• No results found

BEROEPSDEELMARKTEN IN BEELD De omvang van de verschillende

eenheid in verscheidenheid?

2. BEROEPSDEELMARKTEN IN BEELD De omvang van de verschillende

beroepsdeel-markten in het voortgezet onderwijs loopt sterk uiteen. Na mentorles geven de meeste personen in het vo les in de vakken Nederlands en wis-kunde. Ruim 10.000 mensen doceren in 2015 het vak Nederlands, terwijl er ruim 9.700 wiskunde doceren (zie figuur 1). Deze vakken zijn in omvang fors groter dan aardrijkskunde en handel en ad-ministratie, vakken die door respectievelijk ruim 3.600 en bijna 700 mensen worden gedoceerd. Het aantal lesgevende personen varieert licht door de jaren heen; dit aantal valt voor deze vakken in 2015 iets lager uit dan in 2013. Zo daalde het aantal lesgevende personen bij het vak aardrijkskunde in deze periode met zo’n 3 procent.

176

BEROEPSDEELMARKTEN VAN VAKDOCENTEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS: EENHEID IN VERSCHEIDENHEID? Kijken we naar het aantal gegeven lesuren, dan

zien we dat de meeste lesuren gedoceerd wor-den voor de vakken Nederlands en wiskunde. In tegenstelling tot het aantal personen ligt het aantal lesuren bij wiskunde (ruim 129.300 lesuren) iets hoger dan bij Nederlands (ruim 128.000 lesuren). Aardrijkskunde volgt op gepaste afstand, met 44.000 lesuren. Het vak handel en

administra-6 IPTO op www.data.duo.nl.

Toelichting: Indien een persoon zowel wis- als natuurkunde geeft, telt deze bij beide vakken mee. Daar-naast worden alle lesgevende personen geteld, ongeacht hun functie. Iemand kan de functie directeur hebben, maar wordt als hij lesgeeft meegeteld. De gegevens zijn gebaseerd op gegevens over lessen die gegeven zijn in de eerste week van oktober. De gegevens hebben betrekking op de lessen op alle scholen van het voortgezet onderwijs, met uitzondering van de lessen in het praktijkonderwijs (zowel op catego-rale pro-scholen als op pro-afdelingen van brede vo-scholen). Alleen gecombineerde lessen vmbo/havo/ vwo/combinaties met praktijkonderwijs (door vestiging aangegeven op lesniveau) tellen mee als vmbo/ havo/vwo/combinaties. Lessen aan vo-afdelingen van aoc’s en roc’s zijn meegenomen in de telling.

tie kent van deze vier vakken het laagste aantal lesuren: ruim 6.300 in 2015. Voor alle vakken, met uitzondering van handel en administratie, geldt dat het aantal lesuren in de periode 2013-2015 is toegenomen. Combineren we dit met de afname van het aantal lesgevende personen, dan is het aannemelijk dat onderwijspersoneel bij deze vak-ken gemiddeld meer lesuren is gaan verzorgen.

Figuur 1: Ontwikkeling lesgevend personeel voortgezet onderwijs per vak in aantal personen, 2013-2015. 6

Mannen in de meerderheid

Bij drie van de vier vakken is een ruime meer-derheid van het lesgevend personeel man (zie figuur 2). Dit geldt voor aardrijkskunde, handel en administratie en wiskunde. Wel zijn er op dit gebied verschillen tussen de vakken. Zo is het aandeel mannen met ruim 65 procent het hoogst

bij aardrijkskunde, gevolgd door wiskunde (ruim 61 procent) en handel en administratie (ruim 58 procent). Bij Nederlands is een meerderheid van het lesgevend personeel vrouw: ruim 67 procent in 2015. Voor drie van de vier vakken geldt dat het aandeel vrouwen in vergelijking met 2013 is toe-genomen. De grootste toename is in deze periode

0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 Wiskunde Nederlands Handel en administratie Aardrijkskunde 2013 2014 2015

ONDERWIJS AAN HET WERK - 2018

177

zichtbaar bij het vak Nederlands.7 De feminisering

van het leraarsberoep beperkt zich dus niet tot het

7 Deze toename kan in de praktijk iets lager uitvallen doordat van een deel van het personeel in 2013 het geslacht onbekend is. Dit geldt ook voor de andere vakken.

8 CBS (2016) en het Ministerie van OCW (2004). 9 IPTO op www.data.duo.nl.

basisonderwijs, hoewel hier in de discussie vaak de nadruk op ligt.8

Figuur 2: Lesgevend personeel voortgezet onderwijs naar vak en geslacht, 2015.9

Grootste aandeel jonge leraren bij aardrijks-kunde

Ruim 29 procent van het lesgevend personeel in het voortgezet onderwijs is in 2015 jonger dan 35 jaar. Ook de vier vakken in deze bijdrage hebben te maken met een beperkt aandeel jongere leraren (zie figuur 3). Wel zien we kleine verschillen tus-sen de vakken. Zo is het aandeel jongere leraren het hoogst bij aardrijskunde (zo’n 35 procent) en het laagst bij wiskunde (25 procent).

Het vak Nederlands kent het hoogste aandeel 55-plussers: zo’n 31 procent van het lesgevend personeel. Dit aandeel is hoger dan het landelijk gemiddelde van 26 procent. Dit personeel zal over niet al te lange tijd met pensioen gaan en het onderwijs verlaten. Dit betekent dat er een aan-zienlijke vervangingsvraag ontstaat. Maar ook de andere vakken hebben te maken met een relatief groot aandeel 55-plussers, variërend van ongeveer 24 procent bij aardrijkskunde tot 29 procent bij wiskunde. 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Wiskunde Nederlands Handel en administratie Aardrijkskunde

178

ONDERWIJS AAN HET WERK - 2018

Figuur 3: Lesgevend personeel voortgezet onderwijs naar vak en leeftijd, 2015.10

10 Ibid. 11 Ibid.

Door het relatief lage aandeel jongeren en het relatief hoge aandeel ouderen is het lesgevend personeel bij wiskunde en Nederlands in 2015 van deze vier vakken gemiddeld het oudst (44,9 jaar en 44,8 jaar, zie tabel 1). Het lesgevend personeel bij handel en administratie en aardrijkskunde is

met een gemiddelde leeftijd van 43,1 jaar en 42 jaar iets jonger. Voor alle vakken in tabel 1 geldt dat mannen gemiddeld ouder zijn dan hun vrouwe-lijke collega’s. Het verschil bij handel en admini-stratie is beperkt, maar loopt op tot ruim zeven jaar bij Nederlands.

Tabel 1: Lesgevend personeel voortgezet onderwijs naar vak en gemiddelde leeftijd, 2015.11

Gemiddelde leeftijd Gemiddelde leeftijd

vrouwen Gemiddelde leeftijd mannen

Aardrijkskunde 42,0 39,1 43,5 Handel en administratie 43,1 42,6 43,4 Nederlands 44,8 42,4 49,8 Wiskunde 44,9 41,1 47,4 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Wiskunde Nederlands Handel en administratie Aardrijkskunde

BEROEPSDEELMARKTEN VAN VAKDOCENTEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS: EENHEID IN VERSCHEIDENHEID?

179

Lessen aardrijkskunde vaker dan gemiddeld bevoegd gegeven

Om les te geven in het voortgezet onderwijs moeten docenten bevoegd zijn voor het vak dat zij doceren, of dit worden. Van alle lesuren in het vo waarvoor een bevoegdheid kan worden vastgesteld, wordt in 2016 86,8 procent bevoegd gegeven.12 Aardrijkskundelessen worden in dit jaar iets vaker bevoegd gedoceerd: van alle lessen waarvoor in 2016 een bevoegdheid kan worden vastgesteld, wordt zo’n 91 procent bevoegd gege-ven. Voor Nederlands, wiskunde en handel en ad-ministratie valt het aandeel bevoegd gegeven les-sen lager uit dan het landelijk gemiddelde. Van de lessen Nederlands wordt ruim 87 procent bevoegd gegeven, van de lessen handel en administratie circa 81 procent en van de lessen wiskunde ruim 79 procent. Dat een deel van de lessen onbevoegd of onderbevoegd gegeven wordt, kan duiden op krapte op de arbeidsmarkt. Ook speelt mee dat voor sommige vakken in het voortgezet onderwijs geen lerarenopleiding bestaat. Dit is met name het geval voor een aantal beroepsgerichte vak-ken. Ook voor nieuwe vakken in het vo kan een lerarenopleiding nog ontbreken.

12 CentERdata (2017a).

Toelichting: Peildatum 1 oktober 2016. Een uitgebreide toelichting op de wijze waarop het aandeel be-voegd gegeven lessen wordt berekend, is na te lezen in het rapport.

13 S. van der Ploeg et al. (2017).

Toelichting: De onderzoeksgegevens zijn verzameld via ‘webspidering’ van online vacaturesites (zowel grote vacaturesites als individuele scholen/besturen) en via het opvragen van databestanden van vaca-turebanken zelf. Het totaalaantal vacatures voor docenten in het voortgezet onderwijs in dit schooljaar (2016/2017) komt uit op 9.257. Voor het vak handel en administratie zijn geen aparte gegevens beschik-baar. Voor het vak wiskunde/rekenen geldt dat het gegeven aantal inclusief vacatures voor rekenen is.

3. KANSEN OP DE ARBEIDSMARKT