Katharina Lescaille, Mengelpoezy. Deel 2 · dbnl
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Het daglicht is zyn kleed, de mensch zyn beeldtenis, De mensch, niet voor den tyd, voor de eeuwigheid geboren, Om onder 't geestendom voor 't aenschyn Gods te gloren, Zoo hy
Maer 't kleed van uwe ziel alleen ligt voor onze oogen;.. Verhemeld is die schat die hier
Liefje wilt ‘er niet voor schromen, En weest daer maer niet voor schuw, Als ik maer by u mag komen:.. Dan so heb ik genoeg
voorgevallen in dese stad, hoe dat sy met haar beyde gingen vegten om de broek, en hoe Tryn de batalje heeft gewonnen, en Klaas heeft gebragt onder haar voogdy, en hoe dat hy nu
Van de onnoemlyke meenigte Sprinkhaen die zig onlangs hier te Lande hebben laten zien, en oogschynlyk gisteren te Raugeloff moeten neergevallen zyn, heeft men de volgende
maar een Man heeft ook wel zaken, Waar door zyn hoofd op hol kan raken, Schoon zy is zuinig, knap, zyn Vrouw, Maar merkt dat zy hem is ontrouw, En of zy nooit geen borrel lust,
Een merkwaardig en geestig lied, van een zonderlinge profeet, zyn levenswyze, gezindhedens, voorzeggingen, en de uitkomst zo als hy ontdekt word.1. Een Merkwaardig en Geestig Lied,
Ik vliede alle vreugde, Ik sterf van ongeduld, Dat my aan 't hert zo kwelle, Is maar de liefde haar schuld, Gy plaagt of kweld my immer heen Ik weet van angst niet meer waar heen,