• No results found

Deel 1. Beknopt evolutief kader inzake financiering van ondernemingen

B. Hedendaagse technologische innovaties hebben de financiële wereld bereikt

IV. Besluit

28. Vandaag de dag is er zeker en vast een rol weggelegd voor alternatieve financieringsmethoden. De hedendaagse technologische innovaties hebben dan ook de financiële wereld bereikt en tot allerlei nieuwe mogelijkheden op het vlak van kredietverlening geleid. Deze hybride financieringsvormen – die vaak minder risicovol zijn dan puur eigen vermogen, maar wel een hoger rendementspotentieel dan schuldfinanciering hebben indien de onderneming succesvol is – vormen namelijk dikwijls de ideale keuze voor risicovolle, potentieel snelgroeiende ondernemingen. Alternatieve financieringskanalen hebben bovendien naast het vervullen van de financieringsbehoefte nog enkele andere nuttige troeven.39

29. Hoewel diverse vormen van alternatieve financiering aan belang winnen, zullen ze de klassieke financieringsmethoden niet vervangen. Crowdfunding moet dan ook eerder worden beschouwd als een complementaire financieringsbron en als een aanvulling op de traditionele bankfinanciering en de klassieke risicokapitaalverschaffers. Door het gebruik van crowdfunding wordt er net meer beroep gedaan op de klassieke financieringsbronnen.40

30. Crowdfunding voldoet echter onmiskenbaar aan een maatschappelijke en professionele behoefte.

Zowel theorie als praktijk tonen namelijk aan dat er een markt is voor allerlei vormen van crowdfunding, in het bijzonder equity based crowdfunding en lending based crowdfunding. Investeerders staan als het ware te popelen om te kunnen investeren via de Belgische platformen. De globale economie is bovendien gebaat bij een efficiënte en gediversifieerde toegang tot kapitaal. Het slaat zonder twijfel een nieuwe brug tussen ondernemingen met nood aan middelen en investeerders in hun zoektocht naar een evenwichtige spreiding van hun vermogen of een persoonlijke bijdrage aan de economische en maatschappelijke vooruitgang.

31. Ondernemingen zullen zich in de toekomst dus hoogstwaarschijnlijk steeds meer financieren op een crowdfundingplatform. Hierdoor worden financiële instellingen echter voor hun core business, zijnde kredietverlening, buiten spel gezet. Sommige kredietinstellingen verlenen dan ook hun medewerking aan een dergelijk platform en zijn reeds op de trein van crowdfunding gesprongen. Het valt dan ook te verwachten dat er, naar Amerikaans voorbeeld, meer en meer partnerschappen tussen banken en platformen het licht zullen zien.

The European Alternative Finance Benchmarking Report”, EY en University of Cambridge, februari 2015, http://ec.europa.eu/finance/general-policy/docs/crowdfunding/150304-presentations-ecsf_en.pdf, 14-16.

39 Reclamemiddel: werken aan de naambekendheid van de onderneming en/of het product en drukken van de marketingkost; Aanmoedigen van innovatie; Marktvalidatie: krijgen van instant feedback door rechtstreeks contact met de (potentiële) investeerders; Meer groei, werkgelegenheid en Research en Development…

40 F. FORTON en M. VAN HOUT, “Crowdfunding als alternatieve financieringsbron”, Bank Fin. 2015, 366.

DEEL 2. JURIDISCHE INVULLING EN KWALIFICATIE VAN BUSINESS PEER-TO-PEER LENDING

I. DEFINIËRING VAN PEER-TO-PEER LENDING ONDER HET BELGISCHE RECHT

A. ER IS GEEN EENDUIDIGHEID BINNEN DE RECHTSLEER

32. Vooraleer het concept ‘peer-to-peer lending’ kan worden gesitueerd in de vigerende regelgeving en kan worden vastgesteld of die reglementering daarop van toepassing is, is het onontbeerlijk om over een juridische afbakening te beschikken.

Gelet op het recent ontstaan van de financieringstechniek is er in primaire rechtsbronnen geen universele, consistente en duidelijk afgebakende wettelijke definitie terug te vinden. Het begrip wordt op zeer uiteenlopende wijzen ingevuld en er is heel wat verwarring over de te hanteren terminologie. De interpretatie van de term verschilt bovendien van land tot land. Wereldwijd wordt de term ’peer-to-peer lending‘ dan ook zeer ruim geïnterpreteerd als een verzamelterm voor zowel bedrijfsleningen als consumentenleningen gerealiseerd via een digitaal platform zonder tussenkomst van een traditionele kredietinstelling.41

In België wordt echter de term ‘crowdlending’ gebruikt. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met het gegeven dat de Belgische wetgeving (nog) geen consumentenleningen tot de financiële markt toelaat en onder de term ‘peer-to-peer lending’ ‘customer peer-to-peer lending’ wordt begrepen.42

33. Crowdlending staat bekend als schuldfinanciering via leningen en kan worden ingedeeld naargelang de entiteit waaraan de lening wordt verstrekt. Dit gezichtspunt leunt ontegensprekelijk nauw aan bij financiering via vreemd vermogen. Typisch voor crowdlending is echter wel dat de financiële middelen worden uitgeleend zonder inmenging van een klassieke financiële instelling.43

41 F. LÉVY MORELLE, “Le crowdfunding – outil de financement innovant”, Bank Fin. 2015, 302; N. VANDEZANDE en N. VAN DE VELDE, “Juridische aspecten van crowdfunding in België” in M.E. STORME en F. HELSEN (eds.), Innovatie en disruptie in het economisch recht, Antwerpen, Intersentia, 2017, 178; C. LEWALLE, “Publication, par la FSMA, de deux communications relatives au ‘crowdfunding’”, Bank Fin. 2012, afl. 3- 4, 224; D. RAES,

“Etat des lieux en matière de crowdfunding: Quel chemin parcouru et quelles perspectives d’évolution?” in X., Le financement des PME, Brussel, 2014, 10; V. COLAERT, “On the absence of Peer-to-Peer Lending in Belgium”, Journal of European Consumer and Market Law 2016, 182-184.

42 P. BELLEFLAMME en T. LAMBERT, “Crowdfunding: Some Empirical Findings and Microeconomic Underpinnings”, Bank Fin. 2014, 288; L.

COLEBUNDERS, “Crowdfunding: waarom, soorten en werking”, Bank Fin. 2014, 470; F. LÉVY MORELLE, “Le crowdfunding outil de financement innovant”, Bank Fin. 2015, 303; S. DECOSTER en C. LEWALLE, “Le crowdfunding: réglementation applicable, enjeux et perspectives”, Rev.banc.fin.

2014, 456; E. LAVEREN en P.-J. ENGELEN, Financieel beheer voor KMO’s, Antwerpen, Intersentia, 2018, 165; J. BAUKEMA, “Regulering crowdfunding: nationale ontwikkelingen en ontwerp ECSP Verordening”, T.Fin.R. 2018, 518.

43 P. BELLEFLAMME en T. LAMBERT, “Crowdfunding: Some Empirical Findings and Microeconomic Underpinnings”, Bank Fin. 2014, 288; L.

COLEBUNDERS, “Crowdfunding: waarom, soorten en werking”, Bank Fin. 2014, 470; F. LÉVY MORELLE, “Le crowdfunding outil de financement innovant”, Bank Fin. 2015, 302-303; A. SOTIROPOULOU, “Legal update: the FCA’s crowdfunding regulation”, RISF 2014, 70; S. DECOSTER en C.

LEWALLE, “Le Crowdfunding: réglementation applicable, enjeux et perspectives”, Rev.banc.fin. 2014, 456.

34. In zijn enge betekenis heeft het begrip ‘peer-to-peer lending’ enkel en alleen betrekking op leningen tussen particulieren waarbij de kredietgevers worden gegroepeerd tot een crowd.44 ‘Business peer-to-peer lending’ duidt dan vanzelfsprekend op ondernemingen die via een digitaal platform op zoek zijn naar alternatieve financiering en een beroep wensen te doen op het brede publiek – particuliere of institutionele investeerders – om terugbetaalbare gelden samen te brengen.45

35. Bij crowdlending wordt de (klassieke) lening als financieringstechniek gebeuren. Het is namelijk de bedoeling dat de geldschieter op het einde van de rit zijn aanvankelijke bijdrage terugbetaald krijgt met al dan niet daarbovenop een additionele vergoeding in de vorm van een (periodieke) interest. Het kan met andere woorden zowel om een renteloze lening als om een lening op interest gaan.46

Hoewel het investeringsmotief dus meestal van financiële slagorde zal zijn, is het dus ook perfect mogelijk dat een renteloze lening wordt verleend. De drijfveer is dan van sociale aard waarbij de lening wordt verstrekt om een bepaald project uitvoerbaar te maken zonder dat de investeerder daarvoor iets in return verlangt. Een aangenaam rendement komt echter in tijden van lage spaarrentes niet ongelegen.47

36. Crowdlending kan niet alleen een aantrekkelijk rendement opleveren, maar zorgt ook voor sociale betrokkenheid. Het geeft het brede publiek namelijk de gelegenheid om op een laagdrempelige wijze financieel te participeren in allerlei projecten en initiatieven. De kredietgevers selecteren dan zelf welke onderneming ze op financieel vlak willen ondersteunen, welk risico ze willen nemen en welk bedrag ze in een bepaald initiatief willen investeren. Door op die manier investeringen over verschillende projecten en kredietnemers te spreiden, kan een gediversifieerde portefeuille worden samengesteld waardoor het verhoogde risico van crowdlending gedeeltelijk slinkt.48

37. Deze nieuwe financieringsvorm is overigens in het buitenland al ingeburgerd. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zijn al langer met het concept vertrouwd. In Duitsland, Nederland en Frankrijk groeit langzaamaan het vertrouwen. België is echter nog onderontwikkeld op dit vlak.49

44 D. GILIS, “Online peer-to-peer lending: op zoek naar een passend wetgevend kader”, Bank Fin. 2016, 162-163; C. HOUSSA, “Le peer to peer lending: un disrupteur innovant à l’avenir encore incertain”, Bank Fin. 2016, 76-77.

45 S. DECOSTER en C. LEWALLE, “Le crowdfunding: réglementation applicable, enjeux et perspectives”, Rev.banc.fin. 2014,456; O. MOHOUT, B.

VANHAEREN en E. LEMAIRE, Crowdfunding in België met een blik op de wereld, Brugge, die Keure, 2016, 53; A. SOTIROPOULOU, “Legal update: the FCA’s crowdfunding regulation”, RISF 2014, 70; N. VANDEZANDE en N. VAN DE VELDE, “Juridische aspecten van crowdfunding in België” in M.E.

STORME en F. HELSEN (eds.), Innovatie en disruptie in het economisch recht, Antwerpen, Intersentia, 2017, 183.

46 P. BELLEFLAMME en T. LAMBERT, “Crowdfunding: Some Empirical Findings and Microeconomic Underpinnings”, Bank Fin. 2014, 288; L.

COLEBUNDERS, “Crowdfunding: waarom, soorten en werking”, Bank Fin. 2014, 470; F. LÉVY MORELLE, “Le crowdfunding outil de financement innovant”, Bank Fin. 2015, 303; S. DECOSTER en C. LEWALLE, “Le crowdfunding: réglementation applicable, enjeux et perspectives”, Rev.banc.fin.

2014, 456.

47 F. FORTON en M. VAN HOUT, “Crowdfunding als alternatieve financieringsbron”, Bank Fin. 2015, 366.

48 J. BORGERHOFF en K. BYTTEBIER, Crowdfunding, Brugge, die Keure, 2016, 13.

49 D. RAES, “Le crowdfunding: un mode de financement issu de la pratique”, in M. GREGOIRE (ed.), Le droit bancaire et financier en mouvement, Brussel, Bruylant, 2013, 92; S. DECOSTER en C. LEWALLE, “Le crowdfunding: réglementation applicable, enjeux et perspectives”, Rev.banc.fin. 2014,

B. PLAATS VAN PEER-TO-PEER LENDING BINNEN HET GROTER GEHEEL ‘CROWDFUNDING'

38. Om de context van crowdlending te kunnen begrijpen, is het essentieel om het concept te kaderen binnen het fenomeen ‘crowdfunding’. Er zal eerst worden nagegaan wat de term ’crowdfunding‘ in het algemeen inhoudt, om vervolgens de verschillende verschijningsvormen van crowdfunding te bestuderen.

39. Het woord ‘crowdfunding’ is afgeleid van de marketingterm ‘crowdsourcing’ en wordt dan ook gezien als een deelvorm ervan. Bij crowdsourcing wordt online een gemeenschap gevormd die zich betrokken voelt bij een bepaald project, product of onderneming. Het is dan ook het opzet dat deze individuen zich engageren met het oog op het realiseren van het project, het verbeteren van het product of het oplossen van een bepaald bedrijfsprobleem door financiële middelen, ideeën, initiatieven, kennis of hun netwerk ter beschikking te stellen. Dit fenomeen sluit aan bij het hedendaags streven naar een socialere maatschappij met meer solidariteit en engagement. De onderliggende gedachte is dan ook een participatieve maatschappij. Crowdfunding wordt gebaseerd op hetzelfde grondbeginsel, met name het beroep doen op een grote groep personen, maar bij crowdfunding wordt vooral op zoek gegaan naar geld in plaats van naar kennis of ideeën.50

40. Crowdfunding is dus een overkoepelende term voor een onderscheiden geheel aan alternatieve financieringstechnieken. Vanuit taalkundig perspectief kan crowdfunding het best worden omschreven als

‘financiering (funding) door de menigte (crowd)’ of ‘participatieve financiering’.51 Aan de ene kant bevinden zich de ondernemingen die een project wensen te realiseren en aan de andere kant bevindt zich het grote publiek dat wenst te investeren of beleggen. Het gaat dus over een alternatief en sociaal financieringsmodel waarbij toegelaten wordt dat potentiële kredietnemers rechtstreeks financiering zoeken zonder tussenkomst van een traditionele financiële instelling. Hiermee staat crowdfunding lijnrecht tegenover de klassieke financieringskanalen die in beginsel verlopen via een gelimiteerd aantal financiële (institutionele) dienstverleners.52

455; O. MOHOUT, B. VANHAEREN en E. LEMAIRE, Crowdfunding in België met een blik op de wereld, Brugge, die Keure, 2016, 20; T. BONNEAU, “La régulation du crowdfunding dans le monde”, RISF 2014, afl. 2, 3.

50 P. BELLEFLAMME, T. LAMBERT en A. SCHIENBACHER, “Crowdfunding: Tapping the right crowd”, Journal of Business Venturing 2014, 588; D.

WILLERMAIN, “Le crowdfunding ou financement participatif” in X., Modes actueles de financement des PME, Brussel, 2015, 3; L. COLLINS en Y.

PIERRAKIS, The venture crowd - Crowdfunding equity investment into business, Nesta, 2012, 9; E. GERBER en J. HUI, “Crowdfunding: Motivations and Deterrents for Participation”, TOCHI 2013, 2, 24; J. BORGERHOFF en K. BYTTEBIER, Crowdfunding, Brugge, die Keure, 2016, 13; M. AERTS, R.

KLEVERLAAN, M. LUTGENDORFF en K. VAN VLIET, Crowdfunding: De hype voorbij: haal maximale waarde uit uw crowdfundingcampagne, Delft, Eburon Business, 2014, 36; A. LUKKARINEN, J. E. TEICH, H. WALLENIUS, J. WALLENIUS, “Succes drivers of online equity crowdfunding campaigns”, Decision Support Systems 2016, 26.

51 F. LÉVY MORELLE, “Le crowdfunding outil de financement innovant”, Bank Fin. 2015, 302; N. VANDEZANDE en N. VAN DE VELDE, “Juridische aspecten van crowdfunding in België” in M.E. STORME en F. HELSEN (eds.), Innovatie en disruptie in het economisch recht, Antwerpen, Intersentia, 2017, 177.

52 C.S. BRADFORD, “Crowdfunding and the federal securities laws”, Colum.Bus.L.Rev. 2012, Vol. 2012, 14-27; E. MOLLICK, “The dynamics of crowdfunding: An exploratory study”, J. of Business Venturing 2014, Vol. 29, 3-4; L. COLEBUNDERS, “Crowdfunding: waarom, soorten en werking”,

41. Kort samengevat omvat crowdfunding een open oproep via een moderne communicatietechniek aan een grote menigte investeerders met het oog op het inzamelen van kapitaal ter ondersteuning van een specifiek initiatief of project zonder tussenkomst van een financiële intermediair. Dit kan zowel in de vorm van een donatie als in ruil voor een vooraf bepaalde tegenpresentatie53 die zowel materieel als immaterieel kan zijn. Het is hierbij evenwel kenmerkend dat het meestal gaat om relatief kleine geldsommen van relatief veel individuen. Vroeger zouden de transactiekosten, die gepaard gaan met het aantrekken van dergelijke kleine bedragen bij een groot netwerk, crowdfunding zeker en vast onwerkbaar hebben gemaakt, maar door het internet zijn deze transactiekosten echter aanzienlijk verminderd.54

42. Crowdfunding heeft relatief recent haar echte opmars gekend en is nog steeds in volle groei. Het is potentieel het begin van een revolutie in de manier waarop financiering wordt toegewezen aan ondernemingen. Crowdfunding laat creatieve en innovatieve ondernemingen namelijk toe om rechtstreeks het publiek te bereiken. Het is dan ook een nieuw type van transparantie, openheid en democratie die het voormalige monopolie en de exclusieve toegang tot nouveauté weghaalt bij de grote ondernemingen.

Crowdfunding vormt echter niet alleen een basis voor de doorbraak van innovatieve opkomende technologieën en exploitaties, maar leidt ook tot een duurzame ontwikkeling van diverse sectoren en ecosystemen. Crowdfunding is bovendien ook de hoeksteen van de groeiende collaboratieve economie die reeds haar maatschappelijke invloed laat gelden.55

43. Crowdfunding kan verscheidene vormen, die op uiteenlopende wijzen kunnen worden ingedeeld, aannemen. Aan de hand van een divisie op twee niveaus, waarbij elke hoofdcategorie nogmaals wordt onderverdeeld in subcategorieën, wordt er trapsgewijs een duidelijk overzicht van deze vormen geschetst.

Bank Fin. 2014, afl. 6, 470; N. VANDEZANDE en N. VAN DE VELDE, “Juridische aspecten van crowdfunding in België” in M.E. STORME en F. HELSEN (eds.), Innovatie en disruptie in het economisch recht, Antwerpen, Intersentia, 2017, 177.

53 Bijvoorbeeld het toekomstige product, stemrechten of een financiële beloning.

54 C.S. BRADFORD, “Crowdfunding and the federal securities laws”, Colum.Bus.L.Rev. 2012, Vol. 2012, 10; E. MOLLICK, “The dynamics of crowdfunding: An exploratory study”, J. of Business Venturing 2014, Vol. 29, 2; J.J. WILLIAMSON, “The JOBS Act and Middle-Income Investors: Why It Doesn’t Go Far Enough”, Yale L.J. 2012-2013, Vol. 122, 2069-2070; P. BELLEFLAMME, T. LAMBERT en A. SCHWIENBACHER, “Crowdfunding: Tapping the right crowd”, J. of Business Venturing 2013, Vol. 29, 589; F. LÉVY MORELLE, “Le crowdfunding outil de financement innovant”, Bank Fin. 2015, 302; N. VANDEZANDE en N. VAN DE VELDE, “Juridische aspecten van crowdfunding in België” in M.E. STORME en F. HELSEN (eds.), Innovatie en disruptie in het economisch recht, Antwerpen, Intersentia, 2017, 177-179; D. RAES, “Le Crowdfunding: un mode de financement issu de la pratique”

in M. GRÉGOIRE (ed.), Le droit bancaire et financier en mouvement, Brussel, Bruyland, 2013, 92; D. BRULOOT en K. MARESCEAU (eds.), De obligatielening, Antwerpen, Intersentia, 2017, 65-66; P. BELLEFLAMME en T. LAMBERT, “Crowdfunding: Some Empirical Findings and Microeconomic Underpinnings”, Bank Fin. 2014, afl. 4, 288.

55 P. BELLEFLAMME, T. LAMBERT en A. SCHWIENBACHER, “Crowdfunding: Tapping the right crowd”, Journal of Business Venturing 2014, 588-600;

L. COLLINS EN Y. PIERRAKIS, The venture crowd – Crowdfunding equity investment into business, Nesta, 2012, 9; D. RAES, “Le crowdfunding: un mode de financement issu de la pratique”, in M. GREGOIRE (ed.), Le droit bancaire et financier en mouvement, Brussel, Bruylant, 2013, 92; L.

COLEBUNDERS, “Crowdfunding: waarom, soorten en werking”, Bank Fin. 2014, afl. 6, 468; S. DECOSTER en C. LEWALLE, “Le crowdfunding:

réglementation applicable, enjeux et perspectives”, Rev.banc.fin. 2014, 455; E. GERBER en J. HUI, “Crowdfunding: Motivations and Deterrents for Participation”, TOCHI 2013, 2, 24; A. LUKKARINEN, J.E. TEICH, H. WALLENIUS, J. WALLENIUS, “Success drivers of onlne equity crowdfunding campaigns”, Decision Support Systems 2016, 26.

44. Er kunnen globaal genomen twee grote soorten crowdfunding worden onderscheiden: financiële crowdfunding en niet-financiële crowdfunding. Deze soorten worden gekarakteriseerd aan de hand van de tegenprestaties, die de investeerders kunnen ontvangen in ruil voor hun bijdrage, en onderscheiden zich in functie van de betrokkenheid, de specifieke bedoelingen en de investeringsredenen.56

Bij financiële crowdfunding verlangt de investeerder een directe of indirecte financiële tegenprestatie zodat het geïnvesteerde geld (grotendeels) wordt terugbetaald met meestal daarbovenop een aantrekkelijk financieel rendement. Dit kan zich onder meer vertalen in een (periodieke) rente, een percentage op de winst, aandelen of (converteerbare) obligaties. De drijfveer van de investeerder is hierbij voornamelijk van financiële aard. Deze vorm houdt voor de investeerders dan ook een groter risico in waardoor er in dit kader sprake moet zijn van een extensieve beleggersbeschermingsregeling.57

Bij niet-financiële crowdfunding worden er geen financiële instrumenten uitgegeven, wordt de investeerder geen aandeelhouder of schuldeiser en is er geen sprake van een financiële tegenprestatie. In het beste geval krijgt de investeerder een beloning. Het spreekt dan ook voor zich dat niet-financiële crowdfunding wordt ingegeven door altruïstische, filantropische, sociale en emotionele motieven en overwegingen. Een dergelijke investering wordt veelal gedaan uit sympathie voor de onderneming of om het product als eerste in voorverkoop te verkrijgen.58

45. Financiële crowdfunding en niet-financiële crowdfunding worden op hun beurt onderverdeeld in verschillende subcategorieën.

Financiële crowdfunding bestaat uit equity/investment based crowdfunding (gebaseerd op participatie via deelname in het kapitaal), profit sharing crowdfunding (gebaseerd op participatie in de winst) en lending based crowdfunding (= crowdlending).59

56 S. STEINBERG, The Crowdfunding Bible: how to raise money for any startup, video game, or project, San Franciso, ReadMe, 2012, 5; S. DECOSTER en C. LEWALLE, “Le Crowdfunding: réglementation applicable, enjeux et perspectives”, Rev.banc.fin. 2014, 456; L. COLEBUNDERS, “Crowdfunding:

waarom, soorten en werking”, Bank Fin. 2014, afl. 6, 470; O. MOHOUT, B. VANHAEREN en E. LEMAIRE, Crowdfunding in België met een blik op de wereld, Brugge, die Keure, 2016, 19-25; A.M. VANDEKERKHOVE, “Ruimere belastingvoordelen voor steun aan starters”, Fisc. Act. 2017, 6.

57 P. BELLEFLAMME en T. LAMBERT, “Crowdfunding: Some Empirical Findings and Microeconomic Underpinnings”, Bank Fin. 2014, 288; L.

COLEBUNDERS, “Crowdfunding: waarom, soorten en werking”, Bank Fin. 2014, 470; F. LÉVY MORELLE, “Le crowdfunding outil de financement .innovant”, Bank Fin. 2015, 302-303; A. SOTIROPOULOU, “Legal update: the FCA’s crowdfunding regulation”, RISF 2014, 70.

58 L. COLEBUNDERS, “Crowdfunding: waarom, soorten en werking”, Bank Fin. 2014, 468; F. FORTON en M. VAN HOUT, “Crowdfunding als alternatieve financieringsbron”, Bank Fin. 2015, 372; O. MOHOUT, B. VANHAEREN en E. LEMAIRE, Crowdfunding in België met een blik op de wereld, Brugge, die Keure, 2016, 19-25; A.M. VANDEKERKHOVE, “Ruimere belastingvoordelen voor steun aan starters”, Fisc. Act. 2017, 6.

59 P. BELLEFLAMME en T. LAMBERT, “Crowdfunding: Some Empirical Findings and Microeconomic Underpinnings”, Bank Fin. 2014, 288; L.

COLEBUNDERS, “Crowdfunding: waarom, soorten en werking”, Bank Fin. 2014, 470; S. DECOSTER en C. LEWALLE, “Le crowdfunding: réglementation applicable, enjeux et perspectives”, Rev.banc.fin. 2014, 456; E. MOLLICK, “The dynamics of crowdfunding: An exploratory study”, Journal of Business Venturing 2014, Vol. 29, 3; K. DE BUYSERE, O. GAJDA, R. KLEVERLAAN, en D. MAROM, A Framework for European Crowdfunding, s.l., 2012, 10-11;

F. LÉVY MORELLE, “Le crowdfunding outil de financement innovant”, Bank Fin. 2015, 303; F. FORTON en M. VAN HOUT, “Crowdfunding als alternatieve financieringsbron”, Bank Fin. 2015, 366.

Niet-financiële crowdfunding kan worden opgedeeld in donation-based crowdfunding en reward-based crowdfunding. Bij donation-based crowdfunding gaat het om een loutere gift en verlangt de investeerder in ruil voor zijn bijdrage geen wederprestatie. Bij reward-based crowdfunding krijgt de investeerder voor zijn inbreng een (bescheiden) materiële of immateriële, vaak symbolische, beloning van niet-financiële aard of het recht om het product in voorverkoop aan te kopen. Deze vormen van crowdfunding vallen vooralsnog in beginsel buiten het financieelrechtelijk speelveld. 60

46. Crowdfunding is dus een hyperoniem waaronder crowdlending geclassificeerd kan worden. Deze specifieke vorm, waarbij investeerders via leningen participeren in de financiering van een onderneming, is ontstaan door de opkomst van het internet en de sociale media, de nood aan alternatieve financiering voor ondernemingen en de behoefte aan investeringsmogelijkheden voor investeerders.61

C. EIGEN AFGEBAKENDE (WERK)DEFINITIE EN ONDERZOEKSVELD

47. Op basis van vaak gehanteerde beschrijvingen en na het bij elkaar brengen van een aantal specifieke elementen kan het begrip ‘crowdlending’ als volgt worden gedefinieerd:

“Crowdlending is een alternatieve financieringstechniek waarbij door een kredietnemer, al dan niet met behulp van een online platform dat niet toebehoort aan een traditionele financiële instelling, een open oproep tot het brede publiek wordt gericht teneinde voor persoonlijke ondernemings- doeleinden dan wel voor specifiek welomschreven ondernemingsprojecten financiële middelen aan te trekken onder de vorm van een leningsovereenkomst met de belofte tot terugbetaling van het

“Crowdlending is een alternatieve financieringstechniek waarbij door een kredietnemer, al dan niet met behulp van een online platform dat niet toebehoort aan een traditionele financiële instelling, een open oproep tot het brede publiek wordt gericht teneinde voor persoonlijke ondernemings- doeleinden dan wel voor specifiek welomschreven ondernemingsprojecten financiële middelen aan te trekken onder de vorm van een leningsovereenkomst met de belofte tot terugbetaling van het