Vraag nr. 3
van 26 oktober 1995
van de heer PIETER HUYBRECHTS Bekendmaking duinenbesluit – Vande Lanotte
De federale minister van Binnenlandse Zaken, de heer J. Vande Lanotte, maakte als eerste het bijkomend beschermingsbesluit voor de duinen bekend dat woens-dag 4 oktober 1995 door de Vlaamse regering werd goedgekeurd. Dit ondanks het feit dat minister Vande Lanotte beleidsmatig niets met deze materie te maken heeft.
Ik neem aan dat de minister dit niet zo heeft gelaten. Welke maatregelen heeft hij genomen om te verhinde-ren dat bij een volgende gelegenheid de Vlaamse rege-ring en het Vlaams parlement weer voor schut worden gezet ?
Welke stappen heeft de minister-president bij zijn col-lega in de federale regering gezet om dergelijke toe-standen in de toekomst te vermijden ?
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leef-milieu en Tewerkstelling.
Antwoord
De coördinatie van de persvoorlichting m.b.t. beslissin-gen van de Vlaamse regering berust bij de informatie-ambtenaar van het ministerie van de Vlaamse Gemeen-schap, en de mediaredacties zijn hier geheel en al van op de hoogte. De persmededelingen omtrent beslissin-gen van de Vlaamse regering worden hun telkens zo snel mogelijk na afloop van de vergadering doorge-seind, en de Vlaamse regering maakt er een punt van al haar beslissingen op deze wijze bekend te maken. Dit was ook het geval op 4 oktober 1995.
Via een krant vernamen wij dat een federaal minister die dag het initiatief had genomen om zelf een beslis-sing van de Vlaamse regering, die weliswaar betrekking had op het kiesarrondissement van de betrokken fede-rale minister, via een persmededeling bekend te maken. Via de kolommen van dezelfde krant heeft onze informatieambtenaar zich de volgende dag publiek verwonderd over dit initiatief.
Het lijkt mij de logica zelf dat de ministers van de onderscheiden regeringen de media slechts informeren over de materies die tot hun bevoegdheid behoren. Deze logica spreekt zozeer voor zich, dat het wellicht niet aangewezen is ze in een formele afspraak te consa-creren.
Het lijkt mij trouwens aangeraden het onderscheidings-vermogen van de media tussen de verschillende uitvoe-rende machten niet te onderschatten. Het feit dat een minister informeert over een materie die niet tot zijn bevoegdheid behoort, stimuleert de media wellicht tot meer aandacht voor het merkwaardige van zijn demar-che dan voor de inhoud van het gecommuniceerde. In de marge kan ik het Vlaams parlementslid signale-ren dat het mij bekend is dat de minister vice-president, collega Luc Van den Bossche, de federale minister informeel heeft aangesproken over bedoeld incident.