• No results found

Algemene beschouwingen

In document De RVA in 2019 (pagina 91-94)

Het volume van de nieuwe schuldvorderingen, dat van de inkomsten en het saldo dat nog moet wor-den teruggevorderd, vertegenwoordigen aanzien-lijke bedragen.

Het gaat hier wel om terugvorderingen van de RVA en dus niet om terugvorderingen die de uitbeta-lingsinstellingen moeten uitvoeren na de verificatie van hun betalingen door de RVA. Die terugvorderin-gen staan in hun boekhouding. Tabel 2.3.3.VII geeft de evolutie van 2016 tot 2018 van de bedragen be-taald door de uitbetalingsinstellingen, die definitief werden uitgeschakeld of verworpen door de RVA na verificatie (zie punt 2.2.1.3), en waarvan de terug-vordering de taak is van de uitbetalingsinstellingen.

Gelet op de termijnen voor de verificatie van de talingen, zijn de gegevens voor 2019 nog niet be-schikbaar.

Tabel 2.3.3.VII

Definitief uitgeschakelde of verworpen betalingen na verificatie (bedragen in miljoen EUR)

Jaar Definitief

uitgeschakeld (C12) Definitief verworpen (C13)

2016 4,5 15,1

2017 3,9 13,1

2018 3,1 11,8

De bedragen die de RVA terugvordert, hebben trouwens niet enkel betrekking op de werkloos-heidsuitkeringen, maar ook onder andere op:

•de onderbrekingsuitkeringen in geval van loop-baanonderbreking of tijdskrediet;

•de forfaitaire compensatoire vergoedingen ver-schuldigd door werkgevers die niet hebben vol-daan aan hun verplichting om een begunstigde van werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag (ex-bruggepensioneerde) geldig te vervangen;

•de federale tegemoetkoming en het bedrag van de aankoopprijs van de dienstencheque verschul-digd door de erkende dienstenchequeonderne-mingen (zie punt 2.3.3.1).

Wat de werkloosheidsuitkeringen betreft, hebben die bedragen geen betrekking op fouten van de RVA of van de uitbetalingsinstellingen. Ze hebben daaren-tegen voornamelijk betrekking op volgende situaties:

•fout van de sociaal verzekerde;

•misbruik of fraude van de sociaal verzekerde;

•toekenning van een retroactief voordeel dat niet cumuleerbaar is met uitkeringen;

•herberekening van de werkloosheidsuitkering van werklozen met een bijberoep, zodra de fiscale aanslag bekend is.

De RVA registreert talrijke vastgestelde rechten in-zake terugvorderingen omdat er veel controles zijn.

De RVA voert steeds meer controleopdrachten uit op een punctuele of systematische manier, maar steeds doelgerichter. De vastgestelde evolutie is dus het gevolg van het feit dat de RVA meer en be-ter controleert. Dat wil bijgevolg niet zeggen dat er meer fraudegevallen of misbruiken zijn, maar dat ze meer worden gedetecteerd.

Het feit dat een deel van de vastgestelde rechten nooit kan worden ingevorderd of slechts laattijdig, ondanks alle acties om de invorderingsprocedure te optimaliseren, komt doordat de debiteur:

•vaak betalingfaciliteiten moet krijgen, waardoor de terugbetaling gespreid is over vele jaren;

•insolvabel is en, eventueel, het voorwerp uit-maakt van een insolventieprocedure (collectieve schuldenregeling, faillissement).

Er moet ook rekening worden gehouden met de geblokkeerde terugvorderingen als gevolg van be-twistingen voor de arbeidsgerechten, en ook met andere redenen.

92 Eind 2019 vertegenwoordigde het bedrag van de geblokkeerde terugvorderingen op het niveau van de werkloosheidsbureaus 55,91% van het nog door de bureaus terug te vorderen bedrag.

Grafiek 2.3.3.I

Opsplitsing tussen het bedrag van de geblokkeerde schuldvorderingen en het bedrag van de niet-geblok-keerde schuldvorderingen op het niveau van de werk-loosheidsbureaus

Geblokkeerde schuldvorderingen Niet geblokkeerde schuldvorderingen

55,91%

44,09% 31 december 2019

Grafiek 2.3.3.II

Opsplitsing van het bedrag van de geblokkeerde schuld-vorderingen op het niveau van de werkloosheidsbu-reaus, afhankelijk van het motief van de blokkering

43,80%

29,70%

15,55%

4,44%

31 december 2019 0,46% 6,05%

Collectieve schuldenregeling - faillissement Gerechtelijk beroep

Verdwenen debiteur - opzoeking adres Overleden debiteur

Onderzoek - brief

Varia (schorsing van de invordering tijdens een periode van sanctie, lopende aanvraag om kwijtschelding enz.)

Grafiek 2.3.3.III

Opsplitsing tussen het bedrag van de niet-geblokkeerde schuldvorderingen op het niveau van de werkloosheids-bureaus, afhankelijk van het al dan niet bestaan van een specifieke gebeurtenis

Terugbetalingsplan nageleefd

Effectieve inhouding op de te vervallen vergoedin-gen of uitkerinvergoedin-gen (waarvan de RVA de debiteur is) Effectieve inhouding op de te vervallen vergoedingen of uitkeringen (waarvan de RVA niet de debiteur is) Andere (geen specifieke gebeurtenis)

39,31%

39,10%

11,06%

10,53%

31 december 2019

Vergoedbaarheid

2

De RVA voert ook een voorzichtig beleid wat de schrapping betreft in zijn rekeningen van oninvor-derbare schuldvorderingen. Die schulden worden voornamelijk pas uit de rekeningen geschrapt in volgende situaties:

•sinds ten minste 10 jaar kon geen enkele betaling worden bekomen ondanks de stappen gezet door de RVA en vervolgens door de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering;

•de schuldvordering is niet invorderbaar volgens de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering;

•de debiteur is sinds ten minste 10 jaar verdwenen;

•het faillissement van de debiteur (rechtspersoon) is afgesloten.

Aangezien de RVA er de voorkeur aan geeft om de schuldvorderingen in zijn rekeningen te houden zo-lang er een mogelijkheid tot invordering bestaat, blijven die er gedurende vele jaren staan.

Sinds 2016 houdt de registratie van de schuldvorde-ringen in de boekhouding rekening met het twijfel-achtige karakter van bepaalde schuldvorderingen en gaat ze over tot de afschrijving ervan, conform de vraag die werd geformuleerd door het Rekenhof en conform de onderrichtingen van de Commissie voor normalisatie van de boekhouding van de OISZ (zie punt 2.6.2).

Om de onverschuldigde betalingen en de terugvor-deringen te beperken, neemt de RVA steeds meer zijn toevlucht tot a-prioricontroles in de databan-ken, en dat in nauwe samenwerking met de uitbetalingsinstellingen. De aldus vermeden onver-schuldigde betalingen zijn echter veel moeilijker te becijferen. Ook zijn de nodige inlichtingen niet altijd beschikbaar in de externe databanken vóór de nor-male vervaldag van de betaling van de uitkeringen, wat a-posterioricontroles noodzakelijk maakt.

In 2019 waren er 49 kruisingen van databanken. Die hadden betrekking op:

•de initiële controle vóór de opening van het recht;

•de controle vóór de maandelijkse betaling door de uitbetalingsinstellingen;

•de controle na betaling van de uitkeringen;

•de controle door matching met de gegevensban-ken die ter beschikking staan van de RVA.

Het gaat onder andere om een controle van de ge-gevens in externe databanken met periodes van te-werkstelling als loontrekkende, de inschrijving als zelfstandige, de periodes van arbeidsongeschikt-heid, pensioenen, nationaliteit, adres, gezinssa-menstelling (rijksregister) enz. De kwaliteit van de inlichtingen opgenomen in de externe databanken is soms betrekkelijk, wat bijkomende verificaties vereist. Tot slot kunnen heel wat onregelmatighe-den niet woronregelmatighe-den gedetecteerd door vergelijking van databanken.

De beslissingen tot terugvordering gaan meestal ook gepaard met administratieve sancties die even-eens een budgettaire impact hebben aangezien ze een daling van de uitgaven met zich meebrengen.

94

2.3.4

In document De RVA in 2019 (pagina 91-94)