• No results found

Beschrijving van de retailmarkt

Annex B Analyse van de retailmarkten B.1 Inleiding

B.5 Afbakening retailmarkten vaste telefonie

B.5.1 Beschrijving van de retailmarkt

762. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de vaste telefoniediensten die worden aangeboden op de retailmarkt en de infrastructuren waarover deze diensten worden aangeboden. Daarnaast worden de aanbieders en afnemers van de verschillende diensten beschreven.

B.5.1.1 Retaildiensten

763. De retaildiensten voor vaste telefonie bestaan voor eindgebruikers uit twee onderdelen: − aansluitingen: toegang tot een openbaar elektronisch communicatienetwerk op een vaste

locatie ten behoeve van spraak, faxverkeer en smalbandig internet;

verkeers- en informatiediensten die over deze aansluitingen worden afgenomen. Aansluitingen

764. Hieronder volgt een beschrijving van de verschillende typen aansluitingen die op de retailmarkt worden aangeboden.

Analoog/PSTN

765. De traditionele vorm van vaste telefonie vindt plaats via een analoge verbinding op het ‘Public Switched Telephone Network’ (hierna: PSTN), het circuitgeschakelde openbare koperen

telefonienetwerk.339 Een PSTN-aansluiting levert één spraakkanaal.

Digitaal/ISDN

766. Over het openbare koperen telefonienetwerk kunnen tevens digitale telefoniediensten worden aangeboden. Met de digitale aansluittechniek kunnen meerdere communicatiekanalen over de aansluitlijn worden geleverd, waardoor meerdere telefoongesprekken tegelijkertijd kunnen worden gevoerd. ISDN kent de vormen ISDN1, -2, -15, -20 en -30. Hiernaast kunnen meervoudige ISDN1- en ISDN2-aansluitingen worden afgenomen (n*ISDN1 en n*ISDN2). Het getal geeft aan hoeveel

gesprekken gelijktijdig gevoerd kunnen worden. Met een ISDN30 kunnen dus 30 gelijktijdige

gesprekken worden gevoerd en met een 4*ISDN2 kunnen 8 gelijktijdige gesprekken worden gevoerd. ISDN wordt behalve over het koperen netwerk ook over glasvezelnetwerken aangeboden.

VoB

767. Bij Voice over Broadband (VoB) worden telefoniediensten aangeboden over een breedbandig netwerk. Aansluiting op dit netwerk vindt plaats met een modem. VoB wordt aangeboden over het koperen netwerk, over het coaxnetwerk en over glasvezelnetwerken. VoB-diensten worden door

339

Tegenwoordig is veelal alleen de lijn van de abonnee naar de telefooncentrale nog analoog, het verdere transport is digitaal.

consumenten nagenoeg altijd in een bundel met breedbandinternetdiensten afgenomen. Aangezien VoB schaalbaar is, kunnen over een dergelijke aansluiting meerdere kanalen worden geleverd. Verkeers- en informatiediensten

768. Door een telefonieaansluiting op (of toegang tot) het vaste openbare telefoonnetwerk heeft een eindgebruiker de mogelijkheid om verschillende diensten af te nemen. Deze diensten omvatten de volgende verkeersdiensten:

− lokaal verkeer; − nationaal verkeer; − internationaal verkeer;

− verkeer naar mobiele telefonieaansluitingen (hierna: vast-mobiel verkeer); − verkeer naar bedrijfsnummers (niet-geografische vaste nummers); − internetinbelverkeer (via 06760);

− overig verkeer.

769. Daarnaast heeft een eindgebruiker de mogelijkheid om onder meer de volgende informatiediensten af te nemen:

- informatienummers (0800/090x); − abonnee-informatienummers (18xy); − persoonlijke assistentiediensten (084/087). B.5.1.2 Retailaanbieders

770. Op de retailmarkt voor vaste telefonie zijn verschillende aanbieders actief. Onderstaand worden deze aanbieders opgesomd, gecategoriseerd naar de bouwstenen waarvan ze gebruikmaken voor het aanbieden van vaste telefoniediensten.

Aanbieders met een eigen aansluitnetwerk

771. Op de markt voor vaste telefonie is KPN de grootste partij met een eigen aansluitnetwerk. De koperen infrastructuur van KPN ontsluit praktisch alle adressen in Nederland. Daarnaast biedt KPN vaste telefoniediensten aan over de glasvezelinfrastructuur van Reggefiber.340 Over haar

aansluitnetwerk biedt KPN landelijk PSTN-, ISDN- en VoB-diensten aan.

772. Verschillende kabelaanbieders bieden telefoniediensten aan over hun coaxaansluitnetwerk. Er is geen overlap tussen de dekkingsgebieden van verschillende kabelaanbieders. Tezamen hebben de

340

kabelaanbieders 95-100 procent dekking bij huishoudens, waarbij UPC en Ziggo het grootste dekkingsgebied hebben. Kabelaanbieders bieden vrijwel uitsluitend VoB-diensten aan.341

773. Verschillende andere aanbieders leveren vaste telefoniediensten over glasvezelnetwerken zoals Fibre-to-the-Homenetwerken (FttH). Reggefiber is veruit de grootste FttH-aanbieder. Over FttH wordt vrijwel uitsluitend VoB geleverd. Daarnaast zijn er aanbieders die zakelijke eindgebruikers en bedrijventerreinen hebben aangesloten op hun eigen glasvezelnetwerk. Het gaat hier om partijen zoals BT, Colt, Tele2, Verizon en Ziggo. Deze partijen leveren met name ISDN30-aansluitingen. Aanbieders die gebruikmaken van niet-telefoniespecifieke wholesaletoegang

774. Verschillende aanbieders bieden vaste telefonie aan over breedbandverbindingen en kopen daarvoor ULL of WBT in. Over ULL en WBT wordt met name VoB geleverd (in combinatie met een breedbandverbinding) en in beperkte mate PSTN en ISDN30. De grootste aanbieders van deze diensten zijn Tele2 en T-Mobile/Online.

775. Hiernaast zijn er verschillende aanbieders die op basis van ILL met name ISDN30-aansluitingen leveren aan eindgebruikers. De grootste aanbieders van deze diensten zijn BT en EspritXB.

Aanbieders die gebruikmaken van telefoniespecifieke wholesaletoegang

776. Verschillende aanbieders leveren vaste telefoniediensten zonder dat ze over een eigen aansluiting beschikken of een aansluiting inkopen bij KPN. Deze partijen maken gebruik van C(P)S om verkeersdiensten te leveren en WLR om de aansluiting van KPN door te verkopen aan

eindgebruikers. Tele2 en Pretium zijn de twee grootste aanbieders van deze diensten gericht op consumenten. Tele2 en EspritXB zijn de grootste aanbieders van deze diensten gericht op zakelijke eindgebruikers.

777. C(P)S wordt ook nog zelfstandig aangeboden. De grootste aanbieders van C(P)S-onlydiensten zijn Tele2 en Pretium.

B.5.1.3 Retailafnemers

778. Hieronder volgt een beschrijving van de diensten die consumenten (huishoudens) en zakelijke gebruikers afnemen.

Consumenten (huishoudens)

779. Consumenten nemen PSTN-, ISDN- en VoB-aansluitingen af. Het gaat hier vrijwel altijd om aansluitingen met één lijn. Circa 9 procent van de consumenten neemt twee of meer lijnen af. Dit percentage is de afgelopen jaren niet veranderd.342

341

UPC heeft nog een zeer beperkt aantal analoge telefonieaansluitingen, [vertrouwelijk: XXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXX].

342

Telecompaper, Consumentenpanel. Het Consumentenpanel is een maandelijks terugkerend onderzoek onder minimaal 1.500 consumenten naar het gebruik van vaste telefonie, mobiele telefonie, breedband internet en televisie.

Zakelijke gebruikers

780. Zakelijke gebruikers worden over het algemeen onderverdeeld in ‘Small Office Home Office’ (hierna: SOHO), kleinbedrijf (hierna: KB), middelgrootbedrijf (hierna: MB) en grootbedrijf (hierna: GB). De behoefte van SOHO kan vergelijkbaar zijn met die van consumenten. Grootzakelijke gebruikers hebben veelal behoefte aan het gelijktijdig kunnen voeren van meerdere gesprekken. De behoeften aan het aantal lijnen en verkeersvolumes zijn bij zakelijke gebruikers afhankelijk van omzet, het aantal vestigingen, het aandeel van ICT in de totale productiekosten, de branche en de schaal.343 Een overzicht van de verschillende typen aansluitingen die zakelijke gebruikers afnemen, wordt gegeven in Tabel 18.

B.5.2 Productmarkt

781. Als startpunt voor de marktafbakening worden de PSTN- en ISDN-aansluitingen genomen die KPN aanbiedt. Het college heeft in 2008 vastgesteld dat er een risico bestaat dat KPN AMM heeft op de markt waar deze diensten onderdeel van uit maken. Het college onderzoekt in onderstaande paragrafen welke diensten substituten voor PSTN- en ISDN-aansluitingen zijn.

782. De analyse wordt gestart in een situatie zonder regulering, de zogenaamde

greenfield-benadering. Voor de marktafbakening betekent dit concreet dat wordt gestart met een situatie waarin alleen diensten worden geleverd op basis van een eigen infrastructuur en dat er geen diensten worden geleverd op basis van inkoop van gereguleerde toegangsdiensten. De aanname is derhalve dat een aantal aanbieders dat momenteel actief is, niet langer actief zou zijn, of niet in de mate waarin deze aanbieders nu actief zijn. Van de aanbieders – zoals beschreven in paragraaf B.5.1.2 – zouden alleen vaste telefoniediensten worden aangeboden door KPN, de kabelaanbieders en de aanbieders die eindgebruikers op hun eigen glasvezelnetwerk hebben aangesloten. Het college gaat ervan uit dat in de greenfield-situatie alleen interne leveringen plaatsvinden en KPN niet vrijwillig externe

wholesalediensten levert. Of KPN de prikkel tot vrijwillige levering van wholesalediensten heeft, wordt onderzocht in de wholesaleanalyse.

783. Het college heeft aan marktpartijen gevraagd naar relevante ontwikkelingen die zich de afgelopen reguleringsperiode hebben voorgedaan en mogelijk invloed hebben op de

productmarktafbakening.344 Op basis van de door marktpartijen genoemde ontwikkelingen en de door het college in zijn marktanalysebesluit vaste telefonie van 2008 gehanteerde productmarktafbakening, is het college tot de onderstaande vragen gekomen. Om de relevante markten in de greenfield-situatie af te bakenen, worden deze vragen hierna achtereenvolgens beantwoord:

- behoren verkeer en aansluitingen tot dezelfde relevante productmarkt (B.5.2.1)? - behoren alle soorten verkeer tot dezelfde relevante productmarkt (B.5.2.2)?

343

Roland Berger, Prospectief onderzoek naar de marktontwikkelingen op het gebied van elektronische communicatie in de Nederlandse zakelijke markt, april 2011, pagina 14.

344

- vormen de verschillende PSTN- en ISDN-diensten substituten van elkaar of dient een onderscheid te worden gemaakt naar verschillende relevante productmarkten op basis van het aantal gelijktijdig te voeren gesprekken (B.5.2.3)?

- behoren vaste telefoniediensten over VoB-aansluitingen tot dezelfde relevante markt(en) als vaste telefoniediensten over PSTN- en ISDN-aansluitingen (B.5.2.3)?

- is er een aparte relevante productmarkt voor een gecombineerde afname van PSTN-, ISDN- en VoB-diensten (B.5.2.4)?

- behoren vaste telefoniediensten over verschillende infrastructuren tot dezelfde relevante productmarkt (B.5.2.5)?

- behoort over-the-top-telefonie tot dezelfde relevante productmarkt(en) als vaste telefoniediensten (B.5.2.6)?

- behoort mobiele telefonie tot dezelfde relevante productmarkt(en) als vaste telefoniediensten (B.5.2.7)?

- is een vaste telefoniedienst in een bundel met internet en/of televisie een substituut voor een stand alone vaste telefoniedienst (B.5.2.8)?

B.5.2.1 Aansluitingen en verkeersdiensten

784. Zoals gesteld in randnummer 763, bestaan vaste telefoniediensten uit twee diensten: de dienst voor het bieden van toegang tot het netwerk voor vaste telefonie – de zogenoemde

telefonieaansluitingen – en de verkeersdiensten over deze aansluitingen. Om gebeld te kunnen worden, is een telefonieaansluiting voldoende. Om gesprekken te kunnen initiëren is het echter noodzakelijk om tevens verkeersdiensten af te nemen. De telefonieaansluiting en verkeersdiensten zijn dan ook complementaire diensten en geen substituten. In het marktanalysebesluit vaste telefonie uit 2008 zijn deze diensten tot één relevante markt gerekend. Onderstaand wordt onderzocht of dit nog steeds het geval is.

Feiten en analyse

785. In een greenfield-situatie zijn er uitsluitend aanbieders met een eigen infrastructuur. Deze aanbieders hebben geen enkele prikkel om de telefonieaansluiting en de verkeersdienst afzonderlijk aan te bieden. Als gevolg daarvan zullen de diensten uitsluitend in gebundelde vorm worden

aangeboden.

786. Verkeersdiensten worden meestal afgenomen bij dezelfde aanbieder als degene die de aansluiting levert. In beperkte mate worden verkeersdiensten echter bij een andere aanbieder afgenomen dan waar de aansluiting wordt afgenomen. Dit aanbod wordt alleen gedaan door partijen die gebruik maken van gereguleerde wholesalediensten. Het college is van oordeel dat deze praktijk zich zonder wholesaleregulering niet zou voordoen en er geen reden is om verkeer en aansluitingen als separate markten te beschouwen. Bovendien wordt zelfs in aanwezigheid van CPS-regulering heel

beperkt verkeer afgenomen bij een andere aanbieder dan waar de aansluiting wordt afgenomen. Eind 2008 was dit 4,6 procent, eind 2010 is dit gedaald tot nog geen 1,5 procent van de eindgebruikers.345 787. Het betalen van één prijs (flat fee) voor de gecombineerde afname van aansluiting en verkeer is een verdere indicator dat het onderscheid tussen aansluiting en verkeer niet van belang is. Het college stelt op grond van Tabel 15 dat het percentage van dergelijke bundels op de totale markt voor PSTN- en ISDN1/2-aansluitingen tussen Q2 2008 en Q2 2010 is toegenomen van [KPN

vertrouwelijk: 65-70%] naar [KPN vertrouwelijk: 70-75%].

Q2-2008 Q4-2008 Q2-2009 Q4-2009 Q2-2010

PSTN-diensten KPN, exclusief C(P)S

PSTN-diensten [KPN vertrouwelijk: XXX XXX XXX XXX XXX]

Bundel Belvrij [KPN vertrouwelijk: XXX XXX XXX XXX XXX]

Aandeel bundels [KPN vertrouwelijk: 45-50% 45-50% 45-50% 45-50% 45-50%] C(P)S/WLR-diensten C(P)S-abonnees 787 744 685 593 499 waarvan ook WLR 377 406 419 399 370 Aandeel bundels 48% 55% 61% 67% 74% VoB-diensten (waaronder KPN) VoB-diensten 2669 2903 3148 3364 3525 Aandeel bundels 100% 100% 100% 100% 100%

Aandeel bundels totale markt [KPN

vertrouwelijk: 65-70% 65-70% 70-75% 70-75% 70-75%]

Tabel 15. Aandeel flat fee bundels (aantallen *1000)346

788. Gezien de complementariteit van telefonieaansluiting en verkeersdiensten, het gebrek aan een prikkel om de telefonieaansluiting en de verkeersdienst afzonderlijk aan te bieden, de beperkte afname van verkeersdiensten bij een andere aanbieder dan waar de aansluiting wordt afgenomen en de toenemende afname van bundels van aansluiting en afgekocht verkeer, concludeert het college dat telefonieaansluitingen en verkeersdiensten tot dezelfde relevante productmarkt behoren.

Conclusie

789. Het college concludeert dat telefonieaansluitingen en verkeersdiensten tot dezelfde productmarkt behoren.

B.5.2.2 Verkeersdiensten

790. In de randnummers 768 en 769 zijn de verkeers- en informatiediensten genoemd die worden geleverd op het vaste telefonienetwerk. Hieronder gaat het college na of al deze verkeersdiensten tot de productmarkt voor vaste telefonie dienen te worden gerekend.

345

Bron: Structurele Marktmonitor. 346

‘Belvrij’ is het flat feeproduct van KPN. C(P)S/WLR-diensten en VoB-diensten zijn in de meeste gevallen flat fee. Het aandeel bundels op de totale markt is het gewogen gemiddelde van het aandeel bundels op PSTN, C(P)S/WLR en VoB. Bron: Structurele Marktmonitor, CPST-rapportage KPN en WLR-rapportage KPN, bewerking OPTA.

Feiten en analyse

791. Internationaal verkeer wordt niet onderzocht in dit besluit. Deze markt is in het retailbesluit 2005347 concurrerend bevonden. Deze markt staat bovendien niet op de Aanbeveling. Het college heeft geen indicaties dat de marktomstandigheden op de markt significant zijn veranderd.

Internationaal verkeer dient derhalve niet tot de relevante productmarkten gerekend te worden. 792. Naar het oordeel van het college zijn de diensten voor het verkrijgen van informatiediensten niet als retailtelefoniediensten te kwalificeren. Het college komt tot dit oordeel op grond van de volgende overwegingen. Een nummergebruiker die een 090x-dienst aanbiedt op de retailmarkt kiest een platformhouder die het verkeer afwikkelt. De platformhouder koopt hiervoor whosalediensten in (opbouw en/of afgifte). Er is in het geval van een 090x-dienst geen sprake van een retaildienst voor telefonieverkeer, maar van een retailinformatiedienst. Vaste telefonieaanbieders kunnen bij dergelijke diensten de tarieven en voorwaarden van de retaildienst niet bepalen. De ingekochte

wholesalediensten zijn wél telefoniediensten. Eenzelfde redenering geldt voor 0800-diensten, abonnee-informatiediensten (18xy) en persoonlijke assistentienummers (084/087). Het college ziet derhalve geen reden om deze diensten in de retailmarkten voor vaste telefonie op te nemen. Voor zover voor de levering van deze diensten wholesalediensten nodig zijn, worden deze in de analyses van de desbetreffende wholesalemarkten meegenomen.

793. Alle andere verkeersdiensten, te weten verkeer naar geografische telefonieaansluitingen (lokaal en nationaal), naar mobiele telefonieaansluitingen, naar bedrijfsnummers en naar aanbieders van toegangsdiensten tot het internet, behoren naar het oordeel van het college wél tot de relevante productmarkt. Aanbieders zijn in het algemeen betrekkelijk eenvoudig in staat om deze diensten aan te bieden. Er zijn namelijk geen toegangsdrempels die aanbieders zouden beletten deze diensten aan te bieden of zouden hinderen bij het aanbieden van bepaalde diensten. Op grond hiervan concludeert het college dat er bij deze diensten sprake is van aanbodsubstitutie.

Conclusie

794. Het college concludeert dat alle verkeersdiensten, uitgezonderd internationaal verkeer, verkeer naar informatienummers en verkeer naar nummers voor persoonlijke assistentiediensten tot de relevante productmarkt behoren.

B.5.2.3 Onderscheid productmarkten op basis van aantal gelijktijdig te voeren gesprekken 795. In 2008 heeft het college een residentiële retailmarkt (≤ 2 gelijktijdige gesprekken) afgebakend en een zakelijke retailmarkt (> 2 gelijktijdige gesprekken). Het aantal gelijktijdig te voeren gesprekken wordt bepaald door het aantal lijnen/(spraak)kanalen per aansluiting. In het kader van deze

marktafbakening moet de vraag worden beantwoord of PSTN-, ISDN-, en VoB-diensten substituten van elkaar zijn en of er net als in de marktanalyse van 2008 een onderscheid moet worden gemaakt naar verschillende productmarkten op basis van het aantal gelijktijdig te voeren gesprekken.

796. Het college onderzoekt dit in een drietal stappen. In eerste instantie onderzoekt het college of de verschillende traditionele telefoonaansluitingen (PSTN en ISDN) vraagsubstituten van elkaar zijn.

347

Het gaat daarbij om de volgende aansluitingen: PSTN, n*ISDN2,348 ISDN15, ISDN20 en ISDN30. Vervolgens wordt onderzocht of VoB-aansluitingen een vraagsubstituut vormen voor deze traditionele telefoonaansluitingen. Tot slot staat het college stil bij de vraag in hoeverre verschillende typen aansluitingen een aanbodsubstituut voor elkaar vormen.

Feiten en analyse

Vraagsubstitutie tussen verschillende typen traditionele telefoonaansluitingen (PSTN/ISDN)

797. Startpunt is zoals gezegd de vraag of verschillende traditionele aansluitingen vraagsubstituten van elkaar zijn. Het college onderzoekt dit door in eerste instantie te kijken in hoeverre er sprake is van overstap tussen de verschillende typen aansluitingen. Vervolgens bekijkt het college verschillen in prijs en functionaliteit.

798. De vraag of traditionele aansluitingen uitwisselbaar zijn voor afnemers dient van twee kanten bekeken te worden: omlaag en omhoog. Met “omlaag” wordt bijvoorbeeld bedoeld: van ISDN30 naar ISDN20 of van ISDN15 naar 4*ISDN2. Voor “omhoog” geldt bijvoorbeeld omgekeerd: van PSTN naar ISDN2 of van ISDN2 naar 2*ISDN2.

Overstapgedrag consumenten

799. Het college heeft onderzoeksbureau Heliview Research opdracht gegeven een kwantitatief onderzoek te doen naar het overstapgedrag van consumenten wat betreft hun vaste

telefonieproduct.349 Het onderzoek geeft onder andere inzicht in de afname door consumenten van verschillende typen telefoonaansluitingen, de churn en de typen telefoonaansluitingen die door consumenten als alternatief voor elkaar worden gezien.

800. Uit het onderzoek komt naar voren dat 10 procent van alle de huishoudens in het afgelopen jaar is overgestapt op een ander type vaste telefonieproduct.350 Bij huishoudens die momenteel een PSTN- of ISDN-aansluiting hebben, is de mate van overstappen in het afgelopen jaar het laagst, respectievelijk 4 procent en 3 procent. Bij VoB ligt dat hoger op 11 procent. Van de huishoudens die voorheen een PSTN-aansluiting hadden, geeft vrijwel iedereen aan te zijn overgestapt naar VoB (99 procent), slechts 1 procent is overgestapt op ISDN.351 Van de huishoudens die voorheen een ISDN-aansluiting hadden geeft 83 procent (indicatief vanwege geringe steekproef) aan te zijn overgestapt op een VoB-aansluiting. Van huishoudens die voorheen ook al een VoB-aansluiting hadden, geeft vrijwel iedereen aan te zijn overgestapt naar (wederom) een VoB-aansluiting (98 procent). Er is praktisch geen overstap tussen PSTN en ISDN.

801. Vervolgens is door Heliview aan respondenten met een vaste telefoonaansluiting gevraagd of ze zouden overstappen naar een ander type vaste telefonieproduct, indien alle aanbieders van het door hen gebruikte vaste telefonieproduct de prijzen blijvend met 10 procent zouden verhogen. Op

348

Naast ISDN2 bestaat ook ISDN1, hetgeen in feite een “afgeknepen” ISDN2 is. 349

Heliview, Eindgebruikersonderzoek vaste telefonie onder consumenten, april 2011. 350

Heliview, Eindgebruikersonderzoek vaste telefonie onder consumenten, april 2011, blz. 41. 351