• No results found

CONTINUE WISKUNDE 1, 2020 10e college: De regel van L’Hˆopital Jan-Hendrik Evertse

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CONTINUE WISKUNDE 1, 2020 10e college: De regel van L’Hˆopital Jan-Hendrik Evertse"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONTINUE WISKUNDE 1, 2020 10e college: De regel van L’Hˆ opital

Jan-Hendrik Evertse

Universiteit Leiden

evertse@math.leidenuniv.nl

(2)

Deel 1: 0/0-limieten en ∞/∞-limieten

(3)

3/55

De regel van L’Hˆ opital voor 0/0-limieten

Laat f , g differentieerbare functies zijn met

x →alimf (x ) = 0, lim

x →ag (x ) = 0.

Neem aan dat lim

x →a

f0(x )

g0(x ) bestaat en eindig is. Dan is

x →alim f (x ) g (x ) = lim

x →a

f0(x ) g0(x ).

Hier mag a ook ∞ of −∞ zijn. De regel geldt ook voor linker- en rechterlimieten.

(4)

De regel van L’Hˆ opital voor ∞/∞-limieten

Laat f , g differentieerbare functies zijn met

x →alimf (x ) = ±∞, lim

x →ag (x ) = ±∞.

Neem aan dat lim

x →a

f0(x )

g0(x ) bestaat en eindig is. Dan is

x →alim f (x ) g (x ) = lim

x →a

f0(x ) g0(x ).

Hier mag a ook ∞ of −∞ zijn. De regel geldt ook voor linker- en rechterlimieten.

(5)

5/55

Eenvoudige maar belangrijke 0/0-limieten

lim

x →0

sin x x = 1

namelijk lim

x →0

sin x x

0/0= lim

x →0

sin0x x0 = lim

x →0

cos x 1 = 1. Met0/0= geven we aan dat het een 0/0-limiet betreft. Dit moet je bij een uitwerking altijd aangeven.

lim

x →0

ex− 1

x = 1

namelijk lim

x →0

ex− 1 x

0/0= lim

x →0

(ex− 1)0 x0 = lim

x →0

ex 1 = 1

x →0lim

ln(1 + x )

x = 1

namelijk lim

x →0

ln(1 + x ) x

0/0= lim

x →0

(ln(1 + x ))0 x0 = lim

x →0

1/(1 + x )

1 = 1

(6)

Eenvoudige maar belangrijke 0/0-limieten

lim

x →0

sin x x = 1 namelijk lim

x →0

sin x x

0/0= lim

x →0

sin0x x0 = lim

x →0

cos x 1 = 1.

Met0/0= geven we aan dat het een 0/0-limiet betreft.

Dit moet je bij een uitwerking altijd aangeven.

lim

x →0

ex− 1

x = 1

namelijk lim

x →0

ex− 1 x

0/0= lim

x →0

(ex− 1)0 x0 = lim

x →0

ex 1 = 1

x →0lim

ln(1 + x )

x = 1

namelijk lim

x →0

ln(1 + x ) x

0/0= lim

x →0

(ln(1 + x ))0 x0 = lim

x →0

1/(1 + x )

1 = 1

(7)

7/55

Eenvoudige maar belangrijke 0/0-limieten

lim

x →0

sin x x = 1 namelijk lim

x →0

sin x x

0/0= lim

x →0

sin0x x0 = lim

x →0

cos x 1 = 1.

Met0/0= geven we aan dat het een 0/0-limiet betreft.

Dit moet je bij een uitwerking altijd aangeven.

lim

x →0

ex− 1

x = 1

namelijk lim

x →0

ex− 1 x

0/0= lim

x →0

(ex− 1)0 x0 = lim

x →0

ex 1 = 1

x →0lim

ln(1 + x )

x = 1

namelijk lim

x →0

ln(1 + x ) x

0/0= lim

x →0

(ln(1 + x ))0 x0 = lim

x →0

1/(1 + x )

1 = 1

(8)

Eenvoudige maar belangrijke 0/0-limieten

lim

x →0

sin x x = 1 namelijk lim

x →0

sin x x

0/0= lim

x →0

sin0x x0 = lim

x →0

cos x 1 = 1.

Met0/0= geven we aan dat het een 0/0-limiet betreft.

Dit moet je bij een uitwerking altijd aangeven.

lim

x →0

ex− 1

x = 1

namelijk lim

x →0

ex− 1 x

0/0= lim

x →0

(ex− 1)0 x0 = lim

x →0

ex 1 = 1

x →0lim

ln(1 + x )

x = 1

namelijk lim

x →0

ln(1 + x ) x

0/0= lim

x →0

(ln(1 + x ))0 x0 = lim

x →0

1/(1 + x )

1 = 1

(9)

9/55

Eenvoudige maar belangrijke 0/0-limieten

lim

x →0

sin x x = 1 namelijk lim

x →0

sin x x

0/0= lim

x →0

sin0x x0 = lim

x →0

cos x 1 = 1.

Met0/0= geven we aan dat het een 0/0-limiet betreft.

Dit moet je bij een uitwerking altijd aangeven.

lim

x →0

ex− 1

x = 1

namelijk lim

x →0

ex− 1 x

0/0= lim

x →0

(ex− 1)0 x0 = lim

x →0

ex 1 = 1

x →0lim

ln(1 + x )

x = 1

namelijk lim

x →0

ln(1 + x ) x

0/0= lim

x →0

(ln(1 + x ))0 x0 = lim

x →0

1/(1 + x )

1 = 1

(10)

Eenvoudige maar belangrijke 0/0-limieten

lim

x →0

sin x x = 1 namelijk lim

x →0

sin x x

0/0= lim

x →0

sin0x x0 = lim

x →0

cos x 1 = 1.

Met0/0= geven we aan dat het een 0/0-limiet betreft.

Dit moet je bij een uitwerking altijd aangeven.

lim

x →0

ex− 1

x = 1

namelijk lim

x →0

ex− 1 x

0/0= lim

x →0

(ex− 1)0 x0 = lim

x →0

ex 1 = 1

x →0lim

ln(1 + x )

x = 1

(11)

11/55

Eenvoudige maar belangrijke 0/0-limieten

Opmerking. Bij een precieze opbouw van de wiskundige theorie worden de limieten

lim

x →0

sin x

x = 1, lim

x →0

ex− 1 x , lim

x →0

ln(1 + x )

x = 1

bewezen op een andere manier dan met de regel van L’Hˆopital, zonder gebruik te maken van afgeleiden.

De reden hiervoor is dat deze limieten nodig zijn om te bewijzen dat sin0x = cos x , (ex)0 = ex en ln0x = 1x.

Wat wij doen is dus eigenlijk krom: we berekenen de limieten door de afgeleiden van sin x , ex en ln x te gebruiken, terwijl we eigenlijk die limieten nodig hebben om de afgeleiden te vinden.

Maar als je de regel van L’Hˆopital kent en alle afgeleiden kent kun je die limieten makkelijk terugvinden.

(12)

Gebruik L’Hˆ opital alleen als het nodig is!

De regel van L’Hˆopital geldt alleen voor 0/0-limieten of voor

∞/∞-limieten, niet voor limieten die je op een ’gewone’ manier uit kan rekenen.

Voorbeeld. Bereken lim

x →3

x2+ 6 x + 3.

Met deze limiet is niets bijzonders aan de hand, voor x = 3 is de noemer 6= 0, de functie f (x) = x2+ 6

x + 3 is continu in x = 3 en dus lim

x →3f (x ) = f (3) = 32+ 6 3 + 3 = 15

6 =5 2. Maar als je L’Hˆopital probeert te gebruiken dan krijg je

x →3lim

(x2+ 6)0 (x + 3)0 = lim

x →3

2x

1 = 6 6= 5 2 (!) Dus dit gaat mis.

Ga voordat je L’Hˆopital wil gaan gebruiken eerst na of je wel te maken hebt met een 0/0-limiet of een ∞/∞-limiet.

Gebruik L’Hˆopital alleen als het nodig is!

(13)

13/55

Gebruik L’Hˆ opital alleen als het nodig is!

De regel van L’Hˆopital geldt alleen voor 0/0-limieten of voor

∞/∞-limieten, niet voor limieten die je op een ’gewone’ manier uit kan rekenen.

Voorbeeld. Bereken lim

x →3

x2+ 6 x + 3.

Met deze limiet is niets bijzonders aan de hand, voor x = 3 is de noemer 6= 0, de functie f (x) = x2+ 6

x + 3 is continu in x = 3 en dus lim

x →3f (x ) = f (3) = 32+ 6 3 + 3 = 15

6 =5 2.

Maar als je L’Hˆopital probeert te gebruiken dan krijg je

x →3lim

(x2+ 6)0 (x + 3)0 = lim

x →3

2x

1 = 6 6= 5 2 (!) Dus dit gaat mis.

Ga voordat je L’Hˆopital wil gaan gebruiken eerst na of je wel te maken hebt met een 0/0-limiet of een ∞/∞-limiet.

Gebruik L’Hˆopital alleen als het nodig is!

(14)

Gebruik L’Hˆ opital alleen als het nodig is!

De regel van L’Hˆopital geldt alleen voor 0/0-limieten of voor

∞/∞-limieten, niet voor limieten die je op een ’gewone’ manier uit kan rekenen.

Voorbeeld. Bereken lim

x →3

x2+ 6 x + 3.

Met deze limiet is niets bijzonders aan de hand, voor x = 3 is de noemer 6= 0, de functie f (x) = x2+ 6

x + 3 is continu in x = 3 en dus lim

x →3f (x ) = f (3) = 32+ 6 3 + 3 = 15

6 =5 2. Maar als je L’Hˆopital probeert te gebruiken dan krijg je

x →3lim

(x2+ 6)0 (x + 3)0 = lim

x →3

2x

1 = 6 6= 5 2 (!) Dus dit gaat mis.

Ga voordat je L’Hˆopital wil gaan gebruiken eerst na of je wel te maken hebt met een 0/0-limiet of een ∞/∞-limiet.

Gebruik L’Hˆopital alleen als het nodig is!

(15)

15/55

Gebruik L’Hˆ opital alleen als het nodig is!

De regel van L’Hˆopital geldt alleen voor 0/0-limieten of voor

∞/∞-limieten, niet voor limieten die je op een ’gewone’ manier uit kan rekenen.

Voorbeeld. Bereken lim

x →3

x2+ 6 x + 3.

Met deze limiet is niets bijzonders aan de hand, voor x = 3 is de noemer 6= 0, de functie f (x) = x2+ 6

x + 3 is continu in x = 3 en dus lim

x →3f (x ) = f (3) = 32+ 6 3 + 3 = 15

6 =5 2. Maar als je L’Hˆopital probeert te gebruiken dan krijg je

x →3lim

(x2+ 6)0 (x + 3)0 = lim

x →3

2x

1 = 6 6= 5 2 (!) Dus dit gaat mis.

Ga voordat je L’Hˆopital wil gaan gebruiken eerst na of je wel te maken hebt met een 0/0-limiet of een ∞/∞-limiet.

Gebruik L’Hˆopital alleen als het nodig is!

(16)

Ingewikkelder voorbeelden

Wanneer je op een 0/0-limiet de regel van L’Hˆopital toepast en daarna weer een 0/0-limiet krijgt moet je weer de regel van L’Hˆopital toepassen, en dat herhalen net zolang totdat je geen 0/0-limiet meer hebt.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x →0

sin x − x x3 .

x →0lim

sin x − x x3

0/0= lim

x →0

cos x − 1

3x2 (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− sin x

6x (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− cos x 6 = −1

6 (teller en noemer differenti¨eren).

(17)

17/55

Ingewikkelder voorbeelden

Wanneer je op een 0/0-limiet de regel van L’Hˆopital toepast en daarna weer een 0/0-limiet krijgt moet je weer de regel van L’Hˆopital toepassen, en dat herhalen net zolang totdat je geen 0/0-limiet meer hebt.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x →0

sin x − x x3 .

x →0lim

sin x − x x3

0/0= lim

x →0

cos x − 1

3x2 (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− sin x

6x (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− cos x 6 = −1

6 (teller en noemer differenti¨eren).

(18)

Ingewikkelder voorbeelden

Wanneer je op een 0/0-limiet de regel van L’Hˆopital toepast en daarna weer een 0/0-limiet krijgt moet je weer de regel van L’Hˆopital toepassen, en dat herhalen net zolang totdat je geen 0/0-limiet meer hebt.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x →0

sin x − x x3 .

x →0lim

sin x − x x3

0/0= lim

x →0

cos x − 1

3x2 (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− sin x

6x (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− cos x 6 = −1

6 (teller en noemer differenti¨eren).

(19)

19/55

Ingewikkelder voorbeelden

Wanneer je op een 0/0-limiet de regel van L’Hˆopital toepast en daarna weer een 0/0-limiet krijgt moet je weer de regel van L’Hˆopital toepassen, en dat herhalen net zolang totdat je geen 0/0-limiet meer hebt.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x →0

sin x − x x3 .

x →0lim

sin x − x x3

0/0= lim

x →0

cos x − 1

3x2 (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− sin x

6x (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− cos x 6 = −1

6 (teller en noemer differenti¨eren).

(20)

Ingewikkelder voorbeelden

Wanneer je op een 0/0-limiet de regel van L’Hˆopital toepast en daarna weer een 0/0-limiet krijgt moet je weer de regel van L’Hˆopital toepassen, en dat herhalen net zolang totdat je geen 0/0-limiet meer hebt.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x →0

sin x − x x3 .

x →0lim

sin x − x x3

0/0= lim

x →0

cos x − 1

3x2 (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− sin x

6x (teller en noemer differenti¨eren)

0/0= lim

x →0

− cos x 6 = −1

6 (teller en noemer differenti¨eren).

(21)

21/55

Ingewikkelder voorbeelden

Je kan altijd wel 0/0-limieten uitrekenen door ´e´en of meer keren L’Hˆopital toe te passen, maar soms kan je rekenwerk besparen met wat slimmigheidjes (als je zelf niet op die slimmigheidjes komt kun je

natuurlijk altijd L’Hˆopital gebruiken, dat werkt altijd maar kost meer tijd).

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

sin x − x tan x − x.

x →0lim

sin x − x tan x − x

0/0= lim

x →0

cos x − 1 cos−2x − 1

0/0= lim

x →0

− sin x

−2 cos−3x · (− sin x ) in plaats van L’Hˆopital te gebruiken

strepen we in teller en noemer − sin x weg; dat mag, want sin x 6= 0 omdat x naar 0 nadert maar niet gelijk wordt aan 0

= lim

x →0

1

−2 cos−3x = −1 2.

(22)

Ingewikkelder voorbeelden

Je kan altijd wel 0/0-limieten uitrekenen door ´e´en of meer keren L’Hˆopital toe te passen, maar soms kan je rekenwerk besparen met wat slimmigheidjes (als je zelf niet op die slimmigheidjes komt kun je

natuurlijk altijd L’Hˆopital gebruiken, dat werkt altijd maar kost meer tijd).

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

sin x − x tan x − x.

x →0lim

sin x − x tan x − x

0/0= lim

x →0

cos x − 1 cos−2x − 1

0/0= lim

x →0

− sin x

−2 cos−3x · (− sin x ) in plaats van L’Hˆopital te gebruiken

strepen we in teller en noemer − sin x weg; dat mag, want sin x 6= 0 omdat x naar 0 nadert maar niet gelijk wordt aan 0

= lim

x →0

1

−2 cos−3x = −1 2.

(23)

23/55

Ingewikkelder voorbeelden

Je kan altijd wel 0/0-limieten uitrekenen door ´e´en of meer keren L’Hˆopital toe te passen, maar soms kan je rekenwerk besparen met wat slimmigheidjes (als je zelf niet op die slimmigheidjes komt kun je

natuurlijk altijd L’Hˆopital gebruiken, dat werkt altijd maar kost meer tijd).

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

sin x − x tan x − x. lim

x →0

sin x − x tan x − x

0/0= lim

x →0

cos x − 1 cos−2x − 1

0/0= lim

x →0

− sin x

−2 cos−3x · (− sin x ) in plaats van L’Hˆopital te gebruiken

strepen we in teller en noemer − sin x weg; dat mag, want sin x 6= 0 omdat x naar 0 nadert maar niet gelijk wordt aan 0

= lim

x →0

1

−2 cos−3x = −1 2.

(24)

Ingewikkelder voorbeelden

Je kan altijd wel 0/0-limieten uitrekenen door ´e´en of meer keren L’Hˆopital toe te passen, maar soms kan je rekenwerk besparen met wat slimmigheidjes (als je zelf niet op die slimmigheidjes komt kun je

natuurlijk altijd L’Hˆopital gebruiken, dat werkt altijd maar kost meer tijd).

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

sin x − x tan x − x. lim

x →0

sin x − x tan x − x

0/0= lim

x →0

cos x − 1 cos−2x − 1

0/0= lim

x →0

− sin x

−2 cos−3x · (− sin x )

in plaats van L’Hˆopital te gebruiken strepen we in teller en noemer − sin x weg; dat mag, want sin x 6= 0 omdat x naar 0 nadert maar niet gelijk wordt aan 0

= lim

x →0

1

−2 cos−3x = −1 2.

(25)

25/55

Ingewikkelder voorbeelden

Je kan altijd wel 0/0-limieten uitrekenen door ´e´en of meer keren L’Hˆopital toe te passen, maar soms kan je rekenwerk besparen met wat slimmigheidjes (als je zelf niet op die slimmigheidjes komt kun je

natuurlijk altijd L’Hˆopital gebruiken, dat werkt altijd maar kost meer tijd).

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

sin x − x tan x − x. lim

x →0

sin x − x tan x − x

0/0= lim

x →0

cos x − 1 cos−2x − 1

0/0= lim

x →0

− sin x

−2 cos−3x · (− sin x ) in plaats van L’Hˆopital te gebruiken

strepen we in teller en noemer − sin x weg;

dat mag, want sin x 6= 0 omdat x naar 0 nadert maar niet gelijk wordt aan 0

= lim

x →0

1

−2 cos−3x = −1 2.

(26)

Ingewikkelder voorbeelden

Je kan altijd wel 0/0-limieten uitrekenen door ´e´en of meer keren L’Hˆopital toe te passen, maar soms kan je rekenwerk besparen met wat slimmigheidjes (als je zelf niet op die slimmigheidjes komt kun je

natuurlijk altijd L’Hˆopital gebruiken, dat werkt altijd maar kost meer tijd).

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

sin x − x tan x − x. lim

x →0

sin x − x tan x − x

0/0= lim

x →0

cos x − 1 cos−2x − 1

0/0= lim

x →0

− sin x

−2 cos−3x · (− sin x ) in plaats van L’Hˆopital te gebruiken

strepen we in teller en noemer − sin x weg;

dat mag, want sin x 6= 0 omdat x naar 0 nadert maar niet gelijk wordt aan 0

= lim 1

−2 cos−3x = −1 2.

(27)

27/55

Een ∞/∞-limiet

We laten zien hoe we een limiet die we al eerder hebben gezien kunnen berekenen met de regel van L’Hˆopital.

Bereken lim

x →∞

x5/2 ex .

x →∞lim x5/2

ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·x3/2

ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·x1/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·1 2· x−1/2

ex = lim

x →∞

15 8 · 1

x1/2ex = 0.

(28)

Een ∞/∞-limiet

We laten zien hoe we een limiet die we al eerder hebben gezien kunnen berekenen met de regel van L’Hˆopital.

Bereken lim

x →∞

x5/2 ex .

x →∞lim x5/2

ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·x3/2

ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·x1/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·1 2· x−1/2

ex = lim

x →∞

15 8 · 1

x1/2ex = 0.

(29)

29/55

Een ∞/∞-limiet

We laten zien hoe we een limiet die we al eerder hebben gezien kunnen berekenen met de regel van L’Hˆopital.

Bereken lim

x →∞

x5/2 ex .

lim

x →∞

x5/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·x3/2

ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·x1/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·1 2· x−1/2

ex = lim

x →∞

15 8 · 1

x1/2ex = 0.

(30)

Een ∞/∞-limiet

We laten zien hoe we een limiet die we al eerder hebben gezien kunnen berekenen met de regel van L’Hˆopital.

Bereken lim

x →∞

x5/2 ex .

lim

x →∞

x5/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·x3/2

ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·x1/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·1 2· x−1/2

ex = lim

x →∞

15 8 · 1

x1/2ex = 0.

(31)

31/55

Een ∞/∞-limiet

We laten zien hoe we een limiet die we al eerder hebben gezien kunnen berekenen met de regel van L’Hˆopital.

Bereken lim

x →∞

x5/2 ex .

lim

x →∞

x5/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·x3/2

ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·x1/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2· 1 2· x−1/2

ex

= lim

x →∞

15 8 · 1

x1/2ex = 0.

(32)

Een ∞/∞-limiet

We laten zien hoe we een limiet die we al eerder hebben gezien kunnen berekenen met de regel van L’Hˆopital.

Bereken lim

x →∞

x5/2 ex .

lim

x →∞

x5/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·x3/2

ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2 ·x1/2 ex

∞/∞= lim

x →∞

5 2 ·3

2· 1 2· x−1/2

ex = lim

x →∞

15 8 · 1

x1/2ex = 0.

(33)

33/55

Deel 2: Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞,

0 0 , ∞ 0 , 1

(34)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Het idee is om dit soort limieten om te werken tot 0/0-limieten of

∞/∞-limieten en dan de regel van L’Hˆopital toe te passen.

Er is geen standaardmethode om dit te doen, je moet dit van geval tot geval bekijken.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x ↓0xaln x waarbij a > 0. Er geldt dat lim

x ↓0x = 0 en lim

x ↓0ln x = −∞ dus dit is een 0 · ∞-limiet. We werken dit om tot een ∞/∞-limiet en passen L’Hˆopital toe.

lim

x ↓0xaln x = lim

x ↓0

ln x x−a

∞/∞= lim

x ↓0

x−1

−ax−a−1

= lim

x ↓0

xa+1· x−1

−a = lim

x ↓0−a−1xa= 0.

(35)

35/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Het idee is om dit soort limieten om te werken tot 0/0-limieten of

∞/∞-limieten en dan de regel van L’Hˆopital toe te passen.

Er is geen standaardmethode om dit te doen, je moet dit van geval tot geval bekijken.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x ↓0xaln x waarbij a > 0.

Er geldt dat lim

x ↓0x = 0 en lim

x ↓0ln x = −∞ dus dit is een 0 · ∞-limiet. We werken dit om tot een ∞/∞-limiet en passen L’Hˆopital toe.

lim

x ↓0xaln x = lim

x ↓0

ln x x−a

∞/∞= lim

x ↓0

x−1

−ax−a−1

= lim

x ↓0

xa+1· x−1

−a = lim

x ↓0−a−1xa= 0.

(36)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Het idee is om dit soort limieten om te werken tot 0/0-limieten of

∞/∞-limieten en dan de regel van L’Hˆopital toe te passen.

Er is geen standaardmethode om dit te doen, je moet dit van geval tot geval bekijken.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x ↓0xaln x waarbij a > 0.

Er geldt dat lim

x ↓0x = 0 en lim

x ↓0ln x = −∞ dus dit is een 0 · ∞-limiet.

We werken dit om tot een ∞/∞-limiet en passen L’Hˆopital toe.

lim

x ↓0xaln x = lim

x ↓0

ln x x−a

∞/∞= lim

x ↓0

x−1

−ax−a−1

= lim

x ↓0

xa+1· x−1

−a = lim

x ↓0−a−1xa= 0.

(37)

37/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Het idee is om dit soort limieten om te werken tot 0/0-limieten of

∞/∞-limieten en dan de regel van L’Hˆopital toe te passen.

Er is geen standaardmethode om dit te doen, je moet dit van geval tot geval bekijken.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x ↓0xaln x waarbij a > 0.

Er geldt dat lim

x ↓0x = 0 en lim

x ↓0ln x = −∞ dus dit is een 0 · ∞-limiet.

We werken dit om tot een ∞/∞-limiet en passen L’Hˆopital toe.

lim

x ↓0xaln x = lim

x ↓0

ln x x−a

∞/∞= lim

x ↓0

x−1

−ax−a−1

= lim

x ↓0

xa+1· x−1

−a = lim

x ↓0−a−1xa= 0.

(38)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Het idee is om dit soort limieten om te werken tot 0/0-limieten of

∞/∞-limieten en dan de regel van L’Hˆopital toe te passen.

Er is geen standaardmethode om dit te doen, je moet dit van geval tot geval bekijken.

Voorbeeld 1. Bereken lim

x ↓0xaln x waarbij a > 0.

Er geldt dat lim

x ↓0x = 0 en lim

x ↓0ln x = −∞ dus dit is een 0 · ∞-limiet.

We werken dit om tot een ∞/∞-limiet en passen L’Hˆopital toe.

lim

x ↓0xaln x = lim

x ↓0

ln x x−a

∞/∞= lim

x ↓0

x−1

−ax−a−1

= limxa+1· x−1

−a = lim−a−1xa= 0.

(39)

39/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

1 x − 1

sin x

Er geldt dat x1 en sin x1 beide naar ∞ gaan als x naar 0 daalt, en beide naar −∞ gaan als x naar 0 stijgt. Dus dit is een ∞ − ∞-limiet. We brengen de breuken onder ´e´en noemer en kijken of we L’Hˆopital kunnen toepassen.

lim

x →0

1 x − 1

sin x = lim

x →0

sin x − x

x sin x dit is een 0/0-limiet

0/0= lim

x →0

cos x − 1 x cos x + 1 · sin x

0/0= lim

x →0

− sin x

−x sin x + 1 · cos x + cos x = 0

0 + 1 + 1 = 0.

(40)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

1 x − 1

sin x

Er geldt dat x1 en sin x1 beide naar ∞ gaan als x naar 0 daalt, en beide naar −∞ gaan als x naar 0 stijgt. Dus dit is een ∞ − ∞-limiet.

We brengen de breuken onder ´e´en noemer en kijken of we L’Hˆopital kunnen toepassen.

lim

x →0

1 x − 1

sin x = lim

x →0

sin x − x

x sin x dit is een 0/0-limiet

0/0= lim

x →0

cos x − 1 x cos x + 1 · sin x

0/0= lim

x →0

− sin x

−x sin x + 1 · cos x + cos x = 0

0 + 1 + 1 = 0.

(41)

41/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

1 x − 1

sin x

Er geldt dat x1 en sin x1 beide naar ∞ gaan als x naar 0 daalt, en beide naar −∞ gaan als x naar 0 stijgt. Dus dit is een ∞ − ∞-limiet.

We brengen de breuken onder ´e´en noemer en kijken of we L’Hˆopital kunnen toepassen.

lim

x →0

1 x − 1

sin x = lim

x →0

sin x − x

x sin x dit is een 0/0-limiet

0/0= lim

x →0

cos x − 1 x cos x + 1 · sin x

0/0= lim

x →0

− sin x

−x sin x + 1 · cos x + cos x = 0

0 + 1 + 1 = 0.

(42)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

1 x − 1

sin x

Er geldt dat x1 en sin x1 beide naar ∞ gaan als x naar 0 daalt, en beide naar −∞ gaan als x naar 0 stijgt. Dus dit is een ∞ − ∞-limiet.

We brengen de breuken onder ´e´en noemer en kijken of we L’Hˆopital kunnen toepassen.

lim

x →0

1 x − 1

sin x = lim

x →0

sin x − x

x sin x dit is een 0/0-limiet

0/0= lim

x →0

cos x − 1 x cos x + 1 · sin x

0/0= lim

x →0

− sin x

−x sin x + 1 · cos x + cos x = 0

0 + 1 + 1 = 0.

(43)

43/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 2. Bereken lim

x →0

1 x − 1

sin x

Er geldt dat x1 en sin x1 beide naar ∞ gaan als x naar 0 daalt, en beide naar −∞ gaan als x naar 0 stijgt. Dus dit is een ∞ − ∞-limiet.

We brengen de breuken onder ´e´en noemer en kijken of we L’Hˆopital kunnen toepassen.

lim

x →0

1 x − 1

sin x = lim

x →0

sin x − x

x sin x dit is een 0/0-limiet

0/0= lim

x →0

cos x − 1 x cos x + 1 · sin x

0/0= lim

x →0

− sin x

−x sin x + 1 · cos x + cos x = 0

0 + 1 + 1 = 0.

(44)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Limieten van f (x )g (x ) schrijven we als e-macht:

f (x )g (x ) = (eln f (x ))g (x ) = eg (x ) ln f (x ).

We bereken eerst de limiet van g (x ) ln f (x ) en nemen daarna de e-macht.

Voorbeeld 3. Bereken lim

x ↓0x

x.

Dit is een 00-limiet. Er geldt x

x = e

x ln x= ex1/2ln x. We hebben gezien dat lim

x ↓0x1/2ln x = 0. Dus lim

x ↓0x

x = lim

x ↓0ex1/2ln x= e0= 1.

(45)

45/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Limieten van f (x )g (x ) schrijven we als e-macht:

f (x )g (x ) = (eln f (x ))g (x ) = eg (x ) ln f (x ).

We bereken eerst de limiet van g (x ) ln f (x ) en nemen daarna de e-macht.

Voorbeeld 3. Bereken lim

x ↓0x

x.

Dit is een 00-limiet. Er geldt x

x = e

x ln x= ex1/2ln x. We hebben gezien dat lim

x ↓0x1/2ln x = 0. Dus lim

x ↓0x

x = lim

x ↓0ex1/2ln x= e0= 1.

(46)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Limieten van f (x )g (x ) schrijven we als e-macht:

f (x )g (x ) = (eln f (x ))g (x ) = eg (x ) ln f (x ).

We bereken eerst de limiet van g (x ) ln f (x ) en nemen daarna de e-macht.

Voorbeeld 3. Bereken lim

x ↓0x

x.

Dit is een 00-limiet. Er geldt x

x = e

x ln x= ex1/2ln x.

We hebben gezien dat lim

x ↓0x1/2ln x = 0. Dus lim

x ↓0x

x = lim

x ↓0ex1/2ln x= e0= 1.

(47)

47/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Limieten van f (x )g (x ) schrijven we als e-macht:

f (x )g (x ) = (eln f (x ))g (x ) = eg (x ) ln f (x ).

We bereken eerst de limiet van g (x ) ln f (x ) en nemen daarna de e-macht.

Voorbeeld 3. Bereken lim

x ↓0x

x.

Dit is een 00-limiet. Er geldt x

x = e

x ln x= ex1/2ln x. We hebben gezien dat lim

x ↓0x1/2ln x = 0.

Dus lim

x ↓0x

x = lim

x ↓0ex1/2ln x= e0= 1.

(48)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 4. Bereken lim

x →∞x1/x.

Dit is een ∞0-limiet. Er geldt x1/x = eln x /x. We hebben al eens gezien dat lim

x →∞

ln x

x = 0 maar we bewijzen dit nog eens met L’Hˆopital:

x →∞lim ln x

x

∞/∞= lim

x →∞

1/x 1 = 0. Dus

x →∞lim x1/x= e0= 1.

(49)

49/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 4. Bereken lim

x →∞x1/x.

Dit is een ∞0-limiet. Er geldt x1/x = eln x /x.

We hebben al eens gezien dat lim

x →∞

ln x

x = 0 maar we bewijzen dit nog eens met L’Hˆopital:

x →∞lim ln x

x

∞/∞= lim

x →∞

1/x 1 = 0. Dus

x →∞lim x1/x= e0= 1.

(50)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 4. Bereken lim

x →∞x1/x.

Dit is een ∞0-limiet. Er geldt x1/x = eln x /x. We hebben al eens gezien dat lim

x →∞

ln x

x = 0 maar we bewijzen dit nog eens met L’Hˆopital:

x →∞lim ln x

x

∞/∞= lim

x →∞

1/x 1 = 0.

Dus

x →∞lim x1/x= e0= 1.

(51)

51/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 4. Bereken lim

x →∞x1/x.

Dit is een ∞0-limiet. Er geldt x1/x = eln x /x. We hebben al eens gezien dat lim

x →∞

ln x

x = 0 maar we bewijzen dit nog eens met L’Hˆopital:

x →∞lim ln x

x

∞/∞= lim

x →∞

1/x 1 = 0.

Dus

x →∞lim x1/x = e0= 1.

(52)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 5. Bereken lim

x →0(1 + x )1/x.

Dit is een 1-limiet. Er geldt (1 + x )1/x= eln(1+x )/x. We hebben gezien dat lim

x →0

ln(1 + x )

x = 1.

Dus lim

x →0(1 + x )1/x = e1= e.

(53)

53/55

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 5. Bereken lim

x →0(1 + x )1/x.

Dit is een 1-limiet. Er geldt (1 + x )1/x = eln(1+x )/x.

We hebben gezien dat lim

x →0

ln(1 + x )

x = 1.

Dus lim

x →0(1 + x )1/x = e1= e.

(54)

Limieten van type 0 · ∞, ∞ − ∞, 0

0

, ∞

0

, 1

Voorbeeld 5. Bereken lim

x →0(1 + x )1/x.

Dit is een 1-limiet. Er geldt (1 + x )1/x = eln(1+x )/x. We hebben gezien dat lim

x →0

ln(1 + x )

x = 1.

Dus lim

x →0(1 + x )1/x = e1= e.

(55)

55/55

Einde van het college

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De truc is om teller en noemer te delen door de snelst groeiende term van de noemer, waarbij we niet op constanten letten.. In het voorbeeld is de snelst groeiende term in de noemer x

Ruwweg gezegd wordt een standaardfunctie gegeven door een formule waarin uitdrukkingen tot de macht α, sin, cos, ln en e-macht voor kunnen komen.. Belangrijk feit

Ruwgezegd is een functie f continu in x = a als de grafiek van f in het punt (a, f (a)) geen gat heeft, en differentieerbaar in x = a als de grafiek van f in (a, f (a)) geen gat en

Continue functies hoeven op niet gesloten, of niet begrensde intervallen geen absoluut maximum of minimum aan te nemen..

In het boek wordt ook gevraagd om de eventuele buigpunten (inflection points) van f te bepalen, dat zijn de punten x = a waar de grafiek van f een raaklijn heeft (dus

Als je een polynoom van graad n n keer differentieert gaat elke keer de graad met 1 omlaag, en blijft er iets van graad 0 over, dat is een constante.. Als je die nog een

Ieder polynoom is een continue functie, dus in het bijzonder is f continu (niet vergeten op te merken, belangrijke voorwaarde voor

We gaan voor de volgende vraag uit van een situatie waarbij de periode van de golfbeweging 12 seconden is en de hoogte van de bovenkant van de drijver van de AWS varieert van