• No results found

Algemene ontwikkelingen

In document Jaarstukken Gooise Meren 2017 (pagina 102-105)

De paragraaf Financiering besteedt aandacht aan de financieringsfunctie (of treasuryfunctie) en gaat in op de financiering van het beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. In deze paragraaf wordt ingegaan op de verantwoording die wettelijk verplicht is volgens de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de verantwoording over het gevoerde beleid in 2017.

Financieringsbeleid

De treasury functie bestaat uit de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer met als doel de organisatie te voorzien in de behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Het financieringsbeleid van de gemeente Gooise Meren stelt dat maximaal gebruikt wordt gemaakt van kortlopende financieringsmiddelen. In normale marktverhoudingen geldt immers: hoe korter de looptijd, des te lager de te betalen rente. Hierbij worden de kaders, de kasgeldlimiet en renterisiconorm van de Wet financiering decentrale overheden, in acht genomen. De kasgeldlimiet beperkt het

renterisico op de netto vlottende schuld (korte schuld). De renterisiconorm beperkt het renterisico op de vaste schuld.

In 2017 is er gebruik gemaakt van kortlopende financieringen. Dit omdat de rente op korte leningen in 2017 lager was (zelfs negatief) dan de rente op langlopende leningen. Zoals hieronder verder wordt aangegeven heeft dit plaatsgevonden binnen de wettelijke randvoorwaarden.

Renteontwikkeling 2017

De ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt zijn in 2017 wederom gedomineerd door de Europese Centrale Bank. Om de economie aan te jagen en de inflatiedoelstelling van 2% te bereiken, houdt de ECB de rentetarieven nog op een zeer laag niveau.

Op de geldmarkt is de door de ECB vastgestelde depositorente bepalend geweest voor de tariefstelling voor de gemeenten. De depositorente is een van de drie rentetarieven die de ECB maandelijks

vaststelt. De depositorente is de rente waartegen banken kortlopend bij de centrale bank geld in bewaring kunnen geven. Deze rente is sinds juni 2014 negatief en in 2017 op minus 0,4% vastgesteld.

De herfinancieringsrente is in 2017 0%. De herfinancieringsrente is de rente waartegen banken bij de ECB geld kunnen lenen. Met beide rentes beïnvloedt de ECB de geldmarkt voor haar

inflatiedoelstelling.

Op de kapitaalmarkt is door de opkoopacties van de ECB de rente op langlopende leningen het gehele jaar laag geweest (range van de tienjaars benchmarklening in 2017 : 0,2% - 0,7%).

Financieringsbehoefte

De behoefte aan nieuwe financiering wordt sterk bepaald door nieuwe investeringen, het inzetten van reserves en voorzieningen, de voortgang van de grondexploitaties en het eventueel verstrekken van leningen aan derden.

Bij het voorzien in de behoefte aan financiering via langlopende leningen wordt nadrukkelijk gekeken waar die behoefte uit voortkomt en dat bepaalt ook veelal de termijn waarvoor een lening wordt aangetrokken.

In de loop van het jaar 2017 hebben wij één langlopende lening afgesloten.

In onderstaand schema worden de mutaties van de leningenportefeuille (exclusief leningen voor woningbouw) voor het begrotingsjaar 2017 met de werkelijke cijfers 2017 vergeleken.

103 Omschrijving

(x € 1.000)

Begroting 2017 Gemiddelde rente

De kasgeldlimiet ziet erop toe, dat de gemeente tijdig in de behoefte aan langlopende financiering voorziet en dus niet ongebreideld blijft teren op de veelal lagere rente van kort geld en onverhoopt uiteindelijk moet gaan lenen tegen veel te hoge langlopende rentes. Voor 2017 was er een

kasgeldlimiet van € 10.518.750. In de onderstaande tabel is te zien dat er in 2017 geen enkel kwartaal de kasgeldlimiet is overschreden.

Omvang begroting 123.750

1 Toegestane kasgeldlimiet

in procenten 8,5%

in bedrag 10.519

2 Omvang vlottende schuld 5.583 54 3.615 4.457

3 Omvang vlottende middelen

6.386 804 25 10

Toets kasgeldlimiet 4 Totaal gemiddelde netto

vlottende schuld (2-3)

-802 -750 3.590 4.447

5 toegestane kasgeldlimiet (1)

10.519 10.519 10.519 10.519

Renterisiconorm

De renterisiconorm is gericht op het beheersen en eventueel voorkomen van risico’s. Deze richt zich op de reeds afgesloten langlopende leningen. Het risico bestaat namelijk dat op enig moment veel herfinanciering moet plaatsvinden tegen een veel hogere rente. In de Wet Fido zijn normen gesteld om risico’s te bewaken. De renterisiconorm houdt in dat het totaal aan renteherzieningen en aflossingen in een jaar niet hoger mag zijn dan 20% van het begrotingstotaal. In de onderstaande tabel is te zien dat in 2017 de renterisiconorm niet wordt overschreden.

No Omschrijving Begroting

2017

Jaarrekening 2017

2018 2019 2020

1 Renteherzieningen 1.200

2 Aflossingen 8.145 6.983 7.483 6.885 6.687

3 Renterisico (1+2) 8.145 6.983 7.483 8.085 6.687

4 Renterisiconorm (4a*4b) 24.750 24.750 26.041 25.346 25.200

4a Begrotingstotaal 123.750 123.750 130.203 126.730 125.998

4b Percentage 20% 20% 20% 20% 20%

5 Ruimte onder de renterisiconorm

16.605 17.767 18.558 17.261 18.513

104 EMU-saldo

Met het EMU-saldo wil het rijk de begroting en de jaarrekening van de gemeenten monitoren om te kunnen voldoen aan de afspraken die zijn gemaakt binnen de Economische en Monetaire Unie. Het EMU-saldo van gemeenten is gebaseerd op het kasstelsel en bestaat uit het saldo van alle inkomsten en uitgaven op kasbasis. Dit betekent dus dat investeringen voor het volle bedrag meetellen en dat kosten die ten laste komen van voorzieningen ook ten volle meetellen. Het EMU-saldo voor 2017 (begroting en rekening) komt als volgt uit:

no. Omschrijving (bedragen x € 1.000) 2017

Begroting Rekening

1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

2.569 2.138

2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 7.515 6.751 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de

exploitatie

1.840 4.734

4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd

18.594 11.892

5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn

verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4

- -

6 Desinvesteringen in (im-)materiële vaste activa: - - Baten uit desinvesteringen in (im-)materiële vaste activa

(tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord

7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken en dergelijke (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)

- 8.502

8 Baten bouwgrondexploitatie: - -

Baten voor zover transacties niet op de exploitatie verantwoord

9 Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen

852 994

10 Lasten in verband met transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten

- -

11 Verkoop van effecten:

Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) nee nee

EMU-saldo (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10-11). -7.523 -7.766

105

In document Jaarstukken Gooise Meren 2017 (pagina 102-105)