Veiligheidsoverleg Oost-Brabant
Verslag van het Veiligheidsoverleg op 7 maart 2013, 09.30-12.00 uur, Raadszaal in Oss
Aanwezig:
De heer van Gijzel (burgemeester van Eindhoven, tevens voorzitter van het overleg)
De (wnd) burgemeesters van Bergeijk, Bernheze, Best, Bladel, Boekel, Cranendonck, Cuijk, Deurne, Gemert-Bakel, Haaren, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Laarbeek, Landerd , Maasdonk, Mill en St. Hubert, Oirschot, Oss , Reusel-de Mierden, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Son en Breugel, Uden, Valkenswaard, Veldhoven, Vught.
Vanuit OM: de heer Nieuwenhuizen Vanuit Politie: de heren Heeres, Heil
Coördinerend gemeentesecretaris: mevr. V.d. Knaap
Veiligheidsregio Brabant-Noord: P. Verlaan, Veiligheidsregio Brabant Zuid-Oost J. Rooijmans Advisering & Ondersteuning regioburgemeester: mevr. Godthelp -Teunissen en de heer Heijs Verhinderd: de (wnd.) burgemeesters van: Asten, Boxmeer, Boxtel, Eersel , Geldrop-Mierlo, Grave, Heeze-Leende, Nuenen, Sint-Anthonis, Sint-Oedenrode, Someren, Veghel en Waalre.
1. Opening en mededelingen:
De voorzitter opent om 09.30 uur de vergadering en heet de aanwezigen welkom.
Het Veiligheidsoverleg verzoekt de leden van de Eenheidsleiding zich tijdens de volgende vergadering nader te introduceren en de taakverdeling binnen de Eenheidsleiding nader toe te lichten.
De resultaten van de Veiligheidsmonitor 2012 zijn onlangs beschikbaar gekomen. Oost-Brabant scoort over het algemeen boven het landelijk gemiddelde.
De heer Ederveen verzoekt de vergaderstukken te voorzien van een voorloper.
Mevrouw Doorn verzoekt het verslag van de vergadering eerder toe te sturen.
2. Verslag van de vergadering van 13 december 2012
Het verslag van de vergadering van 13 december 2012 wordt ongewijzigd vastgesteld.
Naar aanleiding van het verslag vraagt de heer Ederveen naar het terugkomen van de functie van netwerkinspecteur. De heer van Gijzel geeft aan in de artikel 19-overleggen is gesproken over de
wijkagent en de netwerkinspecteur. De functie netwerkinspecteur verdwijnt, maar de rol kan als zodanig worden ingevuld door de wijkagent, waarbij wordt uitgegaan van de norm 1:5000. Volgens de heer Gaillard heeft de minister van V&J tijdens de bijeenkomst in oktober aangegeven dat eenheden bovenop de norm van 1:5000 ruimte hebben om bij de inrichting van het basisteam eigen keuzes te maken.
De heer Heeres benadrukt dat de eenheden gehouden zijn aan een eenduidige inrichting van de organisatie. De rol / werkzaamheden van de netwerkinspecteur zijn als zodanig terug te vinden in de functies van de operationeel chef of de wijkagent-plus. Bij de inrichting van de eenheid is uitgegaan van de norm 1:5000 wijkagenten.
Mevrouw Buijs pleit voor het voeren van een fundamentele discussie hoe de gemeenten binnen Oost-Brabant samen werken op het terrein van Veiligheid. Volgens de heer van Gijzel staan de gemeenten samen voor het aanpakken van de veiligheidsproblematiek. Wellicht kan dit vraagstuk worden opgepakt tijdens een te organiseren bestuurlijke conferentie. De heer van de Vondervoort licht toe dat de gemeente Bergeijk inmiddels heeft besloten te participeren in het RIEC.
De heer van Gijzel meldt dat, nu de plannen van RWS voor de bouw van een nieuwe meldkamer geen doorgang vinden, de meldkamer Oost-Brabant definitief in 's-Hertogenbosch wordt gevestigd.
4. Gezamenlijke veiligheidszorg: Volop kansen in een nieuw Politiebestel
Mevrouw I. Woestenberg, gemeentesecretaris 's-Hertogenbosch en lid van het actieprogramma Lokale Besturing Politie, verzorgt een presentatie met betrekking tot de kansen die het nieuwe politiebestel biedt om de positie van het lokaal bestuur te versterken. De volgende aspecten worden benoemd:
Het lokaal gezag is in nieuwe politiewet verankerd. De lokale driehoek vervult een belangrijke rol in het maken van afspraken. De invoering van het nieuwe politiebestel kan worden aangegrepen om vorm en inhoud te geven aan de veiligheidssamenwerking. Er dient sprake te zijn van één overheid voor veiligheid. Gemeenten zouden de bestuurlijke inbreng in het veiligheidsbeleid moeten garanderen en elkaar moeten aanspreken op participatie. Uitgaande van ieders formele verantwoordelijkheid zouden de schotten tussen openbare orde en veiligheid – opsporing en vervolging moeten worden verwijderd. Streven moet volgens mevrouw Woestenberg zijn gericht op een probleemgestuurde integrale samenwerking: een gezamenlijke veiligheidsanalyse, het
gezamenlijk prioriteiten stellen , het ontwikkelen van gemeenschappelijke programma’s (bijvoorbeeld t.a.v. woning inbraken) en een integrale aanpak gecompliceerde
veiligheidsvraagstukken.
Veiligheid betreft niet alleen een verantwoordelijkheid van de burgemeester. Ook het management van gemeenten, gemeenteraden en colleges van B&W en de gemeentesecretaris moeten in het veiligheidsbeleid worden betrokken. Op 12 en 13 september 2013 vindt in 's-Hertogenbosch het congres van Gemeentesecretarissen plaats met het thema veiligheid.
Naar aanleiding van de vraagstelling van mevrouw Buijs geeft mevrouw Woestenberg aan dat gestart kan worden met het invulling geven aan de regionale veiligheidsagenda, het invulling geven
aan de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en het voortbouwen op de initiatieven welke in het kader van de Taskforce B5 zijn ontplooid.
Door een aantal burgemeesters wordt verwezen naar het rapport “De burgemeester en het veiligheidsdomein” dat in het verleden onder verantwoordelijkheid van het Regionaal College BZO werd opgesteld.
3. Stand van zaken bestuurlijke werkgroepen:
- Veiligheidshuis: De heer Pommer geeft een korte toelichting op de stand van zaken. Vanuit de gemeenten Eindhoven en Oss zijn inmiddels wethouders bij de werkgroep aangesloten. Gestart zal worden met een pilot Triage.: welke zaken via ZSM, welke in regulier overleg afdoen en welke zijn multi-problem gevallen. Naar verwachting zal de bestuurlijke werkgroep voor de zomervakantie het advies afronden.
De heer Nieuwenhuizen kondigt aan een brief aan de gemeenten aan met betrekking tot de verhouding Veiligheidshuizen tot ZSM.
De heer Hillenaar pleit voor het gezamenlijk optrekken van het OM en gemeenten waar het de toekomst van de Veiligheidshuizen betreft.
- RIEC: De heer Hillenaar geeft een korte toelichting met betrekking tot de stand van zaken RIEC.
Binnenkort zal de begroting 2014 worden gepresenteerd en zal een koers van het RIEC worden geschetst. Door de bezuinigingen waarmee gemeenten worden geconfronteerd, kan deelname aan het RIEC onder druk komen. Overigens heeft de gemeente St. Anthonis recentelijk aangegeven middelen te zoeken voor participatie aan het RIEC met ingang van 2014..
- Integrale Stuurploeg: De heer Mikkers doet kort verslag van de stand van zaken integrale stuurploeg. Binnen de stuurploeg, onder voorzitterschap van de heer Mikkers, zijn gemeenten, belastingdienst, OM en politie vertegenwoordigd en wordt in het kader van een geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit bij casussen gezocht naar de meest effectieve aanpak, door middel van inzet van bestuurlijke, strafrechtelijke en fiscale maatregelen. Het streven is van een incidentgestuurde aanpak te komen tot een meer inzichtgestuurde aanpak van problemen.
- Integrale Veiligheidssamenwerking: Mevrouw van der Knaap schetst de voortgang van de ambtelijke werkgroep Integrale Veiligheid. De werkgroep is recentelijk een eerste keer bij elkaar geweest. In de eerste vergadering is met name gesproken over werkwijze van de werkgroep en het mandaat van de werkgroepleden. De regionale prioriteiten zullen worden uitgewerkt. Verschillende burgemeesters geven aan dat de leden van de ambtelijke werkgroep met mandaat van het basisteam deelnemen. Aangedrongen wordt op een inhoudelijke bespreking van de veiligheidsthema's die gemeenten bezig houden.
Op voorstel van de heer Rombouts zal tijdens de volgende vergadering de inhoudelijke uitwerking van de verschillende regionale prioriteiten worden toegelicht.
5. Veiligheidsfonds:
De heer Rombouts geeft een toelichting op de stand van zaken Veiligheidsfonds. De structuur, met het RIEC en het Veiligheidshuis als vaste onderdelen, staat. Alle gemeenten dienen met ingang van
2014 €0,25 per inwoner bij te dragen. De gemeenten uit BN dienen de mogelijkheden te bezien om binnen de lopende begroting 2013 financiële ruimte te vinden. In een brief aan de burgemeesters zal nader worden toegelicht waarom een bijdrage van €0,25 benodigd is.
Mevrouw Eugster geeft aan voorstander te zijn van een Veiligheidsfonds, zodat voorkomen wordt dat voor ieder nieuw probleem budget moet worden vrijgemaakt. Echter, er is sprake van een groot aantal overlegstructuren. De overlegstructuur is ondoorzichtig en het is onduidelijk welke
doelstellingen precies worden nagestreefd en wat de gezamenlijke investering van € 200.000,- precies oplevert.
De heer van de Mortel onderschrift de opmerkingen van mevrouw Eugster en geeft aan dat de gemeente Vught met ingang van 2014 zal bijdragen aan het veiligheidsfonds. Op de vraag van de heer van de Mortel wordt aangegeven dat de beslissingsbevoegdheid inzake het Veilligheidsfonds geeft de heer Rombouts aan dat dit de verantwoordelijkheid van het Veiligheidsoverleg betreft.
Volgens de heer van Gijzel kan door een gezamenlijk ontwikkelde aanpak, bijvoorbeeld op het terrein van Bibob, goedkoper en doelmatiger worden gewerkt.
De heer Ederveen geeft aan dat het Veiligheidsfonds in BZO onder meer is gebruikt voor het aanjagen van het RIEC, de ontwikkeling van een aanpak auto-inbraken, woninginbraken en voor de inzet van een prostitutie-controleteam.
Desgevraagd geeft de heer Rombouts aan dat minister Opstelten positief staat ten opzichte van een verlening van de Taskforce B5 met nog 3 jaar. Volgens de heer Rombouts zou de aanpak moeten worden verbreed naar alle Brabantse gemeenten. Door de gemeenten Eindhoven, Helmond en ’s- Hertogenbosch zal 300.000,- worden geïnvesteerd. De activiteiten moeten worden ingebed in de regionale structuur.
De heer Mikkers vraagt in dit kader aandacht voor de verhouding tussen de werkzaamheden van de Taskforce B5 en de Integrale Stuurploeg Oost-Brabant.
Op de vraag van de heer Bos, in hoeverre er sprake is van een keuzemogelijkheid voor gemeenten voor deelname aan onderdelen van de regionale samenwerking, geeft de heer van Gijzel aan dat gemeenten niet kunnen worden gedwongen tot deelname. Spreker bepleit het samen werken aan de toekomst en is van mening dat wanneer gemeenten op onderdelen niet deelnemen, zij in het geheel niet kunnen participeren.
De heer Pommer pleit voor het organiseren van een themabijeenkomst, teneinde te bespreken welke veiligheidsproblematiek in Oost-Brabant speelt, de meerwaarde van een strategisch bureau, welke onderwerpen binnen Oost-Brabant gezamenlijk worden opgepakt. Tevens kan meer inzicht worden verschaft in de verschillende overlegstructuren.
Mevrouw Buijs pleit voor het bundelen van de krachten, aangezien de individuele gemeenten niet in staat zijn de veiligheidsproblemen waarvoor ze zich gesteld zien, aan te pakken.
De heer Heeres is van mening dat een Veiligheidsstrategie voor Oost-Brabant moet worden ontwikkeld. Vanuit een visie en strategie moet vervolgens de organisatie worden bepaald.
De heer Hamming stelt dat de gemeenten uit het voormalige BN ook voor 2013 zouden moeten proberen gelden voor de integrale veiligheidssamenwerking moeten vrijmaken.
Het Veiligheidsoverleg besluit:
- Het Veiligheidsfonds is uitsluitend bestemd voor integrale veiligheidsonderwerpen (van de strategische agenda). Geduid moet worden wat het inzetten van financiële middelen oplevert;
- Alle gemeenten betalen jaarlijks €0,25 per inwoner;
- De sturing van het Veiligheidsfonds is belegd bij de bestuurlijke regiegroep;
- De uitvoering wordt aangestuurd door de 2 coördinerende gemeentesecretarissen ;
- De gemeente Eindhoven beheert het Integraal Veiligheidsfonds (i.v.m. regioburgemeester);
- Binnen 2 weken wordt aan de betreffende gemeenten (BN) een raadsvoorstel voorgelegd voor het vrijmaken van gelden voor het Veiligheidsfonds binnen de lopende begroting 2013.
Besluit : Zo mogelijk wordt nog voor de zomer een Veiligheidsconferentie georganiseerd, met als doel het bespreken van de samenwerking tussen 41 gemeenten: hoe versterken we de integrale veiligheidsaanpak en wat is daarvoor benodigd. Een meer fundamentele discussie over de samenwerking op het terrein van veiligheid, tegen de achtergrond van allerlei bestaande en mogelijke gewenste samenwerkingsverbanden.
6. Aanwijzing tot regioburgemeester
De heer R. van Gijzel, burgemeester Eindhoven, wordt bij acclamatie voorgedragen voor benoeming tot regioburgemeester Oost-Brabant. De heer Rombouts zal dienovereenkomstig de Minister van Veiligheid en Justitie daarover informeren.
7. Actuele stand van zaken
De heer van Gijzel geeft een toelichting op het artikel 19-overleg van 7 februari 2013. Voor de Nationale politie komt waarschijnlijk 105 miljoen extra beschikbaar. Dit bedrag zal in stappen beschikbaar komen. Voorstellen gaan in principe niet om ophogen van politiecapaciteit maar om het vergroten van de kwaliteit. Er is een gezamenlijk voorstel gemaakt op ambtelijk niveau waarin voorstellen zijn gedaan met betrekking tot integrale veiligheid/samenwerking, aanpak
georganiseerde criminaliteit/voortzetting taskforce etc. Op 11 maart wordt een verder uitgewerkt voorstel aan het art. 19 overleg voorgelegd. De regioburgemeesters hebben aangegeven dat ze meer inzicht willen in de voorstellen in de verschillende clusters (cluster 1 “verbeteren produktiviteit en effectiviteit” en cluster 2 “verbeteren van de aanpak van criminaliteit en vergroten van de
veiligheid.”) en dat ze inzicht willen in de relatie met de 60 miljoen besparing op de strafrechtsketen.
Mevrouw Buijs spreekt haar zorg uit ten aanzien van de capaciteitsverdeling en het schuiven met capaciteit als gevolg van herprioritering .
Volgens de heer van Gijzel is destijds het signaal van de Taskforce al geweest dat er in Oost-Brabant meer politiecapaciteit moet zijn. Het ministerie heeft toen extra ondersteuning van politie en Koninklijke Marechaussee toegezegd.
Volgens de heer Heeres is sprake van een basisinrichting van de regionale eenheden. Indien
noodzakelijk wordt er geschoven met de capaciteit. Zo heeft de eenheid Oost-Brabant op het terrein van de opsporing bijstand gekregen van de Landelijke Eenheid. Ook voor de zgn. sleutelkluiskraken, welke worden gepleegd door rondtrekkende dadergroepen, wordt capaciteit geleverd.
Tijdens iedere vergadering van het artikel 19-overleg wordt één landelijke prioriteit inhoudelijk besproken. Daarnaast worden er 3 "open haard sessies" gepland waar met de benen op tafel over veiligheidsonderwerpen kan worden gesproken.
Het strategisch huisvestingsplan komt 15 april op de agenda van het artikel 19-overleg.
Er is afgesproken dat de nieuwe landelijke prioriteiten pas per 1 januari 2015 in zullen gaan. De huidige landelijke prioriteiten lopen dan dus nog 1 jaar extra door.
Er is gesproken over de voortgang van de nationale politie. Op 11 maart wordt een procesvoorstel voorgelegd over de benoeming van de territoriale chefs en het recht op instemming van het gezag. Gezag wordt zowel aan de voorkant als aan de achterkant van het proces betrokken.
De heer Heeres geeft aan dat het bestuur wordt betrokken bij het vaststellen van het functieprofiel.
Aan het bestuur zal een kandidaat worden aangeboden, waarbij het bestuur instemmingsrecht heeft.
Waarschijnlijk start de selectieprocedure na 1 juli, opdat benoeming per 1 januari 2014 kan plaatsvinden. Intern zullen 3 kandidaten aan de selectiecommissie worden voorgelegd. De
selectiecommissie wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. De heer Heeres verzoekt de concept-profielen in de basisteamdriehoeken te bespreken, zodra deze beschikbaar zijn.
De heer Hellegers vraagt of bij het instemmingsrecht sprake is van meerderheid van stemmen, dan wel dat alle individuele burgemeesters instemmingsrecht hebben. De heer Heeres is van mening dat de kandidaat brede steun van het bestuur zou moeten hebben en zegt toe deze vraag in het landelijk overleg aan de orde te stellen.
Mevrouw Doorn bedankt de heer van Gijzel voor de uitgebreide terugkoppeling uit het artikel 19- overleg.
De heer Heeres licht toe dat de personele reorganisatie ruim 63.000 mensen betreft en het daarmee de grootste reorganisatie ooit is. Voor de zomervakantie zal de invoering van de Landelijke
Functiewaardering Nationale politie worden afgerond. Hat aantal functies is van ongeveer 9000 teruggebracht naar 92 functies. Na de zomervakantie gaat de personele reorganisatie van start en zal eind 2014 worden afgerond.
De heer Ederveen spreekt zijn zorg uit met betrekking tot de aanrijtijden binnen de eenheden in relatie tot de prio-1 en prio-2 meldingen. Desgevraagd geeft de heer Heeres aan dat op dit moment,
door verschil in werkwijze en verschillen in registraties/definities een goede vergelijking tussen eenheden, maar ook binnen de eenheid Oost-Brabant nog niet mogelijk is.
De heer Heeres geeft een korte toelichting op de Inhuldiging op 30 april 2013. Naast de 3000 mensen van de eenheid Amsterdam, worden door de overige eenheden circa 6000 mensen als bijstand geleverd. Op lokaal niveau zal zoveel mogelijk maatwerk worden geleverd. De lokale
activiteiten worden geïnventariseerd. Op dit moment wordt met de teamchefs overleg gevoerd over de benodigde inzet in de teams. Vooralsnog is voor de medewerkers een verlofstop afgekondigd.
De heer Ederveen stelt voor om tijdens de Inhuldigingsdag geen grote schermen te plaatsen.
9. Rondvraag
Naar aanleiding van de vraagstelling van mevrouw Doorn wordt besloten de wetswijziging Bibob voor de volgende vergadering van het Veiligheidsoverleg te agenderen.
De heer Severijns dringt aan op het maken van eenduidige afspraken met partners voor het opruimen van XTC. Op dit moment worden nog verschillende protocollen gehanteerd.
Mevrouw Buijs complimenteert politiechef Frans Heeres met de geruisloze overgang op 1 januari 2013 naar Nationale politie.
De heer van Gijzel vraagt in hoeverre de gemeenten in Brabant-Noord willen aanhaken bij het softdrugsbeleid dat door het Regionaal College Brabant Zuid-Oost is vastgesteld. De werkgroep Kortmann is in dat kader bezig met het uitvoeren van een inventarisatie. De burgemeesters uit het voormalige Brabant-Noord spreken de intentie uit aan te sluiten bij het softdrugsbeleid Brabant Zuid- Oost en verklaren zich bereid medewerking te verlenen aan de inventarisatie.
De heer Hillenaar verzoekt de ambtelijke IV-werkgroep, mede in relatie tot het vervallen de provinciale subsidie, voor de volgende vergadering van het Veiligheidsoverleg een voorstel voor deelname aan de Veiligheidsmonitor 2013 te ontwikkelen.
De heer van Gijzel bedankt mevrouw Doorn, die later deze maand afscheid neemt als burgemeester Landerd, voor haar actieve en constructieve bijdrage aan de discussies in het Veiligheidsoverleg Oost- Brabant.
8. Huisvestingsconcept Oost-Brabant
In het besloten deel van het Veiligheidsoverleg wordt door de heer Heeres een korte toelichting gegeven met betrekking tot de huisvesting Nationale politie. Op 15 april zal in het artikel 19-overleg het concept landelijk huisvestingsplan worden besproken. Mevrouw Adema en de heren Gaillard, Ederveen en Hamming verklaren zich bereid mee te denken over de plannen inzake huisvesting politie in Oost-Brabant en de regioburgemeester in dit kader te adviseren voor het artikel 19-overleg van 15 april 2013.
Ter vergadering wordt een korte film getoond met betrekking tot de huisvestingsvisie Oost-Brabant.
10. Sluiting
De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun bijdrage en sluit om 12.15 uur de vergadering.
