• No results found

Bijdragen aan gezondheid en een actieve levensstijl

sport op school

7.2 Doelstellingengebieden voor b & s en taakstellingen

7.2.2 Bijdragen aan gezondheid en een actieve levensstijl

Vanuit het leergebied b&s kunnen bijdragen geleverd worden aan gezondheid en aan een actieve levensstijl. De mate waarin dat mogelijk is, in de huidige situatie met gemiddeld twee of drie lessen per week in het schoolrooster, lijkt beperkt.

Daarnaast is het de vraag of de school, dan wel dit leergebied, voor deze doelstelling het meest geëigende vertrekpunt is. Anderzijds is het realistisch te verwachten dat in de lessen b&s op school aandacht is voor bewegingsstimulering in het kader van gezondheid en een actieve levensstijl.

De taakstellingen van de deelnemersgroep voor ‘bijdragen aan gezondheid en een actieve levensstijl’ zijn ondergebracht in vijf overkoepelende taakstellingen en worden met behulp van onderliggende taakstellingen toegelicht.

1. Een leraar b&s geeft het goede voorbeeld, leeft gezond en heeft een actieve levensstijl

2. Kinderen kunnen zelfstandig en verantwoord kiezen voor een gezonde en actieve levensstijl

3. B&s werkt samen met andere leergebieden en instanties aan bijdragen aan gezondheid en een actieve levensstijl

4. Leerlingen leren over gezondheid en een actieve levensstijl

5. Lessen b&s zijn gericht op gedragbeïnvloeding naar bewegings- en sportstimulering

Ad 1 Een leraar b&s geeft het goede voorbeeld, leeft gezond en heeft een actieve levensstijl

Leraren b&s kunnen een grote rol vervullen op scholen als het gaat om de vertolking van een voorbeeld van een gezonde en actieve levensstijl. Het goede voorbeeld van leraren werkt opvoedend en vormend. De voorbeeldfunctie uit zich in enthousiasme over b&s en een pedagogische benadering van kinderen. Maar ook de levensstijl van de leraar in meer algemene zin (eten, drinken en roken) is van belang.

De leraar b&s dient kinderen, die niet actief deelnemen aan sport en bewegen buiten de lessen op school, in ieder geval te stimuleren om voldoende te bewegen door vaker te fi etsen en te lopen.

Het enthousiasmeren van leerlingen voor gezondheid en een actieve levensstijl is wel een ingewikkeld doel. Voor de kinderen is gezondheid vooral een probleem van ‘later’. Het spreekt de leerlingen op dit moment nog niet direct aan.

Ad 2 Kinderen kunnen zelfstandig en verantwoord kiezen voor een gezonde en actieve le-vensstijl

B&s op school heeft onder meer als taak een bijdrage te leveren aan de gezondheid en een actieve levensstijl. In het leergebied kunnen kinderen leren zelfstandig en verantwoord hiermee aan de slag te gaan. Door veel en veelzijdige lessen b&s wordt hieraan bijgedragen. Het vak draagt vooral indirect bij aan een gezonde en actieve levensstijl. Door positieve ervaringen met sport en bewegen vindt gedragsbeïnvloeding plaats. Kinderen moeten zich bewust worden van hun eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van gezondheid, gezonde levensstijl en daarin de plaats van (met plezier) bewegen. Het gaat om sport en bewegen voor een rijker en gezonder leven, nu en later.

Het is de verantwoordelijkheid van de hele school dat kinderen nadenken over gezond-heid en een actieve levensstijl. B&s levert haar bijdrage, maar is hiervoor niet de eerste en enige verantwoordelijke. Projectonderwijs waarin b&s samenwerkt met andere vakken geeft betere kansen. Projecten als ‘Lekker fi t’ zorgen voor meer bewustwording bij de leerlingen op het gebied van bewegen en een gezonde levensstijl. Bijdragen aan gezondheid en een actieve levensstijl horen integraal schoolbeleid te zijn waaraan door meer vakdisciplines aandacht wordt besteed en is ingebed in een leerlijn over alle leerjaren.

Het gaat om bewegingsstimulering, elke dag moeten de kinderen willen sporten en bewe-gen.

De lessen b&s vormen hiervan slechts één aspect, naast voor, tussen en naschools bewegen. Een goede afstemming van het binnenschools en buitenschools beweegaanbod vergroot de kans op een actieve levensstijl voor alle leerlingen.

Het structureel aanbieden van meer beweegmomenten per week heeft voor kinderen die inactief zijn een positief effect op de gezondheid. Het streven naar één uur bewegen per dag draagt bij aan een gezonde en actieve levensstijl en zou realiseerbaar moeten zijn voor alle kinderen.

Ad 3 B&s werkt samen met andere leergebieden en instanties aan bijdragen aan gezondheid en een actieve levensstijl

Bijdragen aan gezondheid en een actieve levensstijl is een maatschappelijke verantwoor-delijkheid. De school, en daarbinnen alle leergebieden, heeft hierin ook een taak. Met projectmatig werken, zeker in vakoverstijgende projecten, kan de school hieraan bijdragen. Samenwerken met andere instanties aan gezondheid en een actieve levensstijl is ook een goede mogelijkheid. Het bereiken van de opvoeders van de kinderen is belangrijk om succes te boeken. Ook de ouders moeten betrokken worden bij deze materie.

De hele vaksectie b&s dient een actieve levensstijl te promoten. Het stimuleren en orga-niseren van themaweken ‘Gezonde Levensstijl’ kunnen de school ‘gezonder en actiever maken’. De individuele leraar moet echter, naar de leerlingen toe, niet teveel gericht zijn op gezondheid en een actieve levensstijl, omdat gezondheid voor kinderen tot 16/17 jaar geen bewegingsmotief is.

Ad 4 Leerlingen leren over gezondheid en een actieve levensstijl

Leren over beter en gezonder bewegen met het oog op een gezonde levensstijl is belangrijk, daarbij gaat het om meer bewegen, gezonder eten en het maken van gezonde keuzes. De bijdrage aan de gezonde levensstijl moet niet gezocht worden in het ordenen van b&s op gezondheid. Dan wordt de waarde van de lessen bepaald door het te meten effect op conditie, vetplooien et cetera. Fysiologische veranderingen bewerkstelligen in twee lessen van 45 à 50 minuten b&s per week, zeker gezien alle andere doelen, is zo goed als onmo-gelijk. De lessen b&s moeten dus niet in het teken staan van gezondheidsbevordering. De schoolomgeving dient echter wel een gezonde levensstijl te promoten (kantine, uitdaging om te bewegen). Het gaat in het leergebied b&s om leren óver gezondheid. Een grotere kop-peling en samenwerking met vakken als biologie en maatschappijleer is dan ook wenselijk. De kwaliteit van leven kan door sport en bewegen hoger worden (kan ook op andere ma-nieren en is erg afhankelijk van de persoon), doordat het kan bijdragen aan een betere gezondheid (weerstand, fysieke en mentale getraindheid) en een energieke wijze van in het leven staan. Het gaat erom dat kinderen leren gezonde keuzes te maken.

Ad 5 Lessen b&s zijn gericht op gedragbeïnvloeding naar bewegings- en sportstimulering

Het is belangrijk dat kinderen zich door de lessen gestimuleerd voelen om dagelijks te sporten en bewegen. Gedragsbeïnvloeding is het streven. Inspelen in de lessen b&s op de motieven van alle kinderen om deel te nemen aan de beweegcultuur kan door gebruik te maken van verschillende verschijningsvormen waarin sporten worden beoefend. Kinderen leren, dat sport niet alleen prestatie en competitie betekent, maar dat sport ook recreatief kan worden ingezet. Zicht hebben op en aansluiten bij deelname motieven van leerlingen vergroot de kans op een positieve bewegingsattitude en daarmee de kans op een actieve leefstijl. Door veel op en via school te sporten en te bewegen, wordt al een actieve levens-stijl gestimuleerd. Hiermee kan niet vroeg genoeg worden begonnen. Een gezonde en ac-tieve levensstijl met b&s zou voor ieder kind een vanzelfsprekendheid moeten zijn. B&s, op een enthousiaste en boeiende wijze gegeven, zorgt ervoor dat leerlingen met plezier bewegen. Effecten voor het hier en nu zijn enorm belangrijk. Een goed schools en naschools aanbod, waarin kinderen met veel plezier bewegen, heeft een positieve invloed op de actieve levensstijl in het nu.

Een actieve levensstijl verschijnt bij mensen op vier manieren. Deze manieren vormen een continuüm en sluiten elkaar niet uit. Ze verschijnen als: (1) verplaatsen, (2) fi tnessen (‘exer-cise’), (3) spelen en (4) sporten. Het leergebied b&s levert een directe bijdrage aan (3) spelen

en (4) sporten. Daarnaast kan de leraar b&s op school een initiërende een rol spelen om (1) verplaatsen en (2) fi tnessen te stimuleren bij leerlingen en collega’s.

Elke minuut dat er bewogen wordt, ook in de les b&s, is waardevol. Daarnaast is het waar-devol wanneer kinderen door de lessen gestimuleerd/gemotiveerd worden om in hun latere leven te (blijven) sporten. Dit kan spanning geven in de les b&s. Gaat het vooral om veel en intensief bewegen of moeten juist ook andere zaken aan bod komen (misschien zelfs ook theorie)? Er kan een spanning ontstaan tussen de korte en lange termijn als het gaat om de concrete invulling van de les b&s.

Een ‘actieve en gezonde levensstijl’ is vooral een kwestie van (ingeslepen) gedrag, het moet op een gegeven moment als vanzelfsprekendheid in het dagelijkse patroon horen. Alleen dan is een levensstijl duurzaam. Dat betekent voor sport en bewegen vooral: a) regelmatig herhalen/doen, b) positieve ervaring hiermee opdoen, c) makkelijk voorhanden zijn en d) leerlingen inleiden in eigentijdse en gezonde bewegingsvaardigheden.

De directe gezondheidswaarde van de lessen mag echter niet overschat worden.