• No results found

Inspectierapport De Wegwijzer (KDV) Rijssenseweg AD ENTER Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Wegwijzer (KDV) Rijssenseweg AD ENTER Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Wegwijzer (KDV) Rijssenseweg 20 7468AD ENTER

Registratienummer 584367466

Toezichthouder: GGD Twente

In opdracht van gemeente: Wierden

Datum inspectie: 25-02-2016

Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 08-03-2016

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek...3

Observaties en bevindingen ...4

Pedagogisch klimaat ...4

Personeel en groepen...5

Veiligheid en gezondheid ...6

Inspectie-items...7

Gegevens voorziening...9

Gegevens toezicht...9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In het kader van risicogestuurd toezicht heeft dit onderzoek zich beperkt tot de kernzaken uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen aangevuld met de beoordeling van het vierogenprincipe.

Beschouwing

In de beschouwing staan de resultaten van de uitgevoerde inspecties. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze bevindingen worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.

Feiten over dit kindercentrum

Kinderdagverblijf de Wegwijzer maakt onderdeel uit van de organisatie Christelijke Opvang De Kindertuin. Deze organisatie biedt kinderopvang in Rijssen, Enter en Notter.

Kinderdagverblijf de Wegwijzer is gehuisvest in de protestants christelijke basisschool De Wegwijzer. In deze basisschool wordt gebruik gemaakt van twee groepsruimten en een speellokaal. Het kinderdagverblijf biedt dagopvang (hele of halve dag) en peuteropvang (ochtenden) aan.

De dagen dat het kinderdagverblijf geopend is, zijn maandag, dinsdag en donderdag van 7.30 uur tot 18.00 uur.

Inspectiegeschiedenis

In mei 2014 heeft de houder deze locatie overgenomen. Er heeft toen een korte inspectie plaatsgevonden in verband met deze houderwisseling.

In oktober 2014 werd een incidenteel onderzoek uitgevoerd op alle items uit het toetsingskader. Er werden tekortkomingen geconstateerd in het beleid en de uitvoer van het vierogenprincipe en de oudercommissie.

In februari 2015 werd een nader onderzoek uitgevoerd waarbij geconstateerd werd dat aan het vierogenprincipe werd voldaan. In juni 2015 werd bij de jaarlijkse inspectie aan alle getoetste voorwaarden voldaan.

Bevindingen huidige inspectie

Aan alle getoetste voorwaarden wordt voldaan.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (versie 20141215). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd.

Pedagogische praktijk

Uit het gesprek met de beroepskracht blijkt dat zij op de hoogte is van het pedagogisch beleid. Dit komt ook tot uiting tijdens de observatie. Ter illustratie van het oordeel worden door de

toezichthouder twee of meer van de basisdoelen toegelicht met een voorbeeld. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van de vier basisdoelen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk; het

waarborgen van de emotionele veiligheid, het ontwikkelen van sociale en persoonlijke competentie en overdracht van normen en waarden.

Op de middag van inspectie zijn slechts twee kinderen (een baby en een peuter) in de groep aanwezig. Een viertal kinderen ligt te slapen.

Emotionele veiligheid en sociale competentie Gevoel van veiligheid.

De baby staat in contact met de groep op een manier en vanaf een plaats die veiligheid biedt en past bij hun interesse en bevattingsvermogen.

Observatie

De beroepskracht zit aan tafel met een peuter. De peuter is aan het knutselen met velletjes gekleurd papier en lijm. De baby ligt in een wipstoeltje. De beroepskracht haalt de baby op en neemt hem op schoot. Zij praat met de baby maar houdt ook contact met de peuter.

Zij geeft de peuter complimentjes voor het knutselwerk.

Persoonlijke competentie Dagprogramma.

De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen waarbij ruimte gemaakt kan worden voor nieuwe/leuke/spannende situaties.

Observatie

De peuter verveelt zich. Alle kinderen slapen, ook dat ene leeftijdsgenootje van de peuter.

Het kind wil niet meer met de beroepskracht een spelletje spelen en ook niet meer knutselen. De beroepskracht vraagt of het kind even wil spelen in de peutergroep. Dat wil het kind wel.

De peuter mag mee met de beroepskracht van de buitenschoolse opvang om daar in de groepsruimte te spelen tot de bso kinderen komen. De peuter gaat enthousiast met de beroepskracht mee.

Overdracht normen en waarden Voorbeeldfunctie.

De beroepskracht geeft het goede voorbeeld in sociale vaardigheden. Zij is vriendelijk, luistert, helpt en troost.

(5)

Personeel en groepen

Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Personeel en groepen'. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.

Verklaring omtrent het gedrag

Sinds de vorige inspectie in juni 2015 zijn geen nieuwe medewerkers in dienst getreden. Op maandag en donderdag is een stagiaire werkzaam op deze locatie. Haar verklaring omtrent het gedrag voldoet aan de gestelde eisen.

De verklaring omtrent het gedrag van de medewerkers zijn bij een eerdere inspectie al beoordeeld en akkoord bevonden.

Passende beroepskwalificatie

Sinds de vorige inspectie in juni 2015 zijn geen nieuwe medewerkers in dienst getreden. De diploma's van de beroepskrachten zijn bij een eerdere inspectie al beoordeeld en akkoord bevonden.

De beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

Opvang in groepen

Het kinderdagverblijf heeft twee groepen: een groep 0-4 jarigen met maximaal 10 kinderen en een peutergroep (2-4 jaar) waar maximaal 12 kinderen kunnen worden opgevangen. De peutergroep is geopend op maandag, dinsdag en donderdag van 08.30 - 11.30 uur.

's Middags maakt de buitenschoolse opvang gebruik van de ruimte.

Conclusie: de opvang voldoet aan de eisen voor opvang in groepen.

Beroepskracht-kindratio

Op de dag van inspectie werd aan de beroepskracht- kindratio voldaan. De inspectie vond plaats om 14.00 uur. Er waren in de 0-4 groep 6 kinderen aanwezig. Zij werden begeleid door één beroepskracht. Gezien de leeftijd en het aantal van de op te vangen kinderen werd aan de beroepskracht- kindratio voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Beroepskracht)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

(6)

Veiligheid en gezondheid

Uit dit domein is alleen het vierogenprincipe beoordeeld.

Vierogenprincipe

De houder heeft de opvang zodanig georganiseerd dat de beroepskracht de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden.

Het kindercentrum is in een basisschool gehuisvest. De twee groepsruimtes liggen tegenover elkaar. Vanuit de gang is zicht op de groepsruimte. Beroepskrachten lopen bij elkaar naar binnen en ook leerkrachten van school komen onverwachts binnen. De leerkrachten zetten een paraaf op de presentielijst als ze zijn geweest. Kantoorwerkzaamheden worden gepland op momenten dat conform beroepskracht- kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

Conclusie: het vierogenprincipe wordt in voldoende mate gewaarborgd.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Beroepskracht)

 Observaties Presentielijsten

(7)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(8)

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OFDe stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Vierogenprincipe

De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Wegwijzer

Aantal kindplaatsen : 22

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Christelijke Opvang de Kindertuin BV

Adres houder : Galvanistraat 7

Postcode en plaats : 7461JC RIJSSEN

KvK nummer : 60381221

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Twente

Adres : Postbus 1400

Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE

Telefoonnummer : 053-4876700

Onderzoek uitgevoerd door : Christiane Brouwer Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Wierden

Adres : Postbus 43

Postcode en plaats : 7640AA WIERDEN

Planning

Datum inspectie : 25-02-2016

Opstellen concept inspectierapport : 01-03-2016

Zienswijze houder : 08-03-2016

Vaststelling inspectierapport : 08-03-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 08-03-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 08-03-2016

Openbaar maken inspectierapport : 29-03-2016

(10)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Zienswijze Houder Kindcentrum de Wegwijzer (KDV)

Als kinderopvang-organisatie vinden wij de pedagogische kwaliteit op de locaties erg belangrijk.

Deze kwaliteit onderscheidt zich voor ons door het bieden van emotionele veiligheid, het kunnen ontwikkelen van sociale en persoonlijke competenties en de overdracht van normen en waarden.

Deze aspecten hebben dan ook grote aandacht tijdens het bieden van de opvang aan kinderen.

Naar aanleiding van de conceptrapportage betreft het reguliere inspectiebezoek op KDV de Wegwijzer van 25-2-2016 geven wij u graag onze zienswijze.

Als organisatie nemen wij het advies en de zienswijze van de GGD zeer serieus.

Tijdens de inspectie zijn geen afwijkingen geconstateerd. Wij zijn, als kinderopvang-organisatie, trots op dit resultaat en zullen ons in de toekomst blijven inzetten om de pedagogische kwaliteit te waarborgen.

Met vriendelijke groeten, Gerjanne Schaap

Directeur, Christelijke opvang de Kindertuin

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling