• No results found

Assisi en Umbrië: luisteren naar de stem van de stilte

In document Vlaanderen. Jaargang 49 · dbnl (pagina 69-84)

Naar Assisi en Umbrië trekken is naar een mystieke leerschool gaan. Men leert er gehoor te geven aan het stille maar krachtige appèl in het diepste van de ziel. ‘Hoor pelgrim, hoor de Stem in het dal van Spoleto’.

Pelgrimeren...

Een pelgrimage werd van oudsher ervaren als één van de meest ingrijpende wijzen van levensvernieuwing. Een echte pelgrimage betekent: op mystieke bodem een drempel oversteken naar een nieuwe levenservaring, wie weet zelfs naar een nieuwe levensfase en sociale rol in de samenleving. Op het moment dat onze oude

samenleving en christelijke Kerken in West-Europa in volle overgang zijn, nemen de pelgrimstochten weer in aantal toe. Dat zegt iets over de paradox van het ritueel in de moderne tijd: als de oude christelijke sacramenten hun aantrekkingskracht verliezen, zoeken mensen in nieuwe rituelen naar een hertovering van hun leven. Ook oude rituelen uit de christelijke traditie worden geleidelijk weer opgedolven.

Wij stellen een tocht voor in het spoor van Franciscus. Zijn leven is door zijn volgelingen en biografen voortverteld en uitgeschreven als een model van ommekeer en levensvernieuwing. Dat zou de moderne, zoekende mens goed van pas kunnen komen. Franciscus zelf was een echte pelgrim: zijn leven was één grote trektocht. Met hem komt men door heel Umbrië. In de voetsporen van Franciscus treden, veronderstelt trouwens de bereidheid om een tijdlang in Umbrië te vertoeven. Het is één van de meest mystieke regio's van Italië. Een Umbriëreis is een tocht naar het land van de stilte, een plek bij uitstek om drukte en haast kwijt te geraken. Maar de hedendaagse pelgrim weze gewaarschuwd: als hij gaat stappen op mystieke grond, loopt hij het risico niet zomaar te kunnen terugkeren naar zijn vertrouwde

levenswandel.

... in de christelijke traditie...

Reeds vroeg in de christelijke traditie trok men op bedevaart. Men deed het uit godsdienstige devotie. Maar ook om een mirakel te verkrijgen of om boete te doen voor begane misstappen. Santiago de Compostela trok vroeger vooral ridders, vorsten en prelaten aan. Vandaag heeft Compostela nog steeds iets heroïsch: grote afstanden afleggen, jezelf overwinnen of je gewone leven voor een lange tijd onderbreken. Naar

Zicht op Assisi.

Assisi trekken is van meetaf bescheidener. Het is op tocht gaan in het gezelschap van een kleine, eenvoudige minderbroeder. Niet de ridder Franciscus, maar ‘de tedere speelman van de Heer’ heeft zijn voetsporen gedrukt in het dal van Spoleto.

Wie naar Assisi trekt, treedt in de traditie van de bedevaarten naar Jeruzalem, Rome of Tours. Het zijn tochten in de voetstappen van grote christelijke figuren. Zo'n pelgrimage is op uittocht gaan uit de logica van de pure seculiere redenering. Een reis naar Assisi veronderstelt dat men ontvankelijk wil worden voor de dynamiek in de innerlijkheid van de mens. Het is kunnen intreden in de spirituele traditie van de bijzondere Godsontmoeting. Christelijk pelgrimeren vraagt de bereidheid om zich open te stellen voor een zeer particulier levensverhaal: het verhaal van de God van Jezus met die ene concrete mens. Men kan stellen dat een christelijke bedevaart een inwijding is in de traditie ‘van horen zeggen’, van gehoor geven aan de Stem van God.

De joods-christelijke traditie leert dat men God overal kan ontmoeten. Men hoeft daarom niet op bedevaart te gaan. Men moet niet naar Assisi gaan om christen te zijn. De joods-christelijke God is een God van de tijd, een God die elke dag met ons meegaat. Sommige tijden zijn voor joden en christenen sterke tijden, omdat daarin de verbondenheid met de sterke ervaringen van het eerste begin expliciet worden herbeleefd. In en rond Assisi gaat men stapsgewijze beseffen dat er naast sterke tijden ook sterke plekken bestaan. Niet de plekken op zich zijn sacraal of heilig. Maar wat er vroeger op die plekken tussen mens en God is gebeurd, komt al stappend weer tot leven in de ziel van de pelgrim. De pelgrimage is tegen-woordigheid die binnentreedt, een tegen-komen van Iemand die heiligend of helend heeft gewerkt en nog steeds werkzaam is. Christelijke mystieke plekken zijn plaatsen die het vermogen hebben om een osmose tot stand te brengen tussen de tijd van vroegere christelijke

ontmoetingen en de eigen gelovige ontmoeting. In die zin is ook een pelgrimstocht een sterke tijd. Het is de gewone levenstijd - voor een paar weken - tot sterke tijd maken.

... in het spoor van Franciscus

Manselli, Franciscus van Assisi biedt een goede inleiding tot Franciscus en zijn tijd. Voor een doorleefde kennismaking met Franciscus kan men beter wachten tot op zijn geboortegrond. Iemand ontmoeten in zijn eigen leefomgeving is altijd dieper en voller. Een echte kennismaking vraagt ook een zekere duur. Een pelgrimstocht naar Umbrië moet veel meer worden dan zomaar een haastige uitstap. Alleen al in Assisi voorziet men best een langere tijd voor een

31

trage kennismaking met Franciscus. Hij heeft er een intens en bewogen leven gekend in het bewustzijn van zijn eigen opdracht: een speelman van de Heer te zijn.

Neemt men de tijd om telkens stil te staan en te lezen wat zich daar toen heeft afgespeeld, dan begint de levensweg van Franciscus de eigen levensweg te

doorkruisen. Hij wordt tijdens de tocht de speelman die met zijn uitbeelding het leven van de pelgrim binnentreedt. Wat hij speelde blijft ernstig en uitdagend. De speelman van

De Carceri op de Monte Subasio.

Assisi heeft acht eeuwen na zijn dood nog steeds de kracht interpellerend en appellerend te zijn. Hij blijft de zwakke en sterke punten in het leven van de ontvankelijke pelgrim blootleggen. Laat men hem enkele dagen metgezel zijn, dan ontmoet men een heel gevoelig mens, iemand die doorheen de schokkende

gebeurtenissen van zijn tijd gewond en geschokt werd tot diep in zijn ziel. Zijn oude leven werd niet enkel onderbroken. Hij heeft het zelfs bruusk afgebroken. Te midden van het puin en de pijn van de afbraak verrees zijn nieuw levensproject. Zijn nieuwe leven werd opgewekt door de Stem uit de hemel, door de ogen van een melaatse en door enkele ‘sprekende teksten’ uit Jezus' levensverhaal. Na een traag en lang louteringsproces zette Franciscus een definitief punt achter zijn vroegere

levenswandel. En hij ontwierp een nieuwe leefregel. Merkwaardig daarbij is dat hij zich geleid wist door de dingen die aan hem gebeurden. Hij stippelde niet alles netjes en zorgvuldig op voorhand uit.

Zo vergaat het ook de pelgrim in Assisi en Umbrië. Eerder dan een vooraf opgesteld en nauwgezet scenario af te werken is de echte pelgrimage een tocht met omwegen en zijwegen, met allerlei onvoorziene invloeden onderweg. Bij een pelgrimstocht weet men niet goed waaraan men begint en men weet evenmin waar men zal eindigen. Een Umbriëreis is in zekere zin zelfs gevaarlijk.

Het geheim van Assisi ondergaan

tot zich wil laten spreken, moet men vooral luisterend door Assisi gaan via stille straten. In Assisi heeft men naast ogen vooral oren nodig om te luisteren of men die innerlijke Stem kan horen die Franciscus deed herboren worden.

De eerste opgave van de pelgrim in Assisi bestaat erin al wandelend het verhaal van Franciscus' leven te lezen en te beluisteren, elke plek een steentje te laten worden in de Franciscusmozaïek. Men kan tijdens de wandeling Umbrië. In de sporen van

Franciscus van G.P. Freeman het best bij de hand hebben. In deze gids vindt men

niet alleen informatie over de Franciscaanse plekken, maar ook fragmenten van Franciscus' levensbeschrijving die bij die plaatsen horen. Zo door Assisi stappen geeft meer kansen om doorheen het versteende verleden in contact te komen met de levende geschiedenis van toen.

Tweede opdracht: één lange dag reserveren voor de eerste kennismaking, een dag die men het best in de vroege ochtend begint en pas in de latere avond afsluit. Het heeft iets extra als men Assisi in zijn geheel in zich kan opnemen. Begint het bezoek in de vroege ochtend, nader het stadje dan langzaam, het liefst vanuit het westen, uit de richting van Perugia. Dan krijgt men het beste zicht op Assisi dat reeds van ver opdoemt. 's Morgens ligt Assisi vaak in een ochtendnevel gesluierd. Het is een fraai zicht. Het is een beeld dat meteen iets zegt over deze magische plaats. De stad op een voorheuvel van de Monte Subasio heeft van oudsher iets mysterieus en mystieks. De Toscaanse dichter Dante schreef over Assisi als over de plek ‘waar de Dageraad uit den hoge ons bezocht heeft’. Van op een afstand wordt de attente pelgrim door nog een andere symboliek getroffen: Assisi is de fascinatie van het contrast tussen de witte stad tegen de zwarte heuvel. Assisi is het witte altaar op de donkere

vulkaanrots: licht tegenover duisternis, hoop tegenover wanhoop, tederheid tegenover geweld, sociale gelijkwaardigheid tegenover standenverschil.

Mogen wij een heel specifieke pelgrimsroute voorstellen? Het bezoek 's morgens zou kunnen beginnen in de stilte van de Carceri, de kluizenarij die zich boven Assisi bevindt. Zo start men meteen in het epicentrum van Franciscus' dynamiek: de

Klokkenstoel van de Romaanse San Stefano in Assisi.

stuwing van de gebiedende Stilte werd via Franciscus tot een beweging in heel Umbrië, in de gehele wereld. ‘Franciscus, zie je dan niet dat mijn huis geheel in verval geraakt? Vooruit, ga het voor mij herstellen’. Het was één van die uitspraken waarmee die Stem in de stilte van zijn innerlijk hem aansprak. Er was toen nog geen tijdsklimaat waarin men gemakkelijker een Stem uit de hemel kon horen. Franciscus was een mystieker, gevormd door de middeleeuwse mystiek vóór hem. Daarbij zal men zich herinneren wat Nolthenius hierover schreef. Bij het Carceribezoek kan men alvast ook beginnen met de lectuur uit het boek van Freeman.

Na de rust van de kluizenarij van de Carceri kan men de stad Assisi intrekken en beginnen in de buurt van de oude dom van San Rufino. Op het plein voor de kerk leest men verder uit Franciscus' leven: over zijn doop en zijn liederlijke jeugdjaren op de openbare pleinen van Assisi. Hier is ook de plek om iets te vertellen over de contacten tussen de jonge Clara en de innerlijk vernieuwde Franciscus. Daarna kan men naar de kerk van Santa Chiara gaan. Men leest er hoe Clara op haar eigen wijze gehoor heeft gegeven aan die hemelse Stem

32

die Franciscus aansprak. Als men op het plein voor de Santa Chiara het dal van Spoleto overschouwt, dan overvalt de pelgrim een van de meest poëtische vergezichten in Umbrië. Het zonovergoten groene dal van Spoleto laat hem volstromen met innerlijke vrede. Zou dit betoverende, weidse uitzicht zonder grenzen mede Franciscus' mateloze tederheid hebben bepaald?

Daarna gaat men het best naar het bisschopshuis. Hier leest men over enkele heel belangrijke momenten uit Franciscus'

San Damiano.

leven: de breuk met zijn vader, de goede contacten met de bisschop van Assisi, over zijn nieuwe levenswijze én over Franciscus' succesvolle bemiddeling in de ruzie tussen de bisschop en de burgemeester van Assisi. Van hieruit volgt men de weg naar het huis van Bernardo da Quintavalle, één van de eerste volgelingen van Franciscus. Men kan er mijmeren over de start van de franciscaanse broederschap. Franciscus had aanvankelijk geen plannen voor een nieuwe religieuze orde. Maar zijn eerste, spontaan opgedaagde volgelingen wekten in hem de geniale intuïtie van zijn minderbroederschap op. Vooraleer men de Piazza del Comune bereikt, kan men eerst nog de omgeving van Franciscus' geboortehuis verkennen. Het is de plaats om te reflecteren over de merkwaardige verhouding met zijn ouders. Daarna kan men even stilstaan bij de verwijzingen aan het Sint-Nicolaaskerkje. Het was in deze San Niccolò dat Franciscus en zijn eerste twee volgelingen ‘vonden wat ze zochten’. In een indringende confrontatie met het evangelie werd hun de opdracht duidelijk: de stichting van een minderbroederschap in armoede en eenvoud, met het oog op verkondiging en vredeswerk. Het was hun beslissende disclosure- of

doorbraakervaring: dit is onze bestemming, dit is voor ons weggelegd. Onderweg naar de San Francesco moet men zeker ook halt houden bij het wat afgelegen, Romaanse kerkje van San Stefano, een kerk zoals men die in Franciscus' tijd kon aantreffen. Het is een mooie kans voor een moment van stilte en bezinning.

En dan op weg naar de basiliek San Francesco, een indrukwekkend bouwwerk met een weelde aan verrukkelijke fresco's. Kunsthistorisch is de basiliek uiterst belangrijk, alleen al omwille van haar vernieuwende fresco's van Giotto die tegelijk een prachtige middeleeuwse catechese over Franciscus vormen. De San Francesco bezoeken is de tijd na Franciscus binnenstappen, de fase van de heiligenverering. Met goede bedoelingen werd de oorspronkelijke droom van armoede letterlijk overbouwd. Hier werd een groot kunstwerk opgericht ter ere van een heilige en een bedevaartsoord gesticht. Die droom is gerealiseerd: er is in en rond de San Francesco doorgaans veel volk. De drukte van het toerisme is er veel harder aanwezig dan op de rustige plekken. De ogen komen hier weer centraler te staan dan de oren. Het

contrast met de sobere, stille Carceri bij het begin van je bezoek, kan niet sterker zijn.

Dagsluiting bij een eerste Assisibezoek

Ideaal is een staptocht door Assisi te eindigen op een innige plek, die de inclusie kan maken met het startpunt van de tocht bij de kluizenarij van de Carceri. Daarvoor wandelt men door de Porta Nuova naar beneden, naar het klooster van San Damiano. Het is één van de mooiste én meest betekenisvolle wandelingen. Van Assisi naar San Damiano, het heeft iets van Jeruzalem naar Emmaüs. Het is de beweging van Franciscus' levensommekeer: van het centrum van nieuwe macht en welvaart naar de periferie van eenvoud en soberheid; van aanzien naar verachting; van een uitgestippelde toekomst naar een onbekende morgen.

Assisi-San Damiano is de smalle maar bevrijdende weg van ‘meer door minder’ en van ‘boven naar beneden’. Het is de ommekeer van Franciscus' leven weg van de schittering van geld en goud, onderweg naar de glans in de ogen van een melaatse en in de ogen van de verrezen Jezus op het kruis. Brandde Franciscus' hart niet op deze plek buiten de stad? Met weer dat weids, heerlijk zicht op het groene dal van Spoleto loopt men tussen cipressen en olijven naar een plaats vol transparantie. Brandt hier het hart niet van elke ontvankelijke pelgrim? In de buurt van San Damiano - en nog wat dieper bij Rivo Torto en het kerkje van Portiuncula - is vroeger veel gebeurd: Franciscus' levensverandering is er gestart en gerijpt, hij heeft er vele jaren zijn eerste broeders samengeroepen en Clara verbleef er met haar eerste zusters.

San Damiano is vandaag nog steeds een uitgelezen plek voor bezinning en gebed. Op het pleintje voor de kerk, in het binnenpand van het klooster of in de oude kerk kan men als pelgrim tijdens een persoonlijk moment van bezinning of tijdens een vesperdienst de vele indrukken van de voorbije dag op een rijtje zetten. In de oude

Detail van het kruis van San Damiano in Santa Chiara.

en mooi gerestaureerde kapel van San Damiano staat men op zijn beurt even oog in oog met de Christus op het kruis van San Damiano. Jacques Wijnen schreef over de betekenis van de San Damiano-icoon een degelijke brochure. De buurt van het San

Franciscanië

Assisi is het epicentrum van Franciscanië. De pelgrimerende Franciscus heeft zijn boodschap in heel Umbrië rondgestrooid. Het Umbria verde ligt bezaaid met schrijnen op de plekken waar Franciscus

33

ooit is geweest. De meeste dorpen en stadjes hebben daarnaast ook hun eigen Francescokerk. Vooral in de kluizenarijen waarin Franciscus en zijn eerste broeders verbleven, kan men nog iets proeven van het ideaal van de eerste franciscaanse broeders: armoede en eenvoud, inkeer en inzet, broederschap en vrede. Wie echt in de voetsporen van Franciscus wil treden, moet de toeristische drukte op de heuvel van Assisi verlaten, naar de eenzaamheid van het dal trekken. In Umbrië is men onderweg zoals

De kluizenarij van Greccio.

Franciscus onderweg was: in verlaten stilte maar met muziek in het hoofd, sober maar vrij, in schrale eenvoud maar met stralend hart. Om iets van het Umbrische landschap te ondergaan verblijft men er best veertien dagen in een rustige woning op een heuvel, ver weg van de drukte en met zicht op het dal. Daar, op één van die talrijke Umbrische heuvels, is men 's nachts een beetje dichter bij de sterrenhemel. De sterren in het donkere Umbrië spreken meer aan dan diezelfde sterren in het verlichte Vlaanderen. Het is de tijd van de werkzaamheid van de nacht. Overdag kan dat verblijf in de Umbrische natuur met haar zonnebloemen, olijfbomen en cipressen ook de kosmische natuurmystiek van Franciscus opnieuw tot leven wekken. Het Umbrische natuurlandschap heeft nog steeds de kracht om uit het geheugen van de pelgrim Franciscus' loflied op de schepping op te delven.

Umbrië komt tegemoet aan het verborgen heimwee in de moderne pelgrim naar de premoderne verbondenheid van mens en natuur, tussen inspanning en ontspanning, tussen inzet en inkeer, tussen christologie en kosmologie. Vooral het dagelijkse heuveluitzicht op het dal biedt een vergezicht dat ook de grrenzen van het innerlijke zal verleggen. Een heuvel is de plek bij uitstek om de voorbije onrust los te laten en de komende angsten te bezweren. Men kan er in de vroege, warme ochtenden in de schaduw van een olijfboom wat meer lezen over Franciscus en de jaren 1200 of mediterend wandelen tussen heuvel en dal. Het zijn de belangrijke tussenmomenten van een pelgrimstocht die alles met elkaar verbinden. Wie daar de vele mozaïekstenen van de tocht bijeenlegt, heeft de kans om de werkzaamheid van de pelgrimage te

Ter hoogte van Perugia kan men een dag van stilte en meditatie uittrekken op het Isola Maggiore te midden van het Trasimeense meer In het zuiden zal men onder de indruk komen van de kluizenarijen Sant' Urbano. Greccio, La Foresta en Fonte Colombo. Onderweg mag men ook de wondermooie stad Spoleto niet vergeten. Naast de oude kluizenarij Monteluco boven Spoleto zijn er enkele betekenisvolle

franciscaanse plekken. In en rond de stad vindt de pelgrim ook interessante sporen van de oudste christelijke stichtingen in Europa.

Bij vele van de afgelegen kluizenarijen ziet men hoe Franciscus en zijn eerste

In document Vlaanderen. Jaargang 49 · dbnl (pagina 69-84)