• No results found

SURVEY IN EU LIDSTATEN

8.2. Aard en omvang van de problematiek

1. Wat is de aard van de problematiek?

a. Wat is de aard van de problematiek ten aanzien van het zich voordoen van de verschillende typen van vervolging uitgesloten delicten tussen gehuwden en geregistreerde partners (volgens professionals)? En van de overige vormen van economisch geweld?

b. Wat zegt jurisprudentieonderzoek naar artikel 316 Sr over de aard van de pro-blematiek/situaties bij gescheiden partners en in hoeverre speelde deze al ten tijde van het huwelijk?

c. Wat zegt jurisprudentieonderzoek naar civiele zaken over de aard van de pro-blematiek tussen gehuwden en geregistreerde partners?

2. Wat zijn de omstandigheden en de situaties waarin deze problematiek zich voor-doet volgens de professionals?

3. Is er een globale inschatting te maken van de omvang van deze problematiek tus-sen gehuwde en geregistreerde partners?

8.2.1. Aard en omvang vermogensdelicten blijkens de literatuur

Er zijn tot op heden slechts enkele kwantitatieve studies verricht waarin items voorkwamen die betrekking hadden op vermogensdelicten binnen de huiselijke context. Een studie die zich expliciet heeft toegelegd op de inschatting van de aard (onderzoeksvraag 1a) en omvang

(on-derzoeksvraag 3) van vermogensdelicten binnen het huwelijk in Nederland bestaat nog niet. Om deze reden is het in dit stadium te vroeg om zelfs maar een globale inschatting te geven van de aard en omvang van het probleem in Nederland. Extrapolatie van buitenlandse cijfers naar de Nederlandse situatie is op dit moment ook nog niet opportuun, vanwege de sterk uit-eenlopende (non-random) onderzoekdesigns, definiëring en resultaten. Dezelfde problemen spelen bij het maken van een inschatting van de aard en omvang van economisch geweld. 8.2.2. Aard vermogensdelicten blijkens de jurisprudentie

De vragen 1a) en 1b) zijn exploratief onderzocht met behulp van een analyse van strafzaken en civiele zaken via www.rechtspraak.nl. Binnen het strafrecht zijn weinig relevante zaken ge-vonden. Desondanks zijn alle vijf vermogensdelicten vertegenwoordigd. In de jurisprudentie kwamen voorbeelden voor van vernieling diefstal, verduistering, afpersing en oplichting. Deze gedragingen kwamen zowel vóór als na de echtscheiding voor. De (ex)echtgenoten stalen of verduisterden geld, namen auto’s en bankpassen af of vernielden in hun woede huisraad. Binnen het civiele recht is gezocht met behulp van neven clusters van wetsartikelen, die een rol kunnen spelen bij het verhalen of beperken van de schade ontstaan door vermogensdelic-ten. In de gevonden zaken kwamen gedragingen voor die mogelijk gekwalificeerd kunnen wor-den als een vermogensdelict. Denk bijvoorbeeld aan het vervalsen van de handtekening van de echtgenote bij het aangaan van een leaseovereenkomst; het onttrekken van (privé)vermo-gen ter bekostiging van een minnares; het veiligstellen van grote geldbedra(privé)vermo-gen vanwege een ophanden zijnde scheiding; het verwijderen van de keuken uit de gezamenlijke woning; het zonder toestemming van de ander voor een te laag bedrag verkopen van gezamenlijke spullen; het bewegen van de partner tot het tekenen van een voor hem of haar nadelige overeenkomst door te dreigen anders verweer te voeren tegen het echtscheidingsverzoek; of het opzettelijk verzwijgen van vermogensbestanddelen bij verrekening of verdeling van de gemeenschap. Al deze gedragingen kunnen onder een vermogensdelict worden geschaard. Er zijn ook gedra-gingen zonder duidelijke link met het strafrecht, maar die, onder omstandigheden, toch als vorm van economisch wangedrag/geweld kunnen worden gekwalificeerd. Gedragingen uit de Scale of Economic Abuse, zoals de ander financiële informatie onthouden; belangrijke financiële beslissingen nemen zonder de ander daar eerst in te kennen; en het zomaar verpanden van gezamenlijk bezit, werden ook in de bestudeerde zaken aangetroffen. Het betrof meestal een eenmalig incident – vaak in het kader van een aanstaande scheiding – en het hoofdmotief leek vaak het verbeteren van de eigen financiële situatie. Van het structureel en ‘opzettelijk onder-graven van iemands financiële autonomie’ was doorgaans geen sprake.192

8.2.3. Aard en omvang volgens de professionals

De interviews met professionals kenden enkele beperkingen. Desondanks herkenden alle ge-interviewden bepaalde verschijningsvormen van economisch wangedrag/geweld uit hun be-roepspraktijk. Van de vermogensdelicten kwamen vernielingen het meest voor. In het kader van een echtelijke ruzie of echtscheiding worden er vaak spullen vernield. Maar ook de andere

vermogensdelicten kwamen ‘soms’ of ‘regelmatig’ voor, hoewel andere respondenten er nog nooit mee te maken hadden gehad.

Ook gedragingen uit de Scale of Economic Abuse riepen herkenning op, waarbij met name de items over het wegnemen van geld of de ander dwingen geld af te staan in de praktijk vaker voorkwamen. De ander dwingen om geld te vragen, de ander financiële informatie onthouden en de ander met een schuld opzadelen door zijn of haar creditcard te gebruiken werden door de respondenten eveneens relatief vaak gemeld.

Vermogensdelicten en economisch wangedrag/geweld lijkt onder alle lagen van de bevolking voor te komen – van jong tot oud en van hoog- tot laagopgeleid – maar bij allochtone slacht-offers spelen aanvullende gedragingen soms een rol: het wegsluizen van geld naar het buiten-land en het ‘terugnemen’ van de bruidsschat.

Zowel mannen als vrouwen kunnen slachtoffer worden van vermogensdelicten binnen het huwelijk of economisch geweld, maar deze steekproef had vooral ervaring met vrouwelijke slachtoffers. Deze vrouwen zijn vaak kwetsbaar en afhankelijk van hun partner, bijvoorbeeld vanwege een onzekere verblijfstatus, financiële afhankelijkheid of beperkt sociaal netwerk. Bijkomende daderkenmerken hadden te maken met de persoonlijkheid van de dader (agressie, dominantie of narcisme), het niet los kunnen laten van de partner en verslavingsproblematiek. Als meest voorkomende motief om een vermogensdelict of andere vorm van economisch misbruik te plegen werden ‘hebzucht’ en ‘wraak’ genoemd.

De kans op een vermogensdelict of andere vorm van economisch misbruik is volgens de ex-perts het grootst bij een (op handen zijnde) scheiding, maar mogelijk maakt de scheiding enkel zichtbaar wat al langere tijd gaande was.

Schattingen van respondenten inzake de omvang van de problematiek variëren enorm en moeten bijgevolg met een flinke slag om de arm worden geïnterpreteerd. Vermogensdelic-ten binnen het huwelijk worden niet structureel geregistreerd en hetzelfde geldt voor andere vormen van economisch wangedrag/geweld. Hierbij noemen de professionals werkzaam in de Vrouwenopvang de hoogste percentages, gevolgd door de medewerkers Veilig Thuis. Ad-vocaten en bewindvoerders komen vermogensdelicten en economisch wangedrag/geweld het minst vaak tegen.

Op dit moment lijkt er binnen de hulpverlening nog geen sprake van een doelgerichte aanpak om vermogensdelicten en andere vormen van huiselijk geweld binnen het huwelijk (of andere partnerrelaties) tegen te gaan. Slachtoffers worden doorverwezen naar andere hulpverlenings-instanties of er wordt geprobeerd hen (financieel) weerbaar te maken. Voorts wordt geadvi-seerd een en ander via een echtscheidingsconvenant recht te trekken Enkele respondenten adviseren het slachtoffer (abusievelijk) om aangifte te doen bij de politie. De respondenten suggereren dat een landelijke voorlichtingscampagne zou kunnen helpen bij de bewustwor-ding van slachtoffers, hulpverleners en andere relevante beroepsgroepen.

8.3. Juridische mogelijkheden