• No results found

bezig met het functioneren van de nationale woningmarkten

In document De vergeten woningmarkt (pagina 137-141)

Tabel 1 Fiscale behandeling eigenwoningbezit in Europa

België N* J Jaarlijks vast bedrag van 55% 31,6%** G, L ¤ 1870 per persoon tegen

marginaal tarief. Geldig gedurende de totale loop- tijd van de lening. Verder geen beperkingen.

Denemarken N* J Proportioneel tarief, werke- 31% 31% G, L lijke rente uitgaven, geen

beperkingen.

Duitsland N N -- -- -- G, S, L

Frankrijk N N -- -- -- G, S, L

Italië J J Proportioneel tarief, werke- 19% 11,4% L lijke rente uitgaven, bedrag

gemaximeerd tot ¤ 4700***.

Nederland J J Marginaal tarief, werkelijke 52% 36,1% G rente uitgaven, beperkt tot

30 jaar.

Portugal N J Proportioneel tarief, werke- 20% 14,6% S lijke rente uitgaven,

gemaximeerd tot ¤ 1570***.

Verenigd Koninkrijk N N -- -- -- --Zweden N J Proportioneel tarief, werke- 30% 30% G

lijke rente uitgaven, geen beperkingen.

Noot: G = Garanties; S = spaarplannen; L = gesubsidieerde leningen; * Eigen woning forfait is ‘omgebouwd’ tot een gewestelijke en lokale OZB; ** Percentage is relatief hoog omdat de Belgische eigenaar-bewoner relatief weinig leent; ***In de praktijk weinig relevant

––– –––––– –––––– Niet-fis ca le x in str um en ten % h ypoth eek ren tea ftrek x Ge mid deld % h ypo th eek ren teaftr ek x Maxim um Sy ste em kenm erken Hypo th eek rent ea ftr ek Eigen w onin gfo rfait

dan wel aan te bieden, is de sterk verschillende institutionele context (wet- en regelgeving en subsidiëring). Gelijkschakeling van die context — ‘brede harmonisatie’ in EU-jargon — zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de integratie van financiële markten.

Banken in Europa hebben na gevoelige verliezen in het verleden (Early, 2005) in toenemende mate een andere koers ingeslagen. Zij kiezen voor de

Tabel 2 Recente aanpassingen fiscale behandeling eigenwoningbezit in Europa

Jaar Aanpassing

België 2005 Voorheen konden rente en aflossingen gedurende de eerste 5 jaar volledig worden afgetrokken van de belasting, nadien werd die som geleidelijk afgebouwd in 7 jaar (na 12 geen aftrek meer), gemaximeerdtot som eigenwoning forfait. Nieuw stelsel: vaste aftrek van ¤ 1870 per persoon, de eerste tien jaarvermeer-derd met ¤ 620 (¤ 680 voor gezinnen met meer dan drie kinderen). Aftrek is niet afhankelijk van werkelij-ke hypotheekkosten.

Denemarken 1987-1994 Voorheen hypotheekrenteaftrek gemodelleerd naar huidig Nederlands systeem. Begin jaren negentiggro-te wijziging inkomsnegentiggro-tenbelasting, marginale tarieven sterk verlaagt, hypotheekrenteaftrek tegen proportio-neel (inkomensonafhankelijk) tarief. Dit tarief gelei-delijk verlaagt de laatste jaren.

Duitsland 1996, 2006 Stelsel van hypotheekrenteaftrek werd in 1996 gede-fiscaliseerd. De nieuwe regeling (de Eigenheimzula-gengesetz) gaf eigenaar-bewoners gedurende acht jaar een subsidie van maximaal 5% van deaankoop-waarde. Hoge inkomenslimieten, opslag voor huis-houdens met kinderen. Regeling afgeschaft (2006). Frankrijk 1997/98 Beperkte hypotheekrenteaftrek regeling

(gemaxi-meerd in bedrag, beperkt tot 5 jaar, tarief 25%) werd in 1997 afgeschaft voor nieuwbouw en 1998 voor aankoop bestaande woningen en bij woningverbetering. Nederland div. Als gevolg van opeenvolgende stelselwijzigingen

inkomensbelasting zijn marginale tarieven gedaald, is de hypotheekrenteaftrek beperkt tot 30 jaar (1990, 2001) en ook de ‘bijleenregeling’ (2004) heeft geleid tot een beperking van het aftrekbare bedrag. Verenigd 1983-2001 Voorheen hypotheekrenteaftrek gemodelleerd naar Koninkrijk huidig Nederlands systeem. Vanaf 1983 geleidelijk

verlaagd, eerst werd het bedrag gemaximeerd, daarna het marginale tarief vervangen door een proportio-neel tarief, welke gedurende een reeks van jaren gelei-delijk aan werd verlaagd.

Zweden 1991 Voorheen hypotheekrenteaftrek gemodelleerd naar huidig Nederlands systeem. Begin jaren negentig gro-te wijziging inkomsgro-tenbelasting, marginale tarieven sterk verlaagt, hypotheekrenteaftrek tegenproportio-neel (inkomensonafhankelijk) tarief.

weg van het met lokale expertise opbouwen van dochterondernemingen in het buitenland. En met succes: de productvariatie is in alle landen sterk toegenomen, de prijs van hypotheekproducten is gedaald en meer consu-menten dan voorheen komen in aanmerking voor een hypotheek (Mercer Wyman Oliver, 2003).

De EU heeft het ideaal van harmonisatie echter niet opgegeven getuige haar recente beleidsambities. Daarbij zal overigens, gelet op de nationale gevoeligheden, de fiscale behandeling van het eigen huis slechts indirect en prudent ter discussie zal worden gesteld. Maar ook de weg van geleide-lijkheid zal uiteindelijk zijn eigen dynamiek ontwikkelen. Concluderend: convergentie van de fiscale behandeling van het eigen huis binnen Europa is niet noodzakelijk, wel waarschijnlijk. Mijn verwachting is dat vanuit de Nederlandse politiek ‘Europa’ als excuus zal worden gebruikt voor eventu-ele hervormingen.

Literatuur

Ball, M. en M. Grilli, 1997, Housing

mar-kets and economic convergence in the European Union, The Royal

Institu-tion of Chartered Surveyors: London Doling, J., 2004, Housing policy in

Europe: contributing to growth and homeownership, ENHR-conference,

Reykjavik

Europese Centrale Bank, 2003, Structural

factors in the EU housing markets, ECB:

Frankfurt

Noten

1 Waar in dit artikel gedoeld wordt op Europa gaat het om de volgende lan-den: België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Portugal, Verenigd Koninkrijk en Zweden. 2 Ik laat de fiscaaltheoretische normering

van de verschillende systemen graag over aan anderen (zie bijvoorbeeld Stevens, 2005).

3 Vaak wordt het de Zweden verweten

een slechte timing te hebben geko-zen voor hun (te) drastische aanpak. Achteraf kan de timing altijd beter, maar binnen het bredere afwegings-kader waar de Zweedse overheid voor stond (stimuleren van de economie) was het een noodzakelijk pakket aan maatregelen. En het is discutabel of overgangsregelingen en geleidelijke aanpassingen zo veel minder effec-ten op de koopwoningmarkt zouden hebben.

Early, F., 2005, What influences mortgage

products?, CML Housing Finance

(issue 07/2005)

Mercer Wyman Oliver, 2003, Study on the

financial integration of European mort-gage markets, EMF: Brussels

Scanlon, K. en C. Whitehead, 2004, Inter-national trends in housing tenure and mortgage finance, Council of Mortgage

Lenders: London

Stevens, L.G.M., 2005, Naar een nieuw

eigenwoningregime, ESB (jrg. 90, nr.

Een eventuele afschaffing van de aftrekbaarheid van de hypotheek-rente is een zeer ingrijpende maatregel die een zeer zorgvuldige voorbe-reiding vraagt. De vraag is of we iets kunnen leren van het verleden: welke valkuilen moeten we vermijden? Een leerzaam voorbeeld van een recente majeure fiscale hervorming ligt voor het grijpen: de Wet Inkomstenbe-lasting 2001. De invoering hiervan zal ik als kapstok voor mijn betoog gebruiken omdat die goed laat zien op welke manier de Haagse politiek omgaat met fiscale hervormingen. De legitimiteit van de wetgever is bij zo’n ingrijpende hervorming op twee manieren in het geding: uiteraard is de inhoud van de wettelijke regeling zelf van belang voor de maatschap-pelijke acceptatie, maar het besluitvormingsproces is minstens zo be-langrijk. Legitimiteit hangt dus af van het proces en het product (output)

De hypotheekrente op de

In document De vergeten woningmarkt (pagina 137-141)