• No results found

D. Porcelijn, Een nieuw minnelied, of de minnenswaardige herderin · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "D. Porcelijn, Een nieuw minnelied, of de minnenswaardige herderin · dbnl"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een nieuw minnelied, of de minnenswaardige herderin

D. Porcelijn

bron

D. Porcelijn, Een nieuw minnelied, of de minnenswaardige herderin. T. C. Hoffers, Rotterdam 1826

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/porc002nieu01_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

Een nieuw minnelied,

Of de minnenswaardige herderin.

door D. Porcelijn.

Onder de Zinspreuk:

Die veel verkeeren by Herderinnen, Moet door onschuld haar beminnen.

Op een lieffelyke Wys.

1.

Ik ben laatst in het veld gezeten, By een schoone Herderin, Ik kon haar liefde niet vergeten, En schonk haar myn teed're min,

D. Porcelijn, Een nieuw minnelied, of de minnenswaardige herderin

(3)

2

Phielida laat zy zich noemen, 2.

In het veld is zy geteeld, 2.

Op haar schoonheid kan zy roemen, 2.

Het is een Venus evenbeeld. 2.

2.

Krullend haar en zwarte oogen, Witte tanden, roode mond, Dra was ik tot haar bewogen, want zy heeft myn hart doorwond, wie kan zulk een schoone haten, 2.

Zuchtend lag ik in haar schoot, 2.

Nimmer zal ik haar verlaten, 2.

Steeds getrouw tot in den nood. 2.

3.

Hare lieve roode kaken, En de boezems van myn bruid, Doen my steeds van wellust blaken, want daar druipt een Nectar uit, Ja een Nectar mag het heeten, 2.

Zelf een balsem voor myn hart, 2.

Nimmer zai ik haar vergeten, 2.

'k Ben door min geheel verward. 2.

4.

wat kon my haar min verwarmen, Teeder lokte zy my aan,

Vlechtend lag ik in haar armen, Ik kon haar liefde niet weerstaan, Philieda myn uitverkoren, 2.

Sprak myn mond steeds staam'lend uit, 2.

wy zyn voor elkaâr geboren, 2.

Ik verkies uw tot myn bruid. 2.

D. Porcelijn, Een nieuw minnelied, of de minnenswaardige herderin

(4)

5.

Zy is vol bevalligheden, Boven dien schonk haar het lot, Brave deugden goede zeden, wierden haar verleent door God,

Zag my wel een troon bezitten, 2.

want zy schynt een koningin, 2.

wie kan op haar schoonheid zitten, 2.

Nooit volprezen door de min. 2.

6.

Tot besluit gy herderinnen, die door onschuld zyt verzeld, wie uw ziet moet uw beminnen, By uw schaapjes in het veld,

Vlecht nu kranzen van laauwrieren, 2.

O gy vlugge herderschaar, 2.

wilt met vreugd dit echtfeest vieren 2.

Van dit jong verboden paar. 2.

Het vrolijke naaimeisje.

Wijs: Schep vreugde in 't leven.

1.

Schep vreugde in 't naaijen, Jonge meisjes van ons land, Laat u niet paaijen,

Vat 't naaijen bij de hand, Het naaijen is toch waarlijk goed, Het geeft u kost in overvloed,

D. Porcelijn, Een nieuw minnelied, of de minnenswaardige herderin

(5)

4

Ja ook een heele lappenmand, O welke schoone zaken.

2.

Kom wil het kiezen, Vat de naald maar in de hand, 't Doet niets verliezen, Maar houd u constand,

Gij leert dan zoo van onderen op, Ja eerst met kleeding van een pop, En dan zoo voort van stuk tot stuk, Tot dat gij een kleed kunt maken.

3.

Komt gij te trouwen, kiest een man die naaijen kan, Wil dit onthouwen,

't ZijKlaas of Jan,

't komt in u ambacht goed te pas, Maakt gij soms eens een jak of jas, Of maakt u man een rok of broek, Gy kunt elkander helpen.

4.

Dan wint het naaijen, Voor u rijkelijk bestaan, Wil het zoo draaijen, dan zal het wel gaan,

Uw man die pikt en steek maar toe, En gij wordt nooit van naaijen moe, Ja zoo vervliegt de tijd dan heen, door 't vlug en vlijtig naaijen.

D. Porcelijn, Een nieuw minnelied, of de minnenswaardige herderin

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En luistert na myn ongeval, Daar ik in myn jonge jaren, Moet reeds agter de Traailjes staan, Aan wie zal ik myn noodlot klagen, Geen mensch is met my aangedaan.. Hier agter zo

Of minneklagt, van een jonge dochter welke van haar minnaar bevrugt was, en toen haar heeft verlaaten.1. Een

Ik kwel u niet mijn Victor zoet, Wilt op mijn liefde maar vertrouwen, Want gij zijt slechts mijn hoogste goed, Als ik als ik maar op uw wedermin, Kan bouwen;3. Dan is ons lot mij

Ik Smelt en Kiet 't is zonderbaar, 'K heb dadelyk een Lepel klaar, Myn Vorm heb ik by de hand, Ik weet het wel te klaaren, Koop koop maar Lepels2. Laast kwam een Meisje, Ja die was

Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar te zoeken... Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar

Daar hij het meisje weenend ziet, Breekt zijn meedoogend hart.. Hij zei tot haar: ‘ Wel lieve meid, Spreek op, en wees

Waar is wel de plek op aard, Zelfs in de duistere hoeken, Waar ik om u niet zoude zoeken, offer steeds voor u mijn bloed, Het zij in voor- of tegenspoed.. Verlaten in het aardsche

Ik was nog liever alles kwyt, Als te verlaten deze Meid, Want zy draagt zorg vroeg en laat, Want als zy met den avond gaat, Zy gaat de Heeren dienen op zy, Want 's avonds naar