Inspectierapport
Kindercentrum De Kleine Tuin (KDV) Betjakstraat 2
1336NC Almere
Registratienummer 197743407
Toezichthouder: GGD Flevoland
In opdracht van gemeente: Almere
Datum inspectie: 07-12-2016
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 11-01-2017
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ... 2
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Overzicht getoetste inspectie-items ... 10
Gegevens voorziening ... 13
Gegevens toezicht ... 13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 14
3 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2016
Kindercentrum De Kleine Tuin te Almere
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Bij deze inspectie zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectie-activiteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijks praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit de vorige inspecties.
Beschouwing algemeen
Kindercentrum De Kleine Tuin is gevestigd in de Betjakstraat in Almere. Ze zijn hier gestart in november 2013 en bieden opvang in vier kinderdagverblijfgroepen en twee groepen buitenschoolse opvang.
Inspectiegeschiedenis
In de periode 2013 tot en met 2015 vonden een onderzoek voor registratie, na registratie en een jaarlijks onderzoek plaats. Er zijn geen overtredingen geconstateerd.
Huidige inspectie
De onaangekondigde observatie van de praktijk vond plaats op 7 december 2016. Er is tijdens het inspectiebezoek gesproken met de houder en pedagogisch medewerkers.
Tevens zijn relevante documenten ingezien en beoordeeld.
Aan alle getoetste items zoals hieronder beschreven is voldaan.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Kindercentrum De Kleine Tuin is geen VVE locatie.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein 'pedagogisch klimaat'.
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld.
- emotionele veiligheid - persoonlijke competentie - sociale competentie
Ook is de wijze beoordeeld waarop de overdracht van normen en waarden plaats vindt.
De competenties en de overdracht van waarden en normen zijn waargenomen en positief beoordeeld.
Pedagogische praktijk
Op basis van het gesprek met de pedagogisch medewerkers (pm's) en de observatie van de pedagogische praktijk is het item zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid positief beoordeeld. Zo kon de pm in de babygroep toelichten wat er in grote lijnen over de
pedagogische basisdoelen in het beleid staat en heeft zij inbreng bij het ontwikkelen en verbeteren van de inhoud.
De observatie vond plaats op woensdag 7 december 2016 van 11.00 tot 13.00 uur in respectievelijk de babygroep en samengevoegde dreumes/peutergroep.
Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de professionaliteit van de pm's en de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. Tijdens de observatie is gezien dat hun beroepshouding een positieve invloed heeft op de emotionele veiligheid van kinderen.
Zo reageert de pm in de babygroep op non-verbale en/of verbale signalen van de kinderen door zelf ook geluiden te maken, aan te raken en emoties te laten zien. Een voorbeeld hiervan is : 'je wordt moe hè, ga je lekker slapen?' Ze laat zien dat ze weet wat baby's aankunnen, leuk vinden en enthousiast maakt en sluit er met haar contact op aan. Kennis over de ontwikkeling van baby's is zichtbaar evenals de aandacht voor het individueel tempo en vermogen van de baby.
Ook in de peutergroep is de manier van communiceren met de kinderen sensitief en responsief. Ze gebruiken woorden en zinnen die passen bij hun leeftijd en sluiten aan bij de situatie, de vraag of het verhaal van het kind.
In beide groepen is er sprake van een vertrouwde relatie met de kinderen. Ze geven
complimentjes, aaien over de bol, maken grapjes, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Dit is onder andere opgemerkt bij het moment van overgang van lunch naar verschonen en naar bed brengen.
Bij de babygroep zijn de gepaste manier van afwisseling van rust en actie en het blijvend zicht houden op de baby's een voorbeeld van een vertrouwde relatie en situatie.
De sfeer in de groepen is genoeglijk en het is te merken aan de kinderen dat zij zich op hun gemak voelen. Ze laten emoties zien en zijn ontspannen en bezig met hun spel. Het welbevinden in beide groepen is goed.
Tenslotte is opgemerkt dat er in de twee groepen altijd vertrouwde gezichten van beroepskrachten en leeftijdsgenootjes zijn.
Bij de beoordeling van de persoonlijke competentie is met name gekeken naar de manier waarop de ruimte is ingericht en materialen en activiteiten worden aangeboden. Ook is gekeken naar de vaardigheden van de pm's in het uitlokken en begeleiden van spel. Tijdens de observatie
5 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2016
Kindercentrum De Kleine Tuin te Almere
is waargenomen dat hun beroepshouding een positieve invloed heeft op de persoonlijke competentie.
Er is voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden en in de twee ruimtes zijn op het niveau van de kinderen afgestemde speelhoeken. Er zijn activiteiten opgenomen, die gericht zijn op en/of aanzetten tot taalverrijking zoals voorlezen, taalspelletjes, rijmpjes en het verwoorden van ervaringen. Zo herhaalt de pm tegen een dreumes hoe leuk het toch was om met zijn handje te verven.
Ook zetten zij zich actief in om bij hun aanbod van spelmateriaal reacties te ontlokken, plezier te hebben en om nieuwsgierigheid te creëren.
Bij het onderdeel sociale competentie is met name gekeken naar de aanpak van de pm's en het functioneren van de groepen. Tijdens de observatie is geconstateerd dat zij zich voldoende bezig houden met het stimuleren van de sociale competentie.
Zij ondersteunen en begeleiden 'op hun niveau' de onderlinge interactie.
In de peutergroep is dit gemerkt aan een moment waarop enkele peuters puzzelen aan tafel in afwachting van hun middagslaapje. Zij geeft de ruimte om naast en met elkaar te spelen, geeft ondersteuning in het samenspel en nodigt de peuters uit om elkaar te helpen en naar elkaar te luisteren.
In de babygroep helpt de pm twee baby's om contact met elkaar te maken. 'Fijn toch A samen met B; wat kunnen jullie dat goed samen".
Bij de beoordeling van de overdracht van normen en waarden is met name het gedrag van de pm's en de kinderen geobserveerd.
Zij geven het goede voorbeeld als het gaat om sociale vaardigheden in de manier waarop ze spreken en doen. Ze hebben een natuurlijke taakverdeling, correct taalgebruik en zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten, helpen en werken op een respectvolle manier samen. Een voorbeeld hiervan is de ontvangst en bejegening van ouders.
Door de gewoontes, vaste rituelen en groepsactiviteiten weten de kinderen wat er gaat gebeuren en wat er van hen wordt verwacht. Ook wordt spelenderwijs gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn geoefend door elkaar te helpen, op je beurt te wachten en anderen te laten uitpraten.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (7 december 2016)
Interview (twee beroepskrachten werkzaam op 7 december 2016)
Observaties (babygroep en peutergroep op woensdag 7 december tussen 11.00 en 13.00 uur)
Pedagogisch beleidsplan
Personeel en groepen
Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over getoetste items binnen het domein 'personeel en groepen'.
Passende diploma's en geldige verklaringen omtrent gedrag zijn beoordeeld.
Ook is de beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen getoetst door middel van observatie, roosters en presentielijsten.
Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd.
Verklaring omtrent het gedrag
Van de medewerkers uit de steekproef is een verklaring omtrent gedrag gezien die is afgegeven na 1 maart 2013.
Passende beroepskwalificatie
De medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang/ Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening is opgenomen.
Opvang in groepen
naam groep leeftijd kinderen maximaal aantal aanwezige kinderen Worteltjes 1- 1½ 8
Spruitjes 1 ½- 2 ½ 15 Boontjes 2 ½ - 4 16
Tomaten 0-4 14
De opvang vindt plaats in stamgroepen. Op momenten dat er minder kinderen zijn worden de stamgroepen Spruitjes, Boontjes en Tomaten samengevoegd. Dit was ook tijdens het
inspectiebezoek het geval.
Beroepskracht-kindratio
Bij de onaangekondigde inspectie is de volgende leidster-kindratio geconstateerd:
naam
groepsruimte leeftijd
kinderen aantal aanwezige kinderen
aantal pm's nodig
aantal
pm's aanwezig opmerking
Worteltjes 0 tot 1½ 4 1 1 Tijdelijk 2
Tomaatjes 1½ tot 4 11 2 2 samengevoegde
groep Voor de berekening van het aantal benodigde beroepskrachten is gebruik gemaakt van de rekentool op www.1ratio.nl
Conclusie is dat aan de minimale eisen met betrekking tot de beroepskracht-kindratio is voldaan.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
7 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2016
Kindercentrum De Kleine Tuin te Almere
De voertaal binnen het kindercentrum is Nederlands.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (7 december 2016)
Interview (twee beroepskrachten werkzaam op 7 december 2016)
Observaties (babygroep en peutergroep op woensdag 7 december tussen 11.00 en 13.00 uur)
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Presentielijsten
Personeelsrooster
Veiligheid en gezondheid
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein veiligheid en gezondheid. Binnen dit domein zijn het plan van aanpak veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid.
Verder is in de praktijk gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheid om kennis te nemen van de meldcode.
Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De risico-inventarisaties dateren van 28 oktober 2016 en beschrijven de actuele situatie op het gebied van veiligheid en gezondheid.
De medewerkers kunnen handboeken raadplegen. Zij worden door de houder nauw betrokken bij het veiligheid- en gezondheidsbeleid. Er functioneren werkgroepen rond verschillende onderdelen.
Resultaten worden besproken in teamvergaderingen. Dit zorgt ervoor dat kennis gedeeld en geborgd wordt.
Op grond van het gesprek met de houder en twee beroepskrachten is geconcludeerd dat de pm's het veiligheid- en gezondheidsbeleid van de locatie kennen en op een juiste manier in de praktijk brengen. Deze conclusie is gebaseerd op een steekproef van gemaakte afspraken op onder andere het dragen van sieraden en hygiëne-afspraken bij het verschonen en het bewaren van voeding in de koel- en vrieskast.
Meldcode kindermishandeling
De meldcode voldoet aan de beschreven eisen en de houder bevordert de kennis en het gebruik ervan.
Het is een item dat tijdens teamoverleggen aandacht krijgt.
Vierogenprincipe
In de praktijk is er voor gezorgd dat de beroepskrachten tijdens hun werkzaamheden gezien en gehoord kunnen worden door een andere volwassene.
Gebruikte bronnen:
Interview (twee beroepskrachten werkzaam op 7 december 2016)
Risico-inventarisatie veiligheid (28-10 2016)
Risico-inventarisatie gezondheid (28-10 2016)
Pedagogisch beleidsplan
9 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2016
Kindercentrum De Kleine Tuin te Almere
Accommodatie en inrichting
Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein accommodatie en inrichting. Binnen dit domein is beoordeeld of de binnen- en buitenruimte passend zijn ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen 2- en 3 jarigen en of het centrum beschikt over een afzonderlijke slaapruimte voor de kinderen tot 1 ½ jaar.
Dit onderdeel is positief beoordeeld.
Binnenruimte
De ruimte van de babygroep en de ruimte van de verticale dreumes/peutergroep zijn passend ingericht.
De ruimtes zijn licht en beschikken over verschillende op de leeftijd afgestemde speelhoeken.
Er is voor hen uiteenlopend , stimulerend ontwikkelingsmateriaal aanwezig.
Er is sprake van een rijke speel-leeromgeving.
Buitenspeelruimte
De kinderen kunnen buiten gebruik maken van materiaal dat zowel de grove als fijne motoriek stimuleert. Er zijn buiten dieren in hokken die door hen verzorgd kunnen worden.
Gebruikte bronnen:
Observaties (babygroep en peutergroep op woensdag 7 december tussen 11.00 en 13.00 uur)
Overzicht getoetste inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2016
Kindercentrum De Kleine Tuin te Almere
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
(art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
(art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn,
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.
(art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.
(art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe
De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2016
Kindercentrum De Kleine Tuin te Almere
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Kindercentrum De Kleine Tuin
Aantal kindplaatsen : 39
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder
Naam houder : Meegdes
Adres houder : Betjakstraat 2
Postcode en plaats : 1336NC Almere
KvK nummer : 58480307
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Flevoland
Adres : Postbus 1120
Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD
Telefoonnummer : 088-0029910
Onderzoek uitgevoerd door : F. Deijs Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Almere
Adres : Postbus 200
Postcode en plaats : 1300AE ALMERE
Planning
Datum inspectie : 07-12-2016
Opstellen concept inspectierapport : 20-12-2016
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 11-01-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-01-2017 Verzenden inspectierapport naar
gemeente : 11-01-2017
Openbaar maken inspectierapport :
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.