• No results found

Inspectierapport KOV Hebbes (KDV) Haaksbergerstraat EC ENSCHEDE Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport KOV Hebbes (KDV) Haaksbergerstraat EC ENSCHEDE Registratienummer"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

KOV Hebbes (KDV) Haaksbergerstraat 236 7513EC ENSCHEDE

Registratienummer 212849359

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek...3

Observaties en bevindingen ...4

Pedagogisch klimaat ...4

Personeel en groepen...6

Veiligheid en gezondheid ...7

Inspectie-items...8

Gegevens voorziening... 10

Gegevens toezicht... 10

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.

Tijdens deze inspectie zijn niet alle domeinen en de daarbij behorende voorwaarden beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). De domeinen en de daarbij behorende voorwaarden die bij deze inspectie worden getoetst richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk.

Beschouwing

Kinderdagverblijf Hebbes, locatie Haaksbergerstraat maakt deel uit van de kinderopvangorganisatie Hebbes. Het kinderdagverblijf heeft 2 stamgroepen met 34 kindplaatsen voor kinderen van 0-4 jaar en maakt gebruik van een lokaal in basisschool de "Zevenster".

Het kinderdagverblijf is elke dag geopend van 7.00 uur - 19.00 uur.

Er zijn op dit moment geen kinderen met een VVE indicatie.

Inspectiegeschiedenis:

GGD Twente heeft sinds 2010 inspecties uitgevoerd op deze locatie.

15-03-2011: Tijdens deze inspectie zijn op de volgende domeinen tekortkomingen geconstateerd:

Voorschoolse educatie; Pedagogisch beleidsplan; Beroepskracht-kindratio en de Risico- inventarisatie.

13-10-2011: Nader onderzoek: Bij dit nader onderzoek is vastgesteld dat de meeste knelpunten in de domeinen zijn opgelost. De knelpunten in het domein Voorschoolse educatie blijven staan.

14-09-2012: Regulier onderzoek; De knelpunten in het domein Voorschoolse educatie blijven staan. Verder zijn er tijdens dit onderzoek geen tekortkomingen geconstateerd.

12-11-2013: Regulier onderzoek; De knelpunten in het domein Voorschoolse educatie blijven staan. Verder zijn er tijdens dit onderzoek geen tekortkomingen geconstateerd.

Bevindingen huidige inspectie:

Tijdens deze jaarlijkse inspectie is wederom gebleken dat de houder niet voldoet aan het domein: Pedagogisch klimaat, voorwaarde 1.3. Voorschoolse Educatie. Zie beoordeling toezichthouder.

Bij de overige domeinen zijn geen tekortkomingen geconstateerd.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

Zie beschouwing toezichthouder.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het pedagogisch beleidsplan

gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Geobserveerd is of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek.

Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2014).

De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd.

Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen,

namelijk:

• emotionele veiligheid;

• persoonlijke competentie;

• sociale competentie;

• overdracht van normen en waarden.

Pedagogische praktijk

Voorwaarde 1: Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan/werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep.

De observatie is uitgevoerd bij 2 groepen.

Emotionele veiligheid

De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen.

Observatie:

Er heerst een positieve sfeer in de groep. De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen mogen. Ze noemen de kinderen bij naam, geven complimentjes en hebben oogcontact met de kinderen.

Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en kinderen.

Observatie:

Er is veel interactie tussen de beroepskrachten en de kinderen; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Een kind dat op de arm wil, wordt gehoord en opgetild.

Een beroepskracht schuift gezellig aan in de poppenhoek.

Persoonlijke en sociale competentie

De kinderen worden uitgenodigd tot participatie.

Observatie:

Activiteiten sluiten aan op de individuele behoeften van de kinderen.

Op het moment van inspectie gaat een beroepskracht met 6 kinderen naar de locatie Geessinkweg.

Daar kunnen de kinderen samen deelnemen aan een sport-en spelprogramma.

Een kind dat een beetje aan het rondlopen is wordt gezien en gehoord; "Wil je werken in je opdrachtenboekje voor de basisschool?" De beroepskracht begeleid haar bij de opdracht.

Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.

Observatie:

Beroepskrachten observeren of een kind hulp of steun nodig heeft. Bijvoorbeeld; "Zullen we samen de puzzel maken?" Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. Er hangen

zelfgemaakte werkjes in de ruimte.

Beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces.

(5)

Op het moment van inspectie gaat een beroepskracht met de kinderen een mijter verven met vingerverf. Ze zegt wat ze gaat doen; "Kom, we gaan een schort aan doen, zodat je geen verf in je kleertjes krijgt. Zo, hier mag je je vinger in stoppen en met je vinger de mijter verven." De

beroepskracht stimuleert het kind, dat het best nog wel eng vindt om een vinger in de verf te stoppen.

Overdracht van normen en waarden

Beroepskracht geeft zelf in haar spreken en handelen het goede voorbeeld.

De beroepskracht is consequent in wat ze wil uitdragen en hoe ze zelf handelt in de omgang met de kinderen. Zij is zich bewust van haar gedrag als "rolmodel".

Conclusie: De voorwaarden behorende bij de pedagogische praktijk worden voldoende gewaarborgd.

Voorschoolse educatie

In het kinderdagverblijf wordt gewerkt met voorschools educatieprogramma Kaleidoscoop.

Op dit moment zijn er geen kinderen met een VVE indicatie.

Aan voorwaarde 1.3.4 wordt niet voldaan;

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

4 Beroepskrachten beschikken over een certificaat kaleidoscoop en 5 beroepskrachten zijn in opleiding.

De houder heeft voor het jaar 2014 een VVE beleidsplan, inclusief een scholingsplan opgesteld.

Conclusie:

Vijf beroepskrachten voorschoolse educatie zijn niet in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

Daarmee voldoet de houder niet aan de gestelde voorwaarde uit dit onderzoek.

Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (beroepskrachten)

 Observaties (observatie in 2 groepen)

 Pedagogisch beleidsplan (januari 2014, versie 4)

 Pedagogisch werkplan (2013-2014)

 VVE-certificaten

 Opleidingsplan voorschoolse educatie

(6)

Personeel en groepen

Tijdens dit onderzoek zijn de medewerkers gecontroleerd op het hebben van een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht- kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten.

Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.

Eveneens is binnen dit domein gecontroleerd of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

Verklaring omtrent het gedrag

Tijdens de vorige inspecties zijn de VOG's ingezien. Tijdens deze inspectie zijn de VOG's van 2 nieuwe beroepskrachten en de stagiaire ingezien en in orde bevonden.

Passende beroepskwalificatie

Tijdens de vorige inspecties zijn de diploma's van beroepskrachten ingezien. Tijdens deze inspectie zijn de diploma's van 2 nieuwe beroepskrachten ingezien en in orde bevonden.

Opvang in groepen Er zijn twee stamgroepen:

Naam stamgroep Leeftijd kinderen Aantal kinderen

Pretletters 0-4 jaar 16

Fuifnummers 0-4 jaar 16

Op woensdag en soms op vrijdag worden de stamgroepen samengevoegd.

De omvang en samenstelling van de groepen voldoen aan de wettelijke voorwaarden.

Beroepskracht-kindratio

Voor het berekenen van de beroepskracht-kindratio wordt gebruik gemaakt van de rekentool:

1ratio.nl (in opdracht van het ministerie van SZW ontwikkeld op basis van afspraken tussen de Brancheorganisatie Kinderopvang en de belangenvereniging van ouders: BOinK).

Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten van de weken:

47-48-49 en tijdens de inspectiedag blijkt dat de beroepskracht- kindratio voldoet aan de eisen vanuit de Wet Kinderopvang.

Conclusie: op het kindercentrum worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (interview locatie-verantwoordelijke)

 Interview anderen (beroepskrachten)

 Observaties (observatie in 2 groepen)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Plaatsingslijsten

 Presentielijsten (week 47-48-49)

 Personeelsrooster (week 47-48-49)

(7)

Veiligheid en gezondheid

Bij het vierogenprincipe is beoordeeld of het beleid overeenkomt met de praktijk.

Vierogenprincipe

KOV Hebbes, locatie Haaksbergerstraat, heeft het vierogenprincipe voor kinderen van 0 t/m 4 jaar als volgt uitgewerkt:

Er zijn te allen tijde 2 beroepskrachten aanwezig.

Conclusie:

De toezichthouder constateert dat het beleid ten aanzien van het vierogenprincipe overeenkomt met de praktijk en voldoet aan de wettelijke eisen.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (interview locatie-verantwoordelijke) Personeelroosters.

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(9)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OFDe stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Vierogenprincipe

(10)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : KOV Hebbes

Website : http://www.kov-hebbes.nl

Aantal kindplaatsen : 32

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : KOV Hebbes

Adres houder : Haaksbergerstraat 501

Postcode en plaats : 7545PH ENSCHEDE

Website : www.kov-hebbes.nl

KvK nummer : 08157895

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Twente

Adres : Postbus 1400

Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE

Telefoonnummer : 053-4876700

Onderzoek uitgevoerd door : Joke Kempers Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : ENSCHEDE

Adres : Postbus 20

Postcode en plaats : 7500AA ENSCHEDE

Planning

Datum inspectie : 27-11-2014

Opstellen concept inspectierapport : 01-12-2014

Zienswijze houder : 15-12-2014

Vaststelling inspectierapport : 16-12-2014 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie : 17-12-2014

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 17-12-2014

Openbaar maken inspectierapport : 06-01-2015

(11)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Zienswijze n.a.v. inspectie GGD bij het kinderdagverblijf Haaksbergerstraat 236 d.d. 27-11-2014

8. Voorschoolse educatie 8.1.

Zoals opgenomen in het opleidingsplan VVE is KOV-Hebbes op dit moment bezig haar tweejarige opleidingstraject m.b.t. de leermethode Kaleidoscoop af te ronden. Dit betekent praktisch gezien dat in mei 2015 alle medewerkers van KOV-Hebbes Kaleidoscoop geschoold zullen zijn. Daar het een twee jarigs opleidingstraject betreft is het onmogelijk gebleken eerder aan de eisen zoals gesteld tijdens de inspectie te voldoen.

De later ingestroomde medewerkers worden door KOV-Hebbes geadviseerd een korte opleiding te volgen via Vivoy, welke door de gemeente Enschede is goedgekeurd.

In januari 2015 zal KOV-Hebbes haar opleidingsplan m.b.t. de scholing voor VVE herzien en daar waar noodzakelijk aanpassen.

KOV Hebbes

Maureen Welhuis Directeur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit