is dat het niet mogelijk is de resultatenlijst (zie hieronder, 106 in totaal) te exporteren of op te slaan, en de lijst niet in één keer getoond wordt maar verspreid over meerdere pagina’s, waardoor veel knip- en plakwerk nodig is om tot een bruikbaar overzicht te komen.

In principe komen alle archeologienota’s, nota’s en eindverslagen ook in de CAI terecht, als ze archeologische informatie opleveren (dus geen werfbegeleidingen waarbij niets is gevonden, of nota’s waarbij helemaal niets is aangetroffen). Dat zou tot en met 2018 al toegevoegd zijn, en voor 2019 en

2 Bestanden versie oktober 2019 (laatste beschikbare update door Onroerend Erfgoed bij afwerking van dit onderzoek); https://cai.onroerenderfgoed.be/bestand, sinds de recente omvorming naar CAI 2.0 en inkanteling in de Inventaris Onroerend Erfgoed niet meer beschikbaar

2020 is het Agentschap met een inhaalbeweging bezig. Nog niet alles zit dus in de CAI, maar dat is wel de bedoeling.

Op het moment van raadpleging waren er reeds 138 eindverslagen, 8006 archeologienota’s en 1441 nota’s ter beschikking. Hiervan vermelden de volgende 106 documenten de kernwoorden “loopgraaf/loopgraven”.

• 24 eindverslagen • 47 archeologienota’s • 71 nota’s

Het gaat hier over opgravingen van zowel WO 1 als WO 2-sites, dus na controle bleken er 14 nieuwe onderzoeken te zijn die aan de lijst werden toegevoegd.

3.1.3 OAR - OPEN ARCHIEF VAN OE-PUBLICATIES

Een derde bron die we controleerden zijn de archeologische rapporten die op de OAR te raadplegen zijn (https://oar.onroerenderfgoed.be/). Hierbij is vooral de reeks Rapportage Onroerend Erfgoed Vlaanderen (ROEV) van belang; dit zijn alle rapporten die tussen 2003 en 2017 werden geproduceerd. Het probleem bij deze bron is dat er niet kan gezocht worden op thema, en niet op vrije zoekwoorden; enkel op bibliografische gegevens zoals auteur, titel en dergelijke.

Het is dan ook zeer moeilijk om in die 3753 tekstdocumenten op zoek te gaan naar specifieke vermeldingen van archeologische structuren. We riepen hier dan ook de hulp in van Gertjan Plets (UUtrecht) en zijn collega’s, die voor een onderzoeksproject rond taalgebruik en -evolutie in de archeologische literatuur in Vlaanderen via textmining de volledige output van de Vlaamse archeologie aan het analyseren zijn. We vroegen hen de bestanden te bevragen op het voorkomen van de vermelding “loopgraaf” of “loopgraven”, wat ons een lijst van 275 rapporten opleverde.

Deze lijst beslaat zowel WO 1 als WO 2. Opnieuw, zoals steeds bij het zoeken naar tesktvermeldingen, is het niet mogelijk om op deze manier chronologisch te filteren; in enorm veel rapporten bleek de term “eerste wereldoorlog” (en varianten) voor te komen als chronologische bepaling die verder niets met de aangetroffen archeologie te maken had. De lijst van 275 rapporten werd gecontroleerd, en leverde 12 nieuwe onderzoeken op die aan onze database werden toegevoegd.

3.1.4 EEN AANGEPASTE CAI

Uit bovenstaande blijkt dat de CAI in principe het belangrijkste portaal is om alle archeologische kennis te kunnen bevragen. Nu is de CAI vooral handig om naar één perceel te kijken en geografisch te zien welke locaties er in de buurt al in de CAI zijn opgenomen (voor rapporten en (archeologie)nota’s). Efficiënt een overzicht te krijgen van één bepaald thema of periode over heel Vlaanderen, is lastiger. Enkele ingrepen kunnen dit verhelpen:

Eerste Wereldoorlog / Interbellum / Tweede Wereldoorlog zijn omschrijvingen die zeker nuttig kunnen zijn.

• Linken van de CAI naar het Archeologieloket en omgekeerd: bij recente records in de CAI die op basis van (archeologie)nota’s en eindverslagen werden toegevoegd, staat er momenteel een (niet aanklikbare) link naar die digitale documenten. Maak deze link aanklikbaar, zodat de gebruiker niet elke keer moet copy-pasten om naar de bron te gaan. Omgekeerd zou in het Archeologieloket de CAI-locatie vermeld moeten worden, zodat de gebruiker weet dat het al in de CAI is gezet, en er onmiddellijk kan naar doorklikken (als de gebruiker toegang heeft tot de CAI).

• Linken van de CAI naar de OAR en omgekeerd: kan er geen link voorzien worden in de CAI die naar de document in de OAR verwijst? Die zijn digitaal beschikbaar. De gebruiker moet nu manueel het vergunningsnummer (in het opmerkingsveld in de CAI) kopiëren en opzoeken als attribuut in de OAR, of zoeken met een uniek woord in de titel. Meestal vind je het wel vlot op die manier, maar opnieuw zou het efficiënter zijn als dat al gelinkt is, zeker voor het zoeken van grote aantallen rapporten. In de OAR staat het vergunningsnummer al, dus een aanklikbare link maken naar de CAI is daardoor ook mogelijk.

• Archeologieloket: zoek- en filtermogelijkheden uitbreiden, om enerzijds de mogelijkheden te verruimen en anderzijds de opties tussen de verschillende modules te uniformiseren (nu zijn die verschillend). Ook de resultatenlijst van zoekacties exporteerbaar maken, zodat er met de resultaten gewerkt kan worden. Een volledige integratie in de CAI en verbeterde zoekmogelijkheden in de CAI zouden dit natuurlijk ook oplossen.

Het Agentschap Onroerend Erfgoed werkte in de loop van dit syntheseproject aan een update van de CAI, waarin een aantal van de bovenstaande moeilijkheden alvast deels opgelost zijn. Deze ‘CAI 2.0’ is sinds kort geïntegreerd in de Inventaris Onroerend Erfgoed, met betere functionaliteit en gebruiksgemak tot gevolg. De CAI neemt ook de (met archeologische aspecten uitgebreide) thesaurus over van de inventaris, waardoor bijvoorbeeld WO 1 en WO 2 een specifieke datering worden (wat nu niet zo is). De ‘CAI 2.0’ zal gelinkt worden aan de archeologienota’s, nota’s en eindverslagen, via unieke URL van de brondocumenten als data-object (en dat werkt dan ook in de andere richting). Deze nieuwe versie is dus zeker een stap vooruit, en zal opzoekingen in het kader van synthetiserend onderzoek (masterscripties, doctoraten, syntheseonderzoeken enz…) een stuk makkelijker maken. Ook zal de informatie sneller beschikbaar zijn, omdat de records die in de ‘CAI 2.0’ worden aangevuld, onmiddellijk online komen en er geen import vanuit een externe database meer nodig is. De huidige achterstand op het vlak van (archeologie)nota’s en eindverslagen in de CAI wordt ook geleidelijk weggewerkt, zodat de ‘CAI 2.0’l meer up-to-date zal zijn dan zijn voorganger.

De aanvullingen en aanpassingen in de thesauri gelden in eerste instantie natuurlijk enkel voor de nieuwe informatie die vanaf de komst van de nieuwe versie toegevoegd wordt. Het is nog lang niet zeker of het haalbaar is om de tienduizenden records van de vroegere ‘CAI 1’ ook retroactief te gaan aanvullen, waarbij er dus zeker ook opgepast moet worden dat het combineren van oud en nieuw niet voor nog meer versplintering zorgt. De kans bestaat immers dat standaard zoekacties enkel resultaten zullen opleveren voor de recentste toevoegingen in de CAI, terwijl er voor oudere CAI-waarnemingen op een andere manier gezocht moet worden.

In document Loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog (pagina 31-35)