Bijlage 1: Gegevens dochterondernemingen uit praktijkonderzoek
Bijlage 2: Interviewvragen (gesloten)
Leiderschap
Tijdens de fusie had het directieteam een duidelijke visie ja / nee
Tijdens de fusie was de visie vd dochteronderneming voldoende duidelijk bij mdw ja / nee De invloed van het fusieproces op de visie van de dochteronderneming was
Positief / neutraal / negatief
Medewerkers:
De aandacht voor PM tijdens het fusieproces was
Goed / voldoende / matig / onvoldoende
De aandacht voor het POP tijdens het fusieproces was
Goed / voldoende / matig / onvoldoende
De rol duidelijkheid van de medewerkers is tijdens de fusie Verhoogd / gelijk gebleven / verlaagd
De invloed van de fusie op houding en gedrag van medewerkers was: Positief / neutraal / negatief
Strategie en beleid:
Tijdens het fusieproces beschikte de dochteronderneming over realistische doelstellingen
ja / nee
Zijn de (comm.) doelstellingen aangepast nav de voorgenomen fusie Ja / nee
De bestede tijd en aandacht voor het meten doelstellingen is tijdens de fusie
Verhoogd / gelijk gebleven / verlaagd
Tijdens het fusieproces beschikte de dochteronderneming over voldoende
managementinformatie om de gestelde doelstellingen te meten mee eens / mee oneens De invloed van het fusieproces op de managementinformatie was
Positief / neutraal / negatief
Middelen:
De mogelijkheid om kansen in de markt te grijpen zijn tijdens het fusieproces
Vergroot / gelijk gebleven / verlaagd
De mogelijkheid tot uitvoering van het beleid van de dochteronderneming is tijdens de fusie
Vergroot / gelijk gebleven / verlaagd
De actualiteit van de beleidstukken tijdens het fusieproces was
Goed / voldoende / matig / onvoldoende
Processen
Tijdens het fusieproces beschikte de dochteronderneming over een actuele RA ja / nee
Het fusieproces was opgenomen in de RA ja / nee
De voortgang van het controlejaarplan was tijdens de fusie
Goed / voldoende / matig / onvoldoende
De impact van de fusie op het controlejaarplan was
Positief / neutraal / negatief
Het controlejaarplan is nav het fusieproces aangepast ja / nee Tijdens het fusieproces zijn er interne audits uitgevoerd. ja / nee
Algemeen
de kwaliteit van de organisatie is tijdens de fusie verslechterd
helmaal mee eens / mee eens / oneens / helemaal mee oneens
'in control' heeft tijdens het fusieproces te weinig aandacht gehad
Bijlage 3: Interviewvragen (open)
Interview met: ……… Functie: ……… Datum: ……… Tijdstip: ………'In control'
1) Het beeld van 'in control'?
a) Welk beeld heeft u bij 'in control'?
……… ……… ……… ………
b) Hoe is uw beeld tot stand gekomen?
……… ……… ………
c) is uw beeld van 'in control' de afgelopen jaren veranderd?
……… ……… ………
d) Is het door u geschetste beeld een gemeenschappelijk beeld binnen deze dochteronderneming is (incl. RVC)?
……… ……… ……… ………
e) Vindt u het belangrijk dat er binnen de dochteronderneming een gemeenschappelijk beeld is over 'in control'
……… ……… ……… ………
2) Wordt er binnen de dochteronderneming gemeten of de dochteronderneming 'in control' is?
……… ……… ……… ………
a) Is er een meetinstrument beschikbaar die de ‘in control’-status van de dochteronderneming meet?
……… ……… ……… ………
I) Indien ja, welk instrument is dit?
……… ……… ………
II) Indien nee, heeft u hier behoefte aan?
……… ……… ………
b) wordt er binnen de dochteronderneming gerapporteerd over de ‘in control’-status?
3) Wie is er binnen de dochteronderneming ………. verantwoordelijk voor 'in control'? ……… ……… ……… ………
4) Welke prioriteit heeft 'in control' binnen de dochteronderneming? Hoog / Midden / Laag
a) Waaruit blijkt deze prioriteit
……… ……… ……… ………
5) Is organisatie ‘X’ ……….. 'in control?
a) Voor het fusieproces ja / nee
b) Tijdens het fusieproces ja / nee
c) Op het moment van fuseren ja / nee
d) Op dit moment ja / nee
I) Waaraan leidt u dit af?
……… ……… ……… ………
6) Zou u het aanvaardbaar vinden dat de dochteronderneming tijdens de fusie of vlak na de fusie niet 'in control' is?
……… ……… ……… ………
(1) Wat zijn volgens u de consequenties van het niet 'in control' zijn als
dochteronderneming: (vb. hoge kosten, inbreuk op wetgeving, ontevreden klanten) ……… ……… ……… ………
Het Fusieproces;
1)
Wat was het doel / de reden van de fusie?……… ……… ……… ………
a) is het doel van de fusie bereikt? Ja / nee
2)
Heeft u gebruik gemaakt van FOG? Ja / nee……… ……… ……… ………
3)
Wat vindt u van de ondersteuning van Organisatie ‘X’ tijdens het fusieproces?4)
Bestonden er cultuurverschillen tussen de fuserende dochterondernemingen Ja / neea) indien ja; wat voor consequenties heeft dit met zich meegebracht
……… ……… ……… ………
5)
Bestond er verschil in kwaliteit tussen de fuserende dochterondernemingen? Ja / nee……… ……… ……… ………
6)
Waarom heeft de dochteronderneming gekozen voor het huidige bestuursmodel bij de fusie?……… ……… ……… ………
7)
heeft de organisatie nav de fusie haar doelstellingen bijgesteld Ja / neea) indien ja; “waaruit bestonden deze bijstellingen”
……… ……… ……… ………
8)
Kunt u twee zaken noemen die achteraf gezien zeer succesvol waren voor de fusie……… ……… ……… ………
9)
Kunt u twee zaken noemen die u anders zou doen op het moment dat de fusie overgedaanzou worden
……… ……… ……… ………
10)
Is er tijdens de fusie specifiek aandacht geweest voor 'in control'? Ja / neea) Indien ja “waaruit bestond die aandacht”
……… ……… ……… ………
11)
Wat voor impact heeft het fusieproces gehad op de interne organisatie……… ……… ……… ………
12)
Wat voor impact heeft het fusieproces gehad op de verkoop organisatieBijlage 4: Interviewvragen t.b.v. vooronderzoek
1. Wat verstaat u onder 'in control' ? - wat is uw beeld van 'in control'?
- is uw beeld van 'in control' in de afgelopen twee jaar bijgesteld? - is uw beeld een gemeenschappelijk beeld binnen de organisatie? - waarom is het een thema binnen de organisatie?
2. Welke elementen zijn volgens u bepalend voor 'in control'?
- Welke prestatie-indicatoren brengt u in verband met 'in control' ? 3. Op welke manier is 'in control' te meten binnen een dochteronderneming
4. Is er volgens u een relatie aanwezig tussen een fusieproces en het 'in control' zijn van een dochteronderneming
- Wat zijn de bevindingen van de dochterondernemingen die u bezocht heeft? - Hebben fusie-organisatie’s andere problemen dan ‘niet fusie-organisatie’s.
Bijlage 5: LOR 2006
Bijlage 7: De zeven vragen uit het controleprogramma Regeling ‘X’
De zeven vragen richten zich op de volgende onderdelen:
1 BELEID
2 RISICO-ANALYSE 3 en 4 ORGANISATIE
5 INTERNE CONTROLE EN BIJSTURING 6 MANAGEMENTINFORMATIE
7 COMMUNICATIE