• No results found

Inspectierapport De Sprong (KDV) Laaghemaal NP ROSMALEN Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Sprong (KDV) Laaghemaal NP ROSMALEN Registratienummer"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Sprong (KDV) Laaghemaal 46 5247NP ROSMALEN

Registratienummer 772797705

Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant

In opdracht van gemeente: 's-Hertogenbosch

Datum inspectie: 28-05-2015

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 18-06-2015

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 10

Gegevens toezicht ... 10

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11

(3)

3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 28-05-2015

De Sprong te ROSMALEN

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing

Kinderdagverblijf De Sprong maakt onderdeel uit van Stichting De Witte Wielen en is gehuisvest in basisschool De Sprong in de wijk Groote Wielen in Rosmalen. In de basisschool is ook

buitenschoolse opvang de Sprong gevestigd.

Bij het kinderdagverblijf wordt opvang geboden aan maximaal 62 kinderen in vijf stamgroepen.

Conclusie

Kinderdagverblijf De Sprong voldoet aan de getoetste voorwaarden van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport.

Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat.

Binnen dit onderdeel zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

 Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.

 De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties.

 De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.

 De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.

Pedagogische praktijk

Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd.

Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk.

Emotionele veiligheid

De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat ze de kinderen begrijpen en reageren daar adequaat op.

Voorbeelden bij de babygroep:

 Aan tafel laat een kind merken niet meer te willen drinken en eten. Ze duwt de beker weg en gooit de soepstengel op de grond. De beroepskracht reageert hierop door te zeggen: "Nou, heel duidelijk. Zullen we dan nog even een liedje zingen?"

 Een baby ligt op een kleed op de grond en speelt met met veel plezier met een lege

speelgoedkrat. De beroepskracht loopt voorbij en zegt tegen de baby: "Vind je het leuk, X?"

Later valt de krat op de baby en begint ze te huilen. De beroepskracht loopt direct naar het kind toe, tilt haar op en zegt: "Was je geschrokken?" Het meisje begint direct weer te lachen.

De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met de kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van van het gesprek. Ze sluiten op passende wijze aan op de situatie en/ of vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact.

Voorbeeld babygroep:

De kinderen hebben iets geknutseld voor vaderdag. De beroepskracht is de ingekleurde auto's aan het uitknippen en zegt: "Ik vind ze geweldig! Ik ga ze meteen uitknippen." Een jongetje glundert en zegt: "Auto". De beroepskracht houdt de auto omhoog en zegt: "Ja, dit is een auto.

Voor wie heb je de auto gemaakt?" De jongen begint te lachen.

De beroepskrachten kondigen hun handelingen aan.

Voorbeeld:

De beroepskracht heeft slabbers voor alle kinderen die aan tafel zitten. Voordat ze de slabber bij een kind om doet, houdt ze de slabber omhoog en zegt ze: "Deze is voor X... en deze voor Y... en nog eentje voor Z."

Persoonlijke competentie

De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor de kinderen inzichtelijk.

Voorbeeld peutergroep:

Terwijl de kinderen met z'n allen op de mat zitten, vertelt de beroepskracht wat ze de rest van de dag gaan doen. Ze gebruikt hierbij de dagritmekaarten, die aan de muur hangen. Het hulpje helpt haar mee en mag een activiteit kiezen.

De zelfredzaamheid van de kinderen wordt gestimuleerd. Voordat de kinderen naar buiten gaan, mogen ze zelf hun jas en schoenen pakken. De beroepskracht stimuleert de kinderen om zelf hun jas en schoenen aan te doen. Ze geeft een compliment als het goed gelukt is.

(5)

5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 28-05-2015

De Sprong te ROSMALEN Sociale competentie

De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om de kinderen te laten samenspelen. De groep als geheel wordt benut voor gezamenlijke ervaringen (rituelen, groepsgesprek, imitatie).

Voorbeeld:

Na het eten gaat de beroepskracht samen met de kinderen liedjes zingen. Ze vraagt aan de

kinderen welk liedje ze willen zingen. Een jongen tikt met zijn vingertjes op tafel. De beroepskracht zegt: "Ja, het liedje met de vingertjes." Na dat liedje zegt ze: "We kunnen ook dat liedje 'Zo varen de scheepjes voorbij' gaan zingen. Die kan X. heel goed.

vervolgens komt de andere beroepskracht terug op de groep met twee kinderen die ze uit bed heeft gehaald. De beroepskracht zegt enthousiast tegen de kinderen: "Hallo dames! Kom er maar bij zitten."

Overdracht van normen en waarden

De beroepskrachten begeleiden kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Ze leggen uit wat er van een kind verwacht wordt.

Voorbeeld:

Tijdens het vrij spel binnen slaat een meisje het deurtje van de speelgoedwasmachine een paar keer hard dicht. De beroepskracht zegt: "Doe je een beetje voorzichtig, X. Dadelijk gaat het kapot."

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (beroepskrachten)

 Observaties

(6)

Personeel en groepen

Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters en presentielijsten.

Verklaring omtrent het gedrag

De beroepskrachten zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie.

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in vijf stamgroepen:

 Kikkersprong Roze en Geel: twee babygroepen van 0 - 2 jaar met maximaal 9 kinderen;

 Kikkersprong Blauw en Groen: twee peutergroepen van 2 - 4 jaar met maximaal 14 kinderen;

 Basissprong Geel: maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Deze groep is alleen in de ochtenden geopend. Het is een combinatie van peuterarrangement-kinderen en de oudste kinderen van Kikkersprong Blauw. De peuterarrangement-kinderen komen alleen in de ochtend. De kinderen van Kikkersprong Blauw worden 's middags in Kikkersprong Blauw opgevangen.

Op woensdagen worden de twee babygroepen samengevoegd in één babygroep en de peutergroepen in één peutergroep.

Beroepskracht-kindratio

Tijdens de inspectie wordt de beroepskracht-kindratio nageleefd.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (beroepskrachten)

 Observaties

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Presentielijsten

(7)

7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 28-05-2015

De Sprong te ROSMALEN

Veiligheid en gezondheid

Binnen dit onderdeel is gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode.

Meldcode kindermishandeling

Uit een gesprek met een beroepskracht blijkt dat ze op de hoogte is van de inhoud van de meldcode kindermishandeling.

Zij kan signalen herkennen, weet hoe te handelen bij een vermoeden en is zich bewust van haar verantwoordelijkheid.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (beroepskrachten)

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 28-05-2015

De Sprong te ROSMALEN

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Meldcode kindermishandeling

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 1.51b lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(10)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Sprong

Website : http://www.kcdesprong.nl

Aantal kindplaatsen : 66

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Stichting De Witte Wielen

Adres houder : Allegroweg 2

Postcode en plaats : 5245AH ROSMALEN

KvK nummer : 17179322

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hart voor Brabant

Adres : Postbus 3024

Postcode en plaats : 5003DA TILBURG

Telefoonnummer : 073-6404515

Onderzoek uitgevoerd door : T. van Waardenburg Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : 's-Hertogenbosch

Adres : Postbus 12345

Postcode en plaats : 5200GZ S HERTOGENBOSCH

Planning

Datum inspectie : 28-05-2015

Opstellen concept inspectierapport : 12-06-2015

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 18-06-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 18-06-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 18-06-2015 Openbaar maken inspectierapport : 09-07-2015

(11)

11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 28-05-2015

De Sprong te ROSMALEN

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling