• No results found

Beperkingen aan dit onderzoek

NIVEAU 3: DE INDIVIDUELE ACCOUNTANT uitoefenen moreel

5.2. Beperkingen aan dit onderzoek

belangen (zoals commerciële, of eigen belangen) centraal stellen en waarin gelijksoortige isomorfistische invloeden van toepassing zijn. Te denken valt aan advocatenkantoren, vanwege de gelijksoortige maatschappelijke belang van de beroepsgroep en vanwege het feit dat in dergelijke organisaties eveneens een partner structuur valt te herkennen, met bijbehorende obedience pressures. Binnen dit onderzoek is er een kwalitatieve methode gehanteerd voor het vergaren van resultaten. Dit heeft ertoe bijgedragen dat er meer inzicht in de onderliggende (isomorfistische) mechanismen is verkregen, die klokkenluidersgedrag uitleggen binnen de context van een accountantsorganisatie. De interviewmethode heeft de mogelijkheid geboden om onderzoek te verrichten naar de achterliggende overwegingen, die tot bepaald gedrag leiden, doordat de onderzoeker in staat is geweest door te vragen.

Tot slot hebben de bevindingen van dit onderzoek hebben implicaties voor de praktijk. De aanbevelingen die naar aanleiding van de bevindingen van dit onderzoek aan de praktijk kunnen worden gedaan, worden beschreven in paragraaf 5.3.2..

5.2. Beperkingen aan dit onderzoek

De resultaten van dit onderzoek wijzen erop dat de mate waarin men zich conformeert met ethisch gedrag afhangt van diverse socialisatie-invloeden, die spelen op de verschillende niveaus van onderzoek. Hierdoor wordt er door de resultaten van dit onderzoek geïmpliceerd dat ethisch gedrag niet als vanzelfsprekend kan worden beschouwd, maar gezien moet worden als afhankelijke variabele. Binnen dit onderzoek wordt er immers voorondersteld dat ethisch gedrag afhankelijk is van formele en informele mechanismen, die voortvloeien uit de institutionele theorie en spelen binnen de context van een accountantsorganisatie. Bij deze aanname kan een kritische noot worden geplaatst. De accountant beoefent immers een professioneel beroep, wat impliceert dat hij, of zij, over een zekere autonomie beschikt om ethische keuzen te maken (Cowton, 2009). In tegenstelling tot de aanname in dit onderzoek dat ethisch gedrag bepaald wordt door mechanismen binnen de organisatie, zou daarom gesteld kunnen worden dat een ethisch verantwoordelijkheidsgevoel inherent in de accountant aanwezig is, maar dat deze wordt afgezwakt door (socialisatie) invloeden binnen het auditteam en de accountantsorganisatie. Vandaar dat er wellicht een vollediger beeld verschaft zou kunnen worden, wanneer er ook een relatie uit zou gaan van het individuele niveau, naar teamniveau, naar organisatorisch niveau (in tegengestelde richting) zou worden meegenomen in dit onderzoek.

Bovendien werd er een voorgaand onderzoek geconcludeerd dat de ernst van het incident (moral intensity- Jones, 1991) een belangrijke rol speelt bij de afweging om wel, al dan niet, de klokken te luiden. In dit onderzoek werd moral intensity niet meegenomen. Dit kan gezien worden als een beperking aan dit onderzoek. Het is immers zeer waarschijnlijk dat de moral intensity van een incident een modererende werking heeft op de relatie tussen de verschillende variabelen in dit onderzoek en klokkenluidersgedrag. Omdat de onderzoeker de critical incidents technique (Flanagan, 1954) heeft toegepast, dat de mogelijkheid bood om respondenten mee te nemen in hun specifieke ervaringen (ethische dilemma’s) en hun gedrag tijdens die ervaringen, werd het onmogelijk om het aspect: moral intensity mee te nemen.

Een andere beperking volgt uit het feit dat er in dit onderzoek slechts drie niveaus zijn meegenomen (de accountantsorganisatie, het auditteam en de individuele accountant). Echter; omdat accountants zijn georganiseerd in een professionele beroepsgroep (in Nederland: NBA), zou het wellicht een vollediger beeld geven, wanneer er een vierde niveau werd meegenomen als object van onderzoek. Ten einde de scope van dit onderzoek af te bakenen, is er besloten om het onderzoek te beperken tot slechts drie niveaus van onderzoek.

56 |

Tot slot is het beeld dat in dit onderzoek geschetst is, uitsluitend gebaseerd op de ervaringen van de geselecteerde respondenten. Dit betekent dat het beeld dat op basis van de analyse van de interviewresultaten geschetst is, niet per definitie generaliseerbaar is.

5.3. Aanbevelingen

5.3.1. Aanbevelingen voor vervolg onderzoek

Eerder onderzoek stelde dat het lerend vermogen van een accountantsorganisatie kan worden aangewakkerd door het implementeren van mechanismen die schuldvrij rapporteren, oftewel blame-free reporting. Onder blame-free reporting wordt verstaan: ‘het ongestraft melden van klachten en incidenten, met als doel het collectief leren van incidenten en het uitwisselen van ervaringen’6. Dit onderzoek is een eerste verkenning van de wijze waarop er binnen een accountantsorganisatie wordt omgegaan met bedreigingen voor ethisch gedrag en de gevolgen daarvoor voor het melden van klachten en incidenten. Het onderzoek wees uit dat hoewel er mechanismen zijn geïmplementeerd voor het melden van klachten en incidenten, deze weinig effectief zijn. Nader onderzoek zou zich kunnen richten op het creëren van een cultuur waarin blame-free reporting wordt geïnstitutionaliseerd. Uit onderzoek is immers gebleken (Van Dyck, Frese, Baer & Sonnentag, 2005) dat open communicatie en analyse van de incidenten, gepaard gaan met betere prestaties.

Uit dit onderzoek blijkt dat accountants erkennen dat ego strength een belangrijke rol speelt bij het uitdragen van ethisch gedrag en klokkenluidersgedrag en dat het men, in de aanwezigheid van diverse invloeden uit het coërcief isomorfisme (obedience pressures, conformity pressures, en evaluatie) wel eens aan ego strength lijkt te ontbreken. Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op het in kaart brengen van de mate van ego strength, of Professional Moral Courage (verder: PMC) van accountants, binnen de context van een accountantsorganisatie. Dergelijk onderzoek zou zich kunnen baseren op de methodes die hiertoe werden gebruikt door Sekerka et al. (2009). Vervolgens zou onderzoek zich kunnen richten op het internaliseren van PMC binnen de context van een accountantsorganisatie.

In de vorige paragraaf (paragraaf 5.2.) werd beschreven dat een inhoudelijke beperking van dit onderzoek is dat de moral intensity (Jones, 1991) niet werd meegenomen als invloed op het object van onderzoek. Daarnaast werd er in dit onderzoek slechts vanuit gegaan dat organisatorische factoren en teamfactoren invloed hebben op persoonlijke variabelen, waarbij wordt vergeten dat persoonlijke (individuele) factoren ook antecedenten kunnen zijn voor het onderzoek naar ethiek en klokkenluidersgedrag binnen (accountants) organisaties. Het conceptuele model dat is opgesteld door Alleyne et al. (2013) voorziet in een mogelijkheid om deze beperkingen weg te nemen. Het uitgangspunt in dit conceptuele model zijn namelijk individu-afhankelijke antecedenten en binnen het model wordt de factor moral intensity meegenomen als modererende variabele. Toekomstig onderzoek zou zich kunnen focussen op het testen van het conceptuele model dat door Alleyne et al. (2013) is opgesteld. Ook zou toekomstig onderzoek zich kunnen richten op het onderzoeken van additionele organisatorische en individuele variabelen, zoals die door McDevitt et al. (2007) worden geschetst. McDevitt et al. (2007) geven aan dat er te denken valt aan variabelen als sancties en beloningen, cognitieve morele ontwikkeling, leeftijd en geslacht.

Daarnaast duiden de interviewresultaten erop dat partners, managers en directors dikwijls een positiever beeld hebben van de mate van openheid, het aanspreken op gedrag en het handhaven van ethiek dan personen uit andere functieniveaus. Nader onderzoek is nodig om vast te stellen of ethische dilemma’s mogelijk onvoldoende door de leiding van accountantsorganisaties wordt herkend.

6 Veilig Incident Melden (VIM) in de medische sector en het jaarlijkse Safety Report van de International Air Transport Association

57 |

Een andere aanbeveling voor vervolgonderzoek heeft betrekking tot de uitkomst van de socialisatieprocessen binnen accountantsorganisaties: organizational commitment (OC) (Fogarty, 1992). Hall et al. (2005) voorzagen in drie dimensies van commitment, die allen verschillende effecten hebben op het gedrag van werknemers. Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op de aanwezigheid van deze vormen van commitment bij accountants en de invloed van elk van deze vormen van commitment op klokkenluidersgedrag.

De laatste suggestie voor vervolgonderzoek heeft betrekking tot de methode dat in dit onderzoek is gehanteerd. Ten einde meer betrouwbare resultaten te vergaren, kan er in vervolgonderzoek gebruik worden gemaakt van methodetriangulatie, waarbij er meer dan één methode of databron wordt gebruikt (Bryman, 2008). Elke methode kent immers zijn zwakheden en het gebruik van meerdere methoden (bijvoorbeeld zowel het afnemen van interviews, als het afnemen van surveys), kunnen deze zwakheden compenseren (Boeije, 2014). Anderzijds kan er vanuit worden gegaan dat verschillende methoden ook verschillende elementen van een onderwerp kunnen laten zien, waardoor een meer volledig beeld kan ontstaan (Boeije, 2014). Dit betreft de validiteit van de resultaten. Vervolgonderzoek zou eveneens een bijdrage kunnen leveren aan de validiteit van de resultaten, wanneer onderzoekers samenwerken in een team van onderzoekers. Tijdens teambesprekingen kan er immers worden gereflecteerd op de dataverzamelingsmethoden en vraagtechnieken, waardoor deze het onderzoeksobject beter kunnen waarnemen (Boeije, 2014)

5.3.2. Aanbevelingen voor de praktijk

Tot slot voorzien de bevindingen die voortvloeien uit dit onderzoek in een aantal praktische implicaties. Zo kan er aan de hand van de afgenomen interviews worden geconcludeerd dat de gedragscode niet effectief is. Onderzoek heeft uitgewezen dat wanneer men ernaar streeft gedragscodes effectiever te maken, men werknemers moet laten meedenken over de invulling van de gedragscode.

Daarnaast gaf men in de interviews aan dat men niet precies bekend was met het beleid rondom een klokkenluidersmelding. Expliciete regels over de te overwegen opties bij het observeren van wangedrag binnen de organisatie zouden hier verandering in kunnen brengen. Hierin zou een duidelijk proces moeten worden beschreven, dat uitlegt hoe men dient om te gaan met de situatie waarin hij, of zij wordt blootgesteld aan een wanpraktijk. De gedragscode zal moeten indiceren hoe de leidinggevende zal moeten reageren op een dergelijke beschuldiging en beschermingsmaatregelen tegen repercussies voor de klokkenluider zullen openlijk bekend moeten zijn.

Bovendien kwam er uit dit onderzoek naar boven dat ethiek trainingen een positief effect hebben op ethisch gedrag. Echter, gebleken is dat naarmate de loopbaan van de accountant vordert, er minder aandacht is voor dergelijke trainingen. Gezien de bevinding dat leidinggevenden een belangrijke rol spelen in het feit of ethisch gedrag wordt bevorderd, of wordt ontmoedigd, zouden ethiek trainingen voor accountants met een hoger functieniveau kunnen leiden tot een meer ethische accountantsorganisatie.

Verder kwam naar voren dat veel ethische dilemma’s hun oorsprong vonden in het feit dat er efficiency en winst-overwegingen meespeelden in het uitvoeren van de wettelijke controleopdrachten. Respondenten gaven aan dat de op winst gerichte focus ertoe leidt dat men zich minder vrij voelt om kwalijke zaken aan de orde te stellen. Toch horen accountants met een professioneel-kritische instelling ten alle tijden in te grijpen, wanneer dergelijke zaken voorvallen. Vandaar dat het aan te raden is dat de accountantsorganisatie een visie opstelt over de manier waarop zij omgaat met het spanningsveld tussen commerciële belangen en het publiek belang (AFM, 2014). Concurreren op kwaliteit, in plaats van op de hoogte van de audit fees, zou een stap in de goede weg kunnen betekenen. Een accountantsorganisatie behoort immers een door professionals gedreven organisatie te zijn, die kwaliteit als hoogste doel heeft en daarop concurreert (NBA, 2014).

58 |

De accountant dient daarnaast ook zelf stil te staan bij zijn functie in de maatschappij. En de accountant dient zich bewust te zijn van het feit dat het slechte zegeviert, als het goede hem daarvoor de ruimte geeft. Met andere woorden; ‘All that is necessary for the triumph of evil is that good men do nothing’ (Edmund Burke, 1729-1797).

59 |

6. REFERENTIES

Alleyne, P., Hudaib, M. Pike, R. (2013) Towards a Conceptual model of Whistle-Blowing Intentions Among External Auditors The British Accounting Review Vol. 45, pp. 10-23

American Accounting Association (1988) Research Opportunities in Auditing: the second decade

Sarasota, FL: American Accounting Association

Argyris, C., Schön, D. (1978) Organizational Learning: A Theory of Action Perspective Reading: Addison-Wesley

Baarda, B. (2014) Dit is Onderzoek! Handleiding voor Kwalitatief en Kwantitatief onderzoek Noordhoff uitgevers Groningen/Houten

Baucus, M.S., Beck-Dudley, C.L. (2005) Designing Ethical Organizations: Avoiding the Long-Term Negative Effects of Rewards and Punishments Journal of business ethics Vol. 56, pp. 355-370

Bazerman, M.H., Loewenstein, G., Moore, D.A. (2002) Why Good Accountants do Bad Audits? Harvard Business Review

Bedard, J.C., Deis, D.R., Curtis, M.B., Jenkins, J.G. (2008) Risk Monitoring and Control in Audit Firms: A Research Synthesis Auditing: A Journal of Practice and Theory Vol. 27 pp. 187-218

Bobek, D.D., Hageman, A.M., Radke, R.R. (2015) The Influence of Roles and Organizational Fit on Accounting Professionals’ Perceptions of their Firms’ Ethical Environment Journal of Business Ethics

Vol. 125, pp. 125-141

Boeije, H. (2014) Analyseren in Kwalitatief onderzoek: Denken en doen Boom Lemma Uitgevers, Den Haag

Bowen, R.M., Call, A.C., Rajgopal, S. (2010) Whistle-Blowing: Target Firm Characteristics and Economic Consequences The Accounting Review Vol. 85, pp. 1239-1271

Brehm, S.S., Kassin, S.M. (1990) Social Psychology: The second Edition New York: The Free Press

Brennan, N., Kelly, J. (2007) A study of Whistleblowing among Trainee Auditors British Accounting Review Vol. 39, pp. 61-87

Brief, A.P., Motowidlo, S.J. (1986) Prosocial Organizational Behaviors Academy of Management Review

Vol. 11 pp. 710-725.

Brown, R. (1986) Social Psychology, the second edition New York: The free press

Bryman, A. (2012) Social Research Methods Oxford University press

Chatman, J.A., Flinn, F.J. (2001) The influence of demographic composition on the emerge and consequences of cooperative norms in work teams Academy of Management Journal Vol. 44, pp. 956, 974

60 |

Chung, J., Monroe, G., Thorne, L. (2004) An Examination of Factors affecting External and Internal Whistleblowing by Auditors Research Seminar The University of NSW School of Accounting

Collins, R. (1979) The Credential Society New York: Academic Press

Coram, P., Ng, J., Glavovic, J., Woodliff, D. (2008) The moral intensity of reduced audit quality acts

Auditing: A Journal of Practice&Theory Vol. 27, pp. 127- 149

Covaleski, M.A, Dirsmith, M.W., Heian, J.B., Samuel, S. (1998) the calculated and the avowed: techniques of discipline and struggles over identity in big 6 accountancy firms Administrative Science Quarterly

Vol. 43, pp. 293-327

Cowton, C.J. (2009) Accounting and the Ethics Challenge: Re-Membering the Professional Body

Accounting & Business Research Vol. 39, pp. 177- 189

Curtis, M.B., Taylor, E.Z. (2009) Whistleblowing in Public Accounting: Influence of Identity Disclosure, Situational Context and Personal Characteristics Accounting & the public Interest Vol. 9 pp. 191-220 Davis, M. (1996) Professional Autonomy: A framework for Empirical Research Business Ethics Quarterly

Vol. 6, pp. 441-460

Davis, M. (1997) Professional Codes Encyclopedic Dictionary of Business Ethics pp. 514-515 Malden, MA: Blackwell

DeZoort, F.T., Lord, A.T. (1994) An investigation of obedience pressure effects on Auditors’ Judgements

Behavioral Research in Accounting Vol. 6

DiMaggio, P.J., Powell, W.W. (1983) The Iron Cage Revisited: Institutional Isomorphism and Collective Rationality in Organizational Fields American Sociological Review Vol. 48, pp. 147- 160

Dozier, J.B., Miceli, M.P. (1985) Whistleblowing: A prosocial behavior perspective The Academy of Management Review Vol. 10 pp. 823-836

Dowling, C. (2009) Appropriate audit support system use: the influence of auditor, audit team and firm factors The Accounting Review Vol. 84, pp. 771-810

Dworkin, T.M., Baucus, M.S. (1998) Internal vs. External Whistleblowers: A Comparison of Whistle-blowing processes Journal of Business Ethics Vol. 17, pp. 1281-1298

Eisenberger, R., Fasolo, P.M., LaMastro, D. (1990) Effects of Percieved organizational support on employee diligence, commitment and innovation Journal of Applied Psychology Vol. 75, pp. 51-59 Etzioni, A. (1961) A Comparative Analysis of Complex Organizations Glencoe: IL Free Press

Feldman, D.C. (1984) The Development and Enforcement of Group Norms Academy of Management Review Vol. 9, pp. 47-53

Ferrell, O.C., Fraedrich, J. (1991) Business Ethics: Ethical Decision Making and Cases Houghton Mifflin Company, Boston

61 |

Finn, D.W., Chonko, L.B., Hunt, S.D. (1988) Ethical Problems in Public Accounting: The view from the top

Journal of Business Ethics Vol. 7, pp. 605-615

Finn, D.W., Lampe, J. (1992) A study of whistle-blowing among auditors Professional Ethics Vol. (3-4) pp. 137-168

Fisher, C., Lovell, A. (2000) Accountants and their responses to ethical issues at work (CIMA) Flanagan, J.C. (1954) The critical incident technique Psychological Bulletin Vol. 51, pp. 327-358

Fogarty, T.J. (1992) Organizational Socialization in Accounting Firms: A Theoretical Framework and Agenda for Future Research Accounting, Organizations and Society Vol. 17, pp. 129-149

Fredin, A. (2012) The Unexpected Costs of Staying Silent Strategic Finance

Gaa, J. (2001) Doing a Good Job? The end of the accounting profession working paper, University of Alberta

Gatewood, R. D., A. B. Carroll (1991)Assessment of Ethical Performance of Organizational Members: A Conceptual Framework academy of management review Vol. 17 pp. 667-690

Gobert, J., Punch, M. (2000) Whistleblowing, the Public Interest and the Public Interest Disclosure Act 1998 The Modern Law Review

Gold, A., Gronewold, U., Salterio, S.E. (2014) Error Management in Audit Firms: Error Climate, Type and Originator The Accounting Review Vol. 89, pp. 303-330

Goldman, A., Barley, B. (1974) The Auditor-Firm Conflict of Interest: Its implications for Independence

The Accounting Review pp. 707-718

Graham, J.W. (1986) Principled Organizational Dissent: A Theoretical Essay Research in Organizational Behaviour JAIpress, Greenwich, CT, pp. 1-52

Greenberger, D.B., Miceli, M.P., Cohen, D.J. (1987) Oppositionists and Group Norms: the Reciprocal Influence of Whistle-blowers and Co-workers

Greenberg, J., Edwards, M.S. (2009) Voice and Silence in Organizations Bingley: Emerald Press

Greenwood, R., Li, S.X., Deephouse, D.L. (2005) Reputation, Diversification and Organizational Explanations of Performance in Professional Service Firms Organizational Sience Vol. 16, pp. 661-673 Gerstein, M. (2014) Determining Whether an accounting firm is Ethical: A useful checklist CPA Journal, June

Grey, C. (1998) On Being a Professional in a big 6 Firm Accounting, Organization & Society Vol. 23, pp. 569- 587

Grundlach, M.J., Douglas, S.C., Martinko, M.J. (2003) The Decision to Blow the Whistle: A social information processing Framework Academy of Management Review Vol. 28, pp. 107-123

62 |

Harris, H. (1999) Courage as a Management Virtue Business and Professional Ethics Journal Vol. 18, pp. 27-46

Hegarty, W.H. (1995) Effects of Group norms and learning on unethical decision behavior Psychological Reports Vol. 76, pp. 593-594

Hirschman, A. (1970) Exit, Voice, and loyalty: Responses to decline in firms, organizations and states.

Cambridge: Harvard University Press

Hirst, D.E., Koonce, L. (1996) Auditors’ Analytical procedures: A field investigation Contemporary Accounting Research Vol. 13, pp. 457-486

Hooks, K.L., Kaplan, S.E., Lan, J. (1994) Enhancing Communication to assist in fraud prevention and detection Auditing: A Journal of Practice and Theory Vol. 13, pp. 86-117

Huberman, A.M., Miles, M.B. (1984) Qualitative Data Analysis. A Soucebook of new methods Beverly Hills, CA: SAGE Pulbications

Huntington, M. (1957) The Development of Professional Self-Image The Student Physican pp. 179-194

Cambridge, MA: Harvard Press

Jakubowski, S.T., Chao, P., Huh, S.K., Maheshwari, S. (2002) A cross-country comparison of the codes of professional conduct of certified/chartered accountants Journal of business ethics Vol. 35, pp. 111-129 Jenkins, G.J., Deis, D.R., Bedard, J.C., Curtis, M.B. (2008) Accounting Firm Culture and Governance: A Research Synthesis Behavioral Research in Accounting Vol. 20, pp. 45-74

Jones, T.M. (1991) Decision Making by Individuals in Organizations: An Issue-Contingent Model The Academy of Management Review Vol. 16 pp. 366-395

Jones, S.K., Hiltebeitel, K.M. (1995) Organizational Influence in a Model of Moral decision Process of Accountants Journal of Business ethics Vol. 14, pp. 417-431

Jenkins, J.G., Deis, D.R., Bedard, J.C., Curtis, M.B. (2008) Accounting Firm Culture and Governance: A Research Synthesis Behavioral Research in Accounting Vol. 20, pp. 45-74

Jubb, P.B. (1999) Whistleblowing: A Restrictive Definition and Interpretation Journal of Business Ethics

Vol. 21 pp. 77-94

Kaplan, S.E. (1995) An Examination of Auditors’ Reporting Intentions Upon Discovery of Procedures Prematurely Signed Off Auditing: A Journal of Practice and Theory Vol. 14, pp. 90-104

Kaptein, M. (2008) Developing and testing a measure for the ethical culture of organizations: the corporate ethical virtues model Journal of Organizational behavior Vol. 29, pp. 923-947

Kaptein, M., Schwartz, M.S. (2008) The Effectiveness of Business Codes: A critical Examination of Existing Studies and the Development of an Integrated Research Model Journal of Business Ethics

63 |

Kelley, T., Margheim, L. (1990) The Impact of Time Budget Pressure, personality and Leadership variables on dysfunctional Auditor Behavior Auditing: A Journal of Practice and Theory pp. 21-42 Llewelyn, S. (2003) Methodological Issues. What counts as ‘theory’ in qualitative management and accounting research? Introducing five levels of theorizing Accounting, Auditing & Accountability Journal, Vol. 16, pp. 662-708

Latané, Darley, The unresponsive bystander: Why Doesn’t he help me?

Loeb, S. (1984) Codes Of Ethics and Self-Regulation for Non-Public Accountants: A Public Policy Perspective Journal of Accounting and Public Policy

Lord, A.T., DeZoort, F.T. (2001) The Impact of commitment and Moral Reasoning on Auditor’s Responses to Social Influence Pressure Accounting, Organizations and Socienty Vol. 26, pp. 215-235 Lovell, A. (2002) Ethics as dependent variable in individual and organizational decision making Journal of Business Ethics Vol. 37 pp. 145-163

Loyens, K. (2013) Towards a Custom-Made Whistleblowing Policy. Using Grid-Group Cultural Theory to Match Policy Measures to Different Styles of Peer Reporting Journal of Business Ethics Vol. 114, pp. 239-249

Majoor, B., van Kollenburg, J. (2011) Grondslagen van Auditing & Assurance Noordhoff uitgevers

Mautz, R.K., Sharaf, H.A. (1961) The Philosophy of Auditing American Accounting Association

McDevitt, R., Giapponi, C., Tromley, C. (2006) A Model of Ethical Decision Making: the Integration of Process and Content

Messmer, M. (2003) Does Your Company have a code of ethics? Strategic Finance, pp. 14

Merriam, S.B. (1988) Case Study research in Education: A Qualitative Approach San Francisco, CA: Jossey-Bass

Mesmer-Magnus, J.R., Viswesvaran, C. (2005) Whistleblowing in Organizations: An Examination of Correlates of Whistleblowing Intentions, Actions and Retaliation Journal of Business Ethics Vol. 62 pp. 277-297

Miceli, M.P., Near, J.P. (1985) Characteristics of Organizational Climate and Percieved Wrongdoing Associated with Whistleblowing Decisions’ Personnel Psychology Vol. 38 pp. 525-544

Miceli, M.P., Near, J.P., Dworkin, T.M. (2009) A word to the wise: How managers and policy-makers can