• No results found

S T U D I E B O E K E N. Psalmen (LXX) Grondtekst, vertaling & uitleg. Jonatan Beeftink

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "S T U D I E B O E K E N. Psalmen (LXX) Grondtekst, vertaling & uitleg. Jonatan Beeftink"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S T U D I E B O E K E N

Psalmen (LXX)

Grondtekst, vertaling & uitleg

Jonatan Beeftink

2020

(2)

INHOUD

Intro Waarom de Septuaginta Psalm 1 Gelukkig

Psalm 2 Onderwerp je aan de Gods Zoon de Koning Psalm 4 Blijf het van God verwachten

Psalm 5 Recht op Gods recht

Psalm 6 Vervreemding bij ziekte

(3)

SEPTUAGINTA

Waarom de Septuaginta lezen? Dat is toch maar een Griekse vertaling van het Hebreeuwse Oude Testament? Dat klopt.

Maar het is wel de Bijbel van de Grieks sprekende Jood- se meerderheid uit de eeuwen rond het begin van de jaar- telling. Het Nieuwe Testament citeert er constant uit zodat je de Septuaginta de Bijbel van de apostelen zou kunnen noemen. De Septuaginta is ten diepste hoe Joden hun He- breeuws lazen in de eeuwen voor het begin van de jaartelling.

Ter vergelijking: ons Oude Testament is hoe Joden hun He- breeuws lazen rond 1000 na Christus. Onze oudtestamen- tische tekst is dus zo’n 1200 jaar minder oud dan die van de Septuaginta. Je moet bedenken dat in Jezus’ tijd Bijbels Hebreeuws al geen levende taal meer was. Jerusalemmers spraken Judees Hebreeuws, het gros van de Judeeërs een di- alekt van het Rijks Hebreeuws dat we tegenwoordig Ara- mees noemen en de Joden van de diaspora vooral Grieks.

De tekst zelf van de Hebreeuwse Bijbel stond onder censuur

van de Joodse schriftgeleerden - de zogenaamde Masore-

ten ofwel overleveraars. Door het consequent wegdoen van

versleten exemplaren -vandaar dat de Hebreeuwse tekst van

het Oude Testament uit de late Middeleeuwen stamt- zijn

tekstaanpassingen alleen na te gaan via handschriften die de

mazen van het net zijn ontsnapt. Zoals de rollen van Qum-

ran die in de twintigste eeuw ontdekt werden. De populai-

re Jesajarol uit die collectie is het best bewaard en laat zien

(4)

dat er relatief weinig aan de Hebreeuwse tekst veranderde.

Of relatieve gelijkenis met het Hebreeuwse Oude Testament van een sekte een goed getuigenis is voor het onze blijft de vraag. De beroemde Joseposvertaler Whiston constateerde dat de Hebreeuwse bron waaruit de hooggeplaatste pries- tergeneraal Josepos citeert niet gelijk is aan ons Hebreeuwse Oude Testament en dichter ligt bij de tekst van de Samari- taanse Pentateuch en de Joodse Septuaginta. Hij wijst erop dat Josepos van Titus die in 70 n.C. de tempel verwoestte de Hebreeuwse Bijbel van Nehemia uit de tempel kreeg. Maar al zou de Septuaginta daar dichterbij liggen dan onze He- breeuwse tekst, het blijft een vertaling. De apostelen kenden Hebreeuws en gaan ook niet altijd mee met de Septuaginta.

Bijvoorbeeld wanneer de Joden die de Septuaginta maak- ten bij Messiaanse teksten aan Israël dachten in plaats van aan een lijfelijke zoon van God. Maar ook wanneer ze soms gewoon een passender vertaling zochten. Taalontwikke- ling. Wat bedoelden de Bijbelschrijvers? Wat betekende het Hebreeuws toen zij het schreven? Dat is uiteindelijk waar het om gaat. En dan is plotseling de Septuaginta geschre- ven door Hebreeuws sprekende Joden die qua begrip van hun taal meer dan 1000 jaar dichterbij stonden. Reden ge- noeg om ons Oude Testament uit twee kolommen te laten bestaan. Masoretisch Hebreeuws van 1000 ná Christus en Septuaginta Grieks van 250 vóór Christus.

Wat mijn vertaling betreft: de zin bepaalt de betekenis van

een woord. Als je bij mij een woordelijke vertaling mist, heb

ik dus een zinnige gekozen.

(5)

PSALM 1

Gelukkig

1 Μακάριος ἀνήρ ὃς οὐκ ἐπορεύθη ἐν βουλῇ ἀσεβῶν καὶ ἐν ὁδῷ ἁμαρτωλῶν οὐκ ἔστη καὶ ἐπὶ καθέδρᾳ λοιμῶν οὐκ ἐκάθισεν,

Gelukkig is de man die niet luisterde naar goddelozen, niet zondaars nadeed en niet meedeed met spotters,

2 ἀλλ᾿ ἤ ἐν τῷ νόμῳ Κυρίου τὸ θέλημα Aὐτοῦ καὶ ἐν τῷ νό- μῳ Aὐτοῦ μελετήσει ἡμέρας καὶ νυκτός.

maar juist luisterde naar wat de Heer wil in Zijn wet en zich daarin dag en nacht zal oefenen.

3 Kαὶ ἔσται ὡς τὸ ξύλον τὸ πεφυτευμένον παρὰ τὰς διεξόδους τῶν ὑδάτων, ὃ τὸν καρπὸν αὐτοῦ δώσει ἐν καιρῷ αὐτοῦ καὶ τὸ φύλλον αὐτοῦ οὐκ ἀποῤῥυήσεται. Kαὶ πάντα ὅσα ἂν ποιῇ κατευοδωθήσεται.

Hij zal zijn als de in de delta geplante boom, die zijn vrucht met regelmaat zal dragen en waarvan het blad niet gaat val- len. Alles wat hij maar doet is voorspoedig.

4 Oὐχ οὕτως οἱ ἀσεβεῖς, οὐχ οὕτως, ἀλλ᾿ ἢ ὡσεὶ χνοῦς ὃν ἐκρίπτει ὁ ἄνεμος ἀπὸ προσώπου τῆς γῆς.

Hoe anders staat het met de goddelozen! Zij zijn juist als kaf

dat de wind van het aardoppervlak wegblaast.

(6)

5 Διὰ τοῦτο οὐκ ἀναστήσονται ἀσεβεῖς ἐν κρίσει, οὐδὲ ἁμαρτωλοὶ ἐν βουλῇ δικαίων.

Daarom zullen er geen goddelozen staan als de vrijspraak klinkt en zondaars niet bij de uitspraak zijn over wie de wet houden.

6 Ὅτι γινώσκει Κύριος ὁδὸν δικαίων καὶ ὁδὸς ἀσεβῶν ἀπο- λεῖται.

De Heer beloont het leven van houders van de wet en dat van goddelozen zal verdwijnen.

De intro Psalm gaat over dat wat mensen het meest zoeken in hun leven: geluk.

Dan moet je in elk geval niet achter mensen aanlopen maar Gods wet volgen, zegt de Psalm. Dat levert geluk op én voorspoed, tot de eeuwigheid aan toe! Maar wat als er geen voorspoed volgt? Als je je ongelukkig voelt? Schiet je dan zoals ook onder christenen wel gezegd wordt als gelovige te kort? Jezus grijpt in Matteüs 5 op Psalm 1 terug en onderstreept dat geluk niets te maken heeft met voorspoed in dit leven. De gelukkig makende factor is de God áchter de wet. Hou je vast aan Hem, dan ben je ongeacht wat het leven brengt een gelukkig mens omdat je de eeuwigheid hebt met Hem. Hij voegt er zelfs aan toe dat je bij de ergste tegenspoed -vervolging om je geloof- je het gelukkigst mag prijzen omdat eenzelfde lot als de profeten je treft!

Intussen onderstreept Jezus het belang van dag en nacht bezig Zijn met Gods wet.

Of liever Gods wil, want om niet de hele last van Mozes op je schouders te leg- gen haalt Hij alleen de hoogtepunten naar boven en maakt Hij in Matteüs 7.12 en 22.37-40 samenvattingen om je op te focussen. Daarin herschrijft Hij de wet compleet relationeel. En hoewel Hij zoveel hamert op vruchtdragen dat je echt niet met Psalm 1 kunt zeggen dat vrucht automatisch komt, maakt nou juist dat on- derhouden van de relatie met Hem het wel degelijk waar (Jh 15.5).

(7)

PSALM 2

Onderwerp je aan de Gods Zoon de Koning

1 Ἵνα τί ἐφρύαξαν ἔθνη καὶ λαοὶ ἐμελέτησαν κενά;

Wat wilden ze nou, de niet-Joden, met hun wild wapperende neusvleugels? De volken met hun kansloze onderneming?

2 Παρέστησαν οἱ βασιλεῖς τῆς γῆς καὶ οἱ ἄρχοντες συνήχ- θησαν ἐπὶ τὸ αὐτὸ κατὰ τοῦ Κυρίου καὶ κατὰ τοῦ Χριστοῦ Aὐτοῦ; Διάψαλμα.

De aardse koningen met hun opstand en de leiders met hun linie tegen de Heer en Zijn Koning? (aanhouden als tegen- zang)

Christos (Hbr Masjiach) betekent Gezalfde en kan slaan op priester, profeet of koning. Omdat over het algemeen die laatste bedoeld is kan direct met Koning vertaald worden. | Diápsalma (Hbr Selah, ‘doen alsof de rest niets is’) betekent

‘door de Psalm heen’ en bedoelt het aanhouden van de zojuist gezongen kerntekst als tegenzang voor het vervolg van de Psalm zolang die relevant is. Soms zelfs zoals sommige handschriften in Hk 3.13 hebben ‘tot het einde toe’.

3 Διαῤῥήξωμεν τοὺς δεσμοὺς Aὐτῶν καὶ ἀποῤῥίψωμεν ἀφ ἡμῶν τὸν ζυγὸν Aὐτῶν.

We rukken Hun banden los, schudden Hun juk van ons af!

4 Ὁ κατοικῶν ἐν οὐρανοῖς ἐκγελάσεται αὐτούς καὶ ὁ Κύ- ριος ἐκμυκτηριεῖ αὐτούς.

De hemelbewonende Heer zal hen uitlachen en gnurkend

met hen spotten.

(8)

5 Tότε λαλήσει πρὸς αὐτοὺς ἐν ὀργῇ Aὐτοῦ καὶ ἐν τῷ θυμῷ Aὐτοῦ ταράξει αὐτούς.

Dan zal Hij hen woedend aanspreken en met Zijn vurig zie- den doen sidderen.

6 Ἐγὼ δὲ κατεστάθην Bασιλεὺς ὑπ Aὐτοῦ ἐπὶ Σιὼν ὄρος τὸ ἅγιον Aὐτοῦ.

Ik daarentegen werd door Hem als Koning aangesteld op Zijn heilige berg Sion.

Berg Sion is synoniem voor Jerusalem (2Kn 19.31 e.a.) en meer bepaald voor de plaats waar God onder de mensen woont (Ps 74.2 e.a.). Hebreeën 12.22 gebruikt de term voor wie bij God hoort zodat je ook kunt vertalen met ‘over Sion’. Hier is de Koning aan het woord waar dat in de Masoretische tekst die wij als Oude Tes- tament gebruiken God is Die invulling geeft aan vers 5.

7 Διαγγέλλων τὸ πρόσταγμα Κυρίου, Κύριος εἶπε πρός Με·

Υἱός Mου εἶ Σύ, Ἐγὼ σήμερον γεγέννηκά Σε.

De Heer gaf me Zijn decreet met de woorden: Jij bent Mijn Zoon, Ik heb Je vandaag gekregen.

Geen van Israëls koningen heeft dit bericht van God gehad en ‘Ik heb Je vandaag verwekt’ is onmogelijk voor een volwassene. Beide curiosa geven aan dat het om een profetie gaat vergelijkbaar met Jesaja 9.5. Ondanks het monotheïstisch taboe was de bestudeerde Jood van Jezus’ tijd ervan op de hoogte dat de komende Messi- as Gods Zoon zou zijn (Mt 16.16, Mc 14.61, Jh 6.69 e.a.). De tekst wordt letterlijk geciteerd en op Jezus toegepast in Handelingen 13.33 en Hebreeën 1.5 en 5.5, na- dat God het driemaal voordoet in Matteüs 3.17, 17.5 en Johannes 12.28. Daarmee is deze tekst een van de meest geciteerde in het Nieuwe Testament. Het moment van woordelijke vervulling vind je in Matteüs 1.20, waar blijkt dat het niet maar om adoptie gaat maar om biologische verwekking.

8 Aἴτησαι παρ Ἐμοῦ καὶ δώσω Σοι ἔθνη τὴν κληρονομίαν

f Het prachtige ‘kus de Zoon’ komt niet voor en dus ook niet in het Nieuwe Testament.

(9)

Σου καὶ τὴν κατάσχεσίν Σου τὰ πέρατα τῆς γῆς.

Vraag Me en Ik zal Je de niet-Joden geven als erfdeel en de uiteinden van de aarde als eigendom.

De insluiting van niet-Joden in Gods volk gebeurde uiteindelijk op flink lieflijker wijze.

9 Ποιμανεῖς αὐτοὺς ἐν ῥάβδῳ σιδηρᾷ, ὡς σκεύη κεραμέως συντρίψεις αὐτούς.

Je zult hen hoeden met een ijzeren staf en als aardewerk aan diggelen slaan.

Jezus getuigt in Openbaring 2.26-27 van deze Psalm als het woord van Zijn Va- der aan Hem persoonlijk en geeft de belofte door aan wie Hem volgen. Zoals de kerkgeschiedenis laat zien kon dit aanleiding zijn geweld te rechtvaardigen bij de onderwerping van ongehoorzamen aan de rechtmatige God en Koning. Het lijntje tussen recht en onrecht voor ons mensen is dun, dus laten wij dit soort ingrepen liever aan de Koning wanneer Hij terugkomt om ons in de tussentijd te houden aan de naastenliefde die Hij voorschrijft.

10 Καὶ νῦν βασιλεῖς· σύνετε. Παιδεύθητε πάντες οἱ κρίνον- τες τὴν γῆν.

Beslis nu dus wijs, koningen! Laat je corrigeren, alle rech- ters van de aarde!

Koningen cq rechters hadden traditioneel als belangrijkste taak recht te spreken op basis van wijsheid (1Kn 3.9). Gods Koning gebruikt hier pragmatische wijsheid:

niet de hand te bijten die je voedt, niet af of aan te vallen wie je met een vingerknip kan verbrijzelen.

11 Δουλεύσατε τῷ Κυρίῳ ἐν φόβῳ καὶ ἀγαλλιᾶσθε Aὐτῷ ἐν τρόμῳ.

Dien de Heer gedwee, juich voor Hem en huiver!

(10)

12 Δράξασθε παιδείας μήποτε ὀργισθῇ Κύριος καὶ ἀπολεῖσ- θε ἐξ ὁδοῦ δικαίας.

Aanvaard correctie zodat de Heer niet woest wordt en jullie schrapt uit het loyale kamp!

Het beroemde ‘kus de Zoon’ van de Masoretische tekst is de Hebreeuwse variant op ‘wijs kiezen’.

13 Ὅταν ἐκκαυθῇ ἐν τάχει ὁ θυμὸς Aὐτοῦ, μακάριοι πάντες οἱ πεποιθότες ἐπ Aὐτῷ.

Wanneer Zijn hitte plotseling uitbarst prijst iedereen die Hem trouw bleef zich gelukkig!

‘Wanneer’ geeft in tegenstelling tot ‘als’ aan dat het zeker gaat gebeuren en alleen een kwestie van tijd is.

Psalm 2 gaat over het onder Gods decreet rechtmatige Koningschap vanuit Jerusa- lem over de hele aarde waaraan geen volk zich kan onttrekken maar zich als in een levensverzekering wijselijk onderwerpt.

Het enige moment dat dat in de oudtestamentische geschiedenis in beeld kwam was tijdens Salomo’s regering, toen Israël heerste van Nijl tot Eufraat. De aparte bewoording van vers 7 doet wel aanvoelen dat het om meer gaat dan Salomo. Er ging een Messias komen die letterlijk Gods Zoon is. De gedachte alleen al was in Jezus’ tijd taboe, maar uit het Evangelie blijkt dat men zich er wel degelijk van bewust was. Ook de gedachte van wereldheerschappij bleef sluimerend aanwezig - tot levendig onder de Essenen.

Woordelijke vervulling van Vandaag heb Ik Je verwekt vind je in Matteüs 1.20:

Jezus is Gods Zoon de Koning Die de wereld legitiem regeert en oordeelt. Wee wie zich niet onderwerpt! Maar voor Hij de ijzeren staf opneemt doet Hij dat het kruis: vóór het scenario van de Openbaring dat van Jesaja’s lijdende Knecht in het Evangelie. En dat is goed nieuws. De Godkoning is niet maar een geweldenaar Die pakt wat Hem toekomt. Hij bewijst dat Hij met de hele wereld het beste voorheeft.

Wie zich wijselijk onder Hem schaart moet daar net zo in staan. Je hebt je ijzeren staf, maar draagt je kruis.

(11)

PSALM 3

Psalm 3 wordt niet in het Nieuwe Testament geciteerd

(12)

PSALM 4

Blijf het van God verwachten

1 Εἰς τὸ τέλος ἐν ψαλμοῖς ᾠδὴ τῷ Δαυΐδ.

Een lied van Dawíd voor het koor onder begeleiding van snaarinstrumenten.

Codex Alexandrinus vereenvoudigt Ἐν ψαλμοῖς ᾠδὴ tot Ψαλμὸς, wat tenslotte op hetzelfde neerkomt. | Vertalingen vanuit het Hebreeuws hebben ‘voor de dirigent’

maar ‘voor de overwinning’ zou evengoed kunnen. Dat laatste vertalen Symma- chus en Theodotion die een nieuwe Griekse vertaling maakten na de Septuaginta.

De Septuaginta gebruikt ‘telos’: koor, einde of bestuur. Meer dan vijftig Psalmen hebben dit opschrift. De vertaling ‘naar het einde’ zou betekenen dat ze allemaal van Dawíds laatste jaren moeten zijn, maar Asafs Psalmen hebben het opschrift ook. Dat neemt niet weg dat ‘Naar het einde’ als opschrift uitstekend zou passen bij deze Psalm die zich bijna als testament laat lezen. Het onzijdige telos kan geen persoon aangeven. Dirigent valt dus af, of je moet er bestuur van maken. De beste vertaling is ‘koor’ - inclusief dirigent.

2 Ἐν τῷ ἐπικαλεῖσθαί με εἰσήκουσάς, μου ὁ Θεὸς τῆς δικα- ιοσύνης μου. Ἐν θλίψει ἐπλάτυνάς με· oἰκτείρησόν με καὶ εἰσάκουσον τῆς προσευχῆς μου.

Als ik riep hoorde Jij me, mijn God om wie ik de wet hou. In nood gaf Jij me verlichting: voel met me mee en hoor mijn gebed.

Horen als in verhoren. | Dawíds nood wordt omschreven in de volgende verzen.

Pas in vers 6 en 7 komt het hoge woord eruit.

3 Υἱοὶ ἀνθρώπων, ἕως πότε βαρυκάρδιοι. Ἱνατί ἀγαπᾶτε μα-

(13)

ταιότητα καὶ ζητεῖτε ψεῦδος; Διάψαλμα.

Mensenkinderen, al die bezwaren! Waarom houden jullie van lege dingen en zoeken jullie in de verkeerde richting?

(aanhouden als tegenzang)

4 Kαὶ γνῶτε ὅτι ἐθαυμάστωσε Κύριος τὸν ὅσιον Aὐτοῦ. Κύ- ριος εἰσακούσεταί μου ἐν τῷ κεκραγέναι με πρὸς Aὐτόν.

Jullie wéten nog wel hoe de Heer Zijn gewijde overwonder- de! Als ik het naar Hem uitroep zal de Heer me horen!

Als Dawíd de zegenwonderen van het verleden aandraagt die niemand als Gods- bewijs kan ontkennen, erkent hij daarmee ook dat het op dat moment een droge tijd is.

5 Ὀργίζεσθε καὶ μὴ ἁμαρτάνετε· ἃ λέγετε ἐν ταῖς καρδίαις ὑμῶν, ἐπὶ ταῖς κοίταις ὑμῶν κατανύγητε. Διάψαλμα.

Wees kwaad maar zondig niet: wat jullie van binnen zeggen kraam je op je divans uit. (aanhouden als tegenzang)

Daarom erkent Dawíd ook de woede van de mensen om hem heen. Maar hij roept op niet te zondigen door God te betwijfelen. Paulus citeert de eerste woorden van dit gedeelte letterlijk in Efesiërs 4.26. | Kατανύγητε betekent ‘(uit)stoten’ als in

‘gekweld worden’ of ‘uitkramen’. De passieve uitgang vraagt om ‘jullie worden ge- kweld’ maar past niet in de context. Een passieve vorm wordt regelmatig actief vertaald en ‘uitstoten’ past in de context. Dat kan op twee manieren begrepen wor- den. Als onrustig praten in je slaap, waarmee dit vers een spiegel wordt van vers 9. Omdat hier met zondigen bedoeld is dat je anderen meesleept met je woorden denk ik aan een ander soort bedden: die van maaltijden en feesten. Na een wijntje komen je grieven naar buiten en die kunnen viraal gaan. | Merk op dat Dawíd het koor de negatieve gedachten van de mensen om hem heen als tegenstem laat aanhouden. Ze zullen uiteindelijk met het inzetten van vers 8 verstomd zijn.

6 Θύσατε θυσίαν δικαιοσύνης καὶ ἐλπίσατε ἐπὶ Κύριον.

Breng het offer van je houden aan de wet en verwacht het

(14)

van de Heer!

Dawíd zei het al in vers 2: Houden aan de wet is voor hem logisch omdat hij Gods wonderen heeft meegemaakt. Maar dat maakt dat hij makkelijk kan praten. De wet houden is een hele opgave als er geen Godsbewijzen zijn. Moet er gehoor- zaamd worden alleen omdat Dawíd het zegt? En maar wachten op God? Want zo kan ‘verwachten’ ook vertaald worden: ‘afwachten’. Vanuit zijn ervaring getuigt Dawíd van wel: al het andere is leeg (vers 3).

7 Πολλοὶ λέγουσι· Tίς δείξει ἡμῖν τὰ ἀγαθά; Ἐσημειώθη ἐφ᾿

ἡμᾶς τὸ φῶς τοῦ προσώπου σου, Κύριε.

Wie laat ons zien wat het nut daarvan is? hoor ik velen zeg- gen. Werden we maar door Je aanwezigheid verlicht Heer..

De vraag naar het nut van het houden van de wet en om bewijs van Gods bestaan.

De formulering laat zien dat de wil om te geloven wel degelijk aanwezig is. Dawíds huidige nood (vers 2) is zijn verlangen dat God gehoor geeft aan de vraag.

8 Ἔδωκας εὐφροσύνην εἰς τὴν καρδίαν μου· ἀπὸ καρποῦ σίτου, οἴνου καὶ ἐλαίου αὐτῶν ἐπληθύνθησαν.

Je maakte mijn hart blij: ze werden verzadigd van hun graan, wijn en olie.

En dat gebeurt. Algemene zegeningen als verhoring te gebruiken werkt voor Da- wíd die de wonderen van het verleden heeft als bewijs. Maar de bedoeling lijkt dat de mensen om hem heen dat ook aanvaardden. Het sela van de eerste verzen zal hier dan ook gestopt zijn.

9 Ἐν εἰρήνῃ τὸ αὐτὸ κοιμηθήσομαι καὶ ὑπνώσω, ὅτι Σύ Κύ- ριε κατὰ μόνας ἐπ᾿ ἐλπίδι κατῴκισάς με.

Ik kan met een gerust hart mijn bed opzoeken en inslapen,

want Jij Heer doet mij leven op verwachting alleen.

(15)

Dawíd komt uit bij zichzelf. Niet iedereen zal zijn logika geloof gedeeld hebben, maar wat hij in elk geval kan is zijn eigen olievlek veroorzaken (vgl vers 5) door zijn hoop ofwel verwachting voor te leven en de rust die hij daaruit put. | Codex B voegt ἐπὶ voor τὸ αὐτὸ waardoor een verwijzing naar de bedden van vers 5 ontstaat waar een terugverwijzing naar de vervulling en blijdschap van vers 8 is bedoeld. De verbinding met vers 5 nogmaals ligt in een positief versus negatief levensgetuigenis.

Psalm 4 gaat over het vasthouden aan God en Zijn wet - wanneer Hij uit zicht is op basis van behaalde resultaten uit het verleden. Je mag boos en verdrietig zijn als Hij Zich niet laat zien en doen wat God wil zinloos lijkt. Maar pas op dat je niet zondigt door God te betwijfelen: dat breidt zich uit als een olievlek. Laat Gods daden uit het verleden je doen wonen in de verwachting van Hem, dan vind je rust - die zich wellicht ook als olievlek verspreidt.

Dawíds oproep je aan Gods wet te wijden wordt door Jezus beaamd - met vefris- sende invulling: Hij vat de hele wet genadig onder God en je medemens liefhebben.

Heel wat anders dan het liefhebben van lege dingen (vers 3).

Droge tijden of niet, in het verleden behaalde resultaten niet vergeten is belangrijk, ze staan bij God tenslotte garant voor de toekomst. Eén van de redenen voor het bestaan én bestuderen van de Bijbel!

(16)

PSALM 5

Recht op Gods recht

1 Εἰς τὸ τέλος. Ὑπὲρ τῆς κληρονομούσης. Ψαλμὸς τῷ Δαυΐδ.

Voor het koor. Over de erfgename. Een psalm van Dawid.

Codex A kan niet uitvogelen wat er met erfgename bedoeld wordt en maakt er κραυγή (schreeuw, vers 2) van. In het Hebreeuws kan de titel aangeven dat dit lied op de fluit begeleid moet, maar de Joden die de Septuaginta maakten lazen het als

‘op de wijs van de erfgename’ of als het onderwerp van Dawids weinig specifieke tekst. Ik heb voor het laatste gekozen omdat de term alleen hier voorkomt en er ook geen gelijknamig lied bekend is die optie twee rechtvaardigt. | Psalm betekent

‘lied onder snaarinstrumentbegeleiding’, ‘gitaarlied’.

2 Τὰ ῥήματά μου ἐνώτισαι Κύριε. Σύνες τῆς κραυγῆς μου.

Aandacht Heer voor wat ik zeg! Hoor mijn geschreeuw!

Schreeuwen aan het adres van een schijnbaar niet luisterende God. Dawid -of de erfgename voor wie hij spreekt- houdt God bij de les. Die houding is precies wat Jezus adviseert in Lukas 18.1-8. De weduwe, de onrechtvaardige rechter als beeld van God, niet ophouden met bidden, een kijkje achter de schermen: Jezus kan in Lukas 18 maar zo aan Psalm 5 gedacht hebben.

3 Πρόσχες τῇ φωνῇ τῆς δεήσεώς μου, ὁ Bασιλεύς μου καὶ ὁ Θεός μου, ὅτι πρὸς Σὲ προσεύξομαι Κύριε.

Mijn Koning, mijn God: hoor hoe wanhopig ik Je bid en smeek! Heer! Want ik ga er niet mee stoppen!

‘Het geluid van mijn smeken’ is een uitdrukking van wanhoop. | De betekenis van het woord ‘bidden (= vragen)’ loopt van ‘áánbidden’ tot ‘aanbídden’. Je kunt dus vertalen: ‘hoor mij want ik aanbid Je’, maar dat is hier ondanks de drie Godstitels

(17)

niet bedoeld. De Komende Tijd is geen belofte maar een -zij het zinloos- dreige- ment. Vanaf hier blijft het Komende Tijden regenen. Dat heeft te maken met de Wet. De Tien Geboden zijn in plaats van in de Gebiedende Wijs ook in de Komen- de Tijd opgesteld. De Komende Tijd krijgt daarmee een dwingend karakter en dat is precies wat de weduwe zoekt in haar zaak bij God.

4 Tὸ πρωΐ εἰσακούσῃ τῆς φωνῆς μου, τὸ πρωΐ παραστήσομαί Σοι καὶ ἐπόψομαι.

Elke ochtend ga Je me horen: heel vroeg sta ik weer bij Je en kijk ik omhoog!

Stalkend gedrag, maar dat is precies wat Jezus in Lukas 18 voorschrijft richting God. | Achter ‘bij Je’ mag je ‘huis’ of ‘deur’ denken vanwege het erop volgende om- hoog kijken. | Codex A maakt de tekst nog krachtiger door in de geest van het eer- ste deel van de zin voor ‘ἐπόψομαι’ ‘ἐπόψει με’ te schrijven: ‘moet Je me aanzien’. | Merk op dat ik de voor ons minder sterke Komende Tijd met dwingender woorden omschrijf.

5 Ὅτι οὐχὶ Θεὸς θέλων ἀνομίαν Σὺ εἶ; Oὐ παροικήσει Σοι πονηρευόμενος.

Jij bent toch zeker niet een God die wetteloosheid wil? Mis- daad gaat bij Jou niet plaats vinden!

Wat de erfgename doet is pikant. Je kunt neutraal vertalen: Jij bent geen God Die wetteloosheid wil, misdaad zal bij Jou geen plaats vinden. Maar dit is een herin- nering aan het adres van God Die behalve Rechter ook nog eens Wetgever is: niet ingrijpen bij onrecht is wetteloosheid in de hand werken, meer nog: is medeplichtig zijn. Ik heb zo vertaald dat je de laatste twee woorden maar hoeft te verbinden of God wordt Zelf mede-misdadiger. | Paulus gebruikt dezelfde gedurfde redenering in 2 Timoteüs 2.11-13: Zijn wij ontrouw, Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloo- chenen kan Hij niet.

6 Oὐδὲ διαμενοῦσι παράνομοι κατέναντι τῶν ὀφθαλμῶν

Σου· ἐμίσησας πάντας τοὺς ἐργαζομένους τὴν ἀνομίαν.

(18)

Zelfs wetsjoemelaars ontmasker Je met één blik: Je tolereer- de niemand die onwettigs deed.

Na de dwingende argumenten gebruikt de erfgename de Verleden Tijd om zoals God immers Zelf ook altijd doet successen uit het verleden als garantie voor de toekomst te laten gelden. | Codici A en B voegen na ‘ἐμίσησας’ ‘Κύριε’ in.

7 Ἀπολεῖς πάντας τοὺς λαλοῦντας τὸ ψεῦδος· ἄνδρα αἱμά- των καὶ δόλιον βδελύσσεται Κύριος.

Leugenaars zul Je allemaal schrappen! Mensen die huiche- lend offeren kotst de Heer uit!

Het dwingen van de Komende Tijd komt terug. | Ἀπολεῖς kan vertaald worden als ‘je zult vernietigen’, maar betekent ook ‘kwijtraken’, ‘verwijderen’ of zoals hier in een juridisch kader ‘schrappen’, ‘nietig verklaren’. | Letterlijk staat er ‘bloedver- gietende en huichelende mensen’. In deze combinatie zal met het eerste offeren bedoeld zijn. De bedoeling is God als wetgever te prikkelen en tegen de tegenpartij op te zetten. Eigenlijk zegt de erfgename: Als Jij Heer bent, dan..

8 Ἐγὼ δὲ ἐν τῷ πλήθει τοῦ ἐλέους Σου εἰσελεύσομαι εἰς τὸν οἶκόν Σου, προσκυνήσω πρὸς ναὸν ἅγιόν Σου ἐν φόβῳ Σου.

Maar ik, ik zal om de vele genade die Je bewees vol ontzag voor Jou Je huis binnengaan en knielen richting Jouw hei- ligdom!

Na God gaat de erfgename haar tegenpartij te lijf. Door zichzelf aan te prijzen als vroom mens wordt de tegenpartij het onderwerp van de vorige zin. | Overigens wordt behalve uit het opschrift nog steeds nergens duidelijk dat de spreker een erfgename of haar advocaat is. Dat zal de hele Psalm ook zo blijven. Ook hier.

Opvallend wordt Gods huis bezocht -destijds nog de tabernakel- maar moet de spreker buiten blijven en van daar zich richten op het heiligdom. De Joodse vrouw ging naar Gods huis zonder het heiligdom binnen te mogen. Maar dat gold ook voor de man. Dat privilege was alleen voor priesters weggelegd.

(19)

9 Κύριε ὁδήγησόν με ἐν τῇ δικαιοσύνῃ Σου ἕνεκα τῶν ἐχ- θρῶν μου. Kατεύθυνον ἐνώπιόν Σου τὴν ὁδόν μου.

Heer wijs me de weg binnen Jouw recht te blijven in hoe ik met mijn tegenpartij omga! Hou mijn doen en laten zuiver voor Jou!

Een vrome vraag, want je zou toch woedend worden als ze op je erfenis uit zijn.

Tegelijk zit er een verborgen ultimatum in richting God: Als Jij als Rechter niet doet wat Je moet doen, ben ik gedwongen mijn eigen rechter te gaan spelen. | Grieks geschoolde Alexandrijnse Joden konden zich soms storen aan de vele dub- belzinnen van de Joodse Poëzie en codici A en B schrappen hier μου, κατεύθυνον ἐνώπιόν Σου τὴν.

10 Ὅτι οὐκ ἔστιν ἐν τῷ στόματι αὐτῶν ἀλήθεια. Ἡ καρδία αὐτῶν ματαία, τάφος ἀνεῳγμένος ὁ λάρυγξ αὐτῶν. Tαῖς γλώσσαις αὐτῶν ἐδολιοῦσαν.

Want er komt geen waar woord uit hun mond! Ze zijn har- teloos en wensen mijn dood! Ze huichelden!

Huichelden is plotseling weer een Verleden Tijd, waarmee naar een gebeurtenis verwezen wordt - hier kennelijk een vals getuigenis dat de aanleiding voor deze Psalm is. Daarmee ligt hier het zwaartepunt. ‘Hun keel is een geopend graf’ be- tekent ‘ze wensen me dood’. In het kader van strijd om de erfenis moet je dan denken aan familie of zelfs kinderen, waardoor alle hevigheid van de Psalm boven komt. Paulus citeert deze tekst daarom in Romeinen 3.13 als hij concludeert dat geen mens God recht doet.

11 Kρῖνον αὐτούς ὁ Θεός, ἀποπεσάτωσαν ἀπὸ τῶν διαβου- λιῶν αὐτῶν. Kατὰ τὸ πλῆθος τῶν ἀσεβειῶν αὐτῶν ἔξωσον αὐτούς, ὅτι παρεπίκρανάν Σε Κύριε.

Spreek recht over hen Heer: verklaar hun verzinsels niet

ontvankelijk! Sluit ze uit om hun enorme goddeloosheden

Heer: Jij bent het die ze uitdagen!

(20)

Als de erfgename om een uitspraak roept wijst ze God er ook nog eens op onrecht -hier doelmatig goddeloosheid genoemd- niet alleen haar maar ook Hem direct raakt. | Je kunt dit vers zwaar vertalen met een roep om terechtstelling, maar de betekenis van ‘oordelen’ loopt helemaal van ‘je mening geven’ via ‘rechtspreken’

naar ‘veroordelen’ en pas in laatste instantie ‘terechtstellen’. Hier gaat het alleen om recht doen, recht spreken. Zo gaat ook ἔξωσον niet om excommunicatie maar om uitsluiting - hier van de aanspraak op het testament.

12 Kαὶ εὐφρανθείησαν πάντες οἱ ἐλπίζοντες ἐπὶ Σέ. Eἰς αἰ- ῶνα ἀγαλλιάσονται καὶ κατασκηνώσεις ἐν αὐτοῖς. Kαὶ καυ- χήσονται ἐν Σοὶ πάντες οἱ ἀγαπῶντες τὸ ὄνομά Σου.

En dat iedereen die het van Jou verwacht er blij uitkomt!

Ze zullen Je voor altijd toejuichen, Jij zult bij hen altijd een plekje hebben! En iedereen bij wie Je een goeie naam hebt gaat over Je opscheppen!

Wens? Belofte? Herinnering? In elk geval eindigt de erfgename met mooie woorden die verwoorden wat er voor de Rechter inzit - of op het spel staat. | Het nastreven van blijdschap en geluk kon in bepaalde kringen een wereldse klank hebben, mis- schien is dat de reden dat de codici A, B en S achter ‘blij is’ vroom ‘in Jou’ voegen.

13 Ὅτι Σὺ εὐλογήσεις δίκαιον Κύριε. Ὡς ὅπλῳ εὐδοκίας ἐστεφάνωσας ἡμᾶς.

Want Jij Heer zult zegenen wie recht doet! Als een soldaat beloonde Je ons met een instemmende knik.

Codici A en B maken van de Komende Tijd een Tegenwoordige op basis van de vervulling ervan in het tweede deel van de zin. De Komende Tijd is wel degelijk van belang: kan God er nog onderuit de erfgename recht te doen? Natuurlijk.

Haar tegenpartij zal geen ander betoog gevoerd hebben. Maar God beslist in het voordeel van de erfgename en haar advocaat - vandaar het ‘ons’. | De abrup- te vervullende nabeschouwing is kenmerkend voor Dawid die ervoor waakt God niet neer te zetten als iemand die je laat hangen. De slotzin zegt letterlijk: Als een soldaat kranste Je ons met goedkeurende instemming. Het gebruik van het woord

(21)

soldaat heeft als doel de grootheid van de gebeurtenis te schetsen: ik heb gelijk ge- kregen, ik sta sterk, ik tel!

Ondanks dat Psalm 5 de woorden draagt van een erfgename of een advocaat die voor haar spreekt, is Dawid de schrijver. Hij had als koning tenslotte allereerst een rol als opperrechter te vervullen en besefte als geen ander dat hij rechtte namens God. Deze zaak bood hem gelegenheid de psyche van Gods recht te laten zien aan de kwetsbare die onrecht te verduren krijgt én aan de rechter die altijd maar weer de verleiding moet kunnen weerstaan het recht voor de sterkere te laten beslissen.

Maar tenslotte ook, zoals Jezus laat zien in Lukas 18, aan God. Want zoals Dawid in Psalm 4 al laat doorschemeren zijn er tijden dat God de grote afwezige lijkt en gewoon maar niet thuis geeft.

(22)

PSALM 6

Vervreemding bij ziekte

1 Εἰς τὸ τέλος, ἐν ὕμνοις. Ὑπὲρ τῆς ὀγδόης ψαλμὸς τῷ Δα- υΐδ. Voor het koor, onder lofuitingen. Een psalm van Dawid op de achtsnarige harp.

Wat is het verschil tussen psalm, hymne en ode (Ef 5.19)? Een psalm is gemaakt voor snaarbegeleiding, persoonlijk van karakter, maar net als hedendaagse violen massaal bij orkestrale inzet (1Kr 15.21). Een ode is een lied in het algemeen en kan nog staan voor een bezwering - vandaar dat Paulus er ‘geestelijke’ voor zet.

Een hymne is een godgewijde lofprijzing dan wel lofzang, een eerbewijs dat zowel opgewekt als herdenkend kan zijn. Voor codex A klinkt ‘hymne’ misschien hele- maal als ‘loflied’, want dat past hier niet en hij schrapt het. Waar de lofuitingen ingezet worden geeft de tekst aan. | ‘De achtste’ (Hbr sjeminiet) is een verwijzing die alleen hier voorkomt en in Psalm 12.1 en 1 Kronieken 15.21. Uit die laatste plaats leer je dat het niet gaat om een lied waarnaar verwezen wordt maar om een instrument: de achtsnarige harp. Een achtsnarige harp leent zich niet alleen voor de oosterse toonladder maar ook voor het powerakkoord (prime-kwint-oct) dat de keuze voor dit instrument als versterker bepaald kan hebben (1Kr 15.21). Psalm 6 en 12 zullen met kracht gebracht zijn. | Net als Psalm 5 gebruikt Psalm 6 weer heftige woorden en geschreeuw, in dit geval rond ziekte. Ditmaal geen opschrift dat het onderwerp aangeeft. Wel een ruim citaat door Jezus waardoor de stukken op hun plek vallen.

2 Κύριε, μὴ τῷ θυμῷ Σου ἐλέγξῃς με, μηδὲ τῇ ὀργῇ Σου παιδεύσῃς με.

Heer corrigeer me toch niet door me af te branden, gebruik toch Je woede niet om me te leren!

In deze psalm lees je dat Dawid erg ziek is. Hij ziet die ziekte als correctie, als

(23)

straf op zijn zonde. De geschiedenis van Job is bewaard om met deze gedachte die karmadenken heet af te rekenen. Maar Dawid is een religieus mens en juist de religieuze mens ziet God graag overal achter: zegen bij voorspoed, straf bij te- genspoed. Daarmee wordt voorbijgegaan aan Genesis 3 waar God die band door- snijdt. Hierover straks meer, als Jezus uit deze psalm citeert en deze gedachte een heftig staartje krijgt.

3 Ἐλέησόν με Κύριε, ὅτι ἀσθενής εἰμι. Ἴασαί με Κύριε, ὅτι ἐταράχθη τὰ ὀστᾶ μου.

Heb medelijden met me Heer, ik ben zo zwak.. Mijn botten schudden, genees me Heer!

Gods straf is niet het einde van het verhaal voor Dawid. Hij weet dat je bij God altijd kunt pleiten en durft te vertrouwen op zijn ervaring met Gods genade. Een simpel roepen om medelijden komt een heel eind. | Het oude Grieks zag de vele Hebreeuwse herhalingen niet als de meest esthetische stijlvorm en codex B schrapt het tweede Κύριε.

4 Kαὶ ἡ ψυχή μου ἐταράχθη σφόδρα καὶ Σύ Κύριε.. ἕως πότε;

Ja ikzélf schud op mijn grondvesten en Jij.. Heer.. hoelang nog?

En Jij.. vraagt om invulling in de lijn van ‘staat erbij en kijkt ernaar’. Dat betekent dat Dawid in drie verzen gaat van Godgestrafte naar Godkenner naar Godklager.

5 Ἐπίστρεψον Κύριε, ῥῦσαι τὴν ψυχήν μου. Σῶσόν με ἕνεκεν τοῦ ἐλέους Σου.

Grijp in Heer, bewaar mijn leven! Red me van de dood om Je genade!

Het klinkt als ‘omdat Je genadig bent’, maar Dawid zegt bijna zoiets als: ‘om Je goeie naam als genadige te behouden’. Daar gaat hij mee door in het volgende vers.

6 Ὅτι οὐκ ἔστιν ἐν τῷ θανάτῳ ὁ μνημονεύων Σου, ἐν δὲ τῷ

(24)

Ἅιδῃ τίς ἐξομολογήσεταί Σοι;

In de dood is niemand die zich Jou herinnert en wie zal Je lof zingen in Haïdes?

Net als in Psalm 5 bedient Dawid zich van een systematisch opvoeren van de druk op God - niet zonder onder alle harpgeschal dat het koor hier inzet nogal zelfinge- nomen te worden: ‘Als ik Je niet meer de lof prijs, wie heb Je dan nog over?’ | Haïdes was de Griekse naam voor het dodenrijk, naar de gelijknamige Griekse god van het dodenrijk. De wereld van Jezus’ tijd was in verre mate gehelleniseerd en ook Joden gebruikten de naam voor het dodenrijk.

7 Ἐκοπίασα ἐν τῷ στεναγμῷ μου, λούσω καθ᾿ ἑκάστην νύκ- τα τὴν κλίνην μου, ἐν δάκρυσί μου τὴν στρωμνήν μου βρέξω.

Ik was op van ademnood, baadde elke nacht mijn bed in zweet en mijn tranen doordrenkten mijn sprei.

Na Dawids geestelijke gesteldheid en strijd de fysieke kant van het verhaal: adem- nood, koorts en verdriet of angst.

8 Ἐταράχθη ἀπὸ θυμοῦ ὁ ὀφθαλμός μου, ἐπαλαιώθην ἐν πᾶσι τοῖς ἐχθροῖς μου.

Ik ijlde van koorts, werd opgegeven door iedereen die van me vervreemd was.

Het eerste deel is letterlijk ‘Mijn oog raakte beslagen door stoom’. Het oog staat voor denken en de stoom voor koorts. | Het woord ἐχθρός heeft een rijker betekenis dan ‘vijand’. Het staat voor iemand die eerst vriend of bekende was maar ergens door van je vervreemd is. Het lijkt of deze vervreemden uit het niets komen vallen, maar Dawid noemde ze al in vers 1. Je komt er pas achter in het volgende vers.

9 Ἀπόστητε ἀπ᾿ ἐμοῦ πάντες οἱ ἐργαζόμενοι τὴν ἀνομίαν, ὅτι εἰσήκουσε Κύριος τῆς φωνῆς τοῦ κλαυθμοῦ μου.

Ga weg van mij al jullie praktiseerders van wetteloos-

(25)

heid! De Heer hoorde mijn schreeuwen wel degelijk!

Dawid gooit de mensen die van hem vervreemd zijn eruit. Waarom? Omdat ze zeggen dat God niet naar hem luistert. Hoezo? De situatie grijpt Jezus zo aan dat Hij dit vers citeert in Matteüs 7.12-23. Hij heeft het over groten van Gods Koninkrijk die er op dat moment nog niet eens zijn: profeten, uitdrijvers en wonderdoeners, die Hij er gezien hun Geestgave in verband met Psalm 6 uit- pikt om hun relatie tot ziekte. Juist tegen deze op het oog door God bevoorrechte gelovigen zet Jezus Dawids uitroep in. Waarom? Omdat ze met al hun geloof en begaafdheid en status niet doen wat God zegt. Toegepast op ziekte betekent dat: ze zijn er niet, troosten niet, helpen niet, genezen niet. De Heilige Geest is gekomen om ons in medemensen te veranderen (El 36.25-27). Maar ook van- daag lijkt het vaak: hoe geestelijker, hoe oordelender. Dan ben je terug bij het eerste vers van deze psalm. In plaats van troost kreeg Dawid te horen dat zijn ziekte Gods straf is. Gelovig, je bent al ziek en dan krijg je ook nog straf. Kar- madenken. Verwoestend voor een mens. En wat doet het met God om zo vroom als straffer neergezet te worden? Het leken bekenden. Het waren verveemden.

Dawid gooit ze uit zijn huis. Jezus uit Zijn Hemelrijk. | Eἰσήκουσε is mooi gebruikt omdat het meer is dan horen alleen. Letterlijk betekent het ‘verhoren’, of zoals hier: ‘wel degelijk horen’.

10 Eἰσήκουσε Κύριος τῆς δεήσεώς μου, Κύριος τὴν προσευ- χήν μου προσεδέξατο.

De Heer verhoorde mijn smeekbede! De Heer honoreerde mijn gebed!

Codex A haalt van εἰσήκουσε εἰσ af: van verhoren naar horen. Misschien om niet hetzelfde als in de vorige zin te zeggen, misschien omdat je gevoelsmatig een gebed verhoort maar een smeking hoort, misschien om het bij horen te laten en verho- ring buiten beeld te houden. In elk geval is het Dawid eigen om positief te eindigen - met verhoring dus. | Na een eenzame gebedsstrijd geneest Dawid. God hoorde en honoreerde. Maar karmadenkers hebben altijd gelijk: God heeft hem vergeven, al- les is weer goed. Maar hoe peutert Dawid zijn omgeving aan het verstand dat God ook ziek van hem hield? Dat ze zwaar zondigden? Dat er littekens achterbleven in de vorm van schade en vervreemding?

11 Aἰσχυνθείησαν καὶ ταραχθείησαν σφόδρα πάντες οἱ ἐχ-

(26)

θροί μου, ἀποστραφείησαν καὶ καταισχυνθείησαν σφόδρα διὰ τάχους.

Jullie zijn vreemdelingen voor me geworden en zouden je allemaal kapot moeten schamen en geschokt zijn, heel snel maken dat je wegkomt en van schaamte niet meer weten hoe je het hebt!

Het Grieks heeft allemaal optativi die wens aangeven en zich laten vertalen als

‘zouden moeten’. De wens laat in het midden of de vervreemde kennissen en vrienden alleen de deur gewezen zijn of veroordeeld of misschien zelfs tot inkeer gekomen.

Psalm 6 laat als een mini-Job zien dat bij ziekte de issue niet is of het een straf van God is. Het gaat om doen wat God zegt, om medemens zijn, om zorg voor wat ziek of zwak is. Zulke mensen met een vroom oordeel wegzetten is praktiseren van wetteloosheid. Misschien is het wel uit frustratie dat Jezus supergeestelijken die wetteloosheid praktiseren de hemel weigert. Vanuit de verte zag Hij ons, bezig met streven naar geestelijkheid, gaven, zondeloosheid, met als vaandel onze doop op ons volwassen persoonlijk geloof. Terwijl Hij in Ezechiël 36 al liet weten dat Hij met Zijn doop in water en Geest het tegendeel wil: dat we zondebewust en mede- mens worden. Het Hemelrijk bereiken we niet door naar boven te streven, maar naar beneden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

geisoleerde voorzetgevel afgewerkt met houten gevelbekleding (horizontaal) potdekselwerk of rabatdelen (oogsthout) met klimplanten langs geleidedraad geisoleerde. voorzetgevel

Deze deelgebieden zijn: woonomgeving (alleen vermeld in enquêtes voor de cliënten van somatiek), leefklimaat, dienstverlening, verzorging, behandeling, begeleiding,

De kwaliteit van het onderwijs van elke HAN-opleiding wordt eenmaal per zes jaar beoordeeld door een panel van onafhankelijke deskundigen. Deze visitatie en opleidingsbeoordeling

De leerlingen hebben al voorkennis van bewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) uitvoeren met natuurlijke en decimale getallen, wat positieve en negatieve

Wittekerke Rosé Petrus Tripel Petrus Blond Petrus Bruin Petrus Aged Red Kwaremont Duvel. Westmalle Tripel Westmalle Dubbel Desperados Original Corsendonk Pater Tripel Corsendonk

Voeg naar smaak zout, peper, eventueel suiker toe Meng groente, eieren, smeerkaas en vlees. Giet in het bladerdeeg en bedek met geraspte kaas 30 min bakken in de oven op

697 6 Zij zijn dus niet meer twee, maar één vlees en wat God samengevoegd heeft mag een mens niet scheiden.” 7 “Waarom heeft Moysés dan opdracht gegeven een scheidbrief te geven

Als niemand God ooit heeft gezien Wie was het dan Die daar verscheen Als Engel Die daar sprak als God Weet jij het dan misschien?. Ja, dat