Inspectierapport
Hummeltjeshonk (KDV) Purperreigerlaan 226 8064DC ZWARTSLUIS
Registratienummer 216551018
Toezichthouder: GGD IJsselland
In opdracht van gemeente: ZWARTEWATERLAND
Datum inspectie: 02-12-2014
Type onderzoek: Incidenteel onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 11-12-2014
2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 02-12-2014
Hummeltjeshonk te ZWARTSLUIS
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen... 6
Inspectie-items ... 7
Gegevens voorziening ... 9
Gegevens toezicht ... 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ...10
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek.
In het incidentele onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, op gebied van de eisen aan het personeel, de beroepskracht- kind-ratio en de pedagogische kwaliteit.
Beschouwing
In opdracht van gemeente Zwartewaterland heeft GGD IJsselland op basis van voorgaande bevindingen op 2 december 2014 een incidenteel onderzoek uitgevoerd binnen Kinderopvang Hummeltjeshonk te Zwartsluis.
Uit de twee voorgaande jaren blijkt dat er ieder jaar een nader onderzoek heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de beroepskracht-kindratio. Dit is de reden dat er dit jaar een incidenteel onderzoek is uitgevoerd waarbij een beperkt aantal kwaliteitseisen is onderzocht.
De toezichthouder heeft tijdens dit onderzoek gesproken met een aantal beroepskrachten en de locatieverantwoordelijke. Tevens heeft er op beide groepen een observatie plaatsgevonden.
Tijdens de inspectie bleek dat de houder aan alle voor deze inspectie relevante voorwaarden voldoet.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 02-12-2014
Hummeltjeshonk te ZWARTSLUIS
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het
Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2014). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd.
Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van de volgende vier basiscompetenties uit de Wet kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen; het waarborgen van emotionele veiligheid, ontwikkeling van persoonlijke competentie, ontwikkeling van sociale
competentie en overdracht van normen en waarden. Ter illustratie van het oordeel worden in dit rapport door de toezichthouder alle vier basiscompetenties toegelicht met een voorbeeld.
Emotionele veiligheid:
Veldinstrument: "De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met kinderen en gebruiken daarbij vragen die tot een nee/ja antwoord leiden of tot beperkte informatie-uitwisseling. Zij sluiten daarbij meestal goed aan op de situatie en/of de vraag van een kind".
Observatie: Tijdens de observatie is er het moment dat kinderen na het eet- en drinkmoment even verschoond worden. De beroepskrachten zijn gericht op alle kinderen en hebben korte gesprekjes met de kinderen. Eén van de kinderen is erg verdrietig en wordt opgepakt door de beroepskracht en gaat vervolgens even rustig op de bank zitten. Ze vraagt wat er toch aan de hand is en verder wordt het kind gerustgesteld over wat de moeder moet doen en wanneer het kind wordt
opgehaald.
Conclusie: tijdens voorgaande observatie wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd.
Persoonlijke competentie:
Veldinstrument: "De beroepskracht geeft de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties".
Observatie: Op de peutergroep zitten de kinderen aan tafel en eten een paar pepernoten en krijgen een beker ranja. De beroepskracht is duidelijk naar de kinderen dat eerst het drinken op moet zijn voordat ze nog een paar extra pepernoten krijgen. Ook wordt er aangegeven dat er na het drinken om beurten geplast gaat worden en dat ze daarna in de kring gaan.
Veldinstrument: "Er is verband tussen de werkjes in de groepsruimte en de huidige actitviteiten of thema's".
Observatie: In de groepsruimtes hangen o.a. werkjes met geverfde paarden, er staan geknutselde klompjes en pietenzakjes. Alles m.b.t. het thema Sinterklaas. Wanneer de kinderen in de
peutergroep in de kring gaan, gaan ze zich als zwarte pieten verkleden.
Conclusie: tijdens voorgaande observaties wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd.
Sociale competentie:
Veldinstrument: "de beroepskracht draagt actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken, behulpzaam te zijn, gerichtheid op alle kinderen, aandacht en zorg voor individuele kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar".
Observatie: Er is een kind die luidkeels roept dat alle pepernoten op zijn. De beroepskracht zegt daar geloof ik helemaal niks van, waarop het kind zegt "echt waar"! De beroepskracht laat andere
kinderen aan tafel een toren maken van de drinkbekers om het makkelijker op te kunnen ruimen.
Als kinderen klaar zijn wordt gevraagd of er een aantal kinderen de stoeltjes klaar willen zetten voor in de kring.
Conclusie: tijdens voorgaande observatie wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd.
Overdracht van waarden en normen:
Veldinstrument: "de beroepskracht kent de afspraken en omgangsvormen. Deze worden consequent toegepast in de meeste situaties".
Observatie: Een tweetal kinderen maken ruzie over het stapelen van de bekers. De beroepskracht geeft aan dat ze dit even om beurten moeten doen. Een ander kind wordt gewezen op het recht gaan zitten. De beroepskracht geeft duidelijk aan dat het anders van de stoel kan vallen.
Conclusie: tijdens voorgaande observatie wordt de overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd.
De pedagogische praktijk voldoet aan de gestelde voorwaarden uit de Wet Kinderopvang.
Voorschoolse educatie
Er is op deze locatie geen sprake van een gesubsidieerde VVE. Dit is de reden dat de voorwaarden omtrent dit onderwerp niet zijn beoordeeld.
6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 02-12-2014
Hummeltjeshonk te ZWARTSLUIS
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent het gedrag zijn reeds beoordeeld in de jaarlijkse inspectie van februari 2014.
Passende beroepskwalificatie
De beroepskwalificaties zijn reeds beoordeeld in de jaarlijkse inspectie van februari 2014.
Opvang in groepen
Er zijn twee stamgroepen; de peutergroep de Vlindertjes en de verticale groep de Rupsjes.
De groepen worden regelmatig op woensdag- en vrijdagmiddag samengevoegd.
De peutergroep krijgt op korte termijn te maken met terugloop als gevolg van het feit dat een aantal kinderen binnenkort vier jaar worden.
Samenstelling en groepsgrootte voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Beroepskracht-kindratio
De personeelsroosters en de aanwezigheidslijsten zijn steekproefsgewijs gecontroleerd door de toezichthouder. Uit deze steekproef en tijdens de observatie blijkt dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio.
Gebruikte bronnen:
Observaties
Presentielijsten
Personeelsrooster
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 02-12-2014
Hummeltjeshonk te ZWARTSLUIS
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Hummeltjeshonk
Website : http://www.kdc-zwartewaterland.nl
Aantal kindplaatsen : 31
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder
Naam houder : Stichting Kinderdagcentra Zwartewaterland
Adres houder : Purperreigerlaan 138
Postcode en plaats : 8064DC ZWARTSLUIS
Website : www.kdc-zwartewaterland.nl
KvK nummer : 41022509
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD IJsselland
Adres : Postbus 1453
Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE
Telefoonnummer : 038-4 281 686
Onderzoek uitgevoerd door : Inge van Dijk Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : ZWARTEWATERLAND
Adres : Postbus 23
Postcode en plaats : 8060AA HASSELT
Planning
Datum inspectie : 02-12-2014
Opstellen concept inspectierapport : 04-12-2014
Zienswijze houder : 11-12-2014
Vaststelling inspectierapport : 11-12-2014 Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie : 12-12-2014
Verzenden inspectierapport naar
gemeente : 12-12-2014
Openbaar maken inspectierapport : 26-12-2014
10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 02-12-2014
Hummeltjeshonk te ZWARTSLUIS
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.