• No results found

Alternatieve tijdsbegrippen: de cyclische tijd, de innerlijke en ritmische tijd, de

Hoofdstuk 5 – De rol van alternatieve tijdsbegrippen

5.1 Alternatieve tijdsbegrippen: de cyclische tijd, de innerlijke en ritmische tijd, de

De in het vorige hoofdstuk besproken chronologische, geëxploiteerde, versnelde en gejaagde tijdsbegrippen, met hun systematische karakters en lineaire visies, hebben binnen de huidige laatmoderne samenleving een waarderende en dominante rol toebedeeld gekregen. Gebleken is dat deze tijdsbegrippen kunnen zorgen voor eentonigheid en vervlakking. ‘‘Elke dag, week, maand en jaar worden teruggebracht tot tijdseenheden die zich herhalen, maar alle dagen zijn niet hetzelfde en de eerste vijftien jaar van iemands leven zijn niet hetzelfde als de vijftien jaar die daarop volgen (enzovoorts), al duren ze dan even lang.’’ (Baars, 2006, pp. 145-146). Een ander gevolg is dat deze tijdsbegrippen problemen en frictie kunnen veroorzaken binnen

levens van de laatmoderne mens, zo ook bij jonge vrouwen tijdens het ontwikkelen van hun leven(shouding). Gebleken is dat zij, gezien hun levensfase, belangrijke keuzes dienen te maken en zich hierbinnen verantwoordelijk kunnen voelen of angst kunnen ervaren om te kort te schieten. Deze gevoelens maken hen extra kwetsbaar en vatbaar voor het ervaren van tijdsdruk, omdat zij zich hier niet geheel van kunnen afsluiten (Bittman & Wajcman, 2000, p. 185, Portegijs e.a., 2016, p. 69). Vormen van stress en het ervaren van druk kunnen door deze dominante tijdsbegrippen veroorzaakt en versterkt worden, omdat dergelijke tijdsbegrippen gericht zijn op prestatie en eindeloze voortgang en ontwikkeling (Safranski, 2016, p. 112). Jonge vrouwen kunnen tijdens het ontwikkelen van hun leven(shouding) last hebben van deze op prestatie en ontwikkeling gerichte tendensen. Tijdens de keuzes die zij maken om hun leven vorm te geven, kunnen deze tendensen hen in hoog tempo richtingen opsturen die niet passen bij waar zij werkelijk voor staan. De tijd omvat echter meer dan deze dominante tijdsbegrippen en bijbehorende kenmerken. Hedendaagse denkers die zich gebogen hebben over (problematiek rondom) de tijd, pleiten er dan ook voor alternatieve en minder dominante tijdsbegrippen meer in het vizier te brengen. Andere gezichten van de tijd kunnen een grotere rol en (her)waardering krijgen door bijvoorbeeld de weg door het labyrint van onze ervaringen met de tijd inzichtelijk te maken, waardoor er een subjectief tijdsperspectief ontstaat (Baars, 2006, p 117; Hermsen, 2009, p. 12; Hermsen, 2014, p. 32; Safranski, 2016, pp. 11-12).

Het cyclische tijdsbegrip is een eerste voorbeeld van een alternatief tijdsbegrip. Dit tijdsbegrip heeft lange periodes gedomineerd en primitieve en archaïsche culturen werden hierdoor beheerst (Eliade, 1964, p. 52; Huijer, 2008, p. 23). Binnen het cyclische tijdsbegrip geloofde men dat de tijd tot in het oneindige telkens weer werd herboren (Eliade, 1964, p. 52) Het terugkomen van de jaargetijden, de omlooptijden van de zon en de maan, het ritme van zaaien en oogsten en rituelen en gebruiken die men hierop liet afstemmen zijn voorbeelden waarbinnen dit cyclische en meer organische tijdsbegrip naar voren komt (Safranski, 2016, p. 112). Ook binnen de levens van de huidige laatmoderne mens kan het cyclische tijdsbegrip nog herkend worden; ‘‘opstaan, tandenpoetsen, koffie zetten, in de badkamer en wc vertoeven, de maaltijd nuttigen, boodschappen doen, wassen, afwassen en naar bed gaan zijn activiteiten die beheerst worden door een cyclisch tijdsbesef, waarbij we er al dan niet bewust vanuit gaan dat wat we vandaag doen wordt vergeten, zodat morgen alles opnieuw kan beginnen.’’ (Huijer, 2008, p. 29).

Hoewel het cyclische tijdsbegrip tegenwoordig graag wordt geromantiseerd en geïdealiseerd, kan het blijvende en terugkerende karakter van de tijd een ontnuchterend en

kalmerend effect hebben. Wanneer jonge vrouwen zich richten op dit tijdsbegrip, ‘‘kan hij het gestreste bewustzijn tegenwicht bieden tegen de lineaire, onherroepelijk vestrijkende tijd. Het is overigens zo dat, als men zich onderdompelt in de organische tijd, al is het maar voor even, de maatschappelijke tijdsdruk op slag nogal komisch gespartel lijkt.’’ (Safranski, 2016, p. 112). Erbij stilstaan dat niet alles vanuit lineair perspectief voortduurt, maar dat bepaalde aspecten zich herhalen en terugkomen, kan zorgen voor vertrouwen en rust. Voor jonge vrouwen geldt dit bijvoorbeeld voor ontwikkeling en ontplooiing. Mogelijkheden op het gebied van studie en werk zullen zich telkens weer in andere vormen en opties aandienen, waardoor de eerste kans niet meteen gegrepen hoeft te worden, maar men kan vertrouwen op andere opties en mogelijkheden die werkelijk betekenis geven en bijdragen aan de eigen leven(shouding). Ervan bewust zijn dat niet alles vanuit prestatie, vooruitgang en efficiëntie gepland en gerealiseerd hoeft te worden, kan hierbinnen relativerend werken.

De cycli die we waarnemen in ons dagelijkse leven en omgevende natuur, hebben invloed op ons leven. Dit verband uit zich bijvoorbeeld in het lichaam, dat evolutionair in deze natuurlijke samenhangen gevormd is (Baars, 2006, p. 145). Als we kijken naar het lichaam en haar verhouding tot tijd, kan gesproken worden over een innerlijk en biologisch tijdsbegrip. Hierin komt het ritme en de tijd van het eigen lichaam naar voren, want ‘‘ook daar tikken klokken.’’ (Safranski, 2016, p. 147). Voorbeelden zijn schommelingen van de stofwisseling, de chronologische sturing van de lichaamschemie, het hart en de maag. Deze processen en organen blijken opvallend tijdgevoelig te zijn (Safranski, 2016, p. 148). Daarnaast zitten er achter de neuswortel kleine zenuwknopen gegroepeerd, die het lichaamsgebeuren synchroniseren en zo fungeren als een soort metronoom. Deze lichaamsinterne chronometrische reguleringen blijven vaak onopgemerkt en zijn niet door onze wil te beïnvloeden (Safranski, 2016, p. 147).

Pas als er een verstoring optreedt merken we hoezeer we door dit innerlijke tijdsbegrip beheerst worden. Dit gebeurt als we niet naar onze innerlijke metronoom luisteren, maar naar de uiterlijke, maatschappelijke en gecreëerde tijd (Safranski, 2016, p. 148). Anders gezegd raakt de samenhang tussen sociale en innerlijke ritmes dan verstoord. Strevingen en handelingen die worden aangedreven en gestuurd door sociale ritmes (zoals het aantal arbeidsuren en dagen en overvolle agenda’s) kunnen leiden tot een, voor de innerlijke ritmes, verstoorde leefstijl. Voorbeelden van uitingen van deze leefstijl zijn slaapgebrek, een onregelmatig eetpatroon en weinig rustmomenten en ontspanning. Als de natuurlijke ritmes deze verschijnselen proberen te compenseren, halen zij in feite de sociale ritmes weer in, met mogelijk burn-out klachten als gevolg (Huijer & Sabelis, 2010, p. 44). Om deze reden is het

van belang dat het innerlijke tijdsbegrip in de levens van jonge vrouwen niet wordt overschaduwd, maar meer afgestemd wordt en in verbinding wordt gebracht met externe tijdsbegrippen. Tijdens het ontwikkelen van een leven(shouding) kan afstemming van activiteiten op het eigen ritme en de interne klok behulpzaam zijn om de ervaren tijdsdruk tegen te gaan. Iedere persoon heeft een uniek ritme dat bepaalt wanneer iemand bijvoorbeeld toe is aan veranderen, leren of juist rusten (Jansen & Baaijens, 2010, p. 100): “Op dezelfde wijze als de tijd in het planten- en dierenrijk vanzelf aangeeft wanneer het moment is aangebroken om te groeien en te veranderen.” (Jansen & Baaijens, 2010, p. 100).

De publieke opvattingen over tijd kunnen als een dwingend tijdsdictaat werken. Sociale normen die hiermee gepaard gaan kunnen het lastig maken voor jonge vrouwen om zich hiertegenover te verhouden. De invoering van de zomertijd of de aanvangstijden van scholen, wat aangetoond te vroeg is voor kleine kinderen, zijn voorbeelden waarbij het tijdsregime zich mengt in synchronisatieprocessen van het individu, met als gevolg dat zij deze kunnen verstoren (Safranski, 2016, pp. 149-150). Vele wijsheidsleren pleiten dan ook voor overeenstemming tussen het publieke en persoonlijke leven en de eigen lichaamsritmes. Concreet gaat het hier om het aanleren van vaardigheden om het eigen lichaam te kunnen aanvoelen en te herkennen wat er op dat moment het beste gedaan kan worden, wat ervoor zorgt dat er mogelijkheden ontstaan voor synchronisatie van (opgelegde) actieve bezigheden met onbewuste interne lichaamsprocessen (Safranski, 2016, p. 149). Dit leidt ertoe dat tijd bewuster ervaren en beleefd kan worden door jonge vrouwen, waardoor er gesproken kan worden van een eigen tijd vervat in een subjectief tijdsbegrip (Baars, 2006, p. 117; Safranski, 2016, p. 145). Dit tijdsperspectief kan rechtdoen aan ‘ de wijze waarop het ‘nu’ door mensen wordt ervaren’ (Baars, 2006, p. 125).

In situaties waarin het ‘nu’ ervaren wordt, kan er ook van kairotische tijd gesproken worden, omdat hierin het geschikte moment en subjectieve en kwalitatieve vormen van tijd centraal staan. Dit tijdsbegrip heeft zijn oorsprong in de Griekse Oudheid liggen, waar het concept gevonden kan worden in werk van Griekse dichters als Hesiod (8e eeuw v.Chr.) en Pindar (522-443 v.Chr.) (Baars, 2012, p. 226). Kairos is de jongste zoon van Zeus en wordt ook wel als ‘de god van het geschikte moment’ beschouwd (Hermsen, 2014, p. 10). ‘‘Kairos was de tijd die ertoe deed, de tijd die kansen bood of voor een doorbraak wist te zorgen. Hij vertegenwoordigde al die bevlogen momenten van schoonheid, inzicht en daadkracht die het leven bijzonder maken.’’ (Hermsen, 2014, p. 10). Het kairotische tijdsbegrip was de tegenhanger van de andere Griekse god van de tijd, Chronos (de vader van Zeus). Deze stond juist voor de chronologische tijd, het tellen van de uren en het bieden van controle en

structuur. Weliswaar legde dit tijdsbegrip ook een patroon van eeuwige herhaling van hetzelfde op (Hermsen, 2014, p. 10). ‘‘Kairos was in de Griekse mythologie de jongste en meest rebelse kleinzoon van Chronos. [...] Waar Chronos staat voor de universele, statische en kwantitatieve tijd, die noodzakelijk is om tijd in een lineair verband te plaatsen, betekent Kairos het subjectieve, dynamische en kwalitatieve moment, dat juist rekenschap geeft van de specifieke en immer veranderende omstandigheden en dat daarom ook tot verandering van inzicht kan leiden.’’ (Hermsen, 2014. p.11)

Volgens Hermsen zijn wij in onze huidige tijd het evenwicht kwijt tussen deze beide gezichten van Kairos en Chronos en voert Chronos de boventoon, terwijl dit tijdsbegrip geen recht kan doen aan het veranderlijke karakter van de wereld en de subjectieve beleving van de tijd. Het kairotische tijdsbegrip overstijgt daarentegen minuten en uren en kan ervoor zorgen dat binnen het juiste ogenblik verleden, heden en toekomst samen vallen en er een wending kan plaatsvinden; ‘‘Ergens in ons onderbewuste sluimert […] dit kairotische ogenblik, dat we bijvoorbeeld ervaren als we ons ergens heel goed op concentreren of al mijmerend, wandelend of dagdromend wegraken van het regime van de klok en in een andere tijdservaring belanden.’’ (Hermsen, 2014, p. 23). Met behulp van de kairotische tijd kan de ervaren tijdsdruk bij jonge vrouwen tegen worden gegaan, omdat dit tijdsbegrip ruimte en mogelijkheden schept voor momenten waarbij presteren en het stellen van hoge eisen een minder grote rol spelen. In het proces van het ontwikkelen van een leven(shouding) kan deze tijd zorgen voor meer speelsheid middels activiteiten waarbij plezier, creativiteit en het spontane meer op de voorgrond kunnen treden. Tijdens de keuzes die jonge vrouwen moeten maken zouden zij gerichter kunnen kijken naar wat zij werkelijk belangrijk vinden in het leven en wat hen goed zal doen. Zij baseren hun keuzes dan op beweegredenen die dichterbij henzelf staan, waardoor deze keuzes ook authentieker nageleefd kunnen worden. Hierdoor komt er binnen dit ontwikkelingsproces van een leven(shouding) van jonge vrouwen meer ruimte voor authenticiteit, intuïtie en alertheid, maar ook voor het weten wat het juiste moment is iets te doen (Hermsen, 2014, pp. 16, 22; Turnhout, 2014).

Het gaat hierbij niet om het maken van een keuze tussen de twee gezichten van de tijd, want deze staan niet los of onafhankelijk van elkaar. Wel is het van belang dat jonge vrouwen tijdens het ontwikkelen van een leven(shouding), het evenwicht bewaken tussen beide tijden door momenten van rust en creativiteit te creëren en bewust te zijn van het heden en van dit ogenblik: ‘‘The knowledge that ‘this is the right time’ can only come from a sensitivity to the

leiden door (het regime van) de klok en meer stil te staan bij het moment, kunnen jonge vrouwen ruimte maken voor het kairotische tijdsbegrip (Hermsen, 2014, p. 13).