Criterium 2 Lengte schrijfproduct ('C2 Aantal woorden')
3.5 Analyse enquêteresultaten
Cluster 1 bevraagt de technische leesbaarheid van de casusteksten, cluster 2 de inhoudelijke begrijpelijkheid ervan en cluster 3 bevraagt hoe de participanten het maken van de schrijfopdrachten hebben ervaren. Bij alle enquêtevragen konden de participanten kiezen uit vijf horizontaal
gepresenteerde antwoorden, waarbij de twee eerste antwoorden aan de linkerkant (antwoorden '1' en '2') ongunstige antwoorden voorstelden en de twee laatste antwoorden aan de rechterkant ('4' en '5') gunstige antwoorden voorstelden. Het middelste antwoord ('3') was niet gunstig, maar ook niet ongunstig. Van elke casusversie wordt op deze manier per vragencluster de gemiddelde
enquêtescore berekend. Een hogere score (>'3'), betekent dan dat participanten doorgaans tevreden zijn over de leesbaarheid, inhoudelijke begrijpelijkheid of schrijfervaring van de casusversie en een lage score (<'3') betekent dat participanten minder tevreden zijn over de casusversie.
De enige open vraag in de enquête was vraag 10. Deze vraag is onderdeel van vragencluster 2 en luidt: 'Noem minimaal drie dingen die je aan de casus zou veranderen om de tekst voor jou
begrijpelijker te maken.' De participanten waren bij deze vraag vrij om zelf een antwoord te
formuleren en daarom analyseren we de antwoorden op een andere manier dan met behulp van de vijfpuntsschaal. Per casusversie hebben de participanten diverse suggesties voor verbetering gegeven. Het aantal suggesties is per casusversie vervolgens gegroepeerd op thema (tekststructuur, zinsniveau, woordniveau, inhoud), zodat te zien is hoeveel en wat voor suggesties elke casusversies heeft gekregen. Het volgende hoofdstuk toont het overzicht daarvan.
4. Resultaten
De schrijfproducten van de participanten zijn alle aan de hand van de vier criteria
beoordeeld. Tabel 2 geeft een overzicht van de gemiddelde beoordeling van de schrijfproducten per casusversie en toont twee significante verschillen. Zo is er onder criterium 3.1 een significant verschil gevonden in zinscomplexiteit tussen de schrijfproducten: producten die geschreven zijn op basis van casussen met enkelvoudige zinnen (EV) hebben een hogere zinscomplexiteit (3.71) dan de
schrijfproducten die geschreven zijn op basis van casussen met uitsluitend meervoudige zinnen (MV) (3.39). Daarnaast is er onder criterium 4 een significant verschil gevonden in kwaliteit van de inhoud van de schrijfproducten: participanten die casussen lazen met abstracte woorden (AB) schreven inhoudelijk een minder sterke tekst (2.35) dan de participanten die casussen lazen met concrete woorden (CON) (2.60).
Tabel 2.
Gemiddelde Beoordeling en Standaarddeviatie van Schrijfproducten per casusversie
Tekstaspect Criterium 1 Volledigheid Criterium 3.1 Zinscomplexiteit Criterium 3.2 Concreetheid woorden Criterium 4 Kwaliteit inhoud AB a 3.88 e (1.33)f 3.50 (1.14) 2.41 (0.94) 2.35 (0.75) CON b 3.94 (1.16) 3.60 (1.11) 2.59 (1.00) 2.60 (0.82) EV c 3.84 (1.33) 3.71 (1.09) 2.48 (0.95) 2.45 (0.79) MV d 3.98 (1.16) 3.39 (1.13) 2.53 (0.99) 2.50 (0.79)
a AB = schrijfproducten die geschreven zijn op basis van casusversies die abstracte woorden bevatten. b CON = schrijfproducten die geschreven zijn op basis van casusversies die concrete woorden bevatten. c EV = schrijfproducten die geschreven zijn op basis van casusversies die enkelvoudige zinnen bevatten. d MV = schrijfproducten die geschreven zijn op basis van casusversies die meervoudige zinnen bevatten. e Gemiddelde score = 3.88. f Standaarddeviatie = 1.33.
Tabel 3 laat per casusversie het gemiddeld aantal woorden zien van de schrijfproducten en toont één significant verschil: het eerste schrijfproduct bevatte gemiddeld meer woorden (241) dan het tweede schrijfproduct (195).
Tabel 3.
Gemiddeld Aantal Woorden en Standaarddeviatie per Schrijfproduct en Tekstaspect
Tekstaspect
Gemiddeld aantal woorden eerste tekst
Gemiddeld aantal woorden tweede tekst
Verschil Gemiddeld aantal woorden totaal AB 225a (69.5)a 199b (82.5)b 26 213c (76.9)c CON 260 (81.4) 188 (67.5) 72 221 (82.4) EV 239 (82.1) 201 (76.0) 38 219 (81.3) MV 243 (72.7) 194 (65.7) 49 219 (73.6) Gem. totaal 241 (77.3) 195 (75.4) 46 218 (78.7)
a Het schrijfproduct van participanten die hun eerste schrijfproduct schreven op basis van een casus waarin abstracte woorden voorkwamen, had gemiddeld 225 woorden en een standaarddeviatie van 69.5. b Het schrijfproduct van participanten die hun tweede schrijfproduct schreven op basis van een casus die abstracte woorden bevatte, had gemiddeld 199 woorden en een standaarddeviatie van 82.5. c Het schrijfproduct van participanten die hun schrijfproduct schreven op basis van een casus met abstracte woorden had gemiddeld 213 woorden en een standaarddeviatie van 76.9.
Tabel 4 geeft een overzicht van de enquêteresultaten, dus wat de participanten vonden van de verschillende casusversies. De cijfers tonen onder cluster 1 één significant resultaat, namelijk dat participanten de casussen met abstracte woorden minder leesbaar (3.34) vonden dan de casussen met concrete woorden (3.63).
Tabel 4.
Gemiddelden en Standaarddeviatie van Participantbeoordelingen Enquêteresultaten
a AB = casusversies die abstracte woorden bevatten. b CON = casusversies die concrete woorden bevatten. c EV = casusversies die enkelvoudige zinnen bevatten. d MV = casusversies die meervoudige zinnen bevatten. e Gemiddelde score = 3.34. f Standaarddeviatie = 0.68.
Tabel 5 geeft een overzicht van alle suggesties en opmerkingen die de participanten bij het maken van vraag 10 van de enquête hebben ingebracht. Zie bijlage 5 voor de letterlijke en complete lijst van participantenreacties. In tabel 5 staan in de kolom uiterst links de suggesties en opmerkingen van de participanten die betrekking hebben op de teksteigenschappen van de casussen. Helemaal bovenin staan de verschillende casusversies met in de kolommen eronder het aantal suggesties dat elke casusversie heeft gekregen. Naast dit suggestieaantal staat in percentages tussen haakjes welk deel dit aantal uitmaakt van het totale aantal reacties per casusversie.
Tekstaspect Cluster 1 Leeservaring Cluster 2 Begrijpelijkheid tekstinhoud Cluster 3 Schrijfervaring AB a 3.34e (0.68)f 3.29 (0.70) 3.18 (0.73) CON b 3.63 (0.66) 3.53 (0.66) 3.30 (0.70) EV c 3.40 (0.64) 3.36 (0.62) 3.23 (0.69) MV d 3.56 (0.72) 3.45 (0.75) 3.25 (0.74)
Tabel 5.
Aantal (en percentage) Participantensuggesties per casusversie (Vraag 10 van Enquête)
Aantal en percentage suggesties per casusversie Soort suggestie EVa-ABb EV-CONc MVd-AB MV-CON
Niets veranderen aan tekst 9 (15.8%)e 10 (17.9%) 13 (27.8%) 19 (35.7%)
Was geen fijne tekst om te lezen - - 1 (2.1%) -
Kortere tekst 5 (8.8%) - - -
Rommelige structuur/alinea's 9 (15.8%) 11 (19.5%) 6 (12.8%) 5 (9.4%)
Zinnen waren te lang - - 4 (8.5%) -
Zinnen waren te kort 4 (7.0%) 7 (12.5%) - -
Andere zinsbouw gebruiken 3 (5.3%) 1 (1.8%) 1 (2.1%) 2 (3.8%) Zinnen minder met 'Hij' beginnen 1 (1.7%) 1 (1.8%) 1 (2.1%) 1 (1.9%)
Minder opsommingen - 1 (1.8%) - -
Meer interpunctie 3 (5.3%) - 1 (2.1%) 1 (1.9%)
Minder komma's gebruiken - - 2 (4.2%) 1 (1.9%)
Meer variëren met woorden - - - 1 (1.9%)
Woorden te moeilijk/vaag 5 (8.8%) 2 (3.6%) 1 (2.1%) -
Woorden te makkelijk - 1 (1.8%) - 1 (1.9%)
Meer verwijswoorden gebruiken 1 (1.7%) - - -
Minder details beschrijven - 1 (1.8%) 1 (2.1%) 8 (15.1%) Meer details beschrijven 16 (28.1%) 15 (26.7%) 12 (25.6%) 9 (17.0%)
Inhoud was onrealistisch - - - 1 (1.9%)
Meer emotiewoorden gebruiken - 1 (1.8%) - 1 (1.9%)
Goede titel mist - 1 (1.8%) - -
Opsommingen onduidelijk - 1 (1.8%) - -
Geen relevant antwoord 1 (1.7%) 3 (5.4%) 4 (8.5%) 3 (5.7%) Totaalaantal suggesties per casus 57 (100%) 56 (100%) 47 (100%) 53 (100%)
a EV = enkelvoudige zinnen. b AB = abstracte woorden. c CON = concrete zinnen. d MV = meervoudige zinnen. e Onder de participanten die de casus met enkelvoudige zinnen en abstracte woorden hebben gelezen, zijn er in totaal 9 suggesties gegeven die zeggen dat er niets veranderd hoeft te worden aan de casustekst om die voor hen nog begrijpelijker te maken. Dit aantal vormt 15.8% van alle suggesties die de casusversie 'EV-AB' in totaal heeft gekregen.