Vraag nr. 157 van 23 maart 1998
van mevrouw MIA DE SCHAMPHELAERE Veiligheid en gezondheid in het onderwijs – Besluit moederschapsbescherming
In de omzendbrief van de minister vice-president van 8 oktober 1997 betreffende veiligheid, g e z o n d-h e i d , d-hygiëne en milieuzorg in de onderwijsinstel-l i n g e n , wordt onder meer gesteonderwijsinstel-ld : "Bij het uitvoe-ren van de opdracht en de plicht van de school inzake veiligheid, g e z o n d h e i d , hygiëne en milieu-zorg dient een school rekening te houden met haar reglementaire verplichtingen op basis van :
– het algemeen reglement voor de arbeidsbe-scherming (ARAB) ;
– Codex welzijn op het werk".
Eén van de onderdelen van de Codex is het besluit moederschapsbescherming (koninklijk besluit van 2 mei 1995 – Belgisch Staatsblad van 18 mei 1995, erratum Belgisch Staatsblad van 12 oktober 1995). Is de wijze waarop dit besluit dient te worden toe-gepast binnen de rechtspositieregeling van het per-soneel met weddetoelage wel geregeld, en wat zijn daarvan de pecuniaire gevolgen ?
Antwoord
Het KB van 2 mei 1995 inzake moederschapsbe-scherming voorziet in een aantal bepalingen omtrent de uitvoering van de arbeidswet van 16 maart 1971, hoofdstuk IV "moederschapsbescher-ming".
Het vermelde KB is van toepassing op de werkge-vers en werknemers bedoeld in artikel 1 van de a r b e i d s w e t , die in beginsel ook van toepassing is op deze van de openbare sector.
Het principe van de moederschapsbescherming voorziet in de mogelijkheden voor de werkgever om maatregelen te treffen om een risico van bloot-stelling van de zwangere werkneemster aan bepaalde agentia, procédés of werkomstandighe-den te vermijwerkomstandighe-den.
De risico-evaluatie van de blootstelling wordt ver-richt door de werkgever in samenwerking met de arbeidsgeneesheer die de maatregelen voorstelt. Zo kan de arbeidsgeneesheer na onderzoek van een personeelslid tijdens haar zwangerschap
vast-stellen dat zij voor een bepaalde duur ongeschikt is om haar activiteiten voort te zetten en bijgevolg het voorstel formuleren haar vrijstelling van dienst te verlenen.
Dit KB van 2 mei 1995 kan echter niet van toepas-sing zijn op de personeelsleden van het onderwijs omdat daarvoor de besluiten die hun bevallings-verlof regelen, moeten worden aangepast.