Vraag nr. 27 van 9 oktober 1997
van de heer PIETER HUYBRECHTS Vetsmelterij CGAE Grimbergen – Milieu
Tegen de Grimbergse vetsmelterij CGAE werden sinds 1991 door de politie reeds 19 processen-ver-baal opgemaakt. Ook de administratie Milieu, N a t u u r- , Land- en Waterbeheer (Aminal), a f d e l i n g Milieu-inspectie stelde zo'n 15 onregelmatigheden v a s t , van het vervuilen van de Ta n g e b e e k , het ver-oorzaken van geurhinder, tot het niet functioneren van de waterzuiveringsinstallaties.
Volgens de burgemeester van Grimbergen is er sprake van manifeste onwil vanwege CGAE om de nodige maatregelen te nemen, zoals het hygiënisch houden van het terrein en het onderhoud van de waterzuiveringsinstallatie en de biofilter.
Het college van burgemeester en schepenen heeft aan de minister gevraagd de milieuvergunning voor het bedrijf op te heffen, om zo de sluiting mogelijk te maken.
In hoeverre heeft de minister aan deze vraag reeds gevolg gegeven ?
Antwoord
Gevolg gevende aan het verzoek van het college van burgemeester en schepenen van Grimbergen, alsook aan de vraag van de Milieu-inspectie, heb ik op 6 oktober 1997 beslist de milieuvergunningen van de vetsmelterij NV CGAE in Grimbergen op te heffen.
De voornaamste reden voor het nemen van deze maatregel was het feit dat, naast een aantal vastge-stelde overtredingen, ook de uitvoeringen van ver-eiste saneringswerken uitbleven.
In uitvoering van mijn beslissing en conform arti-kel 38 van het decreet betreffende de milieuver-gunning heeft de burgemeester van Grimbergen, na overleg met de terzake bevoegde administraties, op 16 oktober 1997 aan de NV CGAE een bevel-schrift overhandigd aangaande de stopzetting van de milieuvergunningplichtige activiteiten van de betrokken inrichting.