• No results found

4 Vondsten .1 Inleiding

4.2.4 Aardewerk uit de IJzertijd

In spoor 3 werd er een fragment handgevormd aardewerk aangetroffen (afb. 4.3). Deze s cherf heeft een di kte va n 8mm en weegt 31 gram. Ze heeft een bei ge oppervlak en vri j groffe kwa rtsmageri ng. Er is een kleine s chouderknik aanwezig, een hals of rand ontbreekt echter.

81

Verho ev en 1993. 82

59

Afb. 4.3 Vondst 47.001: Een fragment handgevormd aardewerk.

Op basis van de typologieën opgesteld door van den Broeke kan deze scherf in de vroege of late i jzerti jd geplaats t worden.83 Hoewel het centrumgebied va n va n den Broeke’s typologie ver bui ten Mui zen ligt, lijkt deze toch grotendeels toepasbaar op het noorden van Vlaanderen.84 Alleen de tweede helft va n de la te i jzerti jd vertoont duideli jk aanwi jsba re verande ri ngen. Voor de periode va n de vroege ijzerti jd tot de eers te hel ft van de late ijzerti jd kan de typologie van van den Broeke worden toegepas t va n laag -België tot een deel van Duitsland, tot de westeli jke Ri jnoever en zelfs nog ten noorden van de Rijn tot in Deventer. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de aa rdewerkproductie in de i jzerti jd voornamelijk lokaal gebeurde. Hierdoor kan het zi jn da t bepaalde aardewerktypes niet in overeenstemmi ng zijn met de opges telde typologieën.85 Voorts wordt voor een goede da tering van ijzerti jdaa rdewerk idealiter gebruik gemaakt van een groter vonds tcomplex.

De s cherf werd aangetroffen in spoor 3, hetgeen wordt geïnterpreteerd als de onderkant van de

funderingssleuf of een oud spoor. Het kan niet worden vas tges teld of de s cherf de ouderdom va n het spoor weerspiegel t. De scherf kan bijgevolg geen extra informa tie opleveren over het spoor.

Mertens vermeldt eveneens het aantreffen van aa rdewerk da t hi j als prehistorisch interpreteert.86 Het betreft een geel grauwe onregelma tig gegladde s cherf handgevormd aardewerk. Op de ra nd wa ren vingera fdrukken zi chtbaar. Deze werd teruggevonden aangetroffen in gra f 40.

Prehistoris ch aa rdewerk in de regio is niet vreemd. Op 800m ten zuidwes ten van het plangebied werden ti jdens een proefsleuvenonderzoek enkele s cherven aangetroffen met een grove kwarts magering.87 Deze werden geda teerd in de vroege en midden brons tijd. Ondanks de gelijkenis in grove kwa rtsma gering, tonen de s cherven die ti jdens di t vooronderzoek zi jn aangetroffen een zeer vers chillend baksel in vergelijking met de s cherf ui t spoor 3. Een di rect verband is daa rom niet aan te duiden.

83

van den B roeke 2012. 84

Delaru ell e & Verbeek 2004, p. 162-163. 85

Delaru ell e & Verbeek 2004, p. 163. 86

Mert ens 1950, p. 190. 87

60

4.2.5 Conclusie

Het aa rdewerk da t werd aangetroffen ti jdens de opgra ving in Muizen biedt weini g a rcheologische informa tie. Slechts één fragment kan niet met volledige zekerheid a fges chreven worden als intrusief. Het betreft vonds t 37, het aardewerk da t in spoor 5 werd aan getroffen. De kans da t deze s cherf echter in situ zi t, is klein. Voorts is deze s cherf te klein om met zekerheid te kunnen determineren. Mogelijk betreft het een s cherf ui t de Ka rolingis che periode of de volle of late middeleeuwen.

Eén s cherf die werd teruggevonden da teert waars chi jnli jk ui t de vroege of late i jzerti jd. Deze werd teruggevonden in een spoor da t in 1949 werd ui tgehaald en terug opgevuld. De s cherf reflecteert dus niet de ouderdom va n dit spoor. Het is onduideli jk hoe deze s cherf hier terecht is gekomen, mogeli jk betreft het een opgespi t stuk.

De meeste s cherven werden echter teruggevonden in de opvulling va n de oude opgra vi ng. Het betreft enerzi jds ma teriaal da t lijkt de da teren uit de recentste fase van de Sint-La mbertuskerk, anderzi jds zi jn er enkele s tukken die als afval materiaal weggesmeten werden tijdens de opgra ving uit 1949.

4.3 Botmateriaal (N. Dolman) 4.3.1 Inleiding

Tijdens de opgra ving van de Sint-Lambertuskerk te Muizen zi jn er drie inhuma tiegra ven opgra ven en is er di vers los botma teriaal gevonden. De skeletten (indi vi du 1 – 3) en het los botma teriaal zijn ma cros copisch onderzocht en gedetermineerd. Dit hoofds tuk behandel t een standaard fysis ch antropologisch onderzoek, waa rbij indien mogelijk het geslacht, de leefti jd bi j overlijden, de li chaamslengte, ziektevers chi jnselen en de s taat van het gebi t wordt onderzocht.

Verder wordt er getra cht om op volgende onderzoeks vra gen te beantwoorden: - Zi jn de gra ven compleet? Zi jn er aanwi jzi ngen voor verstoringen?

- Wa t kan er gezegd worden over de begra vi ngs wijze, bi jgi ften of fysieke kenmerken van de skeletten en kunnen daar sociaaleconomische vers chillen ui t afgeleid worden? Zo ja , Welke? - Zi jn er sporen van ziektevers chi jnselen en aandoeningen aanwezi g waa rvan de doodsoorzaak va n

de skeletten afgeleid worden? 4.3.2 Context

Ten tijde van de opgra vingen va n de Sint-Lambertuskerk in 1949 zijn de a rcheologen een eers te maal met de inhuma tiegra ven van de Si nt-La mbertus kerk in aanraking gekomen. Er is toen geen uitgebreid fysis ch antropologis ch onderzoek ui tgevoerd, maa r de l ocatie van de gra ven werd wel vas tgelegd en gekoppeld aan de ouderdom va n de toenmalige kerk. Deze zi jn meegenomen op de opgra vi ngsplannen va n J. Mertens bi j het opgra vi ngs versla g uit 1950.88 Op deze plannen kunnen de opgegra ven inhuma tiegra ven van de recente opgra vi ng va n de Sint-Lambertuskerk opnieuw worden gelokaliseerd.

De drie aangetroffen inhumatiegra ven zijn alle gesi tueerd op het opgra vingsplan va n het Ka rolingis che peil (a fb. 4.4). Volgens de ti jdsindeling ui t de ja ren ‘40 wordt de toenmalige Ka rolingische kerk aan het eind van de 10de eeuw gedateerd. Indi vidu 1 en 2 liggen binnen de muren van deze Ka rolingis che kerk en kunnen dus afs tammen ui t dezelfde ti jd als de Ka rolingische kerk. Indi vidu 3 wordt ook op hetzel fde opgra vingsplan gesitueerd maa r ligt onder de bui tenmuren van de Ka rolingis che kerk . Aa ngezien het een res tant va n een jongere crypte betreft, behoort deze echter tot een latere peri ode .

61

De res t van het gevonden botma teriaal is afkomsti g ui t de vers toorde grond binnen werkput 1, 2 en 3. De oorspronkelijke context va n deze vondsten kan bijgevolg niet a chterhaald worden.

Afb. 4.4 Opgravingsplan van het Karolingische peil met aanduiding van de drie aangetroffen graven. (Mertens 1950, p. 97)