• No results found

Agressie en geweld

In document Staat van het Bestuur 2014 (pagina 183-187)

De bestuurder centraal

8.3 Agressie en geweld

8.3.1 Veilige Publieke Taak

Het is van groot belang voor het openbaar bestuur dat werknemers met een publieke taak - zoals ambulan-cemedewerkers, brandweermensen, onderwijzers en conducteurs - en politieke ambtsdragers hun taak veilig en integer kunnen uitoefenen. Verbaal en fysiek geweld is onacceptabel. Het programma Veilige Publieke Taak (VPT) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties richt zich op het voorkomen, beperken en afhandelen van gevallen van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. De aanpak betreft werkgeversmaatregelen127 (vanuit het ministerie van BZK), strafrechtelijke maatregelen (vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie) en het bevorderen van de regionale

ketensamenwerking.

Het programma neemt aan de ene kant een coördinerende, aanjagende en stimulerende rol op zich. Aan de andere kant monitort het programma in hoeverre de verschillende overheidssectoren hun verantwoorde-lijkheid met betrekking tot de verschillende maatregelen nemen. Hoofdlijnen van het programma zijn de lokaal-bestuurlijke aanpak en het ondersteunen van werkgevers en werknemers, preventie van agressie en geweld, en het aanpakken van de dader.

Burgemeesters en andere politieke ambtsdragers functioneren op gezichtsbepalende posities voor de samenleving waardoor zij zowel in hun functie als in de privésfeer te maken kunnen krijgen met agressie en geweld. In 2014 is voor de derde maal onderzoek gedaan naar agressie en geweld bij bestuurders en volksvertegenwoordigers van gemeenten, provincies en waterschappen.128

8.3.2 Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers

Aantal slachtoffers en getuigen

In 2014 is het percentage slachtoffers van agressie en geweld onder politieke ambtsdragers ten opzichte van 2012 gedaald van 38% naar 23%. In 2010 was dit percentage 32% (zie figuur 50). De politieke ambtsdragers die met agressie en geweld worden geconfronteerd zijn gemiddeld vier keer per jaar slachtoffer. Van de politieke ambtsdragers worden de burgemeesters het meest geconfronteerd met agressie en geweld: 45%

geeft aan slachtoffer te zijn geweest in het afgelopen jaar. Ten opzichte van 2012 is dit een daling van 16%.

Verbale agressie komt het meest voor. Van de politieke ambtsdragers geeft 18% aan verbale agressie meegemaakt te hebben, gevolgd door bedreiging en intimidatie (10%) en fysieke agressie (3%). In 2012 was het percentage wat met verbale agressie te maken heeft gehad nog 34%.

127 Het VPT-beleid voorziet in acht maatregelen: een norm stellen, melden van agressie en geweld, registreren van incidenten, voorlichting en training aan medewerkers, een duidelijk signaal aan daders, het bevorderen van aangifte bij de politie, het verhalen van schade en het bieden van nazorg.

128 Monitor agressie en geweld openbaar bestuur 2014, Den Haag 2014. De gegevens in de monitor hebben betrekking op een periode van 12 maanden.

Figuur 50 Slachtofferschap en vormen van agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers

Bron: Monitor agressie en geweld openbaar bestuur, 2014.

Niet alleen het aantal slachtoffers is gedaald, ook het gemiddeld aantal keren dat een slachtoffer een incident meemaakte, is in de afgelopen twee jaar afgenomen. De afname van het aantal incidenten doet zich voornamelijk voor bij de minder ernstige situaties. Het aantal ernstige en zeer ernstige incidenten is vrijwel gelijk gebleven.

De mate waarin politieke ambtsdragers worden geconfronteerd met agressie en geweld verschilt tussen de bestuurslagen (zie figuur 51). Bij de waterschappen heeft gemiddeld 22% van de politieke ambtsdragers ervaring met agressie en geweld, tegen gemiddeld 23% bij de gemeenten en 25% bij de provincies.

Figuur 51 Slachtofferschap van agressie en geweld naar bestuurslaag 31%

Bron: Monitor agressie en geweld openbaar bestuur, 2014.

De meeste incidenten vinden face-to-face plaats (50%) en vooral wethouders en raadsleden hebben hiermee te maken. Dit percentage is met 4% afgenomen ten opzichte van 2012. Van de incidenten vindt in 2014 11%

via sociale media plaats.

Het percentage getuigen van agressie en geweld is bij de provincies, gemeenten en waterschappen in 2014 gestegen ten opzichte van het percentage in 2012. Binnen de bestuurslaag gemeenten zijn de burgemees-ters, wethouders en raadsleden in 2014 vaker getuige van agressie en geweld ten opzichte van 2012.

Burgemeesters blijken het vaakst getuige (60%) van een incident te zijn.

Reactie op agressie en geweld

Bij zes van de tien gevallen van agressie en geweld grijpt één van de aanwezigen in bij een incident. De meest voorkomende manier van ingrijpen is het bieden van verbale hulp en het inpraten op en het kalmeren van de dader. De voornaamste redenen om niet in te grijpen zijn “de situatie was snel opgelost”

(49%) en “het hoort bij de functie” (28%).

De meldingsbereidheid bij agressie en geweld (zie figuur 52) is gestegen met tien procent, van 39% naar 49%. Bij gemeenten is de grootste meldingsbereidheid (50% in 2014), terwijl de sterkste stijging is te zien bij de waterschappen (van 16% naar 38% in 2014). Ook wordt er meer aangifte gedaan: de aangiftebereidheid is gestegen van 11% naar 13%. Onder burgemeesters is deze gestegen van 23% naar 38% in 2014. Figuur 52 laat de bereidheid en de wijze van het melden van agressie en geweld zien.129

Figuur 52 Bereidheid tot het doen van melding van agressie en geweld

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

8%

22%

52%

100%

Aangifte gedaan Geregistreed Intern gemeld Totaal incidenten

Bron: Monitor agressie en geweld openbaar bestuur, 2014.

Minder dan de helft van de ambtsdragers geeft aan dat zij voldoende nazorg hebben ontvangen na een ervaring met agressie en geweld. Dit percentage is gestegen van 40% naar 46%. Een aandachtspunt is dat voor bijna de helft van de slachtoffers geldt dat er nauwelijks gereageerd is op hun behoefte aan nazorg.

Gevolgen van agressie en geweld

Figuur 53 laat de effecten van agressie en geweld op de slachtoffers zien. Van de ambtsdragers die slachtoffer waren, geeft 62% aan dat agressie en geweld geen gevolgen voor hen heeft. Daarentegen geeft 22% aan dat het effect heeft op het werkplezier en volgens 9% heeft het invloed op de geestelijke gezondheid.

129 Monitor agressie en geweld openbaar bestuur, 2014, pagina 65.

Figuur 53 Effecten van slachtofferschap

62%

3%

9%

2%

22%

9%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Geen effecten Effecten op lichamelijke gezondheid Effecten op geestelijke gezondheid

Ta;P7;G"?Z"I;;M7;4EXK;"I;J?G5F;E5"

Materiële effecten Effecten op werkplezier Ander effect

De vraag over effecten van slachtofferschap is in het onderzoek van 2012 op een andere wijze gesteld. Dit maakt een vergelijking met de cijfers van 2014 niet mogelijk.

Bron: Monitor agressie en geweld openbaar bestuur, 2014.

Net als in 2012 heeft bijna een vijfde van de ambtsdragers moeite om beslissingen te nemen als zij daardoor een risico lopen in aanraking te komen met agressie en geweld. Van de ambtsdragers geeft 9% aan daadwerkelijk beïnvloed te worden in het nemen van beslissingen. Tegelijk is het percentage ambtsdragers dat stelt dat bij beslissingen over handhaving het bestuur zijn rug recht houdt, zelfs bij dreiging van agressie en geweld, gestegen van 67% naar 73%. Ruim een derde (35%) van de bestuurders en volksvertegenwoordi-gers geeft aan dat de functie risicovolle situaties met zich meebrengt. In 2012 was dit nog 26%. Meer ambtsdragers dan in 2012 stellen dat standpunten van collega’s worden beïnvloed door agressie en geweld.

Agressie­ en geweldsbeleid in organisaties

Ongeveer 50% van de ambtsdragers geeft aan dat er voldoende ondersteuning is en dat er goede procedures en regels zijn. Volgens bestuurders en volksvertegenwoordigers is de aanpak en ondersteuning door de organisatie verder verbeterd ten opzichte van 2012. Het percentage ambtsdragers dat aangeeft voldoende voorlichting en training te krijgen is in 2014 licht gestegen ten opzichte van 2012 (28% ten opzichte van 26%

in 2012).130

Wanneer er gekeken wordt naar wie verantwoordelijk is voor de aanpak van agressie en geweld binnen de gemeente, geven raadsleden (85%) en wethouders (77%) aan dat het aan de burgemeester is om in eerste instantie te reageren naar aanleiding van een incident. De meeste burgemeesters zijn het daar grotendeels mee eens; 28% van hen vindt dat de gemeentesecretaris de eindverantwoordelijke is.

Het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt, is dat politieke ambtsdragers en medewerkers in het openbaar bestuur in vergelijking met 2012 in mindere mate slachtoffer van agressie en geweld zijn. Deze afname zit wel voornamelijk in de minder ernstige incidenten. Hoewel er meer maatregelen worden getroffen door de bestuurslagen, blijft nazorg en de implementatie van agressie- en geweldsbeleid nog onverminderd de aandacht vragen.

130 Monitor agressie en geweld openbaar bestuur, 2014, pagina 72.

In document Staat van het Bestuur 2014 (pagina 183-187)