• No results found

Argeia

In document Vrouwen in Herodotus’ (pagina 57-61)

3. Spartaanse vrouwen

3.2. Argeia

“Ze wist het natuurlijk heel goed”263

Het personage Argeia komt naar voren in boek zes, net nadat de Perzische oorlog echt losge-barsten is en Herodotus de eerste Perzische expeditie tegen de Grieken beschreven heeft. Op het moment dat Kleomenes ook verwikkeld raakt in de strijd besteedt Herodotus passages 6.51-60 aan het ontstaan van het Spartaanse tweekoningschap. Argeia was de vrouw van koning Aristodèmos, afstammeling van Herakles, en dochter van de Thebaanse koning Au-tesion. Zij kreeg met Aristodèmos een tweeling, allebei jongens, waarna kort daarop Aristo-dèmos stierf. Volgens Spartaanse (en wijdverspreide) traditie zou de eerste zoon hem opvol-gen op de troon en om te bepalen wie van de twee dat was werd Argeia geraadpleegd. Zij wist uiteraard wel wie de oudste was, maar zei dat dat niet het geval was met als doel hen samen op de troon te krijgen. Om tot een oplossing te komen werd een afgevaardigde naar Delphi gestuurd en Pythia antwoordde dat de zoons de macht moesten delen, maar dat de oudste meer vereerd diende te worden. Daarmee was het probleem dus nog niet opgelost, de Spartanen moesten er nog steeds achter komen wie de oudste zoon was. Toen gaf de Mes-seniër Panitès raad, namelijk dat moeder Argeia bespioneerd moest worden om te zien wie zij eerder voedde en waste; dat was namelijk de oudste zoon. Als zij geen onderscheid maak-te, dan konden de Spartanen ervan op aan dat zij het inderdaad niet wist. Argeia had hier geen weet van en waste en voedde inderdaad één zoon steeds als eerst en die werd dan ook aangemerkt als oudste zoon. Beide zoons én hun nakomelingen zouden hun hele leven in onmin met elkaar zijn geweest.

3.2.1. Tekstanalyse

In de (mythische) geschiedenis van Sparta had Argeia een zeer belangrijke functie als moe-der van de eerste dubbelkoningen. De prominente rol die zij hierdoor gespeeld zal hebben in het collectieve geheugen van de Spartanen zal vast een overweging zijn geweest voor Hero-dotus om haar verhaal op te nemen in zijn werk. Om deze reden is zij dan ook interessant

58 om te onderzoeken. Dat haar verhaal waarschijnlijk meer een volksverhaal is en geen histori-sche werkelijkheid doet daar niets aan af.

Herodotus omschrijft haar in een zeer invloedrijke rol; zonder haar was het dubbel-koningschap niet ontstaan aangezien zij niet één van haar zoons als de oudste en dus troon-opvolger wilde aanwijzen. Ze neemt hierbij verregaande politieke beslissingen, wat in de Griekse maatschappij in het ideale geval niet aan vrouwen overgelaten diende te worden. Het gaat hier echter waarschijnlijk om een mythisch figuur en in Griekse mythen spelen vrouwen vaker een prominente rol264 – al moeten we deze rol ook niet teveel uitvergroten zoals weleens door feministische historici wordt gedaan.265 Bovendien legden de Spartanen deze macht ook heel bewust in haar handen, door haar te vragen naar wie van de twee jon-gens de oudste was. Zij kreeg de macht niet door een toevalligheid, maar het was een duide-lijke keuze van de Spartanen. Doordat Herodotus op deze manier beschrijft dat zij als vrouw deze macht kreeg en kon uitoefenen is waarschijnlijk indirect als polarisatie bedoeld om het verschil met Athene aan het geven. Daarnaast geeft Herodotus haar impliciet ook al macht door haar te benoemen als echtgenote van de koning, waardoor zij als logisch gevolg al in een invloedrijke positie zal hebben gezeten. Herodotus benadrukt ook haar vrouw-zijn, door haar rol als moeder, echtgenote en dochter te benoemen. Omdat de tegenstellingen tussen Athene en Sparta te ontdekken zijn, lijkt er sprake van ‘othering’.

Vervolgens benadrukt Herodotus ook Argeia’s afkomst – waarschijnlijk vooral om over de afkomst van de twee troonopvolgers te berichten – die teruggaat tot de mytholo-gische figuur Polyneikès, de zoon van Oedipus en Iocaste. Hierin kunnen we ook herkennen dat Herodotus zijn publiek wil meegeven dat zij en daarmee de Spartaanse koningen Grieks bloed door de aderen hebben stromen. Hiermee heft Herodotus de vervreemding met tussen Griekse vrouwen-Spartaanse vrouwen enigszins op. Herodotus doet dit ook nog op andere manieren. Ten eerste trekt hij paralellen met Griekse vrouwen door Argeia een zorgende rol te geven als moeder, wat de vrouwelijke deugd bij uitstek was bij Grieken. Dat Argeia ook geen voorkeur geeft aan één van haar zonen, maar ze haar beiden even lief zijn, zal de Atheense lezer als een positieve eigenschap van een moeder hebben gezien. Ten tweede is het raadplegen van het orakel van Delphi en vervolgens de raad opvolgen van Panitès een

264 Blundel, Women, 81.

59 teken dat het Spartaanse volk zich niet geheel laat leiden door een vrouw. Hierdoor zwakt Herodotus haar mannelijke kant wat af, waardoor de vervreemding met Sparta ook weer wat af zal hebben genomen voor de Atheense lezer. Ten derde is er het feit dat Herodotus Argeia niet rechtstreeks laat spreken, waarmee haar ondergeschikte rol wordt onderstreept. Ten slotte komt het niet willen kiezen tussen één van haar zoons wellicht ook voort uit het in stand willen houden van haar familie. Ze zou wellicht voorzien hebben dat als zij één van haar zoons als de oudste zou aanwijzen er niet langer harmonie binnen haar familie zou zijn, wat uiteindelijk ook zo geschiedde. Deze behoefte om haar familie in stand te houden, werd ook als een belangrijke rol voor de Atheense vrouwen gezien.

3.2.2. Argeia: de Spartaanse oermoeder

In het verhaal over Argeia als oermoeder van het Spartaanse politieke systeem, lijkt het erop dat Herodotus een naar Griekse normen normaal beeld heeft willen neerzetten van de – waarschijnlijk – mythische Argeia. Zij is invloedrijk, zoals bijvoorbeeld ook Griekse godin-nen invloedrijk waren266 en haar moederschap is ook prominent aanwezig in haar beschrij-ving. Hier zien we dus een normaal Grieks beeld, zoals Dewald past zij in het algemene beeld van vrouwen die ook een – binnenshuis georiënteerde – actieve rol hadden. Zij oefenen hun invloed uit op het moment dat lastige omstandigheden daarom vragen. Argeia’s moe-derliefde maakt dat zij in de kritische situatie besluit om niet te kiezen tussen haar zoons terwijl haar omgeving dit wel van haar vraagt om op die manier het tweekoningschap voor hen af te dwingen.267

De Atheense-Spartaanse polariteit is aanwezig in haar invloed in het Spartaanse poli-tiek – wat niet-Atheense was, maar is niet zo sterk als de Atheens-barbaarse polariteit die we bijvoorbeeld gezien hebben bij de Perzen. Volgens Gray worden de meeste Spartaanse ko-ningen als stereotype barbaarse leiders neergezet door Herodotus, terwijl één van de Spar-taanse koninginnen niet de wrede karaktereigenschappen heeft die vrouwelijke barbaarse leiders vaak krijgen toegeschreven.268 Dit lijkt voor Argeia hetzelfde te zijn. Er is qua

266 Blundell, Women’, 82.

267 Dewald, ‘Women and culture’, 108-9.

60 vrouwverhoudingen voor de Griekse lezer dan ook weinig ‘anders’ aan het beeld van Ar-geia te ontdekken.

3.3. Conclusie

Nu ik als laatste de verhalen van Gorgo en Argeia heb geanalyseerd kunnen we in hen een derde categorie gebaseerd op Hartog’s theorie ontdekken, namelijk de Griekse ‘interne an-der’269. Als we namelijk hun verhalen analyseren, komen we erachter dat zij wel anders zijn dan de Atheners, maar over het algemeen niet zo anders dat er sprake is van een Grieks-barbaarse polariteit. Hartog geeft ook aan dat er wel Spartaanse ‘otherness’ is.270 De polariteit komt met name tot uiting in de invloedrijke rol die de vrouwen spelen en dat zij onderdeel zijn van een monarchie, wat Herodotus waarschijnlijk niet als ideaalbeeld zal hebben ge-zien.271 Wat is nu de functie van deze vrouwen als onderdeel van de Griekse ‘interne ander’? Zij zullen voor Herodotus minder belangrijk zijn voor de identiteitsvorming, omdat de iden-titeit vooral wordt gecreëerd in oppositie met de ‘ander’. De Spartanen zullen echter door de oplopende spanningen tussen Sparta en Athene steeds belangrijker worden voor de Athene om zich tegen af te zetten. Dit idee blijkt uit de theorie dat de beschrijvingen van Gorgo en Argeia passen in het streven van Herodotus om de verschillen tussen de Griekse staten te onderstrepen en aan zijn publiek over te brengen dat “Greece not a single undifferentiated globe”272 is.

269 Pelling, ‘East is East’, 54.

270 Hartog, The mirror, 152.

271 Cartledge, ‘Herodotus’, 368.

61

In document Vrouwen in Herodotus’ (pagina 57-61)