• No results found

Beschoeiing bodem

In document Loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog (pagina 103-113)

7 Typologie (2) Archeologische doorsnede

7.1 Wand

7.2.2 Beschoeiing bodem

Met de beschoeiing van de bodem wordt verwezen naar de constructiematerialen en -methoden die gebruikt zijn om de uitgegraven bodems te consolideren. Dit gebeurde door het aanbrengen van een vloerniveau dat- identiek aan de beschoeiing van wanden- moest voorkomen dat de bodem onbruikbaar zou gaan worden. De oorzaken van deze degradatie kunnen opnieuw zeer verscheiden zijn, maar het meest voorkomende voorbeeld is de inspoeling van grond- en/of regenwater.

Door middel van het aanbrengen van een vloer werd getracht om het gebruiksgemak van de loopgraaf te vergroten. Een vlotte circulatie in de loopgraven was van essentieel belang en ontoegankelijkheid omwille van wateroverlast moest zoveel als mogelijk vermeden worden. Bovendien was hygiëne en gezondheid van de troepen in de loopgraven een bijkomende factor. Om loopgraafvoet te voorkomen moest vermeden worden om langdurig met de voeten in het water te staan. Daarom werd het nodige gedaan om het vloerniveau tot boven het water te brengen. Een soms eindeloze en onmogelijke opdracht zoals blijkt uit meerdere archeologische voorbeelden.

7.2.2.1 GEEN BESCHOEIING

Zoals de omschrijving aangeeft, betreft het hier bodems waarbij geen vloerniveau werd aangebracht. Op zich zijn deze gemakkelijk te onderscheiden. De moeilijkheid ligt echter in het waarnemen in hoeverre de afwezigheid van een vloer het gevolg is van het niet gebruiken van vloeren of van de bewaring. Met het oog op een gedegen waarneming is het daarom belangrijk om de juiste opgravingstechniek te gebruiken.

7.2.2.2 PLANKEN BESCHOEIING

Met planken als vloerbeschoeiing wordt verwezen naar alle loopniveaus die werden aangelegd met lange planken die in het verlengde van de loopgraaf tot een voldoende breed loopvlak werden geschikt. De vormen en de maten van deze planken zijn zeer uiteenlopend, evenals de manier waarop ze op de bodem van de loopgraaf werden geplaatst. Vaak verschilden deze planken in breedte en soms ook in lengte. Het was ook niet ongebruikelijk dat de planken elkaar overlapten, terwijl er ook voorbeelden gekend zijn waarbij ze mooi aaneensluitend naast elkaar zijn geplaatst en in bochten en hoeken zelfs in verstek zijn gezaagd om op elkaar te kunnen aansluiten. Een verdere onderverdeling is daarom op zijn plaats.

7.2.2.2.1 Willekeurige plankenvloer

Dit type plankenvloeren worden gekenmerkt door de willekeur waarmee de planken op de vloer zijn geplaatst. De planken, in hun ruwe en onbewerkte vorm, worden gewoon neergelegd opdat ze de bodem zouden bedekken zonder dat daar veel planning aan vooraf lijkt gegaan. Er wordt niks voorzien om de planken te dragen en omwille van de verscheidenheid aan vormen en maten overlappen de planken elkaar vaak. Dit is ook op te merken in de bochten en hoeken waar de planken niet werden verzaagd om beter op elkaar aan te sluiten.

7.2.2.2.2 Regelmatige plankenvloer

Een regelmatige plankenvloer maakt ook nog gebruik van de ruwe planken die nogal verschillend kunnen zijn in maten en vormen, maar voordat ze worden bevestigd, worden ze nog bewerkt opdat ze beter op elkaar zouden aansluiten. Planken die naast elkaar komen, worden op dezelfde lengte gezaagd zodat de volgende rij mooi kan aansluiten. Ook wordt rekening gehouden met hoeken en bochten waar de uiteindes van de planken danig worden verzaagd opdat ze op elkaar passen.

Vaak wordt ook reeds een dragend element voorzien. Meestal een dwarslat of -balk waaraan de planken konden worden vastgenageld zodat deze op hun plaats bleven liggen en niet gingen wegzakken in de modder.

Fig. 7-42 Voorbeeld van een regelmatige plankenvloer in High Command Redoubt (LPG_ID409). Bemerk de mooie aansluiting tussen de opeenvolgende planken (© Onroerend Erfgoed).

7.2.2.2.3 Plankenvloer op maat

Bij dit type plankenvloer worden de planken op maat gemaakt. Ze zullen allemaal dezelfde maten hebben en worden standaard geplaatst op een eveneens op maat gemaakte dragend element. Meestal zijn deze planken korter en smaller dan bij de bovenstaande vloertypes. De dragende kaders zijn meestal danig geconstrueerd dat ze zich op enige afstand van de bodem bevinden zodat er een onderliggende ruimte is voor afvoer van water. De planken worden bovendien met een kleine tussenafstand van elkaar geïnstalleerd om enerzijds wat meer grip te voorzien, maar anderzijds en bovenal om vuil, modder en water vlotter tot het onderliggend kanaal te evacueren.

7.2.2.3 VLONDERS

Dit type vloerbekleding betreft korte latten die op regelmatige tussenafstand van elkaar geplaatst zijn, dwars op de looprichting van de loopgraaf, altijd gedragen door minstens 2 parallelle, lange liggers. Binnen een zelfde segment loopgraaf zullen de latten identieke afmetingen hebben, maar algemeen gezien werden verschillen vastgesteld in lengte en breedte.

Vlonders kunnen bovendien nog verder opgedeeld worden in 2 subtypes die bepaald worden door de manier waarop ze in de loopgraven geïnstalleerd worden. Enerzijds zijn er de geprefabriceerde loopplanken die algemeen bekend staan als duckboards en zeer typisch zijn voor de Britse (Commonwealth) loopgraven. Anderzijds werden vlonders ook ter plaatse genageld. Een techniek die meer in Duitse loopgraven werd aangetroffen.

7.2.2.3.1 Duckboards

Duckboards zijn er in allerlei maten, maar de vorm is over het algemeen als uniform te beschouwen.

Ze zijn opgebouwd uit twee liggers waarover dwarslatten zijn genageld. De liggers zijn rechthoekige balken die op hun korte zijde zijn geplaatst. Ze liggen in regel niet parallel en aan weerszijden worden enkele dwarslatten weggelaten zodat 2 opeenvolgende duckboards in elkaar kunnen schuiven. De dwarslatten worden op een regelmatige afstand van elkaar op de liggers genageld. De tussenruimte geeft meer grip en helpt om modder en vuil gemakkelijker weg te krijgen. De afmetingen van de dwarslatten zullen identiek zijn per duckboard, maar er werden duckboards met verschillende afmetingen geproduceerd.

Fig. 7-44 Goed bewaarde duckboards in LPG_ID390 (© Onroerend Erfgoed).

Duckboards werden gedragen door een grote verscheidenheid aan onderliggende systemen.

Aangezien ze al eind 19144, dus vrij vroeg in de oorlog, werden geïntroduceerd bij de Britse legers, werden ze aanvankelijk gewoon in volle grond geplaatst. In de daaropvolgende jaren volgden verschillende vernieuwende systemen zoals dwarsliggers en U-frames tot de uiteindelijke A-frames.

7.2.2.3.2 Genagelde dwarslatten

Dwarslatten werden ook soms gewoon ter plaatse genageld tot vlonders. Ze werden gedragen door liggers die onderaan in de loopgraaf werden bevestigd, vaak op enige afstand van de bodem zodat een afwateringskanaal kon worden gecreëerd. Net als bij de duckboards zijn er variaties gekend in breedte

4De website van het Imperial War Museum spreekt van een eerste gebruik in het bos van Ploegsteert, december 1914. Zie https://www.iwm.org.uk/collections/item/object/30028121

en lengte, maar algemeen genomen worden binnen dezelfde segmenten van de loopgraaf identieke dwarslatten gebruikt.

Fig. 7-45 Opname van LPG_ID81 met zicht op de slecht bewaarde genagelde dwarslatten (© DigHill80).

Fig. 7-46 Vlakopname van de genagelde dwarslatten in LPG_ID132. Bemerk de verschillende breedtes van de gebruikte latten (© Onroerend Erfgoed).

7.2.2.4 ZANDZAKKEN

Zandzakken zijn geen typische bouwmaterialen voor de bekleding van vloeren in loopgraven. Toch werd een voorbeeld (LPG_ID39) aangetroffen waarbij zandzakken doelbewust op de bodem van de loopgraaf waren geplaatst. De manier waarop de zakken op de bodem waren neergelegd sluiten uit dat het om een toevallige depositie gaat. De zandzakken lagen centraal op de vloer, dwars op de looprichting van de loopgraaf. Onder de zandzakken werd een uitgegraven goot aangetroffen en vermoedelijk verklaart dit het gebruik van de zandzakken op de vloer. In een poging om het afwateringskanaal open te houden werd het afgedekt met de zandzakken.

Fig. 7-47 Dwarsdoorsnede op LPG_ID39 met een getrapt uitgegraven bodem. Bemerk het restant van de zandzak onderaan het profiel (© ADEDE).

7.2.2.5 RECUPERATIEMATERIAAL

Net zoals bij de wandbekleding zijn alle bovenstaande constructiemethoden uitgevoerd met materialen en grondstoffen die werden voorzien door de logistieke onderdelen van de legers zelf. Indien er echter geen voorraad beschikbaar was of indien een herstelling zo dringend was dat er niet gewacht kon worden op de aanvoer van constructiematerialen, moest er geïmproviseerd worden en werden materialen gerecupereerd die op en rond het slagveld te vinden waren.

Het merendeel van de gekende improvisaties werd aangetroffen in vroege loopgraven uit de periode dat de stellingen nog werden aangelegd met een tijdelijk karakter, toen de verwachting van een snel einde van de oorlog nog heerste en de legers er logistiek nog niet op voorbereid waren om massaal

grondstoffen beschikbaar te maken. De improvisaties waren dus individuele initiatieven van soldaten die het noodzakelijk achtten om hun positie aan te passen met het oog op meer comfort, wateroverlast, stevigheid, veiligheid, … Hiervoor werd alles aangewend wat enigszins bruikbaar was. Aangezien de meeste eigendommen verlaten waren ten gevolge van het oorlogsgeweld, was een grote variëteit aan grondstoffen beschikbaar. De meest voorkomende zaken zijn bakstenen, deuren en poorten, luiken, stro en hooi, … Maar ook minder voor de hand liggende materialen werden tot in de loopgraven gebracht zoals bijvoorbeeld de tafel met stoel die werd aangetroffen in een vroege Duitse loopgraaf nabij Bikschote (Verdegem 2018).

7.2.2.5.1 Bakstenen

Fig. 7-48 Detailopname van de bakstenen vloer in LPG_ID248 (© THV MRG).

7.2.2.5.2 Stro

Fig. 7-50 Dwarsdoorsnede op LPG_ID72 met onderaan een dunne lens stro (© Ruben Willaert bvba).

7.2.2.5.3 IJzeren plaat

In één van de Britse loopgraven (LPG_ID134) die nabij Y-Wood (Bellewaarde Heuvelrug) werden opgegraven door het Agentschap Onroerend Erfgoed werd een ijzeren plaat met opstaande wanden aangetroffen op de bodem. Deze plaat werd geïnterpreteerd als een versteviging van de bodem maar omdat slechts een gedeelte van de plaat binnen het opgravingsvlak lag, is het niet mogelijk geweest om de omvang te achterhalen.

In document Loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog (pagina 103-113)