• No results found

CONTINUE WISKUNDE 1, 2020 5e college: Limieten (vervolg), asymptoten Jan-Hendrik Evertse

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CONTINUE WISKUNDE 1, 2020 5e college: Limieten (vervolg), asymptoten Jan-Hendrik Evertse"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONTINUE WISKUNDE 1, 2020 5e college: Limieten (vervolg), asymptoten

Jan-Hendrik Evertse

Universiteit Leiden

evertse@math.leidenuniv.nl

(2)

2/38

Deel 1: Limieten voor x → ∞ of x → −∞.

(3)

Limieten voor x → ±∞

We schrijven lim

x →∞f (x ) = ` als het volgende geldt: wanneer we x naar ∞ laten gaan (dat wil zeggen boven iedere grens uitstijgt) dan nadert f (x ) naar `.

We schrijven lim

x →−∞f (x ) = ` als het volgende geldt: wanneer we x naar

−∞ laten gaan (dat wil zeggen onder iedere grens daalt) dan nadert f (x ) naar `.

Als lim

x →∞f (x ) = ` dan heeft f (x ) een horizontale asymptoot y = ` voor x → ∞, dat wil zeggen, de grafiek van f (x ) nadert de lijn y = ` steeds dichter als x naar ∞ gaat.

Als lim

x →−∞f (x ) = ` dan heeft f (x ) een horizontale asymptoot y = ` voor x → −∞.

(4)

4/38

Limieten voor x → ±∞

We schrijven lim

x →∞f (x ) = ` als het volgende geldt: wanneer we x naar ∞ laten gaan (dat wil zeggen boven iedere grens uitstijgt) dan nadert f (x ) naar `.

We schrijven lim

x →−∞f (x ) = ` als het volgende geldt: wanneer we x naar

−∞ laten gaan (dat wil zeggen onder iedere grens daalt) dan nadert f (x ) naar `.

Als lim

x →∞f (x ) = ` dan heeft f (x ) een horizontale asymptoot y = ` voor x → ∞, dat wil zeggen, de grafiek van f (x ) nadert de lijn y = ` steeds dichter als x naar ∞ gaat.

Als lim

x →−∞f (x ) = ` dan heeft f (x ) een horizontale asymptoot y = ` voor x → −∞.

(5)

Limieten voor x → ±∞ (vervolg)

Het is duidelijk dat

x →∞lim x−α= 0 als α > 0,

x →∞lim a−x = 0 als a > 1, lim

x →∞ax = 0 als a < 1.

We kunnen dit gebruiken om ingewikkelder limieten uit te rekenen.

Voorbeeld. Bereken lim

x →∞

3x2+ 7 7x2− 12x.

De truc is om teller en noemer te delen door de snelst groeiende term van de noemer, waarbij we niet op constanten letten.

In het voorbeeld is de snelst groeiende term in de noemer x2, deze groeit sneller dan x (de constante 7 is niet belangrijk). Dus we delen teller en noemer door x2:

x →∞lim

3x2+ 7

7x2− 12x = lim

x →∞

3 + 7x−2

7 − 12x · x−2 = lim

x →∞

3 + 7x−2 7 − 12x−1 =3

7, want x−2 en x−1 gaan naar 0 als x naar oneindig gaat.

(6)

6/38

Limieten voor x → ±∞ (vervolg)

Het is duidelijk dat

x →∞lim x−α= 0 als α > 0,

x →∞lim a−x = 0 als a > 1, lim

x →∞ax = 0 als a < 1.

We kunnen dit gebruiken om ingewikkelder limieten uit te rekenen.

Voorbeeld. Bereken lim

x →∞

3x2+ 7 7x2− 12x.

De truc is om teller en noemer te delen door de snelst groeiende term van de noemer, waarbij we niet op constanten letten.

In het voorbeeld is de snelst groeiende term in de noemer x2, deze groeit sneller dan x (de constante 7 is niet belangrijk). Dus we delen teller en noemer door x2:

x →∞lim

3x2+ 7

7x2− 12x = lim

x →∞

3 + 7x−2

7 − 12x · x−2 = lim

x →∞

3 + 7x−2 7 − 12x−1 =3

7, want x−2 en x−1 gaan naar 0 als x naar oneindig gaat.

(7)

Limieten voor x → ±∞ (vervolg)

Het is duidelijk dat

x →∞lim x−α= 0 als α > 0,

x →∞lim a−x = 0 als a > 1, lim

x →∞ax = 0 als a < 1.

We kunnen dit gebruiken om ingewikkelder limieten uit te rekenen.

Voorbeeld. Bereken lim

x →∞

3x2+ 7 7x2− 12x.

De truc is om teller en noemer te delen door de snelst groeiende term van de noemer, waarbij we niet op constanten letten.

In het voorbeeld is de snelst groeiende term in de noemer x2, deze groeit sneller dan x (de constante 7 is niet belangrijk). Dus we delen teller en noemer door x2:

x →∞lim

3x2+ 7

7x2− 12x = lim

x →∞

3 + 7x−2

7 − 12x · x−2 = lim

x →∞

3 + 7x−2 7 − 12x−1 =3

7, want x−2 en x−1 gaan naar 0 als x naar oneindig gaat.

(8)

8/38

Limieten voor x → ±∞ (vervolg)

Het is duidelijk dat

x →∞lim x−α= 0 als α > 0,

x →∞lim a−x = 0 als a > 1, lim

x →∞ax = 0 als a < 1.

We kunnen dit gebruiken om ingewikkelder limieten uit te rekenen.

Voorbeeld. Bereken lim

x →∞

3x2+ 7 7x2− 12x.

De truc is om teller en noemer te delen door de snelst groeiende term van de noemer, waarbij we niet op constanten letten.

In het voorbeeld is de snelst groeiende term in de noemer x2, deze groeit sneller dan x (de constante 7 is niet belangrijk). Dus we delen teller en noemer door x2:

x →∞lim

3x2+ 7

7x2− 12x = lim

x →∞

3 + 7x−2

7 − 12x · x−2 = lim

x →∞

3 + 7x−2 7 − 12x−1 = 3

7, want x−2en x−1 gaan naar 0 als x naar oneindig gaat.

(9)

Nog een voorbeeld

Bereken lim

x →∞

3x+ 2x+ 5 4x+ 9 .

We delen teller en noemer weer door de snelst groeiende term van de noemer, dat is 4x. Dit geeft

x →∞lim

3x+ 2x + 5

4x+ 9 = lim

x →∞

3x· 4−x + 2x· 4−x + 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= lim

x →∞

(3/4)x+ (2/4)x+ 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= 0

want (3/4)x, (2/4)x = (1/2)x en 4−x gaan naar 0 als x naar ∞ gaat.

(10)

10/38

Nog een voorbeeld

Bereken lim

x →∞

3x+ 2x+ 5 4x+ 9 .

We delen teller en noemer weer door de snelst groeiende term van de noemer, dat is 4x.

Dit geeft

x →∞lim

3x+ 2x + 5

4x+ 9 = lim

x →∞

3x· 4−x + 2x· 4−x + 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= lim

x →∞

(3/4)x+ (2/4)x+ 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= 0

want (3/4)x, (2/4)x = (1/2)x en 4−x gaan naar 0 als x naar ∞ gaat.

(11)

Nog een voorbeeld

Bereken lim

x →∞

3x+ 2x+ 5 4x+ 9 .

We delen teller en noemer weer door de snelst groeiende term van de noemer, dat is 4x. Dit geeft

x →∞lim

3x+ 2x + 5

4x+ 9 = lim

x →∞

3x· 4−x+ 2x· 4−x+ 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= lim

x →∞

(3/4)x+ (2/4)x+ 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= 0

want (3/4)x, (2/4)x = (1/2)x en 4−x gaan naar 0 als x naar ∞ gaat.

(12)

12/38

Nog een voorbeeld

Bereken lim

x →∞

3x+ 2x+ 5 4x+ 9 .

We delen teller en noemer weer door de snelst groeiende term van de noemer, dat is 4x. Dit geeft

x →∞lim

3x+ 2x + 5

4x+ 9 = lim

x →∞

3x· 4−x+ 2x· 4−x+ 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= lim

x →∞

(3/4)x + (2/4)x+ 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= 0

want (3/4)x, (2/4)x = (1/2)x en 4−x gaan naar 0 als x naar ∞ gaat.

(13)

Nog een voorbeeld

Bereken lim

x →∞

3x+ 2x+ 5 4x+ 9 .

We delen teller en noemer weer door de snelst groeiende term van de noemer, dat is 4x. Dit geeft

x →∞lim

3x+ 2x + 5

4x+ 9 = lim

x →∞

3x· 4−x+ 2x· 4−x+ 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= lim

x →∞

(3/4)x + (2/4)x+ 5 · 4−x 1 + 9 · 4−x

= 0

want (3/4)x, (2/4)x = (1/2)x en 4−x gaan naar 0 als x naar ∞ gaat.

(14)

14/38

Een ander soort limiet

Bereken lim

x →∞

p1 + x2− x.

We mogen niet schrijven lim

x →∞

p1 + x2− x = lim

x →∞

p1 + x2− lim

x →∞x . Namelijk de eerste limiet gaat naar ∞, de tweede limiet gaat naar ∞ en het verschil is ∞ − ∞ wat niet is gedefinieerd.

We moeten dus√

1 + x2en x bij elkaar houden.

(15)

Een ander soort limiet

Bereken lim

x →∞

p1 + x2− x.

We mogen niet schrijven lim

x →∞

p1 + x2− x = lim

x →∞

p1 + x2− lim

x →∞x . Namelijk de eerste limiet gaat naar ∞, de tweede limiet gaat naar ∞ en het verschil is ∞ − ∞ wat niet is gedefinieerd.

We moeten dus√

1 + x2en x bij elkaar houden.

(16)

16/38

Een ander soort limiet

Bereken lim

x →∞

p1 + x2− x.

We gebruiken weer de worteltruc.

In de limiet staat iets van de vorm√ ... −√

..., als we x als√

x2opvatten.

We vermenigvuldigen dit weer met

√... +√ ...

√... +√

... en gebruiken dat (√

a −√ b)(√

a +√

b) = a − b.

x →∞lim

p1 + x2− x

= lim

x →∞

(√

1 + x2− x)(√

1 + x2+ x )

1 + x2+ x

= lim

x →∞

1 + x2− x2

√1 + x2+ x = lim

x →∞

√ 1

1 + x2+ x

= 0

want√

1 + x2en x gaan naar ∞ als x naar ∞ gaat.

(17)

Een ander soort limiet

Bereken lim

x →∞

p1 + x2− x.

We gebruiken weer de worteltruc.

In de limiet staat iets van de vorm√ ... −√

..., als we x als√

x2opvatten.

We vermenigvuldigen dit weer met

√... +√ ...

√... +√

... en gebruiken dat (√

a −√ b)(√

a +√

b) = a − b.

x →∞lim

p1 + x2− x

= lim

x →∞

(√

1 + x2− x)(√

1 + x2+ x )

1 + x2+ x

= lim

x →∞

1 + x2− x2

√1 + x2+ x = lim

x →∞

√ 1

1 + x2+ x

= 0

want√

1 + x2en x gaan naar ∞ als x naar ∞ gaat.

(18)

18/38

Een ander soort limiet

Bereken lim

x →∞

p1 + x2− x.

We gebruiken weer de worteltruc.

In de limiet staat iets van de vorm√ ... −√

..., als we x als√

x2opvatten.

We vermenigvuldigen dit weer met

√... +√ ...

√... +√

... en gebruiken dat (√

a −√ b)(√

a +√

b) = a − b.

x →∞lim

p1 + x2− x

= lim

x →∞

(√

1 + x2− x)(√

1 + x2+ x )

1 + x2+ x

= lim

x →∞

1 + x2− x2

√1 + x2+ x = lim

x →∞

√ 1

1 + x2+ x

= 0

want√

1 + x2en x gaan naar ∞ als x naar ∞ gaat.

(19)

Een ander soort limiet

Bereken lim

x →∞

p1 + x2− x.

We gebruiken weer de worteltruc.

In de limiet staat iets van de vorm√ ... −√

..., als we x als√

x2opvatten.

We vermenigvuldigen dit weer met

√... +√ ...

√... +√

... en gebruiken dat (√

a −√ b)(√

a +√

b) = a − b.

x →∞lim

p1 + x2− x

= lim

x →∞

(√

1 + x2− x)(√

1 + x2+ x )

1 + x2+ x

= lim

x →∞

1 + x2− x2

√1 + x2+ x = lim

x →∞

√ 1

1 + x2+ x

(20)

20/38

Standaardlimieten

We noemen zonder bewijs:

x →∞lim xa

bx = 0 als b > 1

(exponenti¨ele functies groeien veel harder dan machten van x ).

Voorbeeld. lim

x →∞

x1000000 1, 0000001x = 0.

x →∞lim (ln x )a

xc = 0 als c > 0

(machten van x groeien veel harder dan machten van ln x ).

Dit leiden we eenvoudig uit de eerste limiet af. Substitueer y = ln x . Dan is x = ey. Als x naar ∞ gaat dan gaat y ook naar ∞, dus

x →∞lim (ln x )a

xc = lim

y →∞

ya

(ey)c = lim

y →∞

ya ecy = lim

y →∞

ya (ec)y = 0.

(21)

Standaardlimieten

We noemen zonder bewijs:

x →∞lim xa

bx = 0 als b > 1

(exponenti¨ele functies groeien veel harder dan machten van x ).

Voorbeeld. lim

x →∞

x1000000 1, 0000001x = 0.

x →∞lim (ln x )a

xc = 0 als c > 0

(machten van x groeien veel harder dan machten van ln x ).

Dit leiden we eenvoudig uit de eerste limiet af. Substitueer y = ln x . Dan is x = ey. Als x naar ∞ gaat dan gaat y ook naar ∞, dus

x →∞lim (ln x )a

xc = lim

y →∞

ya

(ey)c = lim

y →∞

ya ecy = lim

y →∞

ya (ec)y = 0.

(22)

22/38

Standaardlimieten

We noemen zonder bewijs:

x →∞lim xa

bx = 0 als b > 1

(exponenti¨ele functies groeien veel harder dan machten van x ).

Voorbeeld. lim

x →∞

x1000000 1, 0000001x = 0.

x →∞lim (ln x )a

xc = 0 als c > 0

(machten van x groeien veel harder dan machten van ln x ).

Dit leiden we eenvoudig uit de eerste limiet af. Substitueer y = ln x . Dan is x = ey. Als x naar ∞ gaat dan gaat y ook naar ∞, dus

x →∞lim (ln x )a

xc = lim

y →∞

ya

(ey)c = lim

y →∞

ya ecy = lim

y →∞

ya (ec)y = 0.

(23)

Standaardlimieten

We noemen zonder bewijs:

x →∞lim xa

bx = 0 als b > 1

(exponenti¨ele functies groeien veel harder dan machten van x ).

Voorbeeld. lim

x →∞

x1000000 1, 0000001x = 0.

x →∞lim (ln x )a

xc = 0 als c > 0

(machten van x groeien veel harder dan machten van ln x ).

Dit leiden we eenvoudig uit de eerste limiet af. Substitueer y = ln x . Dan is x = ey. Als x naar ∞ gaat dan gaat y ook naar ∞, dus

(24)

24/38

Nog een standaardlimiet

lim

x ↓0xaln x = 0 als a > 0.

Merk op dat ln x naar −∞ gaat als x naar 0 daalt. Bijvoorbeeld ln e−1000= −1000, ln e−10100= −10100,. . .

xa daalt veel sneller naar 0 dan dat ln x naar −∞ gaat, de macht van x

’slaat ln x plat.’

We leiden dit af uit de tweede limiet van de vorige dia. Substitueer y = x−1. Dan gaat y naar ∞. Dus

lim

x ↓0xaln x = lim

y →∞y−aln(y−1) = lim

y →∞−y−aln y = − lim

y →∞

ln y ya = 0.

(25)

Nog een standaardlimiet

lim

x ↓0xaln x = 0 als a > 0.

Merk op dat ln x naar −∞ gaat als x naar 0 daalt.

Bijvoorbeeld ln e−1000= −1000, ln e−10100= −10100,. . .

xa daalt veel sneller naar 0 dan dat ln x naar −∞ gaat, de macht van x

’slaat ln x plat.’

We leiden dit af uit de tweede limiet van de vorige dia. Substitueer y = x−1. Dan gaat y naar ∞. Dus

lim

x ↓0xaln x = lim

y →∞y−aln(y−1) = lim

y →∞−y−aln y = − lim

y →∞

ln y ya = 0.

(26)

26/38

Nog een standaardlimiet

lim

x ↓0xaln x = 0 als a > 0.

Merk op dat ln x naar −∞ gaat als x naar 0 daalt.

Bijvoorbeeld ln e−1000= −1000, ln e−10100= −10100,. . .

xa daalt veel sneller naar 0 dan dat ln x naar −∞ gaat, de macht van x

’slaat ln x plat.’

We leiden dit af uit de tweede limiet van de vorige dia. Substitueer y = x−1. Dan gaat y naar ∞. Dus

lim

x ↓0xaln x = lim

y →∞y−aln(y−1) = lim

y →∞−y−aln y = − lim

y →∞

ln y ya = 0.

(27)

Voorbeeld

Bereken lim

x →∞

3x+ x 2 · 3x− x10.

We delen teller en noemer door de snelst groeiende term van de noemer, dat is 3x, want 3x groeit veel sneller dan x10.

x →∞lim

3x+ x

2 · 3x − x10 = lim

x →∞

1 + x · 3−x 2 − x103−x = 1

2

want x · 3−x = x /3x en x103−x = x10/3x gaan naar 0 als x naar ∞ gaat.

(28)

28/38

Voorbeeld

Bereken lim

x →∞

3x+ x 2 · 3x− x10.

We delen teller en noemer door de snelst groeiende term van de noemer, dat is 3x, want 3x groeit veel sneller dan x10.

x →∞lim

3x+ x

2 · 3x − x10 = lim

x →∞

1 + x · 3−x 2 − x103−x = 1

2

want x · 3−x = x /3x en x103−x = x10/3x gaan naar 0 als x naar ∞ gaat.

(29)

Deel 2: Verticale asymptoten

(30)

30/38

Limieten die naar ±∞ gaan

Bekijk f (x ) = 1 x.

Als we x van de positieve kant naar 0 laten dalen dan gaat 1

x naar +∞, als we x van de negatieve kant naar 0 laten stijgen dan gaat 1

x naar −∞, met andere woorden lim

x ↓0

1

x = ∞, lim

x ↑0

1

x = −∞.

De grafiek van f (x ) = 1

x heeft een verticale asymptoot x = 0. Van de rechterkant gaat de grafiek langs de verticale asymptoot omhoog, van de linkerkant omlaag.

(31)

Verticale asymptoten

We bekijken functies f (x ) =p(x )q(x ). Als q(a) = 0 en p(a) 6= 0 dan heeft f (x ) een verticale asymptoot in x = a.

We moeten voor elke verticale asymptoot x = a van f nog nagaan of lim

x ↓af (x ) gelijk is aan +∞ of −∞ en of lim

x ↑af (x ) gelijk is aan +∞ of −∞.

Als f (x ) > 0 direct rechts van de lijn x = a dan is lim

x ↓af (x ) = ∞, als f (x ) < 0 direct rechts van de lijn x = a dan is lim

x ↓af (x ) = −∞. Als f (x ) > 0 direct links van de lijn x = a dan is lim

x ↑af (x ) = ∞, als f (x ) < 0 direct links van de lijn x = a dan is lim

x ↑af (x ) = −∞. Om dit te bepalen is het handig een tekenoverzicht van f (x ) te maken, dat is een schema waarin is aangegeven voor welke x geldt dat f (x ) > 0 en voor welke x geldt dat f (x ) < 0.

(32)

32/38

Verticale asymptoten

We bekijken functies f (x ) =p(x )q(x ). Als q(a) = 0 en p(a) 6= 0 dan heeft f (x ) een verticale asymptoot in x = a.

We moeten voor elke verticale asymptoot x = a van f nog nagaan of lim

x ↓af (x ) gelijk is aan +∞ of −∞ en of lim

x ↑af (x ) gelijk is aan +∞ of −∞.

Als f (x ) > 0 direct rechts van de lijn x = a dan is lim

x ↓af (x ) = ∞, als f (x ) < 0 direct rechts van de lijn x = a dan is lim

x ↓af (x ) = −∞.

Als f (x ) > 0 direct links van de lijn x = a dan is lim

x ↑af (x ) = ∞, als f (x ) < 0 direct links van de lijn x = a dan is lim

x ↑af (x ) = −∞.

Om dit te bepalen is het handig een tekenoverzicht van f (x ) te maken, dat is een schema waarin is aangegeven voor welke x geldt dat f (x ) > 0 en voor welke x geldt dat f (x ) < 0.

(33)

Voorbeeld

Bekijk f (x ) = x

x2− 1 = x

(x + 1)(x − 1).

De noemer van f (x ) is 0 voor x = 1 en x = −1 en daar is de teller van f (x ) ongelijk aan 0.

Dus x = 1, x = −1 zijn de verticale asymptoten van f (x ).

Tekenoverzicht van f (x )

(NG betekent dat f (x ) niet gedefinieerd is voor die waarde van x )

Uit het tekenoverzicht valt af te lezen dat lim

x ↓1f (x ) = ∞ lim

x ↑1f (x ) = −∞ lim

x ↓−1f (x ) = ∞ lim

x ↑−1f (x ) = −∞

(34)

34/38

Voorbeeld

Bekijk f (x ) = x

x2− 1 = x

(x + 1)(x − 1).

De noemer van f (x ) is 0 voor x = 1 en x = −1 en daar is de teller van f (x ) ongelijk aan 0.

Dus x = 1, x = −1 zijn de verticale asymptoten van f (x ).

Tekenoverzicht van f (x )

(NG betekent dat f (x ) niet gedefinieerd is voor die waarde van x )

Uit het tekenoverzicht valt af te lezen dat lim

x ↓1f (x ) = ∞ lim

x ↑1f (x ) = −∞ lim

x ↓−1f (x ) = ∞ lim

x ↑−1f (x ) = −∞

(35)

Voorbeeld

Bekijk f (x ) = x

x2− 1 = x

(x + 1)(x − 1).

De noemer van f (x ) is 0 voor x = 1 en x = −1 en daar is de teller van f (x ) ongelijk aan 0.

Dus x = 1, x = −1 zijn de verticale asymptoten van f (x ).

Tekenoverzicht van f (x )

(NG betekent dat f (x ) niet gedefinieerd is voor die waarde van x )

Uit het tekenoverzicht valt af te lezen dat lim

x ↓1f (x ) = ∞ lim

x ↑1f (x ) = −∞ lim

x ↓−1f (x ) = ∞ lim

x ↑−1f (x ) = −∞

(36)

36/38

Voorbeeld

Bekijk f (x ) = x

x2− 1 = x

(x + 1)(x − 1).

De noemer van f (x ) is 0 voor x = 1 en x = −1 en daar is de teller van f (x ) ongelijk aan 0.

Dus x = 1, x = −1 zijn de verticale asymptoten van f (x ).

Tekenoverzicht van f (x )

(NG betekent dat f (x ) niet gedefinieerd is voor die waarde van x )

Uit het tekenoverzicht valt af te lezen dat lim

x ↓1f (x ) = ∞ lim

x ↑1f (x ) = −∞

lim

x ↓−1f (x ) = ∞ lim

x ↑−1f (x ) = −∞

(37)

Voorbeeld (vervolg)

Hierboven is de grafiek van f (x ) getekend. Hierin zijn de verticale asymptoten x = 1 en x = −1 aangegeven.

Verder heeft f (x ) de horizontale asymptoot y = 0 voor zowel x → ∞ als x → −∞, want

x x · x−2 x−1

(38)

38/38

Einde van het college

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Continue functies hoeven op niet gesloten, of niet begrensde intervallen geen absoluut maximum of minimum aan te nemen..

In het boek wordt ook gevraagd om de eventuele buigpunten (inflection points) van f te bepalen, dat zijn de punten x = a waar de grafiek van f een raaklijn heeft (dus

Je kan altijd wel 0/0-limieten uitrekenen door ´ e´ en of meer keren L’Hˆ opital toe te passen, maar soms kan je rekenwerk besparen met wat slimmigheidjes (als je zelf niet op

Als je een polynoom van graad n n keer differentieert gaat elke keer de graad met 1 omlaag, en blijft er iets van graad 0 over, dat is een constante.. Als je die nog een

Ieder polynoom is een continue functie, dus in het bijzonder is f continu (niet vergeten op te merken, belangrijke voorwaarde voor

Tot voor vijf jaar bestond het assortiment exclusief uit OEM-onderdelen (original equip- ment manufacturer), maar de jong- ste vijf jaar legt het bedrijf zich ook meer en meer toe

3p 8 Toon met een berekening aan dat het nominale bbp per hoofd van de bevolking in India in de periode 2012–2017 bijna is verdubbeld. Door de hoge economische groei is India voor

De overheid kan zich ook anders opstellen en het delen juist niet als bedrijfsmatige activiteit opvatten, maar als een sociale praktijk waarmee mensen slechts iets bijverdienen