• No results found

3 De Research and Development Aftrek

3.6 Adviezen

Verschillende organisaties hebben de visie over de RDA gegeven en komen met adviezen waarvan zij denken dat het de RDA efficiënter zal maken. In komende paragraaf zullen de verschillende adviezen van de organisaties besproken worden.

3.6.1 Centraal Plan Bureau

Het Centraal Plan Bureau (hierna: CPB) concludeert dat de RDA beoogt de kosten van R&D exploitatie (zoals materialen en huur apparatuur) en de R&D investeringen (zoals een laboratorium) te verlagen via een fiscale regeling.226

Volgens het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is de financiering van investeringen om te gebruiken voor innovatie een belemmering voor innovatie bedrijven.

Volgens het CPB faalt de kapitaal markt.227 Banken zijn terughoudend in het financieren van riskante investeringen waarvan de uitkomst onzeker is.

Deze wet is een generieke maatregel. In principe kan ieder (winstgevend) bedrijf uit iedere willekeurige sector aanspraak maken op de regeling, als een bedrijf maar overige R&D-kosten heeft. Het CPB vreest alleen dat de maatregel gunstiger uitwerkt voor het grootbedrijf dan het mkb, vanwege hun hogere R&D kapitaalintensiteit. Deze bevoordeling van het grootbedrijf is volgens het CPB terecht. Uit de studie van Lanser en van der Wiel (2011) bleek dat bij het kabinet Balkenende het mkb voor iedere euro besteed aan onderzoek en ontwikkeling ongeveer vijf keer zoveel subsidie kreeg als het grootbedrijf. Het CPB ziet geen bewijs dat innovatie in het mkb in deze mate grotere maatschappelijke baten genereert.228

Het CPB ziet innovatiesubsidies soms een deel van de uitgaven vervangen die een bedrijf anders zelf zou hebben opgepakt.229

226

CPB notitie: reactie op de Research and Development Aftrek 227 CPB notitie: reactie op de Research and Development Aftrek 228

CPB notitie: reactie op de Research and Development Aftrek 229

Het falen van de kapitaalmarkten bij financiering van innovatie moet ook geadresseerd worden. Daarnaast kunnen winstgevende bedrijven al een fiscale faciliteit gebruiken, ze kunnen namelijk de winsten middels de innovatiebox tegen een lager tarief laten belasten. Bedrijven met winsten uit WBSO projecten of uit een geldig octrooi komen in aanmerking voor een lager belastingtarief. Aandachtspunt bij deze RDA-maatregel is de cumulatie van fiscale instrumenten met mogelijke gevolgen voor de effectiviteit en efficiëntie.

3.6.2 Raad van State

De Raad van State wijst op het gevaar dat essentiele onderdelen van de maatregel niet worden geregeld in de wet maar in de ministeriele regeling. Tot deze zogenaamde essentialia behoren het belastbaar feit, (de basis van) het tarief en de kring van belastingplichtigen. Volgens de Raad behoren de grondslag en het RDA aftrekpercentage ook tot de essentialia van deze maatregel en dienen ze in de wet te worden opgenomen, omdat dit anders op gespannen voet met art. 104 GW komt te staan.230 3.6.3 Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (hierna: NOB) pleit ervoor om zo veel mogelijk

basiselementen van de maatregel in de wet te regelen in plaats van in een algemene maatregel van bestuur.231

Het is voor de Orde onduidelijk of bij de uitleg van het begrip bedrijfsmiddel kan worden aangesloten bij de betekenis in de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 01).

Duidelijk zou zijn geweest als voor de kosten en uitgaven die kwalificeren voor de RDA gebruik wordt gemaakt van het leerstuk van goedkoopmansgebruik, in plaats van de beoordeling over te laten aan Agentschap NL.

Daarnaast vindt de NOB dat de koppeling van de RDA beschikking en de S&O verklaring lastig. Bij toepassing van de RDA bij een samenwerking tussen twee belastingplichtigen in een fiscaal transparant samenwerkingsverband verhindert deze koppeling namelijk toepassing van de RDA. Wanneer slechts één van de belastingplichtigen personeel inbrengt, en dus als enige over een S&O verklaring beschikt, zou deze om die reden een RDA beschikking kunnen aanvragen. Indien de kosten en uitgaven voor de kapitaalgoederen die toerekenbaar zijn aan de S&O werkzaamheden volledig voor de rekening komt van de andere participant zonder personeel komt, heeft uiteindelijk geen van beide belastingplichtigen effectief toegang tot de RDA.232

De Orde vindt de systematiek van aanvraag met inschatting van de te maken kosten en uitgaven, waarna binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar een melding moet worden gedaan van de werkelijke kosten en uitgaven, en eventueel nog een correctie volgt omslachtig en administratief onnodig. De Orde heeft een voorkeur voor de situatie waarbij een keer, achteraf de werkelijke RDA kosten en uitgaven worden vastgesteld.

Daarnaast verzoekt de Orde voor het gebruik van nihil uren S&O verklaringen, bijvoorbeeld als het plafond voor de WBSO is bereikt. Zodoende kan de RDA beschikking nog wel van toepassing zijn..

230 Advies Raad van State, Research and Development Aftrek 231

NOB Commissie wetsvoorstellen, Brief van 4 november 2011 232

3.6.4 Uitvoering

Ook in de uitvoering van de RDA ondervindt men dat een aantal aspecten van de regeling minder goed zijn uitgewerkt.233

Het eerste knelpunt is de koppeling van de WBSO aan de RDA. Deze aansluiting bij de S&O verklaring gaat verder dan alleen de omschrijving van de werkzaamheden die onder de reikwijdte van de RDA vallen. Zonder S&O verklaring heeft de belastingplichtige geen mogelijkheid een RDA beschikking te verkrijgen. Met een dergelijk koppeling van de RDA aan een S&O verklaring wordt voor de RDA impliciet de eis gesteld dat de belastingplichtige zelf ook een (S&O)arbeidsinspanning verricht. Volgens De Nies past dit niet bij het karakter van de RDA, die het maken van kosten en uitgaven ter zake van S&O tracht te stimuleren.234

Zoals vermeld in paragraaf 3.2.1 maken de kosten voor het uitbesteden van onderzoek geen deel uit van de RDA grondslag.Volgens De Nies betekent het uitsluiten van uitbesteed onderzoek voor de RDA grondslag niet dat in het geheel geen kosten van derden in aanmerking kunnen worden genomen.Indien de inspanning van een derde namelijk ziet op het testen van de (voorlopige) resultaten van het lopende onderzoek van de belastingplichtige vormen dit wel kosten die tot de RDA grondslag behoren.235

Hetzelfde geldt wanneer de derde het (voorlopige) resultaat van S&O concretiseert in de vorm van een prototype. Hierbij wordt derhalve de grens tussen uitbesteden en niet uitbesteden van onderzoek gevormd door de aard hetgeen de derde bijdraagt.

Het is denkbaar dat werkzaamheden die niet zelfstandig in aanmerking kunnen komen voor een S&O verklaring, wel onderdeel van S&O vormen in een meer omvattend project. In dit geval vallen deze werkzaamheden onder de definitie in het besluit van uitbestede werkzaamheden, maar kunnen niet onder een S&O verklaring vallen bij de uitvoerende partij. Daarmee resteert derhalve een grijs gebied waarin kosten zowel voor de uitbesteder als voor de uitvoerder van werkzaamheden in het geheel niet voor de RDA in aanmerking komen. 236

De Nies ziet een probleem in de vraag hoe omgegaan dient te worden met de inzet van een bestaande productielijn voor S&O.237 De daarmee gemoeide kosten komen in aanmerking van de RDA. Deze productielijn is echter al eerder in gebruik genomen, waarmee de achterliggende uitgave als zodanig niet kwalificeert. Hiermee dreigen uitgaven buiten de RDA te vallen. Dit effect kan worden voorkomen door de eis toe te voegen dat binnen een bepaalde termijn na ingebruikname de bijbehorende

werkzaamheden onder een S&O verklaring dienen te vallen, waarna de uitgave alsnog (deels) onder de RDA grondslag valt.

Een RDA beschikking kan meerdere projecten bevatten. Tussen de projecten op een beschikking kan de belastingplichtige schuiven met kosten en uitgaven.238 Hiermee zou een ondernemer binnen de

beschikking het aantal te veel besteedde kosten en uitgaven aan een project toe kunnen rekenen aan

233 IJ. De Nies, Weekblad Fiscaal Recht, Belangrijkste knelpunten van de Research en Development Aftrek 234

IJ. De Nies, Weekblad Fiscaal Recht, Belangrijkste knelpunten van de Research en Development Aftrek 235

IJ. De Nies, Weekblad Fiscaal Recht, Belangrijkste knelpunten van de Research en Development Aftrek 236 IJ. De Nies, Weekblad Fiscaal Recht, Belangrijkste knelpunten van de Research en Development Aftrek 237

IJ. De Nies, Weekblad Fiscaal Recht, Belangrijkste knelpunten van de Research en Development Aftrek 238

een ander project. De Nies vindt onduidelijk of kan worden geschoven met kosten en uitgaven, wanneer sprake is van een fiscale eenheid.239

Een correctie RDA beschikking wordt altijd afgegeven aan de belastingplichtige, ongeacht of dit leidt tot een correctie van het oorspronkelijke RDA bedrag. Een onderrealisatie van het aantal S&O uren kan er toe leiden dat de correctie RDA beschikking is gebaseerd op het forfait, terwijl in de oorspronkelijke RDA beschikking de werkelijke kosten en uitgaven als basis worden gebruikt. In dit verband is op grond van het Besluit RDA geen mogelijkheid gecreëerd om bij een gelijk of lager aantal S&O uren dan gemiddeld 150 per maand, alsnog te opteren voor het in aanmerking nemen van de werkelijke kosten en uitgaven wanneer deze de € 50.000 blijkt te overstijgen.

Een ander groot probleem bij de uitvoering zijn de start-ups.240 Bij echte innovatie gaat de kost altijd voor de bate uit, waardoor start-ups, die in het begin alleen maar kosten maken, niks hebben aan een regeling die een aftrekbaar bedrag van de winst creëert.

3.7 Evaluatie

De RDA is een belastinguitgave en zal binnen vijf jaar (uiterlijk voor het einde van 2016) worden

geëvalueerd. Daarbij zal bezien worden in welke mate de RDA een doeltreffende en doelmatige bijdrage levert aan een toename van de private uitgaven aan R&D Tevens zullen de andere relevante aspecten, zoals de uitvoeringspraktijk, worden bezien.241

239 IJ. De Nies, Weekblad Fiscaal Recht, Belangrijkste knelpunten van de Research en Development Aftrek 240

Het financiële dagblad, 24 februari 2012 241