• No results found

Acutezorgnetwerk: voorbeeld van gebrekkige samenhangende zorg

3 Verschijningsvormen van zorgnetwerken

3.5 Acutezorgnetwerken

3.5.3 Acutezorgnetwerk: voorbeeld van gebrekkige samenhangende zorg

Mevrouw Bartels bezoekt vrijdagochtend met haar dochtertje van 13 maanden oud haar huisarts omdat het kind koorts heeft. De huisarts denkt aan een griepje dat gewoon moet worden uitgeziekt. Die middag thuis loopt de koorts op en belt mevrouw Bartels wederom met de huisarts. Hij stelt haar gerust en geeft aan dat zij haar dochtertje een paracetamol moet geven. De huisarts laat na zijn bevindingen diezelfde namiddag nog in het dossier op te nemen zodat deze indien nodig ook voor de huisartsenpost in te zien zijn. In de avond is de koorts alleen maar opgelopen en neemt mevrouw Bartels contact op met de huisartsenpost. Ze wordt te woord gestaan door de assistente. Mevrouw Bartels meldt dat het kind hoge koorts heeft en rode vlekjes op haar rompje. De assistente vraagt of het kind gewoon drinkt en plast, waarop mevrouw Bartels bevestigend antwoordt. Vervolgens overlegt de assistente met de dienstdoende huisarts zonder hierbij in te gaan op de rode vlekjes. De huisarts ziet geen noodzaak tot verder onderzoek. Vroeg in de ochtend neemt mevrouw Bartels wederom contact op met de huisartsenpost. De assistente geeft aan dat mevrouw Bartels over een uur met haar dochtertje langs kan komen. Mevrouw Bartels belt vervolgens 112. Daar verwijzen ze haar naar de huisartsenpost. Vervolgens belt ze haar eigen huisarts die haar op dat moment dringend adviseert om direct naar de huisartsenpost te gaan. Daar wordt mevrouw Bartels aangegeven plaats te nemen in wachtkamer. Nadat de dienstdoende huisarts haar dochtertje uiteindelijk onderzoekt, brengt hij haar direct met de dienstauto naar het ziekenhuis waar de kinderarts meningeale sepsis constateert. Het dochtertje van mevrouw Bartels overlijdt de volgende dag in het ziekenhuis.

Verschijningsvormen van zorgnetwerken

3.6 Conclusie

De voorgaande paragrafen beschrijven drie verschijningsvormen van netwerken in de zorg: het

zorggroepnetwerk, het gefaciliteerde netwerk en het acutezorgnetwerk. Deze verschijningsvormen zijn ontwikkeld tegen de achtergrond van een gezondheidszorg die georganiseerd is volgens het echeloneringsprincipe en waarbij het aanbieden van dagelijkse zorg en acute zorg binnen de regio voorop staat. Veel zorggroepen zijn bovendien gericht op het bieden van zorg aan een bepaalde groep patiënten. Zo wordt het zorggroepnetwerk en het

gefaciliteerde zorgnetwerk gevormd door de zorgaanbieders die de zorgprogramma’s gericht op

patiënten met een bepaalde aandoening of ziekte uitvoeren en wordt het acutezorgnetwerk gevormd door de zorgaanbieders die de acute zorg verlenen binnen een bepaalde regio.

De drie verschijningsvormen zijn nader besproken aan de hand van vier indicatoren uit de netwerkanalyse: centralization, density, keten/netwerk en de governancevorm. In het

zorggroepnetwerk maakt de zorggroep afspraken met alle partijen over de zorg die dient te

worden verleend. De zorggroep neemt hierdoor een centrale positie in binnen het zorgnetwerk waardoor de centralization van het netwerk hoog is. Bovendien treedt de zorggroep als contractpartij op met de zorgverzekeraar. De coördinatie en afstemming binnen het netwerk verlopen via de zorggroep. In het geval de zorggroep zelf ook feitelijke zorg verleent, zou sprake kunnen zijn van een Leiderorganisatienetwerk. In het geval de zorgaanbieder zelf geen zorg verleent, is het denkbaar dat het netwerk kan worden gekwalificeerd als een NAO. De density binnen een zorggroepnetwerk is niet hoog daar contacten voornamelijk lopen via de zorggroep en niet zozeer via de zorgaanbieders onderling. Zorgaanbieders binnen het zorggroepnetwerk leveren tegelijkertijd zorg aan een bepaalde patiënt. Er is dus geen sprake van volgtijdelijke zorg, waardoor de zorg die door het zorggroepnetwerk wordt verleend mijns inziens niet zou moeten worden bestempeld als ketenzorg.

De tweede verschijningsvorm die wordt omschreven, zijn de gefaciliteerde zorgnetwerken. Door heel Nederland bestaan verschillende zorgondersteunende organisaties die (meerdere) projecten en programma’s faciliteren die gericht zijn op afstemming en samenhang van zorg aan bepaalde patiëntengroepen. De wijze waarop de zorggroepnetwerken worden georganiseerd en vormgegeven, is duidelijk ingegeven door de bekostigingssystematiek. Hierdoor lijken

zorggroepnetwerken erg op elkaar. Gefaciliteerde zorgnetwerken kennen een grote diversiteit

als het gaat om de manier waarop zij worden gefinancierd, georganiseerd en uitgevoerd. Afspraken over afstemming en samenwerking worden niet alleen met de zorgondersteunende organisatie, maar ook door partijen onderling gemaakt. De density binnen gefaciliteerde

netwerken is hierdoor hoger dan binnen de zorggroepnetwerken. Binnen de besproken

netwerken kan niet duidelijk één centrale partij worden aangewezen; meerdere actoren en mogelijk ook meerdere actoren tegelijkertijd zijn een belangrijke actor binnen het netwerk. Alle

betrokken zorgaanbieders zijn gerelateerd aan elkaar. De centralization van de gefaciliteerde

zorgnetwerken zal hierdoor laag zijn. Omdat alle zorgaanbieders betrokken zijn bij de regulering

van het netwerk kan het acutezorgnetwerk worden gekwalificeerd als een Zelfregulerend

netwerk. Zorgaanbieders binnen het gefaciliteerde zorgnetwerk leveren tegelijkertijd zorg aan

een bepaalde patiënt. Er is dus geen sprake van volgtijdelijke zorg waardoor de zorg die wordt geleverd het gefaciliteerde netwerk mijns inziens niet zou moeten worden bestempeld als

ketenzorg.

Tot slot is het acutezorgnetwerk besproken. Het kader waarbinnen acute zorg wordt verleend, wordt gevormd door WTZi en de beleidsregels die op basis hiervan door de minister zijn geformuleerd. Nederland kent elf traumacentra die de acute zorg in de regio dienen te initiëren. Het ROAZ speelt hierbij een belangrijke rol. Binnen dit overleg maken de betrokken zorgaanbieders afspraken met betrekking tot afstemming en samenwerking in de acute zorg. Het acutezorgnetwerk zou daarom gekwalificeerd kunnen worden als een Zelfregulerend

netwerk. Als gevolg van de leidende rol die het traumacentrum heeft kan het acutezorgnetwerk

mijns inziens ook gekwalificeerd worden als een Leiderorganisatienetwerk. Omdat alle zorgaanbieders binnen het ROAZ direct gerelateerd zijn aan elkaar, is de density binnen het

acutezorgnetwerk hoog. Dit betekent tegelijkertijd dat centralization laag is. Acute zorg kan

worden beschouwd als ketenzorg in de zin van dit onderzoek aangezien de zorg volgtijdelijk wordt verleend.

Schematische weergaven van de scoren op de vier besproken indicatoren

Zorggroepnetwerk Gefaciliteerd netwerk Acutezorgnetwerk Centralization Hoog Meerdere belangrijke

actoren mogelijk, alle actoren binnen het netwerk zijn direct aan elkaar verbonden waardoor de

centralization laag is.

Eén belangrijke actor, alle actoren binnen het netwerk zijn direct aan elkaar verbonden waardoor de centralization laag is.

Density Laag Hoog Hoog

Governance-vorm Leiderorganisatie-netwerk of NAO Zelfregulerend netwerk Leiderorganisatienetwerk of Zelfregulerend netwerk

4 Civiele medische aansprakelijkheid: grondslagen en