• No results found

haar bemoeienissen zover gekomen dat de ‘Beauftragte des Reichskommissars für die Stadt Amsterdam’ het met de ‘Fachberater beim Arbeitsamt in Meppel’ opnam

en dat van Meppel de order kwam, mij licht werk te geven. Terwijl ik balken sjouwde,

zag ik de joodse personeelschef eraankomen en de putter roepen en met hem fluisteren.

De putter riep de baas en toen fluisterden ze met zijn drieën. De baas riep mij en

deed me een verhaal dat hij had gehoord dat ik wetenschapper was en dat ik ander

werk zou krijgen. En dat kreeg ik: houthakken, in schijven gezaagde bomen moesten

klein gehakt, voor generatorhout, dit wil zeggen voor auto's die toen meestal op hout

of antraciet liepen. Wij, ik, nog een jood en twee niet-joden, een oude man en een

jongen, hakten toen af en toe hout. Maar het was erg vervelend. Met de jood kon je

alleen over zijn ziektes praten en met de twee anderen alleen over houthakken.

Gelukkig was daar nog een jood die naar makkelijk werk uitkeek en toen ik van

verlof terugkwam, zat hij op mijn plaats. Hij was er nog trots op ook dat hij mij had

verdrongen. Ik kreeg iets waar ik meer zin in had. Op het terein werkte een Duitse

jood, haast 60, vroeger in Mecklenburg-Strelitz advocaat, notaris, ‘Regierungsrat’.

Toen hij emigreerde, kocht hij in Bergen op Zoom een kleine metaalfabriek, en daar

had hij zoveel vakkennis opgedaan dat hij zich in Havelte als bankwerker kon

aanbieden. Op die manier had hij al op het vliegveld een aardige positie gehad - rails

uit en in elkaar schroeven - en bij Ter Haar gaven ze hem, toen hij overgeplaatst

werd, ook zo'n bezigheid. Zo'n werk kan natuurlijk iedereen in een ommezien leren,

maar toch was hij niet te vervangen. Hij had van thuis zijn gereedschap meegebracht,

een Franse sleutel, beitels, nijptangen, meer niet, maar dat was al voldoende. Want

de firma Ter Haar had niets, behalve een dolgedraaide schroefsleutel en een

voorhamer, die ze ook nog van de ‘Bauleitung’ hadden geleend.

Die man had een hulpje nodig. Later, toen bleek dat we het met ons tweeën niet

af konden, haalden we er nog een van mijn Haagse vrienden bij. We legden een

smalspoor op het terrein aan en deden het heel aardig. Het ging niet erg vlug want

het materiaal was verroest en verbogen, de schroeven pasten niet in de

moeren en de dwarsliggers niet in de rails. We sloofden ons niet uit en de ‘Bauleitung’

liet ons begaan. Het is een heel simpele truc. Als je op zo'n terrein wat wilt wandelen,

hoef je alleen maar een schroefsleutel of een stuk rail of iets anders dat opvalt in je

hand te nemen en niemand komt op het idee dat je daar voor je plezier wandelt. We

legden een aardige lijn aan, met alle finesses, repareerden de lorries, maakten bij

voorbeeld van vier onbruikbare drie bruikbare terwijl we alles uit elkaar haalden,

zelfs de kogelbakken. En toen de lijn klaar was... Ja, in bedrijf genomen is hij niet

meer. Toen hij klaar was, was het Dolle Dinsdag.

Maandag 4 september kwamen lange stoeten paardewagens en auto's langs de

vaart trekken, van zuid naar noord. Ze kwamen uit Frankrijk en trokken naar het

noorden om in Groningen de grens over te steken. Er kwam geen einde aan. Ook

niet aan de geruchten. Namen, Luik, Maastricht, Sittard, Roermond, Venlo - je zag

de geallieerden zo de Maas afzakken - om de twee uur weer een stad bezet. En van

een andere kant: Brussel, Antwerpen, Breda. Ik waarschuwde de mensen: ‘Wat daar

langs de vaart naar huis trekt is tros. Geen kanonnen, geen tanks, geen

troepentransporten.’ Maar zelfs de Duitsers snapten het niet. De mensen van de

‘Bauleitung’ hadden al orders overmorgen te vertrekken en zo ging het overal in het

land. De Duitse politie liet hun gevangenen vrij of schoot ze neer. Hele extra treinen

met Duitsers reden naar het noorden en oosten. Elke plaats waar de Duitsers

vertrokken telefoneerde de wereld in: De Duitsers zijn weg, in een half uur worden

de Engelsen verwacht. Dit halve uur heeft voor velen acht maanden geduurd. Onze

kinderen natuurlijk ook naar een van de toegangswegen tot Amsterdam, waar de

geallieerden werden opgewacht. Brussel en Antwerpen klopten tenminste. Een troost,

maar aan de Schelde stonden verse Duitse troepen. Er werden in de oorlog aldoor

geruchten verspreid door mensen die het precies wisten. Maar die verse troepen had

niemand zien aankomen.

Toen ik op 4 september van het werk in het kamp kwam, lag er een telegram van

Suus. Didi was ziek, ik moest thuiskomen. Ik geloofde het echt en was bezorgd. Ik

kon natuurlijk geen

lof krijgen en zonder verlof reizen was voor joden gevaarlijk. Ook als ik mijn

‘jodenster’ verwijderde, moest ik op alles verdacht zijn. Ten slotte hakte ik de knoop

door. De volgende ochtend marcheerde ik naar Meppel. Onderweg kon ik liften. De

trein naar Amsterdam kwam vertraagd binnen. Het spoorverkeer was al danig in de

war. Mijn trein was de enige naar Amsterdam op die dag en - ik meen - in het geheel

de laatste. In de trein was ik enigszins veilig. In en rond Meppel was er veel politie.

Op het eerste station bleven we twee uur stilstaan. Eindelijk ging het verder. Plotseling

stopte de trein in het bos. Ieder wist meteen wat er aan de hand was. Eruit, het bos

in! En zó kwamen de vliegtuigen. Ze vlogen boven onze hoofden. Zowat 25 keer

kwamen ze weerom, steeds maar weer mitrailleurvuur tot de locomotief doorzeefd

was. Twee doden, één zwaar- en twee lichtgewonden. Vijf uren lagen we in het bos.

De grote vraag: zou er nog een andere locomotief komen? De meeste waren toen al

kapotgeschoten. Of zouden we naar huis moeten lopen? Eindelijk kwam er een lege

trein die ons meenam. Om 9 uur 's avonds was ik thuis. Twaalf uur had de reis

geduurd. Grote vreugde. Suus had me niet verwacht. En ik was blij dat Didi gezond

en wel was. De eerstvolgende dagen leefden we nog van het vrolijk weerzien. Daarna

begon het griezelig te worden. We waren immers nog niet bevrijd. Toen kwam op

17 september het offensief dat vóór Arnhem bleef steken. Gek dat onze feestdagen

zo'n grote rol in de wereldgeschiedenis spelen. Toms verjaardag, 8 september,

capitulatie van Italië; 20 juli, onze huwelijksdag, aanslag op Hitler; 17 september,

mijn verjaardag, slag bij Arnhem; 8 augustus, Muttings verjaardag, doorbraak bij

Avranche; 8 mei, Mirjams verjaardag, Victory Europe Day. Nog iets merkwaardigs,

Mirjams verjaardag ligt precies tussen de jouwe en die van Mutting.

Wat na 17 september nog gebeurde, heb ik zo ongeveer verteld. Ik ben achteraan

begonnen en draai de film nu verder terug. Van 1944 heb ik de hoofdzaken verteld;

nu komt 1943 aan de beurt, het topjaar van de jodenvervolging en -deportatie. In

1941 hadden ze er enkele honderden weggehaald - de eerste keer toen een joodse

café-eigenaar zich tegen zijn arrestatie verzette, de