• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van niet-toepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van niet-toepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet."

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van niet-toepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet.

Nummer: 5723/ 7

Betreft zaak: 5723/ GGZ Buitenamstel - Stichting de Geestgronden

Openbare versie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1

Openbare versie

I. MELDING

1. Op 14 juli 2006 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Stichting GGZ Buitenamstel en Stichting De Geestgronden voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 138 van 19 juli 2006. Het College Tarieven Gezondheidszorg en de Zorg Autoriteit in oprichting hebben aangegeven dat zij op basis van de beschikbare informatie in deze zaak niet in staat zijn een oordeel te geven.

II. PARTIJEN

2. Stichting GGZ Buitenamstel (hierna: Buitenamstel) is een stichting naar Nederlands recht. Buitenamstel is actief op het gebied van klinische en niet-klinische geestelijke gezondheidszorg, huisvesting voor mensen met psychische en psychiatrische stoornissen en het doen van academisch onderzoek.

3. Stichting De Geestgronden (hierna: De Geestgronden) is een stichting naar Nederlands recht. De Geestgronden is actief op het gebied van klinische en niet-klinische geestelijke gezondheidszorg en huisvesting voor mensen met psychische en

psychiatrische stoornissen.

III. DE GEMELDE OPERATIE

(2)

Openbare versie

2

Openbare versie

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

5. Naar aanleiding van een recent besluit1 hebben partijen, na de melding,

aangegeven dat zij van mening zijn dat het concentratietoezicht niet op onderhavige concentratie van toepassing is, omdat de activiteiten op het gebied van de zorg die verbonden is aan de uitvoering van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (hierna: Wet Bopz), niet kunnen worden aangemerkt als

ondernemingsactiviteiten. Bij de berekening van de omzet van partijen in het kader van het concentratietoezicht moet de omzet die met deze activiteiten wordt behaald derhalve buiten beschouwing worden gelaten. Als gevolg daarvan worden de in artikel 29 van de Mededingingswet genoemde omzetdrempels niet gehaald.

6. In overeenstemming met genoemd besluit, is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit ook in onderhavige zaak van oordeel dat onder de huidige wet- en regelgeving de activiteiten van partijen in het kader van de uitvoering van de Wet Bopz niet kunnen worden aangemerkt als ondernemingsactiviteiten. Buitenamstel en De Geestgronden kunnen alleen voor zover zij economische activiteiten verrichten als ondernemingen worden beschouwd in de zin van artikel 1, onder f, van de

Mededingingswet.

7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder a van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4 omschreven transactie leidt er toe dat de partijen genoemd onder punt 2 en 3 fuseren.

8. De betrokken ondernemingen zijn Buitenamstel en De Geestgronden, alleen voor zover zij economische activiteiten verrichten.

Berekening van de omzet als bedoeld in artikel 29 Mededingingswet

9. Voor zover partijen economische activiteiten verrichten, zijn zij ondernemingen in de zin van artikel 1, onder f, van de Mededingingswet. Hierboven is aangegeven dat de activiteiten van de betrokken partijen in het kader van de Wet Bopz onder de huidige wet- en regelgeving geen economische activiteiten zijn.

10. Voor het bepalen van het toepassingsbereik van het concentratietoezicht wordt in artikel 29 van de Mededingingswet aangesloten bij de omzet van de betrokken

ondernemingen. Nu partijen ondernemingen zijn in de zin van artikel 1, onder f, van de Mededingingswet voor zover zij economische activiteiten verrichten, leidt dit ertoe dat

(3)

Openbare versie

3

Openbare versie

voor het bepalen van de omzet in de zin van artikel 29 van de Mededingingswet alleen de omzet die aan de economische activiteiten is toe te rekenen, in aanmerking wordt genomen. In het onderhavige geval blijven de bijdragen die partijen ontvangen voor de uitvoering van de Wet Bopz buiten beschouwing.

11. Op grond van bovenstaande en door partijen verstrekte informatie blijkt dat de gemelde concentratie niet binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt, aangezien de in artikel 29 van de Mededingingswet genoemde omzetdrempels niet worden overschreden.

V. CONCLUSIE

12. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie niet binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde

concentratietoezicht.

Datum: 11 augustus 2006

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:

w.g. mr. J. Schönau

Directeur Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Raad stelt vast dat de gedragingen van de tien betrokken ondernemingen, zoals omschreven in paragraaf 3.2, welke daarna kort zijn aangeduid met de afspraak tot het

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Nu het College het besluit van 3 december 2009 heeft vernietigd op de beroepsgrond van TenneT dat het tarief voor afnemers met maximaal 600 uur bedrijfstijd in strijd is met

GGZ Europoort en Bavo kunnen, alleen voor zover zij economische activiteiten verrichten als ondernemingen beschouwd worden in de zin van artikel 1, onder f, Mededingingswet..

Naar aanleiding van deze onderzoeksactiviteiten, alsmede naar aanleiding van informatie die in het kader van de clementieregeling bij de NMa is ingediend door een

Nu uit de Boetebekendmaking installatiedeelsector op zichzelf niet volgt op grond van welke concrete feiten en omstandigheden voor de installatiesector is volstaan met een maximaal

14 Randnummer 23 van het bestreden besluit.. informatie die zij heeft vergaard tijdens het onderzoek dat zij heeft verricht voordat het eerste clementieverzoek werd ontvangen.

Nu uit de Boetebekendmaking installatiedeelsector op zichzelf niet volgt op grond van welke concrete feiten en omstandigheden voor de installatiesector is volstaan met een maximaal