Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 6 paragraaf 6.3
Gegevens: m= 13,7 g, V = 0,250 L Msuiker = 342,30 g/mol (zie Binas) Gevraagd: molariteit van suiker
Stap 1: Bereken aantal mol suiker π = ππ=342,3013,7 = 0,04002 πππ Stap 2: Bereken de molariteit π = (πππ
πΏ ) =π
π=0,04002
0,25 = 0,160πππ
πΏ
6.28 Bariumchloride
Gegevens: V =0,032 L c = 0,44 M Gevraagd: Aantal mol bariumchloride
Stap 1: Bereken het aantal mol π = π Γ π = 0,032 Γ 0,44 = 0,0141πππ
πΏ = 0,14πππ
πΏ
6.29 Soda Vraag a
Gegevens: m=23,5g, V=1,748L MSoda = 105,99g/mol Gevraagd: molariteit van soda-oplossing
Stap 1: Bereken aantal mol soda π = π
π= 23,5
105,99= 0,2172πππ Stap 2: Bereken de molariteit π (πππ
πΏ ) =π
π=0,2172
1,748 = 0,127πππ
πΏ
Bereken de concentratie van de natrium en carbonaat-ionen
Vraag b
Stap 1: Noteer de oplosvergelijking Na2CO3(s) β 2 Na+ (aq) + CO32- (aq) Stap 2: Gebruik de molverhouding
n gevraagd : n gegeven
Na+ : Soda
2 : 1
X : 0,127
[ππ+] =2
1 Γ π π πππ =2
1 Γ 0,127 = 0,254 πππ/πΏ n gevraagd : n gegeven
CO32- : Soda
1 : 1
[CO32- ]= 0,127 mol/L, want 1 : 1
6.30 Sacharose Vraag a
Gegevens: m = 10 g V = 0,200 L Msacharose = 342,3 gram/mol Gevraagd: bereken de molariteit van de oplossing
Stap 1: Bereken aantal mol suiker π = π
π= 10
342,30= 0,0292 πππ Stap 2: Bereken de molariteit π (πππ
πΏ ) =π
π=0,0292
0,200 = 0,146πππ
πΏ
Vraag b
Gegevens: n = 0,0292 mol V = 0,050 L Gevraagd: Bereken de nieuwe molariteit
π (πππ πΏ ) =π
π=0,0292
0,050 = 0,584πππ πΏ
Vraag c
Gegevens: m suiker =25 gram V = 0,300 L Msacharose = 342,3 gram/mol Gevraagd: Bereken de nieuwe molariteit
Stap 1: Bereken aantal mol suiker π = π
π= 25
342,30= 0,0730 πππ Stap 2: Bereken de molariteit π (πππ
πΏ ) =π
π=0,0730
0,300 = 0,243πππ
πΏ
6.31 Glucose verdunnen
Gegevens: c = 0,20 mol/L Voud = 0,100 L Vnieuw = 0,250 L Gevraagd: Bereken de nieuwe molariteit
Stap 1: Bereken de verdunningsfactor ππ = πππππ’π€πππ’π =0,250
0,100= 2,5π₯ Stap 2: Bereken de nieuwe molariteit πΆππππ’π€ =πΆππ’πππ =0,20
2,5 = 0,080πππ
πΏ
6.32 Zwavelzuur verdunnen
Vraag a:
Gegevens: Coud = 4,00M Cnieuw = 0,200 M Vnieuw = 0,250 L Gevraagd: Bereken de verdunningsfactor
Stap 1: Bereken de verdunningsfactor ππ = πΆππ’π
πΆππππ’π€= 4,00
0,200= 20π₯
Vraag b:
Gegevens: Vf = 20x Vnieuw = 0,250L Gevraagd: Bereken Vpipet (VOud)
ππππππ‘ =πππππ’π€
ππ =0,250
20 = 12,5 ππΏ
Op het lab is geen 12,5 mL pipet dus kies je de pipet die het dichtst bij licht qua volume.
6.33 Azijnzuur verdunnen
Gegevens: Voud = 25 mL Coud = 1,2 M (mol/L) Cnieuw = 0,7 mol/L Gevraagd: Hoeveel mL water moet je toevoegen
Stap 1: Bereken de verdunningsfactor ππ = πΆππππ’π€πΆππ’π =1,2
0,7= 1,7π₯
Stap 2: Bereken Vnieuw πππππ’π€ = πππ’π π₯ ππ = 25 π₯ 1,7 = 42,5 ππΏ 42,5 β 25 = 17,5 mL water toevoegen
6.34 Concentraties na mengen
Gegevens: Veind = V1 + V2 = 120 mL+ 320 mL = 440 mL cfructose = 0,10 mol/L cglucose = 0,15 mol/L Gevraagd: Bereken de nieuwe concentraties (mol/L) na mengen.
Stap 1: Bereken het aantal mol van beide suikers
ππππ’ππ‘ππ π = π Γ π = 0,10 Γ 0,320 = 0,0320 πππ ππππ’πππ π = π Γ π = 0,15 Γ 0,120 = 0,0180 πππ Stap 2: Bereken de nieuwe concentraties
ππππ’ππ‘ππ π = π
πππππ’π€= 0,0320
0,440 = 0,0727πππ πΏ ππππ’πππ π = π
πππππ’π€= 0,0180
0,440 = 0,0409πππ πΏ
6.35 Kleurstof verdunnen
Gegevens: Cstock = 20.000 mg/L, Vpipet = 0,75 mL, Vmaatkolf = 0,100 L, Mkleurstof = 604,47 g/mol Gevraagd: Bereken de concentratie in mol/L
Stap 1: Omrekenen concentratie stockoplosing van mg/L -> Mol/L
π (πππ
πΏ ) = π (π
πΏ)
ππππππ π π ππππ’ππ π‘ππ ( π
πππ)= 20,000 π/πΏ
604,47 π/πππ = 0,0307 πππ/πΏ Stap 2: Bereken de verdunningsfactor
ππ = πππππ’π€πππ’π =0,750100 = 133,33π₯ Stap 3: Bereken de nieuwe concentratie.
πΆππππ’π€ =πΆππ’π
ππ =0,0307
133.33= 2,48 Γ 10β4πππ πΏ